Base description which applies to whole site

Bijlage 1: Gerealiseerde uitgaven die in verband met het koningschap kunnen worden beschouwd

De gerealiseerde uitgaven worden hieronder per begroting nader toegelicht.

Buitenlandse Zaken (begroting V, artikel 4), uitgaven ten behoeve van staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis

Tabel 13 Buitenlandse Zaken (begroting V, artikel 4) (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2024

Vastgestelde begroting 2024

Buitenlandse Zaken

2.677

2.000

De Koning heeft in 2024 twee inkomende Staatsbezoeken ontvangen, van Spanje en Portugal. Het uitgaande Staatsbezoek aan Vietnam werd op verzoek van de Vietnamese autoriteiten uitgesteld vanwege binnenlandse omstandigheden. De Koning heeft werkbezoeken gebracht aan de Verenigde Staten en aan Denemarken en Noorwegen. De uiteindelijke uitgaven waren hoger dan de vastgestelde begroting. Er is ten tijde van de eerste suppletoire begroting 2024 een structurele verhoging van het budget geweest van € 0,5 miljoen. Daarnaast is er een eenmalige verhoging van het budget geweest van € 0,6 miljoen ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2024.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (begroting VII, artikel 9), Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis

Tabel 14 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (begroting VII, artikel 9) (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2024

Vastgestelde begroting 2024

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

15.696

17.100

De bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan het RVB voor de huisvesting (Paleizen) van het Koninklijk Huis bedroeg in 2024 € 15,7 mln.

Genoemd bedrag voor de paleizen bestaat uit een aantal componenten. In 2024 heeft het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) circa € 7,4 miljoen. in rekening gebracht voor rente en afschrijvingen en huur. De rente en afschrijvingen zijn voor investeringen die vanaf 2010 via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB. Voor de vergoeding voor regulier dagelijks en planmatig onderhoud is circa € 7,2 miljoen afgerekend en voor vergoeding voor kleinere investeringen, functionele verbeteringen en projecten op basis van wet- en regelgeving circa € 1,1 miljoen.

Huis ten Bosch

In 2024 zijn er geen renovaties of verbouwingen uitgevoerd.

Paleis Noordeinde

In 2024 zijn er geen renovaties of verbouwingen uitgevoerd.

Koninklijk Paleis Amsterdam

In 2024 zijn er geen renovaties of verbouwingen uitgevoerd. Wel vindt het groot onderhoud aan het dak, het timpaan en de toren plaats. Deze is gestart in 2023 en loopt tot en met 2026.

Defensie (begroting X, artikel 5), uitgaven bewaking koninklijke paleizen

De Minister van Defensie is beheersverantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de Koninklijke Marechaussee (KMar). De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar ligt niet alleen bij het ministerie van Defensie. Afhankelijk van de betreffende taak is dat het ministerie van Justitie en Veiligheid (het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), Asiel en Migratie, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Defensie of de burgemeester. In artikel 4 van de Politiewet (2012) wordt de KMar opgedragen om onder meer te waken over de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen.

Justitie en Veiligheid (begroting VI, artikel 36)

Op basis van onder andere de Politiewet heeft de minister van Justitie en Veiligheid de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en is daarmee verantwoordelijk voor een adequate en proportionele uitvoering van de beveiliging rondom de leden van het Koninklijk Huis en hun woon- en werkverblijven. De Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Defensie zorgen voor de uitvoering daarvan in personele zin. Deze ministers hebben middelen voor deze beveiligingstaken op hun begroting staan, ongeacht of deze uitgaven voor beveiliging betrekking hebben op leden van het kabinet, van de Kamers der Staten-Generaal of het Koninklijk Huis. Vanwege veiligheidsrisico’s worden deze uitgaven niet nader toegerekend, omdat daar informatie over de beveiliging aan zou kunnen worden ontleend naar de te beveiligen objecten en personen.

Licence