Base description which applies to whole site

Mobiliteitsfonds

MOBILITEITSFONDS

In miljoenen euro

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

9.773

10.469

10.852

10.683

10.870

10.873

Totaal ontvangsten

9.773

482

307

332

307

317

        

11

Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

      
 

Uitgaven

23

287

674

614

1.020

1.772

 

Ontvangsten

    

0

 
        

12

Hoofdwegennet

      
 

Uitgaven

4.023

4.439

4.662

4.638

4.361

3.944

 

Ontvangsten

118

93

84

73

77

68

        

13

Spoorwegen

      
 

Uitgaven

3.183

3.176

3.035

2.949

2.918

2.805

 

Ontvangsten

284

301

150

153

150

163

        

14

Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

      
 

Uitgaven

571

427

200

231

176

197

 

Ontvangsten

0

     
        

15

Hoofdvaarwegennet

      
 

Uitgaven

1.412

1.547

1.560

1.579

1.597

1.563

 

Ontvangsten

24

4

3

15

9

10

        

17

Megaprojecten Verkeer en Vervoer

      
 

Uitgaven

560

591

721

671

798

591

 

Ontvangsten

99

84

70

91

71

76

        

18

Overige uitgaven en ontvangsten

      
 

Uitgaven

1

1

1

1

  
 

Ontvangsten

239

     
        

19

Ontvangsten

      
 

Uitgaven

      
 

Ontvangsten

9.009

0

0

0

0

0

MOBILITEITSFONDS

In miljoenen euro

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2039

Totaal uitgaven

9.783

9.939

9.737

9.562

9.559

9.357

9.268

9.227

9.051

Totaal ontvangsten

357

371

343

272

289

275

276

278

530

           

11

Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

         
 

Uitgaven

1.439

1.276

1.137

1.414

1.220

1.176

1.467

1.023

1.841

 

Ontvangsten

         
           

12

Hoofdwegennet

         
 

Uitgaven

3.701

3.582

3.382

3.481

3.753

3.616

3.444

3.571

3.135

 

Ontvangsten

110

157

115

103

105

107

109

111

287

           

13

Spoorwegen

         
 

Uitgaven

2.536

2.641

2.655

2.487

2.432

2.360

2.523

2.734

2.510

 

Ontvangsten

166

168

170

166

184

167

167

167

243

           

14

Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

         
 

Uitgaven

219

218

149

70

60

77

   
 

Ontvangsten

         
           

15

Hoofdvaarwegennet

         
 

Uitgaven

1.453

1.667

1.706

1.502

1.558

1.641

1.563

1.511

1.493

 

Ontvangsten

1

0

0

0

0

0

0

0

0

           

17

Megaprojecten Verkeer en Vervoer

         
 

Uitgaven

434

556

707

609

536

487

272

388

70

 

Ontvangsten

80

45

58

2

     
           

18

Overige uitgaven en ontvangsten

         
 

Uitgaven

         
 

Ontvangsten

         
           

19

Ontvangsten

         
 

Uitgaven

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Algemeen

De begroting van het Mobiliteitsfonds groeit van circa 9,8 miljard euro in 2025 naar circa 10,9 miljard euro in 2030. Deze stijging komt onder andere door aanvullende incidentele investeringen voor de ontsluiting van woningbouw (denk hierbij aan het project de Oude Lijn) en 1,5 miljard euro (structureel) voor beheer en onderhoud (instandhouding) van het Nederlandse spoor -en wegnetwerk. Vanaf 2031 daalt de begroting van circa 9,7 miljard euro naar circa 9 miljard euro in 2039. Dit komt onder andere vanwege het aflopen van budgetten voor de ontsluiting van woningbouw. Daarnaast staan de resterende middelen voor de Lelylijn (circa 656 miljoen euro cumulatief) nog op de Aanvullende Post.

