Base description which applies to whole site

nr. 1JAARVERSLAG VAN HET FONDS ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING (D)

Aangeboden 21 mei 2007

Inhoudsopgave blz.

A.Algemeen4
 Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening4
 Bedrijfsvoeringsparagraaf9
    
BJaarrekening10
1.Verantwoordingsstaten10
1.1.De verantwoordingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor de uitgaven en de ontvangsten10
2.Financiële toelichting bij de verantwoordingsstaten11
 I.Inleiding11
 II.Financieel beheer11
 III.Grondslagen van de financiële verantwoording12
 2.1.toelichting bij de uitgavenartikelen13
 2.2.toelichting bij de ontvangstenartikelen19
3.Saldibalans21

A ALGEMEEN

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening van de Minister van Economische Zaken en de Minister van Financiën aan de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bieden wij het jaarverslag over het jaar 2007 van het Fonds economische structuurversterking aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoeken wij de beide Kamers van de Staten-Generaal de Ministers van Economische Zaken en Financiën decharge te verlenen over het in het jaar 2007 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het Fonds economische structuurversterking (Fes).

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:

a. het gevoerde financieel en materieelbeheer;

b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

c. de financiële informatie in het jaarverslag;

d. de saldibalans;

e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoeringvan het Fes.

Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavig jaarverslag en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

a. Het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2007. Dit jaarverslag wordt separaat aangeboden.

b. De slotwet van het Fes over het jaar 2007. De slotwet is als afzonderlijk kamerstuk gepubliceerd.

c. Het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2007 met betrekking tot de onderzoeken, bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden.

d. De verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2007 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2007, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2007 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001). Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Financiën,

W. J. Bos

Dechargeverlening door de Tweede Kamer Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

Bedrijfsvoeringsparagraaf van het Fonds Economische Structuurversterking

De Minister van Economische Zaken en de Minister van Financiën verklaren hierbij als volgt:

Het kabinet besluit dat de projecten binnen de Fes-wet vallen en stelt de toekenning vast van de bijdragen uit het Fes aan de departementen.

Volgens de bestaande afspraken is de controle op de rechtmatigheid van de uitgaven en de ontvangsten onderdeel van de accountantscontrole van de financiële overzichten, die deel uitmaken van het jaarverslag van de departementen waaraan bijdragen in de begroting worden verleend respectievelijk van welke ontvangsten worden overgedragen aan het Fes. De uitkomsten van deze accountantscontrole maken derhalve onderdeel uit van de jaarverslagen van deze departementen.

De Fes-beheerder ontvangt in januari van het jaar t+1 verrekenstukken van de betrokken departementen betreffende de projectuitgaven in het jaar t. Een medeparaaf van de betrokken departementale auditdienst op het verrekenstuk zorgt voor assurance.

In het voorjaar van jaar t+1 ontvangt de Fes-beheerder van elk betrokken departement een verantwoording over de uitgaven in jaar t vanuit het Fes voorzien van een specifieke accountantsverklaring van de desbetreffende departementale auditdienst.

In 2007 is op een gestructureerde wijze aandacht besteed aan het financieel beheer, het materieel beheer en de daartoe behorende administraties van het Fes. Dit heeft geleid tot beheerste bedrijfsprocessen.

B JAARREKENING

1. VERANTWOORDINGSSTAAT

1.1. De verantwoordingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor de uitgaven en de ontvangsten

Verantwoordingsstaat 2007 van het Fonds economische structuurversterkingBedragen in € 1000
  (1)(2)(3)=(2)-(1)
Art.OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begroting Realisatie*Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
  uitgavenontvangstenuitgavenontvangstenuitgavenontvangsten
 Bijdragen van het fonds aan andere begrotingen      
11Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van verkeer en vervoer2 160 995  1 444 941– 716 054 
12Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van milieu en duurzaamheid205 927 224 046 18 119 
13Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van kennis en innovatie729 999 604 619 – 125 380 
14Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van ruimtelijke ordening224 268 15 365 – 208 903 
15Projecten in voorbereiding200 904   – 200 904 
        
