Base description which applies to whole site

3.1 De belasting- en premieontvangsten

3.1.1 Leeswijzer

In paragraaf 3.1.2 wordt de raming van de totale ontvangsten weergegeven. De ontwikkeling in 2025 en 2026 ten opzichte van het jaar ervoor wordt op hoofdlijnen besproken. Vervolgens worden in paragraaf 3.1.3 de ramingen van de ontvangsten van 2025 vergeleken met de stand van de Miljoenennota 2025, waarbij de belangrijkste ramingsbijstellingen worden toegelicht. Paragraaf 3.1.4 bevat vervolgens een toelichting op de raming van 2026 (de Ontwerpbegroting), onderverdeeld naar endogene ontwikkeling en beleidsmaatregelen. Paragraaf 3.1.5 gaat over de bijstellingen van het ramingsmodel (‘expert opinion’). Paragraaf 3.1.6 toont als zijlicht de uitkomst van de raming indien een versimpeld, naïef model zou zijn toegepast. Paragraaf 3.1.7 presenteert de meerjarige ontvangstenraming tot en met 2030. Tot slot geeft paragraaf 3.1.8 een gedetailleerd overzicht van de raming van de ontvangsten voor 2025 en 2026. Voor een toelichting op de methodiek achter raming van de belastingen wordt verwezen naar bijlage 3.2 van deze Miljoenennota.

3.1.2 Ontwikkeling belasting- en premieontvangsten 2025 en 2026

Het Rijk realiseert in 2025 naar verwachting in totaal 20,7 miljard euro meer ontvangsten dan in 2024. Dit is te zien in tabel 3.2.1. De endogene ontwikkeling draagt positief bij aan de ontvangsten. De endogene ontwikkeling hangt samen met economische ontwikkelingen, zoals stijging van de lonen van werknemers of winsten van bedrijven. Daarnaast leiden beleidsmaatregelen in totaal tot 1,6 miljard euro hogere ontvangsten vergeleken met 2024.

Tabel 3.1.2 Ontwikkeling inkomsten 2024-2030 (in miljarden euro's)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Belastingen en premies volksverzekeringen op EMU-basis

314,0

328,0

346,5

361,0

375,5

390,6

405,6

- waarvan belastingen

275,5

283,8

301,6

313,0

324,7

337,9

350,3

- waarvan premies volksverzekeringen

38,5

44,2

44,9

48,0

50,8

52,8

55,3

Premies werknemersverzekeringen (incl. Zvw)

94,9

101,6

104,9

114,3

119,4

123,8

128,7

Totaal

408,9

429,6

451,4

475,3

494,9

514,4

534,3

Mutatie

 

20,7

21,8

23,9

19,6

19,5

19,9

- waarvan endogene groei

 

19,2

18,7

16,6

19,2

17,3

18,7

- waarvan beleid

 

1,6

3,1

7,3

0,4

2,2

1,2

        

Endogene mutatie (in %)

 

4,7%

4,3%

3,7%

4,0%

3,5%

3,6%

Waardeontwikkeling bbp (in %)

 

5,8%

4,0%

3,9%

3,8%

3,7%

 

In 2026 groeien de ontvangsten verder door met 21,8 miljard euro. De beleidsmatige mutatie is 3,1 miljard euro opwaarts. De economische ontwikkelingen hebben in 2026 een opwaarts effect op de ontvangsten met 18,7 miljard euro.

3.1.3 De belasting- en premieontvangsten in 2025

In tabel 3.1.3.1 wordt de nieuwe raming voor 2025 vergeleken met de oorspronkelijke stand van de Miljoenennota 2025. De geactualiseerde raming voor 2025 is gebaseerd op het macro-economisch beeld conform de MEV 2026 van het CPB en de gerealiseerde ontvangsten tot en met juli 2025. Ten opzichte van de Miljoenennota 2025 zijn de geraamde ontvangsten per saldo 4,6 miljard euro hoger. Dit wordt hieronder toegelicht.

