Base description which applies to whole site

7.1 Sociale fondsen SZW

Deze paragraaf beschrijft de financiering van de premie-uitgaven onder de uitgaven Sociale Zekerheid. Onderdeel daarvan zijn de door de Minister van SZW vast te stellen premiepercentages voor de volks- en werknemersverzekeringen. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de exploitatiesaldi en vermogensposities van de sociale fondsen van UWV en SVB.

7.1.1 Premiepercentages 2026

Premievaststelling

De voorgenomen premiepercentages voor 2026 zijn opgenomen in tabel 130. Deze premiestelling heeft het kabinet beoordeeld binnen het inkomstenkader voor huishoudens en bedrijven en de koopkrachtontwikkeling. De besluitvorming over de inkomsten wordt toegelichting in de Miljoenennota.

Algemene Ouderdomswet (AOW-premie)

Het premiepercentage voor de Algemene ouderdomswet (AOW) wordt net als dit jaar vastgesteld op 17,9 procent. Bij het Ouderdomsfonds zijn de premieopbrengsten niet voldoende om de uitgaven te dekken. De inkomsten van het Ouderdomsfonds worden daarom aangevuld door middel van rijksbijdragen (zie ook artikel 12). De AOW-premie wordt gecombineerd geheven met de loon- en inkomstenbelasting. Uit het Ouderdomsfonds worden de uitgaven op grond van de AOW betaald.

Algemene Nabestaandenwet (Anw-premie)

Het premiepercentage voor de Algemene Nabestaandenwet (Anw) wordt net als dit jaar vastgesteld op 0,1 procent.

Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf-premie)

Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) financiert de WW-uitkeringen van marktwerkgevers. Als gevolg van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) zijn er sinds 2020 twee premietarieven binnen het AWf: een laag tarief voor vaste dienstverbanden en een hoog tarief voor flexibele dienstverbanden. Het lage tarief wordt in 2026 gelijk gehouden op 2,74 procent en het hoge tarief op 7,74 procent.

Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo-premie)

Uit het uitvoeringsfonds voor de overheid worden de uitvoeringskosten van de WW voor (voormalige) overheidswerkgevers betaald. De WW-uitkeringen zelf worden bij de (voormalige) werkgever in rekening gebracht. Wel betaalt het Ufo een eventuele ziektewetuitkering als de WW-gerechtigde ziek wordt. De Ufo-premie wordt voor 2026 gelijk gehouden op 0,68 procent.

Uniforme opslag kinderopvang

De premieopslag kinderopvang voor 2026 blijft met 0,5 procent ongewijzigd. De premieopslag kinderopvang wordt door werkgevers betaald door middel van een opslag op de Aof-premie.

Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof-premie)

Vanaf 2022 kent de Aof-premie twee verschillende tarieven: een tarief voor kleine werkgevers (tot 25 maal de gemiddelde premieplichtige loonsom) en een tarief voor grotere werkgevers. In 2026 betalen kleine werkgevers een premie van 6,26 procent en grote werkgevers een premie van 7,61 procent. De Aof-tarieven dalen licht in 2026. Dat komt vooral doordat de hogere Whk-premie binnen de regels van het inkomstenkader is gecompenseerd door de Aof-premie lager vast te stellen. Daar staat tegenover dat de Aof-premie wordt verhoogd als dekking voor de liquidatieverliesregeling.

Werkhervattingskas (Whk-premie)

De gemiddelde premie voor de Werkhervattingskas (Whk), waaruit de uitkeringen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) en uitkeringen op grond van de Ziektewet (ZW) worden betaald, is door UWV voor 2026 vastgesteld op 1,52 procent. Dat is een stijging van 0,19 procentpunt ten opzichte van 2025. Deze stijging komt voornamelijk door een toename in de geraamde uitkeringslasten van de WGA en de ZW.