 Sub-totaal uitgaven3 522 093 2 288 971 – 1 233 122 
        
 Ontvangsten van het fonds      
21Ontvangsten uit aardgasbaten 3 131 000 2 219 728 – 911 272
22Voeding uit incidentele baten 564 114 587 678 23 564
        
 Sub-totaal ontvangsten 3 695 114 2 807 406 – 887 708
        
 Saldi      
31Voordelig eindsaldo/beginsaldo3 786 4413 613 4204 667 0904 148 655880 649535 235
        
 Totaaltelling7 308 5347 308 5346 956 0616 956 061– 352 473352 473

* De gerealiseerde uitgavenbedragen zijn steeds naar boven afgerond (€ 1000). De gerealiseerde ontvangstenbedragen zijn steeds rekenkundig afgerond (€ 1000).

De Minister van Economische Zaken,

De Minister van Financiën,

2. FINANCIELE TOELICHTING BIJ DE VERANTWOORDINGSSTATEN

Algemeen

I. Inleiding

In 2007 is vanuit het fonds € 2 289,0 mln aan bijdragen verstrekt aan de diverse begrotingen en is € 2 807,4 mln ontvangen.

(x € 1 000)uitgavenontvangsten
Raming in de begroting 20073 522 0933 695 114
Realisatie 20072 288 9712 807 406
Verschil– 1 233 122– 887 708

Dit overzicht is exclusief de voordelige- en/of nadelige beginen eindsaldi. Deze saldi houden (boekhoudkundig) de ontvangsten en de uitgaven per jaar in evenwicht. Het cumulatieve eindsaldo van het fonds ultimo 2007 is € 4 667,1 mln.

Bijdragen aan begrotingen worden verstrekt op basis van door de fondsbeheerders verstuurde toezeggingsbrieven. In deze brieven is in totaal ultimo 2007 € 26 734,1 mln toegezegd, waarvan tot en met 2007 € 21 919,0 mln is verrekend met het fonds. In Bijlage I bij dit jaarverslag vindt u een specificatie van de toezeggingsbrieven.

II. Financieel beheer

Het Fes is een verdeelfonds dat bijdragen verstrekt aan de begrotingen van de vakdepartementen ten behoeve van economische structuurversterkende projecten. Ten laste van het fonds komen derhalve geen directe betalingen aan projecten. De feitelijke projectuitgaven worden verantwoord in de jaarverslagen van de desbetreffende vakdepartementen. Deze departementen zijn verantwoordelijk voor de rechtmatigheid en doelmatigheid van de met Fes-bijdragen gedekte uitgaven.

Met verschillende investeringsimpulsen hebben diverse kabinetten een breed pallet van investeringsmaatregelen genomen ter versterking van de economische structuur. De maatregelen hebben vooral betrekking op thema’s bereikbaarheid, vitaliteit steden, milieu, ruimtedruk & ruimtelijke kwaliteit, duurzame energie en kennis & innovatie (inclusief onderwijs).

Vanaf 1998 (de Drempelbrief1 ) is het Kabinet gestart met het monitoren en evalueren van investeringsimpulsen. De Minister van Economische Zaken stuurt periodiek een globale monitoringsrapportage naar de Tweede Kamer. Daarin wordt op hoofdlijnen de voortgang van de uit het Fes gefinancierde projecten weergegeven. Doel van de rapportages is om inzicht te geven in de belangrijkste ontwikkelingen rond de investeringsprojecten en -programma’s. Deze rapportage werd eerst jaarlijks toegezonden, maar met ingang van 2003 is besloten om dit tweejaarlijks te doen.

In de begeleidende brief bij de laatste monitoringsrapportage van juli 2005 (kamerstuk II, 2004–2005, 25 017, nr. 53, 7 juli 2005) is opgemerkt dat de voortgang van de Fes-projecten niet langer via een separate monitoringsrapportage zal worden gemeld, maar dat deze tweejaarlijks zal worden gecombineerd met de uitgebreidere informatieverschaffing rondom de Fes-begroting in het Jaarverslag. Daarbij zal alleen worden gerapporteerd over projecten en programma’s die met Fes-middelen worden gefinancierd.