Tabel 3.1.3.1 Raming belasting- en premieontvangsten 2025 (in miljoenen euro's)
 

Miljoenennota 2025

Vermoedelijke uitkomsten 2025

Verschil

Indirecte belastingen

121.619

122.048

429

Invoerrechten

4.101

4.672

571

Omzetbelasting

82.237

82.798

562

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

1.987

1.463

‒ 523

Accijnzen

12.339

11.499

‒ 839

Overdrachtsbelasting

3.938

4.192

253

Assurantiebelasting

4.098

4.178

80

Motorrijtuigenbelasting

5.047

5.107

61

Belastingen op een milieugrondslag

6.379

6.705

326

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

676

628

‒ 48

Belasting op zware motorrijtuigen

208

204

‒ 5

Bankbelasting

608

601

‒ 7

    

Directe belastingen en premies volksverzekeringen

202.221

205.651

3.430

Loon- en inkomensheffing

144.160

145.053

893

Dividendbelasting

6.577

7.467

890

Kansspelbelasting

1.267

1.004

‒ 263

Vennootschapsbelasting

46.582

48.498

1.916

Bronbelasting op rente en royalty's

55

23

‒ 32

Schenk- en erfbelasting

3.580

3.606

26

    

Overige belastingontvangsten

354

321

‒ 33

    

Totaal belastingen en premies volksverzekeringen

324.194

328.020

3.825

    

Premies werknemersverzekeringen

100.861

101.625

765

waarvan zorgpremies

59.998

60.637

639

    

Totaal belasting- en premieontvangsten

425.055

429.645

4.590

De verwachte opbrengst uit indirecte belastingen valt 0,4 miljard euro miljoen euro hoger uit. Dit is een beperkte mutatie. Onderliggend is dit het resultaat van verschillende positieve en negatieve ontwikkelingen. Mutaties die hierbij opvallen vanwege hun grote relatieve omvang zijn de invoerrechten, BPM, en de accijnzen. De accijnzen hebben een mutatie van ‒ 0,8 miljard euro, dit komt voornamelijk door de tabaksaccijns. De lagere verkopen van tabak hebben naar waarschijnlijkheid verband met het hogere tarief per 1 april 2024 en andere reguleringen. Dit volgt bijvoorbeeld uit het pakjesraaponderzoek van de Douane, waaruit blijkt dat een groter aandeel sigaretten uit het buitenland komt of namaak is en er daarmee niet in Nederland is veraccijnsd. Daarnaast blijkt uit een gedragseffectenonderzoek van het RIVM dat mensen zijn gestopt met roken of minder zijn gaan roken.1De verwachte opbrengsten uit de BPM in 2025 zijn 0,5 miljard euro lager dan in de Miljoenennota 2025. Vanaf 2025 zijn bestelauto's van ondernemers belast. Dit heeft eind 2024 geleid tot de aanschaf van een groot aantal bestelauto's. Dit anticipatie-effect is groter geweest dan waar in de raming rekening mee is gehouden. Dit leidt in 2025 juist tot minder verkochte bestelauto's en dus lagere opbrengsten uit de BPM. De verwachte opbrengst uit invoerrechten is met ongeveer 0,6 miljard euro verhoogd. Deze hogere verwachting is grotendeels toe te schrijven aan het feit dat ontvangsten in 2024 reeds hoger uitvielen dan geraamd, en dit werkt door in de verwachtingen voor latere jaren.

