Base description which applies to whole site

2. LEESWIJZER

Opzet jaarverslag

In het jaarverslag 2013 wordt verantwoording afgelegd over de gerealiseerde uitgaven ten opzichte van de begroting 2013 (Kamerstuk 33 400 X, nr. 1). Het jaarverslag bestaat uit de aanbieding en dechargeverlening, de leeswijzer, het beleidsverslag, de (niet-) beleidsartikelen, de jaarrekening, gegevens over de agentschappen en een aantal bijlagen. In het jaarverslag wordt onderscheid gemaakt tussen financiële en niet-financiële informatie. De financiële informatie valt onder de reikwijdte van de door de Audit Functie Defensie afgegeven controleverklaring.

Beleidsprioriteiten

De kern van het jaarverslag wordt gevormd door het beleidsverslag (deel B).

Beleidsartikelen

Budgettaire gevolgen van beleid

Bij de beleidsartikelen zijn algemene doelstellingen geformuleerd en de financiële gevolgen daarvan worden ten aanzien van de opmerkelijke verschillen (grensbedrag van € 2,5 miljoen voor artikel 1 Inzet en € 5 miljoen voor de overige beleidsartikelen) per defensieonderdeel toegelicht bij de tabellen «Budgettaire gevolgen van beleid».

Investeringsprojecten

De verantwoording over investeringsprojecten is opgenomen in beleidsartikel 6 Investeringen krijgsmacht. Bij de investeringsprojecten is een toelichting opgenomen bij die projecten waarvan de realisatie afwijkt van de begroting 2013. Een toelichting wordt gegeven bij relevante verschillen (groter dan € 10 miljoen bij de opdracht «Voorzien in nieuw materieel» en «verkoopopbrengsten groot materieel» en groter dan € 5 miljoen bij de overige uitgaven en ontvangsten).

Niet-beleidsartikelen

Dit betreft een toelichting op de artikelen «Algemeen», «Centraal apparaat», «Geheime uitgaven» en «Nominaal en onvoorzien».

Bedrijfsvoeringparagraaf

De bedrijfsvoeringparagraaf bestaat uit vier onderdelen: rechtmatigheid, de totstandkoming van beleidsinformatie, financieel en materieelbeheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering.

De bedrijfsvoeringparagraaf heeft betrekking op alle defensieonderdelen, inclusief de agentschappen. Daarnaast zijn de toezeggingen aan de Algemene Rekenkamer in deze paragraaf opgenomen.

Jaarrekening

In dit hoofdstuk zijn opgenomen de verantwoordingsstaat en de saldibalans van het Ministerie van Defensie. Ook is de verantwoording van de agentschappen opgenomen. Tenslotte is de rapportage over de Wet Normering Topinkomens opgenomen als onderdeel van de Jaarrekening.

Bijlagen

Als bijlagen zijn opgenomen een overzicht met Toezichtrelaties en ZBO’s en RWT’s (bijlage 1), een overzicht van externe inhuur (bijlage 2), een overzicht met afgerond Evaluatie- en overig onderzoek (bijlage 3), een overzicht van Integriteitsmeldingen (bijlage 4), een bijlage milieu (bijlage 5), de rapportage burgerbrieven (bijlage 6), de rapportage over de voortgang van de maatregelen Beleidsbrief 2011 (bijlage 7), de rapportage over inzetbaarheidsdoelstellingen in 2013 (bijlage 8) en een lijst met afkortingen (bijlage 9).

Groeiparagraaf

  • Op 20 april 2011 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met een aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten» (Kamerstuk 31 865, nr. 26). Dit heeft er onder andere toe geleid dat de tabellen budgettaire gevolgen van beleid zijn ingedeeld naar financiële instrumenten conform de definities in de Rijksbegrotingsvoorschriften. Voor de verantwoording van de jaren 2009 tot en met 2012 zijn de gerealiseerde uitgaven omgerekend naar de uitgavencategorieën conform de begrotingsindeling 2013. Tevens is een koppeling gemaakt tussen de tabellen budgettaire gevolgen van beleid en de toelichtingen.

  • De beleidsartikelen 1 tot en met 8 kregen bij de invoering van «Verantwoord Begroten» de status van «Grote Uitvoerende Dienst». Het gevolg hiervan is dat in deze artikelen zowel programma- als apparaatsuitgaven zijn opgenomen. Voor deze status en uitzondering heeft het Ministerie van Financiën toestemming verleend, omdat het Ministerie van Defensie voldeed aan de gestelde criteria (RBV Model 1.33f).

  • De uitgaven voor huisvesting en infrastructuur en de uitgaven voor ICT zijn met ingang van 2013 overgeheveld naar beleidsartikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (DMO) en beleidsartikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra (CDC). Het gevolg van deze overheveling is dat de materiële uitgaven van de beleidsartikelen 2 (CZSK), 3 (CLAS), 4 (CLSK) en 5 (KMar) en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat) alleen nog betrekking hebben op de overige exploitatie. Een nadere uitsplitsing van de materiële uitgaven in de tabellen is daarom niet meer opportuun. Bij beleidsartikel 2 (CZSK) wordt dit nog wel gedaan voor de uitgaven die betrekking hebben op het Caribisch gebied.

  • In de begroting 2013 zijn de personele uitgaven van de beleidsartikelen 2 (CZSK), 3 (CLAS), 4 (CLSK), 5 (KMar) en 7 (DMO) volledig geraamd onder «waarvan eigen personeel». Er is op deze artikelen geen externe inhuur geraamd. De externe inhuur voor de genoemde beleidsartikelen is binnen de apparaatsuitgaven verwerkt op de post «waarvan overige exploitatie» onder de materiële uitgaven. Vanaf de begroting 2015 wordt externe inhuur per artikel expliciet geraamd en verantwoord onder de post «waarvan externe inhuur».

  • Verder is in de begroting 2013 een Centraal Investeringsartikel opgenomen: beleidsartikel 6 Investeringen krijgsmacht. Hieronder vallen de investeringen uit beleidsartikel 7 (DMO), beleidsartikel 8 (CDC) en de investeringen voor Wetenschappelijk Onderzoek en Navo-bijdragen uit niet-beleidsartikel 9 Algemeen. In overleg met het Ministerie van Financiën zijn de tabellen met budgettaire gevolgen van beleid aangepast. Hierbij zijn ook de cijfers van voorgaande jaren omgezet in de nieuwe opzet van de tabellen. Dit komt de meerjarige vergelijking binnen het artikel ten goede.

  • Oefen- en uitzendtoelagen zijn in de begroting 2013 als onderdeel van respectievelijk gereedstelling en inzet opgenomen onder de programma-uitgaven. Daar wordt in dit Jaarverslag bij aangesloten. In de begroting 2014 en verder worden deze toelagen conform de rijksbrede definities in lijn met andere departementen gepresenteerd als apparaatsuitgaven.

Licence