De opzet van de bij dit Jaarverslag gevoegde rapportage is anders dan in 2005 en eerder. In de monitoringsrapportage 2007, die de periode 2005 tot en met 2007 bestrijkt, wordt alleen ingegaan op lopende projecten en programma’s (uit het Regeerakkoord 1998 en alle latere (deels) uit het Fes gefinancierde projecten en programma’s) die afwijken in budget en/of planning. Voor een inzicht in de stand van zaken en belangrijkste ontwikkelingen van alle projecten/programma’s verwijs ik naar de afzonderlijke departementale begrotingen, waar beleidsmatig verantwoording wordt afgelegd. Voor grote projecten zoals HSL en Betuweroute wordt verwezen naar de departementale begroting van V&W, deze projecten maken geen deel uit van deze verantwoording. De inhoudelijke en financiële voortgang van de ICES/KIS-programma’s worden net als in het verleden apart gerapporteerd. De monitoringsrapportage vindt u in Bijlage II bij dit jaarverslag.

III. Grondslagen van de financiële verantwoording

De financiële verantwoording is opgesteld overeenkomstig de Comptabiliteitswet. In de instellingswet van 21 december 1995 is opgenomen dat in afwijking van de Comptabiliteitswet de begroting en de financiële verantwoording van het Fes uitsluitend op kasbasis worden gepresenteerd. De uitgaven en ontvangsten worden middels verrekeningen ten laste, respectievelijk ten gunste van het Fes gebracht. Bepalend voor het dienstjaar waarin de verrekeningen worden geboekt is de valutadatum waarop de boeking door de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is verwerkt.

In afwijking van de Wet Fonds economische structuurversterking en op basis van het Belastingplan 2007, zijn de aardgasbaten die ten gunste van het Fes komen, vastgesteld op 40,9% van de totale aardgasbaten (excl. vennootschapsbelasting) die door EZ zijn ontvangen. Daarnaast is in het Belastingplan 2007 een beperking van deze voeding van het Fes in het jaar 2007 met € 1 mld geregeld. Dit ten behoeve van de voorfinanciering van lastenverlichting.

De EZ-ontvangsten van Energie beheer Nederland (EBN) B.V., voortkomend uit de verwerving van de certificaten EBN, hoeven o.b.v. het Belastingplan 2007 niet te worden uitgezonderd voor de berekening van de voeding Fes.

De realisatie 2007 van de aardgasbaten is als volgt:

Realisatie aardgasbaten,7 872 195 211,88
(zie tevens jaarverslag 2007 van de EZ-begroting) 
waarvan 40,9% voor het Fes3 219 727 841,65
Afdracht voorfinanciering lastenverlichting uit het Fes– 1 000 000 000,00
Totaal2 219 727 841,65

2.1 Toelichting bij de uitgavenartikelen

1 Bijdragen van het fonds aan andere begrotingen

Artikel 11 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van verkeer & vervoer

Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000)
 Uitgaven
Stand vastgestelde begroting 20072 160 995
Realisatie 20071 444 941
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)– 716 054

Op dit artikel worden de bijdragen verantwoord die zijn verrekend met het Infrastructuurfonds en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat ten behoeve van het onderdeel Verkeer & Vervoer, de Enveloppe Mobiliteit, diverse bereikbaarheidsprojecten en het amendement van het lid Snijder-Hazelhoff van november 2005 ten behoeve van het versneld aanpakken van zwakke schakels in de Nederlandse kust en dijkversterking (Kamerstukken II 2005–2006, 30 300, nr. 9). De verschillen tussen raming en realisatie in het jaar 2007 worden in onderstaande tabel gepresenteerd.

Specificatie
(x € 1 000)RamingRealisatieVerschilBegr.Art.
1. Overig V&V IF4 7644 763– 1IFDivers
2. Enveloppe Mobiliteit246 000– 246 000IFDivers
3. Amendement Snijder-Hazelhoff8 8598 859IF11
4. Bereikbaarheid/Voorfinanciering1 100 0111 100 010– 1IFDivers
5. Bereikbaarheid en stedelijke ontwikkeling316 826316 826IFDivers
6. Fes-brug406 133– 406 133IFDivers
7. Vit. Infra-bescherming OV tegen terroristische aanslagen3 4833 483IF13
8. Vit. Infra-bescherming OV tegen terroristische aanslagen1 2001 200VenW33
9. Programma filevermindering41 08613 214– 27 872IF12
10. Dynamisch verkeersmanagement20 000– 20 000IF12
11. Versnelling hoofdwegen26 175– 3 414– 29 589IF12
Totaal2 160 9951 444 941– 716 054  

De voornaamste mutaties zijn:

2, 6 en 11.