De verwachte opbrengst uit directe belastingen en premies volksverzekeringen is toegenomen met 3,4 miljard euro. Dit betreft een stapeling van hogere verwachtingen voor de grootste belastingsoorten in deze categorie. De hogere verwachting bij de loon- en inkomensheffing heeft bijna volledig betrekking op de loonheffing, die wordt afgedragen door werkgevers en uitkeringsinstanties. De hogere inkomsten laten zich met name verklaren door een gunstiger ontwikkeling van de werkgelegenheid dan eerder verwacht. Bij de vennootschapsbelasting spelen meerdere factoren een rol. De hogere ontvangsten die leiden tot een opwaartse bijstelling betreffen vooral ontvangsten over belastingjaar 2024: als bedrijven na afloop van een jaar een hogere winst hebben gerealiseerd dan vooraf verwacht, betalen zij een jaar later belasting over het verschil. Dit heeft een positief effect van bijna 3 miljard euro. Daar staat een neerwaarts effect van ongeveer 800 miljoen euro tegenover van de uitspraak van de Hoge Raad over de toepassing van de liquidatieverliesregeling. Ook bij de dividendbelasting zijn de verwachte ontvangsten gestegen. De ontvangsten uit de dividendbelasting zijn bijzonder volatiel en in sterke mate afhankelijk van een klein aantal grote bedrijven, waardoor dergelijke mutaties vaak optreden. Tot slot is bij de kansspelbelasting juist sprake van een lagere verwachting. Dit leidt ertoe dat de geraamde opbrengst in 2025 ongeveer overeenkomt met de gerealiseerde opbrengst in 2024, ondanks een hoger geldend tarief. Onderliggend blijft de ontwikkeling van de opbrengst in de online sector achter. Dit lijkt veroorzaakt door een combinatie van strengere regelgeving en de tariefswijziging.2

Tot slot zijn de verwachte opbrengsten uit de premies werknemersverzekeringen en zorgpremies opwaarts bijgesteld. De voorlopige realisaties van de zorgpremies vallen hoger uit dan bij de begroting verwacht. Dit komt doordat de nominale premie hoger is vastgesteld dan werd verwacht in de begroting en doordat de grondslag waarover IAB wordt afgedragen groter is dan eerder verwacht.

3.1.4 De belasting- en premieontvangsten in 2026

In figuur 4.1.4.1 zijn de geraamde ontvangsten voor 2026 opgenomen.

Figuur 3.1.4.1 Raming belasting- en premieontvangsten 2026

Tabel 3.1.4.1 geeft een overzicht van de ontwikkeling van de geraamde ontvangsten in 2026. Hierbij wordt per belastingsoort onderscheid gemaakt tussen het effect van fiscale beleidsmaatregelen op de ontwikkeling van de ontvangsten van 2025 naar 2026 en de endogene ontwikkeling. Dat laatste is de ontwikkeling van de ontvangsten die samenhangt met macro-economische ontwikkelingen.

Tabel 3.1.4.1 Raming belasting- en premieontvangsten 2026 (in miljoenen euro)
 

Vermoedelijke uitkomsten 2025

Maatregelen

Endogeen

Endogeen in %

2026

Indirecte belastingen

122.048

1.548

5.158

4,2%

128.754

Invoerrechten

4.672

0

282

6,0%

4.955

Omzetbelasting

82.798

1.146

3.856

4,7%

87.800

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

1.463

557

‒ 261

‒ 17,8%

1.760

Accijnzen

11.499

‒ 141

127

1,1%

11.485

Overdrachtsbelasting

4.192

271

543

13,0%

5.007

Assurantiebelasting

4.178

0

140

3,3%

4.318

Motorrijtuigenbelasting

5.107

52

335

6,6%

5.494

Belastingen op een milieugrondslag

6.705

‒ 228

139

2,1%

6.617

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

628

0

11

1,7%

639

Belasting op zware motorrijtuigen

204

‒ 109

‒ 16

‒ 7,9%

79

Bankbelasting

601

0

0

0,0%

601

      

Directe belastingen en premies volksverzekeringen

205.651

3.774

8.029

3,9%

217.454

Loon- en inkomensheffing

145.053

3.049

7.112

4,9%

155.215

Dividendbelasting

7.467

‒ 139

345

4,6%

7.674

Kansspelbelasting

1.004

100

24

2,4%

1.128

Vennootschapsbelasting

48.498

710

448

0,9%

49.656

Bronbelasting op rente en royalty's

23

0

3

12%

26

Schenk- en erfbelasting

3.606

53

97

2,7%

3.756

      

