Base description which applies to whole site

3. DE BELEIDSARTIKELEN

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

11 Goed functionerende economie en markten

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

229 064

228 214

– 4 843

223 371

Uitgaven

232 037

231 187

6 780

237 967

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

88,2%

 

97%

         

Programma-uitgaven

220 795

219 945

6 374

226 319

11.1 Optimale marktordening en mededinging bevorderen

27 682

24 182

2 333

26 515

11.3 Goede en betrouwbare netwerken en markten voor telecommunicatie- en post

11 975

11 975

975

12 950

11.4 Voorzien in maatschappelijk behoefte aan statistieken

181 138

183 788

3 066

186 854

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten

11 242

11 242

406

11 648

Toezicht Agentschap Telecom

5 795

5 795

236

6 031

Agentschap Telecom

5 447

5 447

75

5 522

Bijdrage DG ETM aan Agentschap NL

   

95

95

         

Ontvangsten

55 200

71 765

6 122

77 887

Ontvangsten NMa

   

4 400

4 400

High Trust

31 100

31 100

 

31 100

Diverse ontvangsten

24 100

40 665

1 722

42 387

Toelichting op de verplichtingen

De verplichtingen worden met in totaal € 4,8 mln verlaagd. Dit is het saldo van enerzijds verlagingen (€ 11,1 mln), met name als gevolg een technische neerwaartse correctie op het beschikbare verplichtingenbudget voor de baten-lastendiensten, omdat opdrachten aan deze diensten niet meer in jaar t-1 maar in jaar t zullen worden verstrekt en dus gecommitteerd. Anderzijds wordt een aantal verhogingen voorgesteld (€ 6,3 mln) die samenhangen met uitgavenmutaties. De uitgavenmutaties worden hieronder toegelicht.

Toelichting op de programma-uitgaven

De verhoging van de programma-uitgaven met totaal € 6,4 mln wordt met name veroorzaakt door verdeling van de loon- en prijsbijstelling, van derden verkregen bijdragen aan PIANOo voor de uitvoering van opdrachten en bijdragen van andere departementen voor de uitvoering van verschillende programma’s.

Operationele Doelstelling 11.4 Voorzien in maatschappelijk behoefte aan statistieken

De ophoging van € 3,1 mln bij het CBS wordt met name veroorzaakt door verdeling van de loon- en prijsbijstelling en de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie in verband met uitvoering van de Veiligheidsmonitor.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten vallen naar verwachting € 6,1 mln hoger uit dan oorspronkelijk begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) dit jaar aan niet-geraamde opbrengsten € 4,4 mln ontvangt uit hoofde van in het verleden opgelegde bouwfraudeboetes.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

12 Een sterk innovatievermogen

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

708 454

698 830

7 123

705 953

Uitgaven

814 158

820 398

– 10 775

809 623

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

99%

 

100%

         

Programma-uitgaven

748 333

755 165

– 21 974

733 191

12.1 Bevorderen van publiek/private kennisontwikkeling voor topsectoren en maatschappelijke vraagstukken

583 155

590 656

– 21 477

569 179

12.2 Meer bedrijven die meer (technologische) kennis ontwikkelen, delen en benutten

165 178

164 509

– 497

164 012

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten

65 825

65 233

11 199

76 432

Bijdrage aan Agentschap NL

65 825

65 051

11 199

76 250

Bijdrage aan Agentschap Telecom

 

182

 

182

         

Ontvangsten

45 172

45 172

10 162

55 334

Diverse ontvangsten

1 588

1 588

12 832

14 420

Ontvangsten luchtvaartkredietregeling

199

199

1 330

1 529

Ontvangsten Technische ontwikkelingsprojecten

10 000

10 000

– 6 000

4 000

Ontvangsten Rijksoctrooiwet

29 212

29 212

2 000

31 212

Ontvangsten innovatiekredieten

2 118

2 118

 

2 118

Ontvangsten Eurostars

2 055

2 055

 

2 055

Toelichting op de verplichtingen

De mutatie op de verplichtingen van per saldo € 7,1 mln bestaat met name uit:

  • Een ophoging van het Innovatiefonds met € 35 mln. Dit budget wordt beschikbaar gesteld voor het nieuwe Fund-of-funds. Fund-of-funds is een initiatief dat speciaal is gericht op snelgroeiende innovatieve bedrijven en dat beoogt deze bedrijven sneller toegang te verschaffen tot risicokapitaal. Via een bijdrage uit het Fund-of-Funds kunnen nieuwe investeringsfondsen worden gestart.