  Deze reeds bij Miljoenennota verwerkte mutaties betreffen het beëindigen van de Fes-brug en het niet meer via het Fes financieren van de reeks «Enveloppe mobiliteit». Daarnaast betreft de mutatie de opschoning van het Fes van de voorfinancieringsconstructie Versnelling hoofdwegen van het Infrastructuurfonds.

Al deze middelen vloeien nu rechtstreeks naar het Infrastructuurfonds. Het betreft budgettair neutrale verschuivingen.

3 en 7.

  Op de eerste plaats betreffen de mutaties de doorwerking van de Slotwet 2006 naar 2007 (€ 27 mln). Daarnaast wordt de mutatie met name veroorzaakt doordat de gerealiseerde uitgaven voor het amendement Snijder-Hazelhoff lager zijn uitgevallen dan was geraamd (het verschil is ca. € 14 mln). Deze middelen schuiven bij Slotwet 2007 door naar latere jaren.

9 en 10.

  De mutaties zijn het gevolg van het doorschuiven van middelen naar het jaar 2008 bij Najaarsnota 2007. De vertraging in het project Programma Filevermindering is veroorzaakt door het bestuurlijk afstemmingsproces met de regio ten behoeve van het grootste deelproject Maatregelen Ring A10.

Het project Dynamisch verkeersmanagement is vertraagd doordat het innovatieve karakter van dit project tot meer tijd voor de voorbereiding leidt dan eerder aangenomen.

Artikel 12 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van milieu en duurzaamheid

Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000)
 Uitgaven
Stand vastgestelde begroting 2007205 927
Realisatie 2007224 046
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)18 119

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor projecten in het kader van milieu en duurzaamheid, die door de Interdepartementale Commissie voor Ruimtelijke Economie (ICRE) zijn goedgekeurd. De verschillen tussen raming en realisatie in het jaar 2007 worden in onderstaande tabel gepresenteerd.

Specificatie
(x € 1 000)RamingRealisatieVerschilBegr.Art.
1. Milieutechnologie/IS9 0762 935– 6 141EZ2
2. Milieutechnologie PromT4 5374 082– 455VROM30
3. Westerschelde5 0007 0862 086LNV23.11
4. Bodemsanering12 50013 334834VROM27.21
5. Luchtkwaliteit130 414186 61956 205VROM28
6. Luchtkwaliteit (roetfilters), VenW8 0005 555– 2 445VenW36
7. Luchtkwaliteit, LNV500954454LNV21.13
8. Groningen pijpleiding1 0001 000VROM27.21
9. Duurzaamheid – biobrandstoffen2 2782 278VenW36
10. Duurzaamheid – Europese aanbestedingsregeling CO2 opslag203203VROM26.99
11. MEP35 900– 35 900EZ4
Totaal205 927224 04618 119  

De belangrijkste verschillen zijn:

1.

  De mutatie betreft de doorwerking van de Slotwet 2006 (– € 3 mln) en de aanpassing van de raming aan de kasuitgaven bij Slotwet 2007 (– € 3,1 mln).

3.

  De opwaartse mutatie in 2007 is veroorzaakt door de doorwerking in 2007 van de bij Najaarsnota 2006 en Slotwet 2006 vermeldde lagere uitgaven voor het project in dat jaar.

5,6 en 7.

  De mutaties zijn te verklaren door de doorwerking van de Najaarsnota 2006 en de Slotwet 2006 naar 2007 (€ 36 mln). Daarnaast betreffen de mutaties de aanpassing van de raming bij Slotwet 2007 aan de werkelijke realisaties (in totaal € 21 mln). Deze Slotwet 2007 mutatie betreft voornamelijk het project Luchtkwaliteit van het Ministerie van VROM en is veroorzaakt doordat de kasbetalingen voor het project in het laatste deel van het jaar sneller zijn verlopen dan aanvankelijk geraamd.