Overige belastingontvangsten

321

‒ 2

11

3,5%

330

      

Totaal belastingen en premies volksverzekeringen

328.020

5.320

13.199

4,0%

346.539

      

Premies werknemersverzekeringen

101.625

‒ 2.207

5.470

5,4%

104.888

waarvan zorgpremies

60.637

‒ 2.719

3.488

5,8%

61.406

      

Totaal belasting- en premieontvangsten

429.645

3.114

18.668

4,3%

451.427

3.1.4.1 Endogene ontwikkeling belasting- en premieontvangsten 2026

De endogene ontwikkeling van de ontvangsten wordt toegelicht aan de hand van de relevante economische indicatoren zoals deze geraamd zijn in de Macro Economische Verkenning 2026. Voor 2026 verwacht het Centraal Planbureau (CPB) een waardeontwikkeling van het bbp van 4,0 procent. De endogene groei van de totale belasting- en premieontvangsten in 2026 bedraagt 4,3 procent.

De endogene groei van de ontvangsten uit de indirecte belastingen in 2026 bedraagt 4,2 procent. De belangrijkste bijdrage hieraan is de verdere groei van de btw, die veruit het grootste budgettaire aandeel heeft in de indirecte belastingen. Opvallende ontwikkelingen zijn zichtbaar in de overdrachtsbelasting (13,0 procent) en de belasting op personenauto's en motorrijwielen (-17,8 procent). Bij de overdrachtsbelasting is dit het resultaat van zowel geraamde toename van de prijzen als een groter transactievolume. Bij de BPM hangt de lage geraamde endogene groei samen met het toenemende aandeel van (laagbelaste) elektrische voertuigen in de grondslag. Dit is deels het gevolg van beleid en deels het gevolg van economische trends, waardoor het effect van beide afzonderlijk lastig te bepalen is. De totale ontwikkeling van de BPM in 2026 is positief. Dit hangt met name samen met de verwachting dat er enige inhaalgroei plaatsvindt ten opzichte van het zeer lage aantal verkochte bestelauto's in 2025.

Bij de directie belastingen en premies volksverzekeringen bedraagt de endogene groei 3,9 procent. De belangrijkste belastingsoort is de loon- en inkomensheffing die met name wordt gedreven door de loongroei en het arbeidsvolume. De vennootschapsbelasting heeft een lichte stijging (0,9 procent). Dit wordt verklaard door hoge ontvangsten in de afgelopen jaren over eerder behaalde winsten. De verwachting is dat dit «overloop-effect» met de tijd kleiner wordt, wat zich vertaalt in een kleine groei 2026. Wel geldt dat de raming van de ontvangst van de vennootschapsbelasting sterk onzeker is, waarbij in de laatste jaren herhaaldelijk sprake is van hoger-dan-verwachte inkomsten.

De ontvangsten uit de premies werknemersverzekeringen – waar ook de zorgpremies onder vallen – nemen endogeen met 5,4 procent toe in 2026. Onderliggend gaat het om een positieve ontwikkeling van de grondslag door met name hogere lonen, net zoals bij de loonheffing.

