Base description which applies to whole site

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
  

2021

2022

2023

2024

2025

2026

totaal uitgaven

49.835,80

48.135,40

47.261,10

46.253,60

46.380,10

46.341,70

totaal niet-belastingontvangsten

1.569,90

1.608,00

1.725,90

1.765,30

1.795,20

1.839,90

1

Primair onderwijs

      
 

Uitgaven

13.449,20

13.403,70

12.395,70

12.170,00

12.200,80

12.135,50

 

Ontvangsten

28,9

9,3

9,2

9,2

9,2

9,2

3

Voortgezet onderwijs

      
 

Uitgaven

10.208,80

9.656,30

9.148,60

9.084,30

9.050,80

9.005,50

 

Ontvangsten

7,4

7,4

7,4

7,4

7,4

7,4

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

      
 

Uitgaven

5.353,00

5.065,90

5.172,00

4.889,30

4.834,40

4.813,70

 

Ontvangsten

5,2

4

4

4

4

4

6

Hoger beroepsonderwijs

      
 

Uitgaven

4.310,00

4.476,90

4.080,00

4.164,10

4.238,00

4.262,80

 

Ontvangsten

1,2

1,2

1,2

1,2

1,2

0

7

Wetenschappelijk onderwijs

      
 

Uitgaven

6.073,00

6.215,70

5.974,90

6.078,10

6.163,20

6.212,10

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

8

Internationaal onderwijsbeleid

      
 

Uitgaven

15

13,5

13,5

13,7

13,5

13,5

 

Ontvangsten

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

9

Arbeidsmarkt en personeelsbeleid

      
 

Uitgaven

190,3

205,7

185,6

181,6

175,6

174,7

 

Ontvangsten

6,5

6,5

6,5

7

7

7

11

Studiefinanciering

      
 

Uitgaven

6.182,90

4.836,80

6.042,50

6.031,70

6.058,80

6.076,00

 

Ontvangsten

1.148,00

1.212,00

1.266,10

1.308,90

1.355,20

1.403,70

12

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

      
 

Uitgaven

67,4

67,1

66

65,7

65,8

66,1

 

Ontvangsten

2,2

2,2

2,1

2,1

2,1

2,1

13

Lesgelden

      
 

Uitgaven

13,9

14,2

14,4

14,6

14,6

15,7

 

Ontvangsten

188,7

215,5

291,3

286

282,2

281,5

14

Cultuur

      
 

Uitgaven

1.412,80

1.008,90

1.001,00

1.006,50

1.003,20

1.005,60

 

Ontvangsten

16

3

3

3

0,5

0,5

15

Media

      
 

Uitgaven

1.065,20

1.053,50

1.045,20

1.049,80

1.053,20

1.056,60

 

Ontvangsten

165

146,1

134,2

135,7

125,6

123,7

16

Onderzoek en wetenschappen

      
 

Uitgaven

1.181,00

1.241,20

1.214,00

1.210,30

1.206,60

1.204,00

 

Ontvangsten

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

25

Emancipatie

      
 

Uitgaven

22,1

14,5

16

16,2

16,9

17

91

Nominaal en Onvoorzien

      
 

Uitgaven

 

585,1

614,4

   

95

Apparaatskosten

      
 

Uitgaven

291,1

276,1

277,3

277,9

284,7

282,8

 

Ontvangsten

0,6

0,6

0,6

0,6

0,6

0,6

Artikel 1 Primair onderwijs

De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenraming. In het po wordt een daling van het aantal leerlingen geraamd. Hierdoor dalen de uitgaven.

Artikel 3 Voortgezet onderwijs

De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenraming. In het vo wordt een daling van het aantal leerlingen geraamd. Hierdoor dalen de uitgaven.

Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenraming. In het mbo wordt een daling van het aantal leerlingen geraamd. De incidentele hogere uitgaven in 2023 zijn het gevolg van een kasschuif op het budget voor de kwaliteitsafspraken.

Artikel 6 Hoger beroepsonderwijs en Artikel 7 Wetenschappelijk onderwijs

In 2021 en 2022 zijn de uitgaven incidenteel hoger in verband met het Nationaal Programma Onderwijs. Meerjarig volgen de begrotingen van de onderwijsartikelen de leerlingen- of studentenraming. Uit de raming blijkt dat het aantal ho-studenten de komende jaren stijgt. De uitgaven op beide artikelen stijgen vanaf 2023 licht. Dit heeft, naast de raming van stijgende aantallen ho-studenten, voornamelijk te maken met het feit dat er door de invoering van het studievoorschot extra middelen worden geïnvesteerd in het hoger onderwijs. Deze middelen lopen voor zowel het hbo als het wo op in de huidige meerjarenperiode.

Artikel 8 Internationaal onderwijsbeleid

De uitgaven zijn over de jaren heen constant.

Artikel 9 Arbeidsmarkt en personeelsbeleid

De uitgaven zijn over de jaren heen constant.

Artikel 11 Studiefinanciering

Meerjarig volgen de uitgaven aan studiefinanciering de studentenraming. De lagere uitgaven in 2022 zijn het gevolg van kasschuiven op het OV-contract met vervoersbedrijven voor het optimaliseren van het kasritme van de Rijksoverheid. De ontvangsten nemen geleidelijk toe, doordat studenten de afgelopen jaren vaker en meer zijn gaan lenen.

Artikel 12 Tegemoetkoming studiekosten

De uitgaven onder dit artikel volgen voornamelijk de aantallen vo en vso 18+ leerlingen en de aantallen vavo studenten en zijn over de jaren heen constant.

Artikel 13 Lesgelden

De ontvangsten onder dit artikel volgen voornamelijk de aantallen lesgeldplichtige studenten in het mbo en zijn redelijk constant.

Artikel 14 Cultuur

De uitgaven zijn over de jaren heen constant. In 2021 zijn de uitgaven incidenteel hoger in verband met corona gerelateerde steunmaatregelen.

Artikel 15 Media

De uitgaven zijn over de jaren heen constant.

Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid

De uitgaven zijn over de jaren heen constant.

Artikel 25 Emancipatie

De uitgaven zijn over de jaren heen constant. In 2021 zijn de uitgaven incidenteel hoger in verband met corona gerelateerde steunmaatregelen.

Artikel 91 Nominaal en onvoorzien

In 2022 en 2023 staan nog niet verdeelde middelen gereserveerd voor het Nationaal Programma Onderwijs.

Artikel 95 Apparaatsuitgaven

De apparaatsuitgaven zijn over de jaren heen constant.

Licence