  • Een ophoging van de bijdrage aan het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) met € 30 mln. Met het penvoerderschap is ook de verplichting naar EZ overgekomen van I&M om te zorgen dat het NLR zijn huisvesting weer op aanvaardbaar peil kan brengen. Daartoe is in de periode 2012–2015 een bedrag van circa € 55 mln nodig. NLR is niet in staat dit bedrag in z'n geheel te lenen, omdat banken terughoudend zijn met vastgoedfinanciering. Met de bijdrage van EZ aan NLR kan een eigen inbreng gedaan worden, waardoor banken bereid zijn te financieren (en vanwege het verminderde risico) tegen lagere financieringslasten.

  • Een verlaging van het budget met € 11,9 mln omdat de opdracht aan Deltares niet meer in 2012, maar in 2013 verstrekt zal worden.

  • Het verlagen van het budget voor bijdrage aan Agentschap NL met € 46 mln. Met ingang van 2012 wordt de opdracht aan Agentschap NL niet meer voorafgaand aan het uitvoeringsjaar verstrekt maar aan het begin van dat jaar.

Toelichting op de programma-uitgaven

Operationele Doelstelling 12.1 Bevorderen van publiek/private kennisontwikkeling voor topsectoren en maatschappelijke vraagstukken

De verlaging van het budget met € 21,5 mln bestaat met name uit:

  • Een ophoging voor de renovatie huisvesting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) (€ 5 mln): zie toelichting onder verplichtingmutaties.

  • Een ophoging van het Ruimtevaartbudget (€ 12,8 mln). In verband met het opheffen van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR) worden de liquide middelen van het NIVR aan de begroting toegevoegd. Deze middelen worden onder andere ingezet voor het Ozone Monitoring Instrument.

  • Een verlaging van het budget voor Eurekaclusterprojecten, IPC’s en Eurostars (– € 11,3 mln): de verplichting voor de Eurekaclusterprojecten wordt pas op het eind van het jaar aangegaan. Dit resulteert in een vertraging van de kasuitgaven. Ook is vertraging opgetreden in de betalingen voor de Innovatie Prestatie Contracten (IPC’s) en Eurostars. Naar verwachting komen deze middelen in 2013 tot uitbetaling.

  • Een verlaging van het budget voor de Luchtvaartkredietfaciliteit (– € 12,7 mln). De betalingen op de onder de Luchtvaartkredietregeling verstrekte kredieten hebben vertraging opgelopen, het huidige budget wordt daarom naar beneden bijgesteld. Omdat deze middelen niet-relevant zijn voor het EMU saldo kunnen ze niet elders op de begroting worden ingezet.

  • Een verlaging van het budget voor het Innovatiefonds (Seed-regeling – € 9 mln). Er zijn in 2011 minder verplichtingen aangegaan dan oorspronkelijk geraamd, als gevolg hiervan is het beroep op de hiervoor geraamde kasmiddelen ook lager.

  • Een verlaging op het budget van de Innovatieprogramma’s (BE-Basic – € 5 mln). Er worden op deze projecten in 2012 minder betalingen verricht dan geraamd als gevolg van vertraging in de opstart van deze projecten.

Bijdragen aan baten-lastendiensten

De verhoging van de bijdrage aan Agentschap NL (€ 11,2 mln) wordt met name veroorzaakt door aanvullende opdrachten, waaronder de uitvoering van de Research & Development Aftrek regeling.

Toelichting op de ontvangsten

Ontvangstentegenvaller Technische Ontwikkelingsprojecten: de raming van de ontvangsten voor Technische Ontwikkelingsprojecten wordt verlaagd met € 6 mln. De ontvangsten zijn afhankelijk van het commerciële succes van de projecten en daardoor lastig in te schatten. Gezien de ontvangsten tot nu toe wordt de oorspronkelijke raming van € 10 mln niet gehaald.

