Base description which applies to whole site

Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Herindelingen

Als gevolg van het regeerakkoord Rutte III hebben er meerdere herindelingen plaatsgevonden tussen BZK en de Ministeries van IenW, EZK en Defensie:

  • 1. De invlechting van de WenR-begroting (HXVIII) in de BZK-begroting (HVII) per 1 januari 2018

    Met ingang van 1 januari 2018 is de begroting van Wonen en Rijksdienst (HXVIII) vervallen en worden de beleidsartikelen, na verwerking van de maatregelen uit het regeerakkoord (zie toelichting in nota van wijziging van Wonen en Rijksdienst), toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van BZK (HVII). Met het vervallen van de begroting van Wonen en Rijksdienst (HXVII) worden tevens de baten-lastenagentschappen toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van BZK (HVII).

  • 2. De ontvlechting van de Kiesraad per 1 januari 2018

    Naar aanleiding van de wijziging in de Comptabiliteitswet 2016 heeft de Kiesraad de status van college gekregen en diende daarmee een afzonderlijke (niet-departementale) begroting te krijgen. De wijziging heeft tot gevolg dat de Kiesraad bij het vaststellen van de ontwerpbegroting 2018 budgetneutraal is overgeheveld van HVII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar HIIB Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

  • 3. De ontvlechting van de Kustwacht per 1 januari 2018

    Tevens is de budgetverantwoordelijkheid voor de Kustwacht met ingang van het kabinet-Rutte III overgegaan naar de Minister van Defensie. Met ingang van 1 januari 2018 verviel de Kustwacht voor de begroting van Koninkrijksrelaties (HIV) en het BES fonds. Het budget voor de Kustwacht (artikel 1) werd toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van Defensie (HX, artikel 2). Ook is het budget voor het wisselkoersverschil van de luchtverkenningscapaciteit en het onderzoek naar de luchtverkenningscapaciteit vanuit artikel 7 toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van Defensie (X) artikel 2.

  • 4. De invlechting van digitale overheid (EZK) per 1 januari 2018

    Met ingang van 1 januari 2018 is het deel inzake digitale overheid voor bedrijven van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (HXIII) toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van BZK (HVII). Het betreft beleidsartikel 6 «Dienstverlenende en innovatieve overheid» van de begroting van BZK (HVII). De formatie die is overgekomen vanuit EZK is vastgesteld op 12,7 FTE.

  • 5. De invlechting van ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening (IenW) per 1 juli 2018

    De Minister van BZK is met ingang van het kabinet-Rutte III beleidsverantwoordelijk voor de beleidsterreinen ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening, met inbegrip van de wet op de Ruimtelijke ordening en de Crisis- en herstelwet, de Omgevingswet en het Kadaster. Op 1 maart 2018 is het directoraat-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen (DGBRW) ontstaan door samenvoeging van het toenmalige DG Bestuur en Wonen en de directie Ruimtelijke Ordening afkomstig van Ministerie van IenW. Op 1 maart 2018 is het nieuwe programmadirectoraat-generaal Omgevingswet (PDGOW) ontstaan door samenvoeging van de directies Eenvoudig Beter, Nationale Omgevingsvisie en Aan de Slag afkomstig van IenW. Ook is de projectdirectie Omgevingsrecht toegevoegd aan de stafdirectie Constitutionele Zaken en Wetgeving (CZW). De voorbereiding van de herindeling en het in de BZK-organisatie opnemen van de overgekomen mensen hebben veel aandacht gevraagd in 2018. Dit geldt ook voor de conversie van de financiële administratie waarvoor diverse herstelwerkzaamheden moesten plaatsvinden. De formatie die van het Ministerie van IenW op 1 maart 2018 naar het Ministerie van BZK over is gegaan is vastgesteld op afgerond 188 FTE.