9en 10.

  De mutaties zijn grotendeels te verklaren door de overboeking van middelen van artikel 15/Projecten in voorbereiding naar artikel 12/ Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van milieu en duurzaamheid voor het project Biobrandstoffen van het Ministerie van VenW (bij Voorjaarsnota 2007) en het project Europese aanbestedingsregeling CO2 opslag van het Ministerie van VenW (bij Miljoenennota 2008).

11.

  De Rijksbijdrage aan de MEP is in 2007 lager dan geraamd. Daarom is de Fes-bijdrage ter waarde van € 35,9 mln bij Slotwet 2007 doorgeschoven naar latere jaren.

Artikel 13 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van kennis en innovatie

Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000)
 Uitgaven
Stand vastgestelde begroting 2007729 999
Realisatie 2007604 619
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)– 125 380

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor projecten in het kader van kennis en innovatie, die door de Interdepartementale Commissie Ruimtelijke Economie (ICRE) zijn goedgekeurd. De verschillen tussen raming en realisatie in het jaar 2007 worden in onderstaande tabel gepresenteerd.

Specificatie
(x € 1 000)RamingRealisatieVerschilBegr.Art.
1. Bsik-projecten153 849117 398– 36 451DiversDivers
2. Diverse onderwijs projecten391 208327 791– 63 417DiversDivers
3. Inn. programma’s en toponderzoek23 57516 299– 7 276DiversDivers
4. Vitale infrastructuur13 4008 326– 5 074DiversDivers
5. MS&ICT5 2605 260DiversDivers
6. Overig147 967129 545– 18 422DiversDivers
Totaal729 999604 619– 125 380  

In Bijlage III bij dit jaarverslag vindt u een uitgebreide specificatie van de verschillen op artikel 13 Kennis en innovatie.

De belangrijkste verschillen:

1. De mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door het soms sneller maar met name trager verlopen van de desbetreffende ICES/KIS-3 projecten.

2. Het verschil is met name te verklaren door een tragere uitfinanciering van diverse onderwijs projecten. De voornaamste mutaties betreffen de projecten:

• Beelden voor de toekomst (€ 13 mln), VMBO/funderend onderwijs (€ 10 mln), Investeringsagenda beta en techniek (€ 10 mln), Leren door te experimenteren (€ 7 mln) en Rendement en excellentie (€ 5 mln) van het Ministerie van OCW;

• Kennis, innovatie en onderwijs (€ 8 mln), Fonds versterking beroepsonderwijs -bedrijfsleven (€ 8 mln) en Onderwijs en ondernemerschap (€ 5 mln) van het Ministerie van EZ.

3. De mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door het trager verlopen van diverse projecten uit de enveloppe Innovatieprogramma’s en toponderzoek.

4. De mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door het trager verlopen van diverse projecten uit de enveloppe Vitale Infrastructuur.

5. De mutaties zijn voornamelijk veroorzaakt door de verwerking van de toezeggingen in het kader van diverse projecten uit de enveloppe Maatschappelijke sectoren en ICT bij de Voorjaarsnota 2007 waarbij de middelen zijn overgeboekt vanuit artikel 15/Projecten in voorbereiding.

6. De mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door het trager verlopen van diverse projecten. De voornaamste mutaties zijn in de projecten:

• CTMM (€ 13 mln), Innovatievouchers (€ 13 mln) en TTI Watertechnologie (€ 4 mln) van het Ministerie van EZ;

• RSV (€ 5 mln) van het Ministerie van VWS;

• Impuls veterinaire aviaire influenza (€ 4 mln) van het Ministerie van LNV.

  Daarnaast betreft de mutatie de overboeking van middelen vanuit artikel 15/Projecten in voorbereiding voor het project TTI Farma, Ministerie van VWS (€ 10 mln) bij de Voorjaarsnota 2007.

  Ten slotte betreft de mutatie de doorwerking van de bij de Slotwet 2006 vermeldde lagere uitgaven voor het project ITER van het Ministerie van OCW (€ 15 mln).

