Base description which applies to whole site

2. Klimaatactie en mobiliseren van de private sector voor duurzame en inclusieve groei

Internationale klimaatactie

In 2019 is klimaatdiplomatie geïntensiveerd. Landen binnen en buiten de EU zijn aangespoord hun klimaatinspanningen te vergroten. Veel ontwikkelingslanden hebben vervolgens hulp ingeroepen van het Climate Action Enhancement Package (CAEP), een nieuw initiatief van het NDC-Partnerschap waarvan Nederland en Costa Rica co-voorzitters zijn in de jaren 2019–2020.

NDC Partnerschap & de COP25

In 2019 lanceerde het Nationally Determined Contributions (NDC) Partnerschap onder Nederlands co-voorzitterschap het Climate Action Enhancement Package (CAEP). Het CAEP assisteert (ontwikkelings-)landen bij het ophogen van hun klimaatambities en het versneld en beter implementeren van bestaande, evidence-based klimaatplannen. Het NDCP zorgt daarbij voor brede betrokkenheid van overheden en maatschappelijke organisaties. Met steun aan 65 landen is het CAEP een belangrijke investering in 2019 opdat landen tijdig in 2020 hun hernieuwde klimaatplannen (NDC’s) kunnen indienen bij UNFCCC. Het CAEP werd gepresenteerd tijdens de Climate Action Summit in september en tijdens de COP25 in december.

De 25e Conferentie van Partijen (COP25) bij het VN-Klimaatverdrag, die plaatsvond in december 2019 in Madrid, Spanje, is afgesloten zonder een akkoord op het belangrijkste onderwerp waarover een besluit moest vallen: regels voor internationale emissiehandel (artikel 6 van de Overeenkomst van Parijs). Ook kwamen pogingen om een boodschap af te geven dat in 2020 meer ambitie nodig is als partijen herziene NDC’s in moeten dienen, onder stevige druk te staan van grote en opkomende economieën. Discussies over de financiering van klimaatactie in ontwikkelingslanden domineerden de onderhandelingen. Desondanks zijn er kleine stapjes vooruitgezet op artikel 6 en refereert het COP25 besluit aan het ambitieniveau van NDC’s – zij het minder sterk dan de EU had gehoopt. Positief was ook het akkoord over een nieuw Gender Action Plan, waarin het belang van gender-responsiviteit in klimaatactie wordt erkend en concrete acties zijn afgesproken.

Het kabinet heeft de vergroening van het financiële instrumentarium van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in gang gezet, zoals vastgelegd in de brief «Internationaal financieren in perspectief» (Kamerstukken 34 952, nr. 44). Na 2019 zal er geen nieuwe bilaterale financiering worden geboden voor exploratie en ontwikkeling van nieuwe gas- en olievoorraden en voor projecten in de steenkoolsector. Nederland vraagt multilaterale banken hun portefeuille te vergroenen en de financiering van fossiele projecten uit te faseren. De Europese Investeringsbank heeft als eerste aangekondigd zich om te vormen tot een klimaatbank en na 2021 geen nieuwe fossiele projecten meer te financieren – met enkele uitzonderingen voor de transitie naar koolstofarmgas. Voor het generieke exportinstrumentarium en de exportkredietverzekering wordt ingezet op vergroening zonder inperking.

Mobiliseren van de private sector voor de SDG’s

Om de SDG-doelen dichterbij te brengen zijn nieuwe stappen gezet om de innovatiekracht van het lokale en Nederlandse bedrijfsleven te mobiliseren en nieuwe partnerschappen te creëren. Hiertoe is het Innovatiefonds gestart, dat via SBIR Nederlandse bedrijven ondersteunt bij de ontwikkeling van innovatieve circulaire oplossingen voor ontwikkelingsuitdagingen in met name de focuslanden. Daarnaast richt het fonds zich via de Orange Corners op innovatieve lokale bedrijven en start-ups.

Het in 2018 gestarte SDG-partnerschapsfonds (SDGP) heeft 18 nieuwe partnerschappen van bedrijven, kennisinstellingen en ngo’s opgeleverd die zijn gericht op het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelen, waarvan een derde in de focusregio’s. Een tweede call is gepubliceerd.