AVG

In 2018 is onder regie van CIO-BZK het departementale project uitgevoerd om te voldoen aan de verscherpte regelgeving op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens (AVG). Om in control te blijven op het gebied van de AVG is de bescherming van privacy opgenomen in de departementale plan-do-check-act (PDCA) cyclus. Hiermee is geborgd dat periodiek compliancy met de AVG wordt gecontroleerd, en eventueel wordt bijgestuurd. Tevens is geborgd dat compliancy met de AVG, naast de beveiliging van informatie, op het hoogste managementniveau binnen BZK wordt geagendeerd.

Onderzoek SSC-ICT

Momenteel wordt door KPMG onderzoek gedaan naar het functioneren van SSC-ICT. Dit onderzoek van KPMG bestaat uit twee fasen, waarbij de eerste fase zich richt op de interne organisatie. Deze eerste fase is inmiddels afgerond. KPMG heeft daarbij een aantal adviezen aan de directie van SSC-ICT gegeven, die tot doel hebben de executiekracht van SSC-ICT te bevorderen. In de tweede fase adviseert KPMG over het dienstverleningsprofiel van SSC-ICT en zal daartoe een ondernemingsplan opstellen. In het ondernemingsplan wordt tevens aandacht besteed aan de financiering van de dienstverlening van SSC-ICT. Naar verwachting wordt dat advies medio april 2019 door KPMG uitgebracht.

Softwarelicenties

Om het tekort aan licenties binnen haar verzorgingsgebied op te lossen, heeft SSC-ICT in 2017 een overeenkomst afgesloten met een softwareleverancier. Een deel van deze overeenkomst betreft, naast het oplossen van dit licentietekort, aanschaf van extra licenties die bestemd zijn voor toekomstige rijksbrede inzet. Alle licenties zijn tegen dezelfde rijksbrede condities afgenomen. Eind 2017 was de verwachting dat het eigen gebruik van het contract 20% zou bedragen. Een aantal ontwikkelingen heeft ertoe geleid dat het eigen gebruik is gedaald naar circa 9%. Daarom moet over boekjaar 2018 worden afgeschreven op deze licenties. Dit gegeven leidt tot een resultaatsverslechtering over 2018. Ook voor de toekomst is er geen garantie dat dit percentage stabiel is en kan het als gevolg van wijzigingen in dienstverlening en/of technologische ontwikkelingen verder wijzigen.

Rijksbrede informatiebeveiliging

BZK heeft haar reguliere monitoringsactiviteiten vanuit haar rijksbrede verantwoordelijkheid voor informatiebeveiliging in 2018 voortgezet. De AR constateerde over 2017 echter meer onvolkomenheden op het gebied van informatiebeveiliging bij de departementen. Deze bevindingen hebben, naast de eerdergenoemde uitbreiding van het coördinatiebesluit, geleid tot een intensivering van activiteiten op het gebied van informatiebeveiliging. Zoals ook in de Kamerbrief door de Minister aangegeven, is in 2018 ingezet op concrete beveiligingsmaatregelen om de feitelijke veiligheid van de Rijksdienst te verhogen. In 2018 zijn o.a. initiatieven opgezet om binnen de Rijksdienst organisaties sneller op het Nationaal Detectie Netwerk (NDN) aan te sluiten en er is een project gestart om te komen tot een nieuwe werkplek om staatsgeheime informatie beter te kunnen verwerken en te kunnen delen. Om ontwikkelingen tussen het veiligheidsdomein (cyber) en de bedrijfsvoering beter op elkaar aan te laten sluiten is het Strategisch Informatiebeveiligingsberaad opgericht. Ook de CISO’s van de departementen weten elkaar sinds 2018 structureel beter te vinden om kennis en expertise uit te wisselen in het interdepartementaal CISO-overleg. De eerste stappen zijn daarnaast gezet om een cyber security traineeship te starten binnen het Rijk.