Artikel 14 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van ruimtelijke ordening

Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000)
 Uitgaven
Stand vastgestelde begroting 2007224 268
Realisatie 200715 365
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)– 208 903

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor projecten in het kader van ruimtelijk ordening, die door de Interdepartementale Commissie Ruimtelijke Economie (ICRE) zijn goedgekeurd. De verschillen tussen raming en realisatie in het jaar 2007 worden in onderstaande tabel gepresenteerd.

Specificatie
(x € 1 000)RamingRealisatieVerschilBegr.Art.
1. Sleutelprojecten180 2783 400– 176 878VROM25
2. Bedrijventerreinen3 0003 000EZ3
3. BIRK en saneringsregeling31 99013 232– 18 758VROM6.16
4. BIRK A2 Maastricht5 000– 7 698– 12 698IF12
5. Monumenten2 5002 500OCW14
6. Malta7 000931– 6 069OCW14
Totaal224 26815 365208 903  

De belangrijkste verschillen zijn:

1. De mutatie betreft in de eerste plaats de doorwerking naar 2007 van de bij Najaarsnota 2006 en de Slotwet 2006 vermeldde lagere uitgaven voor de Sleutelprojecten (NSP) van het Ministerie van VROM (€ 64 mln). Daarnaast betreft de mutatie het doorschuiven van middelen naar het jaar 2008 voor de Sleutelprojecten Amsterdam, Utrecht, Breda en Den Haag (bij Najaarsnota 2007 en Slotwet 2007). De projecten komen langzamer van de grond dan eerder werd verondersteld (in totaal ca. € 242 mln).

2. De mutatie betreft de doorwerking van de bij Slotwet 2006 verwerkte kasvertraging van de projecten Bedrijventerreinen van het Ministerie van EZ.

3. De mutatie betreft in de eerste plaats de doorwerking naar 2007 van de bij Najaarsnota 2006 en de Slotwet 2006 vermeldde lagere uitgaven voor de BIRK-projecten van het Ministerie van VROM (€ 40 mln). Ten tweede wordt de mutatie veroorzaakt door het overboeken van € 15 mln van de BIRK middelen naar artikel 15/Projecten in voorbereiding van het Fes bij Vorjaarsnota 2007. De middelen zijn binnen het Fes gereserveerd voor het BIRK project Nationale Landschappen van het Ministerie van LNV.

  Ten slotte betreft de mutatie een kasritme aanpassing aan het daadwerkelijke uitgavenpatroon van de BIRK-projecten van het Ministerie van VROM, verwerkt bij Najaarsnota 2007 en Slotwet 2007 (€ 44 mln).

4. Deze, bij de Slotwet 2007 verwerkte mutatie, is veroorzaakt door een gewijzigde planning van de onroerend goed aankopen.

5. De mutatie betreft de doorwerking van de bij Slotwet 2006 verwerkte kasvertraging van het project Monumenten van het Ministerie van OCW.

6. In de eerste plaats betreft de mutatie de doorwerking van de bij Slotwet 2006 verwerkte kasschuif van het project Malta van het Ministerie van OCW (€ 1 mln). De in het jaar 2007 geraamde middelen zijn echter niet volledig benodigd en zijn bij de Najaarsnota 2007 doorgeschoven naar het jaar 2008(€ 7 mln).

Artikel 15 Projecten in voorbereiding

Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000)
 Uitgaven
Stand vastgestelde begroting 2007200 904
Realisatie 2007
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)– 200 904

Op het artikel «Projecten in voorbereiding» worden bijdragen geraamd aan projecten waarvoor door de Fes-beheerders aan de betrokken departementen nog geen daadwerkelijke (definitieve) toezegging heeft plaatsgevonden, omdat deze projecten nog in de voorbereidende fase zijn. Daarnaast worden op dit artikel alle middelen geraamd die wel zijn toegezegd, maar nog niet zijn overgeheveld naar de desbetreffende departementale begrotingen. Voor zover middelen niet in 2007 werden aangewend, schuiven ze ten behoeve van die projecten door naar latere jaren.