Inspelen op digitalisering

Zomer 2019 is de Digitale Agenda voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze is opgesteld in samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Hierin zet het kabinet uiteen hoe het inspeelt op de kansen en risico’s van digitalisering voor ontwikkeling, het handelssysteem, de internationale positie van Nederland en veiligheid en privacy. Er is een begin gemaakt met implementatie van de Digitale Agenda, met extra aandacht voor effectievere ontwikkelingssamenwerking. Enerzijds door digitale technologieën in te zetten om de BHOS-doelen te behalen, anderzijds door in te spelen op digitalisering als aanjager van veranderingen met sociale, economische en politieke effecten. Digitale inclusie is daarbij belangrijke voorwaarde voor succes en centraal thema.

Goede gezondheidszorg bereikbaar door toegang tot financiering

Door het verbinden van financiële innovaties met digitale technologie ontstaan nieuwe mogelijkheden om sectoren zoals gezondheidszorg te ontwikkelen en te versterken. Zo draagt Nederland via het Health Insurance Fund van PharmAccess bij aan de ontwikkeling van het online platform «M-Tiba». Dit digitale platform verbindt patiënten, verzekeraars en zorginstellingen met als doel het vergroten van de toegang tot betaalbare en kwalitatief goede zorg voor achtergestelde groepen. In de afgelopen twee jaar kreeg het platform steun van de Nigeriaanse en Keniaanse overheid. Om lessen uit deze publiek-private samenwerking internationaal te delen organiseerden BZ, het Joep Lange Instituut en Financial Times in 2019 de conferentie «Revolutionising Health Financing using Mobile Technology». Een van de geleerde lessen is dat – transparante – digitale technologieën het voor overheden gemakkelijker kunnen maken om een katalyserende rol te vervullen, bijvoorbeeld bij het mobiliseren van (privaat) kapitaal. Kwaliteitsverhoging van de zorg kan ook worden gestimuleerd door snelle, simpele digitale kredietverstrekking aan zorgverleners, op basis van de omvang van hun patiëntenpopulatie. Zo steunt Nederland het Medical Credit Fund, dat in 2019 maandelijks 100 van dergelijke digitale leningen aan zorgverleners heeft verstrekt.

Integrale aanpak van ketenverduurzaming en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap

Tijdens een tweedaagse internationale conferentie zette Nederland leefbaar loon op de kaart. Daarnaast resulteerde Nederlandse inzet in de eerste leefbaar loon afspraak in de handelsketen van textiel van Nederlandse bedrijven onder het textielconvenant «tussen Zeeman en een fabriek in Pakistan». De aanpak van verduurzaming van palmolieproductie en het tegengaan van ontbossing is in het afgelopen jaar verder geïntensiveerd, via een nieuw G2G-palmolieprogramma (NI-SCOPS), via de IMVO-convenanten (Internationaal Verantwoord Ondernemen) en via het Nederlands voorzitterschap van het Amsterdam Verklaringen Partnerschap. De intensivering van de kabinetsinzet op verduurzaming van de cacaoproductie en -handel gaf een impuls aan de onderhandelingen over een nieuwe intentieverklaring over de verduurzaming van de Nederlandse cacaosector.

Voor de bestrijding van kinderarbeid zijn in 2019 belangrijke stappen gezet. Zo is de Wet op Zorgplicht kinderarbeid aangenomen waarmee bedrijven worden verplicht om te verklaren dat zij het nodige doen om kinderarbeid te voorkomen. Ook is in productielanden de inzet om kinderarbeid te bestrijden geïntensiveerd door de financiering van een 5-jarig programma van een alliantie van maatschappelijke organisaties met EUR 35 miljoen. Daarnaast zijn via het Fonds Bestrijding Kinderarbeid diverse bedrijven ondersteund om kinderarbeid uit hun handelsketens te bannen en spande Nederland zich met onder meer ILO en UNICEF in om met overheden de grondoorzaken van kinderarbeid aan te pakken.