Diverse ontvangsten: dit betreft de onder de uitgavenmutaties toegelichte mutatie op het Ruimtevaartbudget van € 12,8 mln.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

13 Een excellent ondernemingsklimaat

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

1 974 577

2 375 956

81 848

2 457 804

Waarvan garantieverplichtingen

1 876 250

2 253 949

– 57 330

2 196 619

Uitgaven

242 178

304 514

64 343

368 857

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

94%

 

98%

         

Subsidies(-regelingen):

185 727

231 999

48 217

280 216

– BMKB (garantie)

33 459

73 459

57 000

130 459

– Groeifinancieringsfacilitieit (garantie)

20 000

19 679

– 10 000

9 679

– Garantie Ondernemingsfinanciering (garantie)

51 000

50 000

 

50 000

– Borgstelling Scheepsnieuwbouw (garantie)

10 000

10 000

 

10 000

– Valorisatie / SKE*

21 366

17 266

– 900

16 366

– Bevorderen ondernemerschap

3 930

4 587

2 009

6 596

– Onderwijs en ondernemerschap

8 813

8 769

– 1 700

7 069

– Microfinanciering

2 200

2 200

– 1 900

300

– Programma Biobased Economy

9 810

14 087

63

14 150

– Actieplan veilig ondernemen

3 000

6 253

2 000

8 253

– Beroepsonderwijs in bedrijf*

6 524

6 319

 

6 319

– Innovatieregeling scheepsbouw*

1 400

5 183

2 317

7 500

– BSRI*

13 725

13 725

– 200

13 525

– BBH-regeling

500

472

– 472

 
         

Opdrachten:

35 319

36 883

2 223

39 106

– Onderzoek & ontwikkeling

1 588

838

2 000

2 838

– ICT & MKB

519

519

 

519

– PRIMA

17 993

16 352

683

17 035

– ICT flankerend beleid

7 693

7 693

5 200

12 893

– Beleidsvoorbereiding en evaluaties

2 826

6 951

– 5 625

1 326

– Opdrachten Logius

2 200

2 200

 

2 200

– Regiegroep Regeldruk/ACTAL

2 500

2 330

– 35

2 295

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten:

2 167

9 927

478

10 405

Bijdrage aan Agentschap NL

2 167

9 927

478

10 405

         

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties:

18 965

25 705

13 425

39 130

– Bijdrage NBTC

14 959

16 959

– 1 746

15 213

– Bijdrage UNWTO

233

233

 

233

– Bijdragen aan instituten

3 773

6 073

101

6 174

– Bijdrage aan Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen

 

2 440

15 070

17 510

         

Ontvangsten

105 811

106 052

– 9 375

96 677

– Borgstelling Scheepsnieuwbouw

10 000

10 000

 

10 000

– BMKB

25 230

25 230

 

25 230

– Groeifinancieringsfacilitieit

16 000

16 000

– 8 000

8 000

– Garantie Ondernemingsfinanciering

51 000

51 000

 

51 000

– Joint Strike Fighter

2 255

2 255

– 1 375

880

– Diverse ontvangsten

1 326

1 567

 

1 567

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van het verplichtingbudget van € 81,9 mln bestaat met name uit:

  • Om de opdracht aan de Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen in 2012 te kunnen verstrekken is € 148,1 mln aan verplichtingbudget nodig.

  • BMKB € 30 mln: zie toelichting op de subsidiemutaties.

  • Het verlagen van het budget voor de Groeifinancieringsfaciliteit met € 85 mln: zie toelichting op de subsidiemutaties.

  • Het verlagen van het budget voor bijdrage aan Agentschap NL met € 12 mln. Met ingang van 2012 wordt de opdracht aan Agentschap NL niet meer voorafgaand aan het uitvoeringsjaar verstrekt maar aan het begin van dat jaar.