3.1.4.2 Het effect van beleidsmaatregelen op de belasting- en premieontvangsten

In 2026 nemen de ontvangsten met 3,1 miljard euro toe als gevolg van beleidsmaatregelen. Tabel 3.1.4.1. toont het effect van de beleidsmaatregelen op de ontvangsten in 2026 per belastingsoort. Enkele opvallende effecten zijn zichtbaar in de omzetbelasting, belasting op milieugrondslag, en de loon-en inkomensheffing. De beleidsmatige toename bij de omzetbelasting wordt verklaard doordat het lage btw-tarief afgeschaft is voor logiesverstrekking. Bij de belasting op milieugrondslag speelt de verhoging van de belastingvermindering in de energiebelasting de belangrijkste rol. Bij de loon- en inkomensheffingen zijn er twee maatregelen die een groot aandeel van de mutatie verklaren. Ten eerste wordt de toepassing van de tabelcorrectiefactor (waarmee schijven en kortingen aangepast worden aan het veranderende prijspeil) beperkt tot 52,8%. Dit leidt tot 1,3 miljard euro hogere ontvangsten in 2026. Daarnaast zijn er beleidswijzigingen in box 3, in het bijzonder wordt in 2026 het forfaitair verondersteld rendement voor overige bezittingen verhoogd, wat leidt tot hogere belastingontvangsten.

Het gepresenteerde beleidseffect in 2026 bestaat zowel uit beleid dat tot stand is gekomen vóór het aantreden van het huidige kabinet en nog een op- of neerwaarts effect heeft op de inkomsten ten opzichte van 2025, als uit beleid van het huidige kabinet dat dateert van voor de Miljoennota 2026, en beleid dat nieuw in deze Miljoenennota. Tabel 3.1.4.2 maakt dit onderscheid expliciet. Hierin wordt de verticale mutatie van het beleid toegelicht. Belangrijkte mutaties die voor het eerst in deze Miljoenennota is verwerkt, zijn de verlenging van de lagere brandstofaccijns met één jaar verlengd tot en met 2026 en de uitspraak van de Hoge Raad over de liquidatieverliesregeling (bij deze uitspraak wordt een positief effect getoond in 2026. Dit is contra-intuïtief. In werkelijkheid is sprake van een incidentele derving in 2025, waardoor in 2026 ten opzichte van 2025 een «plus» resulteert). De Zvw werkt met lastendekkende premies. De lagere ontwikkeling bij de zorgpremies wordt gedreven door de systematiek waarbij een overschot in het zorgverzekeringsfonds wordt verrekend in lagere premies. Omdat eind 2025 een positief fondsvermogen wordt verwacht, is in 2026 sprake van een lagere premieontwikkeling.

Tabel 3.1.4.2 Verticale toelichting beleidsmutaties 2026 (in miljoenen euro)

Maatregelen

Vorige kabinetten

Huidige kabinet tot MN26

Miljoenennota 2026

Totaal

Verlengen tijdelijke verlaging accijnstarieven voor brandstof

0

0

‒ 1.555

‒ 1.555

Overige maatregelen brandstofaccijnzen, BPM en MRB

569

1.445

9

2.023

Inkomensheffing box 3: Onder andere verhoging forfait overige bezittingen

‒ 118

1.426

0

1.308

Overige loon- en inkomensheffing, waaronder beperkt toepassen tabelcorrectiefactor

547

1.134

60

1.741

Afschaffen verlaagd btw-tarief logies (exclusief kamperen)

0

1.110

0

1.110

Vennootschapsbelasting: mutatie uitspraak Hoge Raad liquidatieverliesverrekening 2025

0

0

775

775

Energiebelasting

‒ 200

‒ 190

93

‒ 297

Zorgpremie

326

‒ 633

‒ 2.412

‒ 2.719

Werkgeverspremies (exl. IAB)

‒ 27

339

200

512

Overig

296

60

‒ 140

216

Totaal

1.393

4.691

‒ 2.970

3.114

3.1.5 Bijstellingen van het ramingsmodel

Onderstaande tabel 3.1.5.1 toont het effect dat ramingsbijstellingen (‘expert opinion’) hebben op de hierboven toegelichte ramingen in 2025. Daarbij is expert opinion gedefinieerd als de handmatige bijstellingen van de ramingen op kas- of transactiebasis. Daarnaast kan de raming ook nog beïnvloed worden door aanpassing van de kas-transparameters of in het geval van de raming op EMU-basis via de omvang van het kas/EMU-verschil.