Tabel 130 Premiepercentages sociale verzekeringen (%)

Premie

Fonds

Uitgaven

Betaald door

2025

2026

AOW

Ouderdomsfonds

AOW

Werknemer

17,90

17,90

Anw

Nabestaandenfonds

Anw

Werknemer

0,10

0,10

      

Awf-laag

Algemeen Werkloosheidsfonds

WW, ZW

Werkgever

2,74

2,74

Awf-hoog

Algemeen Werkloosheidsfonds

WW, ZW

Werkgever

7,74

7,74

Ufo

Uitvoeringsfonds voor de overheid

WW, ZW

Werkgever

0,68

0,68

      

Aof-laag

Arbeidsongeschiktheidsfonds

WGA, IVA, WAO, WAZ, WAZO, ZW

Werkgever

6,28

6,26

Aof-hoog

Arbeidsongeschiktheidsfonds

WGA, IVA, WAO, WAZ, WAZO, ZW

Werkgever

7,64

7,61

Aof

Uniforme opslag kinderopvang

Kinderopvang

Werkgever

0,50

0,50

Whk

Werkhervattingskas (rekenpremie)

WGA, ZW

Werkgever

1,33

1,52

7.1.2 Sociale fondsen

Exploitatiesaldi

De premiegefinancierde uitgaven worden uit de sociale fondsen betaald. Op basis van de eerdergenoemde premiepercentages voor 2025 en 2026, de verwachte ontwikkeling van de premiegrondslagen en de uitkeringslasten zijn de uitgaven en ontvangsten van de sociale fondsen geraamd in tabel 131 en 132. Hierbij is rekening gehouden met de bijdragen aan de fondsen vanuit het Rijk. Bij het Ouderdomsfonds bestaan de sociale lasten uit de betaling aan het Zorgverzekeringsfonds. Dit is een wettelijk geregelde bijdrage omdat Aow-gerechtigden het lage tarief van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw betalen. Vanuit het Ouderdomsfonds wordt het verschil tussen het hoge en lage tarief aan het Zorginstituut vergoed.

In de onderstaande tabellen worden de arbeidsongeschiktheidsfondsen (het Aof en de Whk) en de werkloosheidsfondsen (AWf en Ufo) samen weergegeven.

Het exploitatiesaldo van de fondsen is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven. Dit saldo is zowel in 2025 als in 2026 positief, er zijn dus meer inkomsten dan uitgaven. In 2025 is het saldo voor alle fondsen samen naar verwachting bijna € 11 miljard positief en in 2026 bijna € 12 miljard positief. Dit positieve saldo wordt met name veroorzaakt door de WW-fondsen en de arbeidsongeschiktheidsfondsen. Voor zowel de WW als de arbeidsongeschiktheidsfondsen geldt dat de premie-inkomsten hoger zijn dan de uitgaven die uit het fonds worden gedaan. Het exploitatiesaldo van de fondsen maakt onderdeel uit van het totale EMU-saldo van de overheid. Tegenover het positieve EMU-saldo van de sociale fondsen staan negatieve EMU-saldi bij het Rijk en de decentrale overheid, waardoor er voor de collectieve sector als geheel sprake is van een begrotingstekort.

Het exploitatiesaldo van het Anw-fonds is negatief doordat de rijksbijdrage op nul is vastgesteld. Hierdoor wordt het vermogensoverschot in het Anw-fonds langzaam teruggebracht.

Het geraamde exploitatiesaldo van het Ouderdomsfonds is in 2025 negatief en in 2026 licht positief. Hiermee wordt naar verwachting het positieve vermogen van € 0,4 miljard dat het fonds eind 2024 had weer teruggebracht naar nul.