Toelichting per artikel

Artikel 11. Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Dit artikel bevat alle (plan)flexibele budgetten die zijn gereserveerd voor het verbeteren van bereikbaarheid en risico's bij lopende projecten. Specifiek gaat het om budgetten voor verkenningen en reserveringen. Het budget stijgt van circa 23 miljoen euro in 2024 naar 1,8 miljard euro in 2030. De forse toename in uitgaven is te verklaren door het feit dat deze budgetten bedoeld zijn voor nog te plannen projecten. Zodra projecten concreet zijn gepland, wordt het budget overgeheveld naar artikel 12 van het Mobiliteitsfonds. Verschillende nieuwe projecten zijn niet concreet gepland. Het beschikbare budget in de investeringsruimte is volledig voor risicoreserveringen en tegenvallers gereserveerd. Ook de 2,5 miljard euro voor de ontsluiting van nieuwe woningbouw uit het hoofdlijnenakkoord staat gereserveerd op dit artikel.

Artikel 12. Hoofdwegennet

De fluctuaties over de jaren hangen samen met de planning van de uitgaven van diverse aanlegprojecten (zowel realisatie als verkenningen en planuitwerkingen). De reeks loopt vanaf 2030 af omdat een deel van de beschikbare middelen voor het Hoofdwegennet zich in de verkenningsfase bevinden en daarom op artikel 11 staan.

Artikel 13. Spoorwegen

De fluctuaties over de jaren hangen samen met de planning van de uitgaven van diverse aanlegprojecten (zowel realisatie als verkenningen en planuitwerking). De reeks loopt vanaf 2031 onder andere af omdat een deel van de beschikbare middelen voor nieuwe aanleg zich in de verkenningsfase bevindt en daarom op artikel 11 staan zoals het project de Oude Lijn (circa 1,2 miljard euro). Daarnaast staat op de Aanvullende Post circa 656 miljoen euro nog bestemd voor de Lelylijn.

Artikel 14. Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

De uitgaven op dit artikel hangen samen met projecten die regionale overheden aanleggen. Na 2025 daalt het budget om vanaf 2028 rond de 200 miljoen euro te blijven. De daling vanaf 2025 hangt samen met de aflopende incidentele budgetten voor woningbouw op korte termijn voor bovenplanse infrastructuur. De incidentele middelen voor de mobiliteitspakketten kennen een langere looptijd en zorgen voor meer uitgaven vanaf 2028 en een piek in de periode 2030 ‒ 2032. Na 2032 loopt ook dit budget af. De afname van middelen wordt ook verklaard omdat de 2,5 miljard euro voor de ontsluiting van woningbouw uit het hoofdlijnenakkoord nog gereserveerd staat op artikel 11 van de begroting van het Mobiliteitsfonds.

Artikel 15. Hoofdvaarwegennet

De uitgaven stijgen tussen 2025 en 2029 licht, en dalen vervolgens licht in 2030 en 2031. In 2032 en 2033 is er een korte piek en vanaf 2034 nemen de uitgaven weer af. Er is een piek in 2032 en 2033 vanwege de reservering voor de maatregelen scheepvaartveiligheid als gevolg van Wind op Zee. De afname van middelen vanaf 2034 wordt verklaard omdat de middelen voor de instandhouding van het vaarwegennet gereserveerd staan op artikel 11 van de begroting van het Mobiliteitsfonds.

Artikel 17. Megaprojecten verkeer en vervoer

Onder dit artikel vallen de projecten Project Mainportontwikkeling Rotterdam, European Rail Traffic Management System (ERTMS), Zuidasdok en het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS). De hogere uitgaven van 721 miljoen euro in 2027, 671 miljoen euro in 2028 en 798 miljoen euro in 2028 hangen voornamelijk samen met de aanleg van ERTMS. Daarnaast stijgen op dit artikel de uitgaven jaarlijks aan het project Zuidasdok en aan de planning, studies, en aanleg van het programma Hoogfrequent Spoor (PHS).

Artikel 18. Overige uitgaven en ontvangsten

De incidentele uitgaven in 2025 hangen samen met de afroming van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat.

Artikel 19. Ontvangsten

Dit artikel bestaat uit de voeding van het Mobiliteitsfonds vanuit de begroting van IenW (hoofdstuk XII). Door de afschaffing van het voedingsartikel gaat het ontvangen bedrag vanaf 2026 terug naar nul.

Licence