De grote neerwaartse handmatige bijstellingen in de kansspelbelasting, BPM, en loon- en inkomensheffing (vanwege de grote omvang van het belastingmiddel) vallen op. De bijstelling van de kansspelbelasting is gemotiveerd door lager-dan-verwachte realisaties in het eerste helft van 2025. Bij de kansspelbelasting lijkt sprake van gedragseffecten in de online sector als gevolg van (een combinatie van) aangescherpte regelgeving en een hoger belastingtarief. Bij de BPM is de neerwaartse bijstelling met name gemotiveerd door de sterker-dan-verwachte anticipatie eind 2024 op de introductie van belastingheffing per 2025 op de bestelauto's van ondernemers, waardoor in 2025 minder belasting afgedragen wordt. Bij de loon- en inkomensheffing hebben de bijstellingen een grotendeels technische achtergrond ingegeven door beperkingen van de modelmatige ramingsmethodiek. Door de (stapeling van) vele incidentele beleidsontwikkelingen in box 2 en box 3 de laatste jaren, is de ramingsmethodiek (waarbij in jaar t een groeifactor wordt berekend over de geraamde opbrengst in t-1) minder betrouwbaar. Daarom zijn meer dan normaal handmatige bijstellingen nodig om de geraamde opbrengst op een reëel pad uit te laten komen.

Tabel 3.1.5.1 Bijstellingen ramingsmodel 2025
 

Raming 2025

Bijstelling (% van raming)

Indirecte belastingen

122.048

0,2%

Invoerrechten

4.672

6,4%

Omzetbelasting

82.798

0,5%

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

1.463

‒ 34,9%

Accijnzen

11.499

‒ 6,6%

Overdrachtsbelasting

4.192

9,0%

Assurantiebelasting

4.178

3,8%

Motorrijtuigenbelasting

5.107

2,2%

Belastingen op een milieugrondslag

6.705

2,0%

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

628

0,0%

Belasting op zware motorrijtuigen

204

0,0%

Bankbelasting

601

0,0%

   

Directe belastingen en premies volksverzekeringen

205.651

‒ 2,3%

Loon- en inkomensheffing

145.053

‒ 4,8%

Dividendbelasting

7.467

‒ 12,7%

Kansspelbelasting

1.004

‒ 23,2%

Vennootschapsbelasting

48.498

6,9%

Bronbelasting op rente en royalty's

23

‒ 9%

Schenk- en erfbelasting

3.606

0,0%

   

Overige belastingontvangsten

321

0,0%

   

Totaal belastingen en premies volksverzekeringen

328.020

‒ 1,4%

Omdat voor de raming van 2026 de raming van 2025 – en niet de gerealiseerde ontvangsten – het uitgangspunt vormt, werkt de toegepaste expert opinion uit 2025 één-op-één door naar 2026. Bij een deel van de belastingen loopt de bijstelling in 2026 verder op ten opzichte van 2025, in lijn met de bijstellingen in 2025 op basis van de kasontvangsten. Bij andere belastingen daalt de omvang van de bijstelling juist, bijvoorbeeld omdat de bijstelling in 2025 gemotiveerd is door een incidenteel effect.

Tabel 3.1.5.2 Bijstellingen ramingsmodel 2026
 

Raming 2026

Bijstelling (% van raming)

Indirecte belastingen

128.754

‒ 0,6%

Invoerrechten

4.955

6,1%

Omzetbelasting

87.800

‒ 0,1%

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

1.760

‒ 47,5%

Accijnzen

11.485

‒ 8,5%

Overdrachtsbelasting

5.007

2,2%

Assurantiebelasting

4.318

4,4%

Motorrijtuigenbelasting

5.494

5,1%

Belastingen op een milieugrondslag

6.617

3,5%

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

639

0,0%

Belasting op zware motorrijtuigen

79

0,0%

Bankbelasting

601

0,0%

   