De voornaamste mutaties zijn:

1. Bij Voorjaarsnota 2007 is een bedrag van circa € 120 mln doorgeschoven uit het jaar 2006 (diverse projecten).

2. Bij Voorjaarsnota 2007 en Najaarsnota 2007 zijn meerdere mutaties verwerkt (in totaal circa € 160 mln), die de overboeking van middelen van artikel 15/Projecten in voorbereiding naar de desbetreffende uitgavenartikelen betreffen. Het gaat om onder andere projecten in het kader van de duurzaamheidsenveloppe (€ 88 mln), het project TTI Farma van het Ministerie van VWS (€ 34 mln) en het project Luchtkwaliteit van het Ministerie van VROM (€ 18 mln). Daarnaast is het overboeken van de resterende reservering voor prijscompensatie, die gereserveerd was binnen het Fes, naar de aanvullende post verwerkt (€ 17 mln).

3. De overige middelen (ca. € 153 mln) worden bij Slotwet 2007 doorgeschoven naar latere jaren. De slotwetmutatie betreft voornamelijk de reserveringen voor het project Bijdrage systeemkosten tolheffing van het Infrastructuurfonds (€ 70 mln), de enveloppe integrale gebiedsopgaven (€ 25 mln, diverse departementen), de enveloppe Maatschappelijke Sectoren en ICT (€ 23 mln, diverse departementen), het BIRK-project Nationale Landschappen van het Ministerie van LNV (€ 15 mln), de Duurzaamheidsenveloppe (€ 8 mln, diverse departementen), de enveloppe Innovatieprogramma’s en toponderzoek (€ 5 mln, diverse departementen) en het project Milieutechnologie (€ 5 mln, diverse departementen).

2.2 Toelichting bij de ontvangstenartikelen

1 Ontvangsten van het fonds

Artikel 21 Ontvangsten uit aardgasbaten

Ontvangstenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000)
 Ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 20073 131 000
Realisatie 20072 219 728
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)– 911 272

De belangrijkste oorzaak van de mutatie ten opzichte van de ontwerpbegroting 2007 is de lagere productie als gevolg van de warme winter 2006–2007. De olieprijzen waren in het kalenderjaar 2007 gemiddeld hoger dan geraamd. Dit kwam echter door de hoge prijzen in het laatste kwartaal, die vrijwel geen invloed meer op de kasinkomsten in 2007 hadden. In de eerste drie kwartalen van het jaar 2007 was de gemiddelde olieprijs lager dan geraamd, 66 $ per vat. De lage dollarkoers drukte voorts de olieprijs in euro’s.

Kengetallen aardgasraming (x € mln)
 Raming Ontwerpbegroting 2007Realisatie 2007Verschil
Prijsgegevens   
Euro/dollarkoers1,251,370,12
Olieprijs in dollar per vat70,072,52,5
Hoeveelheidgegevens (mrd m3)   
Nederlandse productie8068– 12
Ontvangsten aardgasbaten (mld €)   
Niet belasting middelen:10 1007 8722 228
-EZ-begroting6 9695 6521 317
-Fes3 1312 220911

Artikel 22 Voeding uit incidentele baten

Ontvangstenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000)
 Ontvangsten
Stand vastgestelde begroting 2007564 114
Realisatie 2007587 678
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)23 564

Volledigheid ontvangsten

De in 2007 gerealiseerde vervreemdingen van staatsdeelnemingen en veilingen van rechten alsmede de hiermee gemoeide verkoopkosten zijn gebaseerd op de beschikbare, door de departementen verstrekte en door hun Departementale Accountants- of Auditdiensten (DAD’s) gecontroleerde opgaven. Op basis van deze opgaven is de omvang van de in 2007 gerealiseerde rentevrijval bepaald. Voorzover nagekomen informatie bijstellingen noodzakelijk maakt, zullen deze in 2008 worden verwerkt.

Berekeningswijze Fes-voeding

De netto hoofdsom van vervreemdingen van staatsdeelnemingen wordt in mindering gebracht op de staatsschuld, gerekend vanaf de dag waarop deze hoofdsom daadwerkelijk op een rekening van het Rijk is bijgeschreven. De rentevrijval die dit tot gevolg heeft, wordt berekend vanaf de dag van ontvangst, verminderd met eventuele dividendderving. De dividendderving wordt vastgesteld conform de van de departementen ontvangen en door de DAD’s gecontroleerde opgave. De netto opbrengst van veilingen wordt ten gunste van het Fes gebracht via een annuïteit met een looptijd die overeenkomt met de looptijd van de geveilde vergunning.