Tabel 131 Overzicht sociale verzekeringen 2025 (bedragen x € 1 mln)
 

AOW

Anw

AO

WW

Totaal

Premies

26.601

179

29.590

11.397

67.768

Bijdragen van het Rijk

28.857

0

112

109

29.078

Saldo Interest

92

88

866

37

1.083

Totaal Ontvangsten

55.550

267

30.568

11.543

97.929

      

Uitkeringen/ Verstrekkingen

55.282

348

19.271

4.518

79.419

Sociale lasten

689

19

3.642

704

5.054

Uitvoeringskosten

214

12

1.381

879

2.485

Totaal Uitgaven

56.184

380

24.294

6.101

86.958

      

Exploitatiesaldo

‒ 634

‒ 113

6.274

5.443

10.970

Bron: SZW en CPB (MEV 2026).

Tabel 132 Overzicht sociale verzekeringen 2026 (bedragen x € 1 mln)
 

AOW

Anw

AO

WW

Totaal

Premies

27.144

181

31.459

12.022

70.806

Bijdragen van het Rijk

32.333

114

111

32.558

Saldo Interest

92

88

873

42

1.095

Totaal Ontvangsten

59.568

269

32.446

12.175

104.458

      

Uitkeringen/ Verstrekkingen

58.431

349

20.658

4.974

84.412

Sociale lasten

727

18

3.840

776

5.361

Uitvoeringskosten

218

12

1.508

972

2.710

Totaal Uitgaven

59.376

379

26.006

6.722

92.483

      

Exploitatiesaldo

193

‒ 111

6.440

5.453

11.976

Bron: SZW en CPB (MEV 2026).

Vermogensposities

In tabel 133 wordt voor de jaren 2025 en 2026 de vermogenspositie van de verschillende fondsen weergegeven. De sociale fondsen zijn verplicht om hun liquide middelen in de schatkist aan te houden, of indien nodig, te lenen bij de schatkist. De huidige positieve fondsvermogens zorgen voor een lagere EMU-schuld.

Voor de sociale fondsen samen stijgt het vermogensoverschot in 2026 naar ongeveer € 63 miljard. Deze vermogensoverschotten zijn de optelsom van alle de positieve en negatieve exploitatiesaldo's uit het verleden. Bij de arbeidsongeschiktheidsfondsen is sinds 2015 sprake van (forse) positieve exploitatiesaldo's. Bij de werkloosheidsfondsen is dat vanaf 2017 het geval. Deze positieve exploitatiesaldo's komen deels doordat de premietarieven van de arbeidsongeschiktheidspremies zijn gestegen. Die stijging van de premietarieven komt voor een groot deel doordat binnen de afspraken in de begrotingsregels over het inkomstenkader de Aof-premie is verhoogd om meevallers bij de zorgpremies te compenseren. Los van de tariefverhogingen worden de positieve exploitatiesaldi ook veroorzaakt doordat de arbeidsdeelname is toegenomen en de lonen zijn gestegen. Hierdoor wordt over een groter bedrag aan loon premies afgedragen. De stijging van de uitkeringslasten is daar de afgelopen jaren bij achter gebleven. De extra verhoging van het minimumloon in 2023 zorgde ook voor dezelfde extra verhoging van het maximumpremieloon, omdat deze aan het minimumloon gekoppeld is. Ook hierdoor nemen de premie-inkomsten toe.

Tabel 133 Vermogenspositie sociale fondsen (bedragen x € 1 mln)
 

ultimo 2025

ultimo 2026

 

Feitelijk vermogen

Normvermogen

Vermogens-overschot

Feitelijk vermogen

Normvermogen

Vermogens-overschot

Ouderdomsfonds

1.836

1.407

428

1.501

1.501

‒ 0

Anw-fonds

2.469

34

2.435

2.382

35

2.347

Arbeidsongeschiktheidsfondsen

40.292

964

39.328

46.651

1.027

45.624

WW-fondsen

11.605

1.880

9.725

16.596

1.880

14.716

Totaal sociale fondsen

56.202

4.285

51.916

67.130

4.443

62.687

Bron: CPB (MEV 2026).

Licence