Directe belastingen en premies volksverzekeringen

217.454

‒ 1,8%

Loon- en inkomensheffing

155.215

‒ 3,3%

Dividendbelasting

7.674

‒ 19,5%

Kansspelbelasting

1.128

‒ 23,3%

Vennootschapsbelasting

49.656

5,9%

Bronbelasting op rente en royalty's

26

‒ 84,0%

Schenk- en erfbelasting

3.756

0,0%

   

Overige belastingontvangsten

330

0,0%

   

Totaal belastingen en premies volksverzekeringen

346.539

‒ 1,4%

3.1.6 Naïeve raming

Eén van de aanbevelingen van de Expertgroep Realistisch Ramen is om de uitkomsten van de raming te toetsen met een vereenvoudigde, naïeve raming. In dit onderdeel wordt deze toets uitgevoerd. De naïeve raming van de belastinginkomsten veronderstelt dat alle belastingontvangsten precies groeien in lijn met de economie, oftewel de groei van het bbp. Daarnaast worden de effecten van vastgestelde beleidsmaatregelen meegenomen in de berekeningen.

De naïeve toets vergelijkt de endogene groei van de belastinginkomsten met de endogene groei in de werkelijk toegepaste inkomstenraming. De toets hanteert een grenswaarde van 0,5%: zolang het verschil tussen de economische groei en de groei van de belastinginkomsten onder deze grens blijft, wordt niet nader geanalyseerd hoe dit verschil ontstaat. Sommige belastinginkomsten reageren immers anders op economische groei. Zo groeien bepaalde belastingsoorten minder snel dan het bbp of hebben ze slechts in beperkte mate een verband met de economische groei. Wanneer de totale belastinginkomsten echter significant sterker of zwakker groeien dan verwacht op basis van de naïeve toets (dat wil zeggen: een verschil groter dan 0,5%), wordt dit verschil in deze paragraaf nader uitgesplitst en onderbouwd totdat het resterende verschil maximaal bovengenoemd percentage bedraagt.

Tabel 3.1.6.1 toont dat de endogene groei van de inkomstenramingen tussen 2025 en 2026 uitkomt op 4,3%. Dit is iets hoger dan de endogene groei die conform de naïeve toets 4,0% bedraagt. Beide groeipercentages zijn gecorrigeerd voor de effecten van beleidsmaatregelen. De naïeve toets komt daarmee bijna overeen met de daadwerkelijk geraamde endogene groei van de belastingontvangsten. In dit geval geeft de naïeve toets daarmee geen aanleiding om de raming nader uit te splitsen of te onderbouwen, boven op de toelichting die reeds in paragraaf 3.1.4 is opgenomen.

Tabel 3.1.6.1 Naïeve raming
 

Verwachting 2025

Maatregelen

Endogeen

Endogeen in %

Raming 2026

Raming belasting- en premientvangsten

429.645

3.114

18.668

4,3%

451.427

Naïeve toets

429.645

3.114

17.028

4,0%

449.787

Verschil

    

1.640

3.1.7 Meerjarige ontvangstenontwikkeling en raming

De ontwikkeling van de ontvangsten voor de periode 2025-2030 is weergegeven in tabel 3.1.6.13. De ramingen voor 2025 en 2026 zijn in voorgaande paragrafen toegelicht.

Tabel 3.1.6.1 Raming belasting- en premieontvangsten 2025-2030 op EMU-basis (in miljoenen euro)
 

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Indirecte belastingen

122.048

128.754

134.462

138.674

142.501

146.949

Invoerrechten

4.672

4.955

5.147

5.340

5.518

5.711

Omzetbelasting

82.798

87.800

91.744

94.842

97.809

101.025

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

1.463

1.760

1.332

1.271

1.212

1.105

Accijnzen

11.499

11.485

13.034

12.934

12.830

12.793

Overdrachtsbelasting

4.192

5.007

4.779

5.041

5.274

5.490

Assurantiebelasting

4.178

4.318

4.448

4.578

4.706

4.815

Motorrijtuigenbelasting

5.107

5.494

5.580

5.670

5.829

6.338

Belastingen op een milieugrondslag

6.705

6.617

7.117

7.706

7.960

8.301

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

628

639

680

691

760

770

Belasting op zware motorrijtuigen

204

79

1

0

0

0

Bankbelasting

601

601

601

601

601

601

       