VPB-plicht

Er is in augustus 2018 aangifte VPB 2016 gedaan. De Belastingdienst heeft nog geen definitieve aanslag opgelegd, omdat er momenteel nog gesprekken plaatsvinden. Eind 2018 is gestart met het beschrijven van de inrichting van het VPB-proces. Daarnaast is eind 2018 ook gestart het aangifteproces 2017.

Brandveiligheid

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) heeft specifieke aandacht voor wettelijke verplichtingen waaronder de naleving van de brandveiligheidsvoorschriften en de wettelijke keuringen. Voor Defensie voert het RVB een brandveiligheidsprogramma uit om de legeringsgebouwen zo snel mogelijk op norm te brengen. Er is ook in 2018 intensief gewerkt aan het wegwerken van de opgelopen achterstanden voor wat betreft de keuringen en is er in 2018 een programma ingericht om de verbetermaatregelen structureel in te bedden in de organisatie.

Breedplaatvloerenproblematiek

Het RVB heeft onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van breedplaatvloeren in gebouwen in eigendom van het Rijk en Defensie. Daarbij is gekeken bij welke gebouwen sprake is van een mogelijk risico. Daar waar dat het geval is, is onderzocht of het risico zodanig is dat er direct maatregelen genomen moeten worden. In enkele gebouwen met breedplaatvloeren is dat het geval en zijn er maatregelen genomen om de veiligheidsrisico’s voor bewoners uit te kunnen sluiten. Zo zijn in het gebouw van het Ministerie van BZK en Justitie en Veiligheid aan de Turfmarkt 147 in Den Haag voor een aantal ruimten gebruiksbeperkingen van toepassing om de belasting op deze vloerdelen te verminderen. De bestuurder van JenV heeft daarop besloten uit voorzorg tijdelijk dergelijke ruimten te sluiten. Vanaf 2019 worden herstelprojecten gestart zodat de gebouwen met breedplaatvloeren weer zonder beperkingen te gebruiken zijn. De mate van herstel (en daaraan gekoppeld een inschatting van de daarmee gemoeide kosten) is mede afhankelijk van de rekenrekenregels die BZK naar verwachting in 2019 zal publiceren. Daarnaast zijn de oplossingen die de markt heeft bedacht van belang. Hiervoor vindt in 2019 een marktconsultatie plaats. Daarin vraagt het RVB gespecialiseerde leveranciers, bouwbedrijven en ingenieursbureaus kennis en ervaring te delen over methoden voor herstel. De wijze van herstel is maatwerk, per gebouw zal onderzocht worden welke herstelmaatregelen uitgevoerd moeten worden.

Implementatie WIV

De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) 2017 is op 1 mei 2018 in werking getreden. Hiermee is voldaan aan de belangrijkste aanbevelingen van de commissie-Dessens. Met de Wiv2017 zijn de bevoegdheden van de diensten gemoderniseerd en de waarborgen voor de privacy aanzienlijk verstevigd ten opzichte van de vorige wet. In aanloop naar de inwerkingtreding heeft de AIVD de nodige voorbereidingen getroffen. Na inwerkingtreding is gebleken dat de implementatie nog meer impact heeft dan bij totstandkoming van de wet is onderkend. Bovendien hebben de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en de toezichthouder CTIVD na de inwerkingtreding geconstateerd dat verbetering noodzakelijk is van de kwaliteit van de verzoeken tot toestemming, de uitvoering van de zorgplicht, datareductie en onderzoeksopdracht gerichte interceptie.

Hierop heeft de AIVD extra maatregelen genomen om sturing en regie op dit proces te versterken en om zorgvuldig bij te houden of deze versterking het gewenste effect heeft. Hiertoe wordt ingezet op vier pijlers: de kwaliteit van de verzoeken tot toestemming, de uitvoering van de zorgplicht, datareductie en onderzoeksopdracht gerichte interceptie. De inspanningen van de AIVD voor de implementatie van de wet gaan daarmee onverminderd door.

Licence