IV Koninkrijksrelaties | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
In miljoenen euro | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Totaal uitgaven | 270 | 222 | 237 | 180 | 150 | 139 | |
Totaal ontvangsten | 108 | 153 | 147 | 153 | 145 | 318 | |
1 | Versterken rechtsstaat | ||||||
Uitgaven | 18 | 69 | 70 | 95 | 95 | 96 | |
Ontvangsten | |||||||
2 | Slavernijverleden | ||||||
Uitgaven | 8 | 23 | 17 | 10 | 9 | 0 | |
Ontvangsten | |||||||
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur | ||||||
Uitgaven | 81 | 66 | 86 | 20 | 8 | 8 | |
Ontvangsten | 1 | ||||||
5 | Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | ||||||
Uitgaven | 119 | 29 | 29 | 29 | 11 | 10 | |
Ontvangsten | 106 | 153 | 147 | 153 | 145 | 318 | |
6 | Apparaat | ||||||
Uitgaven | 40 | 35 | 34 | 25 | 25 | 24 | |
Ontvangsten | 2 | ||||||
7 | Nog onverdeeld | ||||||
Uitgaven | 4 | 0 | 0 | 1 | 1 | 1 | |
Ontvangsten | |||||||
8 | Wederopbouw Bovenwindse Eilanden | ||||||
Uitgaven | 1 | 0 | 1 | ||||
Ontvangsten |
Algemeen
De begroting van Koninkrijksrelaties neemt na 2027 structureel af. Deze afname wordt met name verklaard doordat de meerjarige middelen voor het Slavernijverleden en de Tijdelijke Werkorganisatie aflopen. De ontvangsten nemen over het algemeen juist toe, vanwege de aflossings- en rentereeksen van leningen die op artikel 5 verantwoord worden.
Toelichting per artikel
Artikel 1. Versterken rechtsstaat
De uitgaven in 2025 liggen lager dan in latere jaren, aangezien een groot deel van de middelen op dit artikel jaarlijks overgeboekt worden naar de begrotingen van Justitie en Veiligheid (Recherche en rechterlijke macht), Defensie (Grensbewaking) en Financiën (Douane). De budgetten voor 2026 en verder moeten grotendeels nog worden overgeboekt, met uitzondering van het Recherchesamenwerkingsteam (RST), waar het budget tot en met 2027 is overgeheveld. Dit verklaart ook mede de hogere uitgaven in 2028 en verder.
Artikel 2. Slavernijverleden
In 2024 is dit artikel toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties om de uitgaven te verantwoorden van het herdenken van het slavernijverleden in het Caribische deel van het Koninkrijk. Deze middelen kennen een piek in 2026.
Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur
In 2023 zijn de Landspakketten zoals eind 2020 met Curaçao, Aruba en Sint Maarten overeengekomen, bekrachtigd met de Onderlinge Regeling. Ter ondersteuning van de Landspakketten heeft de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) middelen beschikbaar in een kasritme van ca. 35 miljoen euro per jaar tot en met 2027. Dit verklaart de afname na 2028. Door een aantal kasschuiven varieert het budget per jaar.
Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
Tot en met 2028 zijn de uitgaven jaarlijks gelijk; er zijn voor die jaren geen nieuwe leningen aan de landen voorzien. Vanaf 2029 is er een afname in de uitgaven, omdat de rente en aflossingen van de schuldpapieren die Nederland heeft overgenomen van de voormalige Nederlandse Antillen, Curaçao en Sint Maarten, aflopen. Na 2030 zal de schuldsanering voltooid zijn. Ook worden de meerjarige aflossings- en rente ontvangsten van de uitstaande leningen (zoals de liquiditeits- en kapitaalleningen) van de landen op de begroting van Koninkrijksrelaties verantwoord.
Artikel 6. Apparaat
Voor de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) zijn tot en met 2027 middelen beschikbaar gesteld. Door het aflopen van TWO worden vanaf 2028 lagere apparaatsuitgaven geraamd.
Artikel 7. Nog onverdeeld
Op het artikel worden de eindejaarsmarge en de LPO middelen ontvangen en verder doorverdeeld over het begrotingshoofdstuk. Dit resulteert in verschillende standen per jaar.
Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse eilanden
Bij Tweede Suppletoire begroting 2017 is naar aanleiding van de orkanen Irma en Maria artikel 8 aangemaakt voor Noodhulp en Wederopbouw Bovenwindse Eilanden. In 2025 en 2027 staan hier nog de resterende middelen van op de begroting