Toelichting op de subsidies

De verhoging van het budget met € 48,2 mln wordt met name veroorzaakt door:

  • Een ophoging met € 57 mln van het budget voor de BMKB. Als gevolg van de verslechtering van het economisch klimaat leiden in het verleden afgegeven garanties tot meer schadebetalingen dan eerder geraamd (€ 27 mln), hiernaast wordt voor toekomstige niet geraamde schadebetalingen € 30 mln in de interne begrotingsreserve voor de BMKB gestort, dit leidt tevens tot een ophoging van het verplichtingbudget met € 30 mln.

  • Een verlaging van het budget voor de Groeifinancieringsfaciliteit met € 10 mln. De Groeifinancieringsfaciliteit richt zich op het buffervermogen van bedrijven. Door de achterblijvende benutting van de Groeifinancieringsfaciliteit ten opzichte van de ramingen wordt het budget verlaagd. Verplichtingen – € 85 mln, kas – € 10 mln en ontvangsten – € 8 mln.

Toelichting op de bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen: Dit betreft de bijdrage van EZ aan de Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen om aan de eerste financieringsbehoefte te voldoen.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

360 586

2 158 519

151 256

2 309 775

Uitgaven

1 337 643

1 331 423

– 183 480

1 147 943

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

93%

 

99%

         

Programma-uitgaven

1 310 628

1 294 199

– 192 045

1 102 154

14.1 Optimale ordening en werking van de energiemarkten in de Noord-West Europese context

       

14.2 Bevorderen van de voorzieningszekerheid

96 866

96 766

– 2 325

94 411

14.3 Bevorderen van een duurzame en veilige energievoorziening

1 213 762

1 197 433

– 189 720

1 007 713

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten

27 015

37 224

8 565

45 789

Agentschap NL

26 626

37 224

7 969

44 804

NVWA

389

 

596

985

         

Ontvangsten

12 249 911

11 879 911

295 511

12 175 422

COVA

93 000

93 000

– 4 000

89 000

SDE+

       

Aardgasbaten

12 100 000

11 750 000

300 000

12 050 000

Diverse ontvangsten

56 911

36 911

– 489

36 422

Toelichting op de verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 14 wordt met totaal € 151,3 mln verhoogd. Dit is het saldo van een aantal verhogingen en verlagingen:

  • Verhoging van het garantieplafond ten behoeve van de stichting COVA (€ 140 mln). Per 1 april j.l. heeft de stichting COVA een nieuwe, hogere voorraadverplichting opgelegd gekregen teneinde aan internationale verplichtingen te kunnen voldoen. Met het oog op de noodzakelijke aankopen die stichting COVA moet doen om aan deze nieuwe voorraadverplichting te voldoen en de geschatte financieringsbehoefte voor de loop van de tweede helft van 2012 wordt het kredietplafond voor de stichting COVA verhoogd naar € 1,465 mld.

  • Temporisatie kernenergie (– € 9,1 mln). Eind januari hebben Delta en RWE/Essent (voorheen Energy Resources Holding) aan EL&I gemeld voorlopig geen vergunning aan te vragen voor de bouw van een nieuwe kerncentrale. Een deel van de gereserveerde verplichtingenruimte voor de beoordeling en afwikkeling van de vergunningaanvraag hoeft daarom niet in 2012 ingezet te worden.

  • Temporisatie verplichtingen topsectorenbeleid (– € 43,25 mln). In 2012 zullen door vertragingen naar verwachting minder projecten in het kader van het topsectorenbeleid worden aangegaan dan aanvankelijk verwacht. Het verplichtingenbudget wordt daarom verlaagd.

  • Niet-benutte verplichtingenruimte Green Deal (– € 37 mln). Een deel van het verplichtingenbudget voor de Green Deals dat was gereserveerd voor garantstellingen wordt in 2012 niet benut. Er zijn in 2012 door partijen nog onvoldoende concrete projectplannen ingediend. Bij Voorjaarsnota 2013 zal in samenhang met het meerjarige Green Deal budget worden bezien in hoeverre aanvullende verplichtingenruimte moet worden opgevoerd voor garantstellingen en welke kasmiddelen hier voor moeten worden vrijgemaakt.