Het respecteren van mensenrechten door overheden en bedrijven is een mondiale verplichting vanuit de UN Guiding Principles on Business and Human Rights. Ter versterking van deze agenda is Nederland eind 2019 gestart met de herziening van het Nationaal Actieplan mensenrechten en bedrijfsleven (NAP). Ook heeft Nederland zich wederom proactief ingezet voor een gezamenlijke positie en EU-mandaat voor het bindende instrument Mensenrechten & Bedrijfsleven waar in VN-verband over wordt gesproken. In dat verband heeft Nederland ook gepleit voor de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, bedrijven en vakbonden bij de onderhandelingen.

IMVO werd verder verankerd in de uitvoering van de dienstverlening door RVO en de posten, ook in relatie tot de deelname van bedrijven aan economische missies. Conform Regeerakkoord werd een evaluatie van het huidige IMVO-beleid opgezet, om eind 2020 hoofdlijnen voor toekomstig IMVO-beleid te presenteren. Nederland zette zich binnen de EU in voor een Europese aanpak van IMVO, waarbij nauw werd samengewerkt met onder meer Frankrijk, Finland, aankomend EU-voorzitter Duitsland.

De convenanten sierteelt, metaal en natuursteen werden getekend, waarmee er eind 2019 tien IMVO-convenanten operationeel waren. Voor windenergie werd een intentieverklaring getekend. Het convenant Plantaardige Eiwitten werd ontbonden, nadat de doeleinden van dit convenant via alternatieve afspraken werden geborgd. Voor lopende convenanten werden voortgangsrapportages gepubliceerd. De externe evaluatie van de convenanten ging in 2019 van start. Het Fonds Verantwoord Ondernemen werd in maart 2019 opengesteld, onder meer ter ondersteuning van de uitvoering van de convenanten. Voor de tweede openstelling van het Fonds in 2020 zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor ontsluiting van de kennis van maatschappelijke organisaties, zodat zij hun rol bij de implementatie van de IMVO-convenanten beter kunnen spelen.

Investeren in een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem

Het op regels gebaseerde mondiale handelssysteem kwam verder onder druk te staan. De crisis in de Wereldhandelsorganisatie WTO verdiepte zich; het beroepslichaam van de WTO stopte in december noodgedwongen met functioneren. De terugval op bilaterale, op macht gebaseerde onderhandelingen leidde tot oplopende handelsfricties tussen de VS, China en de EU. Nederland zette zich in EU-verband in voor behoud en verdieping van het multilaterale handelssysteem.

De bilateraal handelsakkoorden van de EU met Japan en Singapore werden van kracht, de EU tekende een handelsakkoord en investeringsbeschermingsakkoord met Vietnam en er werd politieke overeenstemming bereikt met Mercosur over een handelsakkoord, als onderdeel van een breder associatieakkoord. De handelsakkoorden bevatten een apart hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling, met aandacht voor sociale en ecologische duurzaamheid (klimaat) en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De EU startte een geschillenbeslechtingsprocedure onder het handelsakkoord met Zuid Korea, omdat Zuid Korea afspraken over handel en duurzame ontwikkeling niet nakomt. In Nederland vonden consultaties plaats met bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld en kennisinstellingen over het beleid ten aanzien van handel en gender.

De modernisering van Nederlandse investeringsakkoorden op basis van een nieuwe modeltekst ging in 2019 van start. Met Ecuador, Argentinië en Burkina Faso vond een eerste, verkennend gesprek plaats. Nederland liet een studie uitvoeren naar de mogelijkheden voor bijstand bij investeringsgeschillen voor ontwikkelingslanden en het MKB. Nederland heeft ook actief bijgedragen aan verkennende gesprekken binnen de WTO over een investeringsfacilitatieakkoord.

De export van kritische technologie kwam in 2019 hoog op de beleidsagenda, met de vraag hoe ongewenste overdracht tegengegaan kan worden. Binnen de exportcontroleregimes bleef Nederland een gewaardeerd en actief speler, die zo de Nederlandse lijn effectief wist uit te dragen. De langlopende herziening van de dual use-verordening (controle op de uitvoer, tussenhandel en doorvoer van producten voor zowel militair als civiel gebruik) kwam in een nieuwe fase met het vaststellen van een Raadspositie en het starten van de triloog tussen de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie.

Licence