Base description which applies to whole site

1.3.5 Ontwikkeling van de overheidsschuld

De EMU-schuld in 2022 bedroeg 480,1 miljard euro, ofwel 51,0% van het bbp. De schuld viel hiermee lager uit dan verwacht bij de Miljoenennota 2022 (57,7% van het bbp), maar hoger dan geraamd bij de Najaarsnota 2022 (50,4% van het bbp). De schuld viel lager uit dan de afgelopen jaren (52,1% in 2021 en 54,5% in 2020). De daling van de schuld komt mede door de hoge inflatie, die zich doorvertaalt in een hoger nominaal bbp, en daarmee een lagere procentuele staatsschuld ten opzichte van dit hogere bbp (het noemereffect). Daarnaast heeft het CBS de schuld voor 2021 door technische correcties naar beneden bijgesteld; dit werkt ook door in de EMU-schuld 2022. Een volledige toelichting van de ontwikkeling van de schuld wordt gegeven in tabel 1.3.5. Dat de schuld hoger is ten opzichte van de Najaarsnota komt deels doordat er op kasbasis meer geleend is ten opzichte van de stand in november. Het EMU-saldo wordt op transactiebasis berekend, terwijl het financieringssaldo op kasbasis direct doorwerkt in de schuld. In 2022 bleef de Nederlandse overheidsschuld onder de Europese grenswaarde van 60% van het bbp, zoals vastgelegd in het Stabiliteits- en Groeipact. De ontwikkeling van de overheidsschuld sinds 1970 is weergegeven in figuur 1.3.5.

Figuur 1.3.5 Ontwikkeling van de overheidsschuld

Tabel 1.3.5 Verticale toelichting EMU-schuld

(+ is toename van de schuld)

Miljoenen euro

Procenten bbp

EMU-schuld Miljoenennota 2022

516.628

57,7%

Noemereffect

 

‒ 2,8%

Doorwerking lagere schuld 2021

‒ 41.843

‒ 4,4%

Mutatie EMU-saldo

‒ 21.364

‒ 2,3%

Coronagerelateerde leningen

‒ 179

‒ 0,0%

Studieleningen

‒ 556

‒ 0,1%

Kastransactieverschil belastinguitstel

7.355

0,8%

Voortijdige beeindiging derivaten

‒ 248

‒ 0,0%

Overig

20.272

2,2%

EMU-schuld Financieel jaarverslag van het Rijk 2022

480.065

51,0%

Licence