  • Verdere verhoging van de beschikbare voorziening van ECN voor de kosten van het ruimen van historisch radioactief afval (€ 10 mln). Bij Voorjaarsnota 2012 is de betreffende voorziening van ECN met € 25 mln verhoogd. Thans blijkt dat de kosten sterker kunnen oplopen dan aanvankelijk gedacht onder meer vanwege verdere uitloop van het project, afvoer van meer vaten hoog radioactief afval dan voorzien en tegenvallers bij de Europese aanbesteding van de ompakinstallaties. Mede gelet op de grote onzekerheidsmarge wordt aanvullend € 10 mln vrijgemaakt.

  • Verhoging verplichtingenruimte SDE+ (€ 149 mln). Uit 2011 wordt € 125 mln aan verplichtingenruimte doorgeschoven omdat niet alle aanvragen tijdig in 2011 behandeld konden worden. Deze aanvragen zijn in 2012 alsnog afgewikkeld. Daarnaast wordt € 24 mln aan verplichtingenruimte aan de SDE+ toegevoegd en beschikbaar gesteld ten behoeve van topsectoren.

  • Temporisatie verplichtingenbudget project Pallas (– € 8,1 mln). De nieuwe organisatie die belast wordt met de realisatie van Pallas is nog niet opgericht, bovendien moet voor het verstrekken van een financiële bijdrage eerst goedkeuring van de Europese Commissie inzake staatssteun zijn verkregen. Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, zal het benodigde verplichtingenbudget voor het project Pallas weer worden opgeboekt en zal voor de benodigde kasdekking worden gezorgd.

  • Een technische correctie op het verplichtingenbudget (– € 35,2 mln) dat beschikbaar is voor de baten-lastendiensten (Agentschap NL en NVWA) omdat opdrachten aan de baten-lastendiensten administratief niet meer in jaar t-1 maar in jaar t zullen worden vastgelegd.

  • Overige verlagingen die samenhangen met de mutaties op de uitgaven (– € 12 mln), bestaande uit verlaging van de verplichtingenruimte behorend bij de doorsluis van ontvangen voorraadheffingen naar de stichting COVA (– € 4 mln) en overboeking van de financiële bijdragen van EL&I ten behoeve van Green Deals naar Gemeente- Provincie- en BTW-compensatiefonds (– € 7,9 mln).

Toelichting op de programma-uitgaven

Operationele Doelstelling 14.3 Verduurzaming van de energiehuishouding

Het budget van deze Operationale doelstelling wordt met totaal € 189,7 mln neerwaarts bijgesteld. Deze bijstelling is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

Kernenergie

Eind januari 2012 hebben Delta en RWE/Essent (voorheen Energy Resources Holding/ERH) aan EL&I gemeld voorlopig geen vergunning aan te vragen voor de bouw van een nieuwe kerncentrale. Een deel van de gereserveerde kasruimte voor de beoordeling en afwikkeling van de vergunningaanvraag hoeft daarom niet in 2012 ingezet te worden (€ 6 mln). Mutatie betreft het doorschuiven van kasruimte naar latere jaren. In latere jaren zullen de beschikbare middelen voor kernenergie ingezet worden voor veiligheid en monitoring rondom bestaande installaties, onder andere het ontwikkelen van een robuust kader voor nucleaire inrichtingen met up to date veiligheidseisen waarin de lessen uit Fukushima worden meegenomen.

Temporisering Joint Implementation

In 2012 zullen de openstaande verplichtingen Joint Implementation naar verwachting niet geheel tot uitbetaling komen (€ 19,6 mln) vanwege vertragingen en het niet doorgaan van projecten.

Carbon Capture en Storage

Voor 2012 was een voorschot voorzien voor het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD)-project (€ 63,8 mln). Voor dit project is nog geen definitieve go/no go beslissing genomen, de betalingen zullen naar verwachting in latere jaren plaatsvinden.

Uitvoeringskosten energie-innovatie

In relatie tot het definitieve opdrachtenpakket aan Agentschap NL is bij de ontwerpbegroting 2012 onvoldoende budget overgeheveld vanuit de programmagelden energie-innovatie om de uitvoeringskosten te dekken (€ 6,4 mln). Daarom wordt de bijdrage aan Agentschap NL ten behoeve van de uitvoeringskosten voor energie-innovatie verhoogd ten laste van het programmabudget binnen artikel 14.