Directe belastingen en premies volksverzekeringen

205.651

217.454

226.176

236.497

247.808

258.334

Loon- en inkomensheffing

145.053

155.215

162.543

170.571

179.467

187.287

Dividendbelasting

7.467

7.674

8.028

8.454

8.858

9.478

Kansspelbelasting

1.004

1.128

1.188

1.237

1.268

1.329

Vennootschapsbelasting

48.498

49.656

50.552

52.281

54.167

56.094

Bronbelasting op rente en royalty's

23

26

7

5

3

0

Schenk- en erfbelasting

3.606

3.756

3.858

3.950

4.045

4.146

       

Overige belastingontvangsten

321

330

328

325

322

321

       

Totaal belastingen en premies volksverzekeringen

328.020

346.539

360.966

375.496

390.630

405.604

       

Premies werknemersverzekeringen

101.625

104.888

114.325

119.355

123.753

128.727

waarvan zorgpremies

60.637

61.406

69.669

73.064

75.750

78.991

       

Totaal belasting- en premieontvangsten

429.645

451.427

475.291

494.851

514.383

534.331

3.1.8 De complete belastingraming 2025-2026 op EMU-basis

Tabel 3.1.7.1 bevat een gedetailleerd overzicht van de raming van de ontvangsten in 2025 en 2026.

Tabel 3.1.7.1 Overzicht van belasting- en premieontvangsten 2025-2026 op EMU-basis (in miljoenen euro)
 

Vermoedelijke uitkomsten 2025

Ontwerpbegroting 2026

Indirecte belastingen

122.048

128.754

Invoerrechten

4.672

4.955

Omzetbelasting

82.798

87.800

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

1.463

1.760

Accijnzen

11.499

11.485

- Accijns van lichte olie

4.538

4.653

- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie

3.204

3.031

- Tabaksaccijns

2.560

2.613

- Alcoholaccijns

382

388

- Bieraccijns

472

463

- Wijnaccijns

343

337

Overdrachtsbelasting

4.192

5.007

Assurantiebelasting

4.178

4.318

Motorrijtuigenbelasting

5.107

5.494

Belastingen op een milieugrondslag

6.705

6.617

- CO2-heffing glastuinbouw

56

67

- Afvalstoffenbelasting

264

270

- Energiebelasting

5.206

4.969

- Waterbelasting

345

423

- Brandstoffenheffingen

1

1

- Vliegbelasting

833

886

- Kolenbelasting

1

0

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

628

639

Belasting op zware motorrijtuigen

204

79

Bankbelasting

601

601

   

Directe belastingen

161.451

172.530

Inkomstenbelasting

11.939

14.792

Loonbelasting

88.914

95.498

Dividendbelasting

7.467

7.674

Kansspelbelasting

1.004

1.128

Vennootschapsbelasting

48.498

49.656

Bronbelasting op rente en royalty's

23

26

Schenk- en erfbelasting

3.606

3.756

   

Overige belastingontvangsten

321

330

waarvan Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

247

261

   

Totaal belastingen

283.820

301.614

   

Premie volksverzekeringen

44.200

44.925

Premies werknemersverzekeringen

101.625

104.888

waarvan zorgpremies

60.637

61.406

   
1

Kamerstukken II 2024-2025, 32011 nr. 121

2

Zie ook Kansspelautoriteit, Effecten verhoging kansspelbelasting, 2025

3

In deze tabel is de taakstellende invoering van een belasting van 75 miljoen euro op e-sigaretten per 2029 technisch opgenomen als verbruiksbelasting, totdat meer duidelijk is over hoe deze heffing vorm krijgt.

Licence