Realisatie 2007

Een belangrijk deel van de ontvangsten in 2007 bestaat uit de doorwerking van vervreemdingen en veilingen in voorgaande jaren (€ 564,0 mln). Daarnaast is in 2007 een deel van het belang van het Rijk in TNT, SDU, Connexxion en in NOVEC vervreemd. Dit heeft geleid tot een netto rentevrijval in 2007 van ca. € 17,4 mln. Verder zijn er zero base ontvangsten ter waarde van € 5,8 mln gerealiseerd.

Daarnaast is bij de realisatie over het jaar 2007 een reeds bekende bijstelling naar aanleiding van een correctie over de realisatie over het jaar 2006 verwerkt (€ 0,5 mln).

Saldi

Artikel 31 Voordelig eindsaldo/beginsaldo

Uitgavenraming vastgestelde begroting versus realisatie (x € 1000)
 Uitgaven (eindsaldo)Ontvangsten (beginsaldo)
Stand vastgestelde begroting 20073 786 4413 613 420
Realisatie 20074 667 0904 148 655
Verschil (+ = meer gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd)880 649535 235

Het voordelig eindsaldo is gelijk aan het positieve verschil in enig jaar tussen de ontvangsten (eventueel inclusief batig beginsaldo) en de uitgaven (eventueel inclusief nadelig beginsaldo).

Het verschil tussen de stand in de vastgestelde begroting 2007 en de realisatie ontstaat door mutaties bij de ontvangsten en de uitgaven en de uiteindelijke realisatie van het eindsaldo 2006. Lagere uitgaven en hogere ontvangsten leiden daarbij tot een hoger voordelig eindsaldo en omgekeerd.

De mutatie in het voordelig beginsaldo is het gevolg van de realisatie 2006 die na Miljoenennota 2007 tot stand is gekomen.

Specificatie(x € 1 000)
Stand in vastgestelde begroting 2007 3 786 441
Mutaties in eerste suppletore begroting: – 937 483
– per saldo hogere uitgaven– 355 962 
– per saldo lagere ontvangsten (incl. hoger voordelig eindsaldo 2006)– 581 521 
Mutatie in tweede suppletore begroting: 1 244 358
– per saldo lagere uitgaven1 140 736 
– per saldo hogere ontvangsten103 622 
Mutatie in slotwet: 573 774
– per saldo lagere uitgaven448 348 
– per saldo hogere ontvangsten125 426 
Realisatie 4 667 090

3 Saldibalans

Saldibalans per 31 december 2007 van het Fonds economische structuurversterking(bedragen x € 1 mln)
Uitgaven ten laste van de begroting2 289,0Ontvangsten ten gunste van de begroting2 807,4
Rekening-courant RIC ultimo 20074 667,1Rekening-courant RIC ultimo 20064 148,7
Totaal6 956,1Totaal6 956,1

Omdat regelgeving op het punt van autorisatie voorschrijft dat uitgaven in de jaarrekening altijd naar boven en ontvangsten rekenkundig worden afgerond, is de optelling van de uitgaven in de jaarrekening altijd hoger dan de werkelijke begrotingsbelasting. Daardoor zijn de saldo’s rekening-courant in werkelijkheid iets hoger dan in de jaarrekening. Zodra dit verschil significant wordt, zal de Fes-begroting hiervoor worden gecorrigeerd.

Toelichting (bedragen x € 1 000)

Uitgaven ten laste van de begroting (€ 2 288 971)

Betreft de in 2007 verrekende bijdragen aan andere departementen.

Rekening-courant RIC ultimo 2007 (€ 4 667 090)

Saldo op valutadatum 31 december 2007.

Ontvangsten ten gunste van de begroting (€ 2 807 406)

Betreft de in 2007 verrekende ontvangsten.

Rekening-courant RIC ultimo 2006 (€ 4 148 655)

Saldo op valutadatum 31 december 2006.

Licence