De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:
– het Kapittel der Militaire Willems-Orde en het Kapittel voor de Civiele Orden faciliteert en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;
– zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken gemeenten;
– zorgt dat door het Koninkrijk der Nederlanden koninklijk onderscheiden personen in registers worden opgenomen.
Kapittel der Militaire Willems-Orde
Het Kapittel der Militaire Willems-Orde doet onderzoek naar en adviseert de minister van Defensie over de voordrachten voor benoeming of bevordering in of ontslag uit de Orde. Daarnaast houdt het registers aan voor elk der vier klassen van ridders alsmede de aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.
Kapittel voor de Civiele Orden
Het Kapittel voor de Civiele Orden beoordeelt de voordrachten voor een Koninklijke onderscheiding in de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau. Tevens beoordeelt het voordrachten voor de Erepenning Menslievend Hulpbetoon. Uit de beoordeling volgt een advies aan de minister die het aangaat. Daarnaast geeft het Kapittel voorlichting over de werking van het decoratiestelsel.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
Er zijn in 2024 geen bijzonderheden te melden.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 6.715 | 5.571 | 4.880 | 5.287 | 6.139 | 6.211 | ‒ 72 |
Uitgaven | 6.801 | 5.337 | 5.264 | 5.703 | 5.518 | 6.211 | ‒ 693 |
Institutionele inrichting | |||||||
Apparaat | 5.080 | 3.668 | 3.476 | 3.562 | 3.861 | 4.167 | ‒ 306 |
Materiële uitgaven | |||||||
Decoraties | 1.720 | 1.669 | 1.788 | 2.141 | 1.657 | 2.039 | ‒ 382 |
Riddertoelagen | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 | ‒ 5 |
Ontvangsten | 439 | 390 | 352 | 346 | 386 | 199 | 187 |
2024 | |
---|---|
Totaal apparaat | 3.861 |
waarvan personeel | 2.579 |
Eigen personeel | 2.141 |
Externe inhuur | 438 |
Overig personeel | 0 |
waarvan materieel | 1.282 |
ICT | 454 |
Bijdrage aan SSO's | 313 |
Overig | 515 |
Uitgaven
Institutionele inrichting
Apparaat
Het budget op apparaat was bij de begroting circa € 4,1 mln. Gedurende het jaar is circa € 0,3 mln. aan de begroting toegevoegd. Dit betreft de eindejaarsmarge en de Loon- en prijsontwikkeling. De onderuitputting ad € 0,6 mln. op apparaat heeft te maken met een opgelopen vertraging voor het verder verbeteren van de ICT-infrastructuur en ook hebben vacatures lang(er) open gestaan.
Materiële uitgaven
Decoraties
De uitgaven voor decoraties hebben betrekking op ingekochte versierselen en toebehoren (zoals verpakkingen en oorkondes). In 2024 is een Europese aanbesteding voor het vervaardigen en leveren van Koninklijke onderscheidingen afgerond en in werking getreden. Het budget op decoraties bij de begroting was circa € 2 mln. De onderuitputting is ontstaan doordat er minder staatsbezoeken in 2024 geweest zijn waarbij er sprake is van decoratie-uitwisseling.
Riddertoelagen
Aan de in leven zijnde Ridders Militaire Willems-Orde, de weduwen/weduwnaars van de Ridders Militaire Willems-Orde of de minderjarige kinderen van Ridders Militaire Willems-Orde wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd. Daar er nog maar weinig weduwen/weduwnaars in leven zijn, wordt er minder uitgekeerd dan voorheen.
Ontvangsten
Er zijn in 2024 meer borgsommen ontvangen voor het voor onbepaalde tijd in bruikleen houden van Koninklijke onderscheidingen door gedecoreerden of erven van gedecoreerden dan was begroot.