Base description which applies to whole site

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

In miljoenen euro

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

9.230

9.367

10.160

9.643

9.592

9.408

Totaal ontvangsten

746

520

519

533

520

519

        

1

Woningmarkt

      
 

Uitgaven

6.831

7.701

8.466

8.143

8.232

8.228

 

Ontvangsten

563

411

412

425

420

419

        

2

Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

      
 

Uitgaven

1.676

1.087

1.201

1.007

804

636

 

Ontvangsten

18

0

0

0

0

0

        

3

Ruimtelijke ordening en Omgevingswet

      
 

Uitgaven

477

264

183

173

157

154

 

Ontvangsten

11

4

4

4

4

4

        

4

Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

      
 

Uitgaven

207

215

215

228

309

301

 

Ontvangsten

154

106

104

104

96

96

        

11

Centraal apparaat

      
 

Uitgaven

0

89

84

81

80

80

 

Ontvangsten

      
        

12

Algemeen

      
 

Uitgaven

34

11

11

11

10

10

 

Ontvangsten

      
        

13

Nog onverdeeld

      
 

Uitgaven

4

0

0

0

0

0

 

Ontvangsten

      

Algemeen

De begroting van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is vanaf 2025 ontstaan door de herverkaveling vanuit Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De uitgaven op de begroting blijven vrijwel gelijk gedurende de meerjarenperiode. De uitgaven op het artikel woningmarkt stijgen, maar de uitgaven aan de energietransitie en ruimtelijke ordening dalen juist.

Toelichting per artikel

Artikel 1. Woningmarkt

De uitgaven op het artikel woningmarkt lopen sterk op na 2025. Dit heeft twee oorzaken: de incidentele woningbouwmiddelen en (voornamelijk) de structurele oploop van de huurtoeslag. De besteding van de woningbouwmiddelen vindt nog plaats in 2026 tot en met 2032, met een piek in 2027 die hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uitkeringen aan de grootschalige woningbouwlocaties. Daarnaast nemen de uitgaven aan de huurtoeslag toe. In 2026 bedragen de geprognosticeerde uitgaven aan de huurtoeslag 5,9 miljard euro. Voor 2030 is 7,4 miljard euro begroot. Deze stijging zit voor een groot deel in de verwachte huur- en volumeontwikkeling. De structurele middelen op artikel 1 betreffen vrijwel volledig huurtoeslag. Voor woningbouw zijn enkele miljoenen beschikbaar in uitvoeringskosten, zoals opdrachten en bijdragen aan het RVO voor de afwikkeling van regelingen en subsidies.

Artikel 2. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

De uitgaven op dit artikel zien een piek in 2025 en een afname in de latere jaren, mede vanwege incidentele overboekingen vanaf de Aanvullende Post (verduurzaming Groningen) en het Klimaatfonds. Een groot deel van de budgetten op dit artikel zijn afkomstig van het Klimaatfonds, waardoor de uitgaven op dit artikel voornamelijk incidenteel zijn en aflopen na 2030.

Artikel 3. Ruimtelijke Ordening en omgevingswet

Bij de voorjaarsnota zijn (deels structureel) middelen beschikbaar gesteld voor o.a. beheer en ontwikkeling t.b.v. de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur en beheer, uitbouw en problematiek bij LVBB (Landelijke voorziening bekendmaken en beschikbaar stellen). De omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden wat betekent dat het programma Aan de Slag in de loop van 2025 in de lijnorganisatie wordt opgenomen.

Artikel 4. Uitvoering Rijksvastgoedbedrijf

Vanaf 2029 nemen de uitgaven op dit artikel sterk toe wegens de renovatie van het Binnenhof. Vanaf dat jaar staat er een verhoogde gebruiksvergoeding voor de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat op de begroting van VRO. 

Artikel 11. Centraal Apparaat

De ministeries van VRO en van BZK maken gebruik van één werkorganisatie, deze is onder het ministerie van BZK gepositioneerd. In lijn met de besluitvorming over dat model wordt vanaf 2026 het beleidsdeel van de apparaatskosten op de begroting van het ministerie van VRO verantwoord. Het betreft de directe loonkosten van de beleidsdirecties van het ministerie van VRO, de kosten van externe inhuur, de kosten van de Landsadvocaat en de volledige kosten van de kasdiensten Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) en Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW). De indirecte kosten voor bijvoorbeeld belastingen, reisbewegingen en de bedrijfsvoering blijven vooralsnog op de begroting van het ministerie van BZK staan. Voor een adequate verantwoording van alle apparaatskosten zullen er gedurende het jaar overboekingen plaatsvinden tussen de apparaatsartikelen van beide begrotingshoofdstukken.

Artikel 12. Algemeen

Dit betreffen geraamde uitgaven aan vennootschapsbelasting, die samenhangen met artikel 4 (Uitvoering rijksvastgoedbeleid).

Artikel 13. Nog onverdeeld

In 2025 staat nog ca. 4 miljoen euro op de begrotingspost ‘Nog onverdeeld’. Dit is een deel nog te besteden loon- en prijsbijstelling. Na 2025 staan er geen middelen meer op dit artikel.

Licence