Financiële bijdragen Green Deals naar Provincie-, Gemeente- en BTW-compensatiefonds

De financiële bijdragen van het Ministerie van EL&I die zijn toegezegd in Green Deals met gemeenten (Amsterdam en Rotterdam) en provincies (Flevoland, Groningen, Drenthe, Limburg, Noord-Brabant, Zeeland) worden overgeboekt naar het Provinciefonds en Gemeentefonds. Deze bijdragen (€ 7,9 mln) zullen via de decentralisatie-uitkeringen aan gemeenten en provincies worden toegekend. Omdat een deel van deze bijdragen zal worden besteed aan activiteiten waar BTW-plicht op rust, wordt een deel van de financiële bijdrage naar het BTW-compensatiefonds overgeboekt.

Wijziging uitfinanciering MEP/SDE en kasschuif MEP/SDE

De betalingen op lopende beschikkingen voor de MEP/SDE-regeling vallen in de periode 2012–2016 circa € 300 mln lager uit dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door het niet tot betaling komen van een deel van de subsidieprojecten omdat deze geen doorgang vinden en door vertraging in de oplevering van SDE-projecten waardoor de uitfinanciering voor een deel (€ 8,5 mln) zal verschuiven van de jaren 2012–2017 naar 2018–2031. De vrijvallende middelen MEP/SDE worden aangewend voor het invullen van de taakstelling uit het Begrotingsakkoord 2013 in de eerste jaren en ter dekking van de financiële problematiek op de EL&I-begroting. Om de middelen in het juiste kasritme in te kunnen zetten wordt een – per saldo neutrale – kasschuif toegepast op de vrijvallende middelen MEP/SDE. Hiertoe is de raming van de MEP/SDE-middelen voor het jaar 2012 verlaagd ten gunste van latere jaren (€ 70,5 mln).

Overige mutaties

Overige mutaties betreffen verlagingen (€ 6,9 mln) als gevolg van onder andere compensatie van uitvoeringskosten van Staatstoezicht op de Mijnen, overhevelingen naar de bijdrage aan Agentschap NL (voor uitvoering van regeling zonnepanelen en Green Deals) en de NVWA (toezicht op bepalingen energielabels voor elektrische apparaten) en overheveling naar artikelonderdeel 14.2 vanwege beperking van de stijging van energieprijzen op Bonaire en verhogingen als gevolg van de verdeling van de loon- en prijsbijstelling.

Toelichting op de bijdragen aan baten-lastendiensten

De bijdrage aan baten-lastendiensten wordt met € 8,6 mln verhoogd. Dit houdt met name verband met een ophoging van de bijdrage aan Agentschap NL ten behoeve van de uitvoeringskosten voor energie-innovatie (€ 6,4 mln), voor Green Deals (€ 1,0 mln) en voor de regeling zonnepanelen (€ 0,5 mln). Tevens wordt de bijdrage aan de NVWA opgehoogd met € 0,6 mln in verband met uitvoeringskosten voor toezicht op de bepalingen betreffende energielabels voor elektrische apparaten.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten uit hoofde van de voorraadheffing COVA vallen naar verwachting € 4 mln lager uit dan geraamd als gevolg van een lagere heffingsgrondslag.

De raming voor de aardgasbaten is opwaarts bijgesteld met € 300 mln naar aanleiding van een hoger verwacht productievolume en een gunstige commerciële ontwikkeling bij de verkoop van Nederlands aardgas.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

15 Een sterke internationale concurrentiepositie

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

109 262

98 948

– 56 935

42 013

Uitgaven

132 664

135 029

– 15 943

119 086

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

88,8%

 

95,7%

         

Programma-uitgaven

82 749

85 034

– 11 627

73 407

15.1 Bevorderen van vrij internationaal handelsverkeer en versterken van de mondiale economische rechtsorde, met aandacht voor maatschappelijke verantwoordelijkheid

9 164

10 687

9 508

20 195

15.2 Bevorderen van goede beleidskaders gericht op het versterken van het concurrentievermogen en de interne markt van de EU

137

137

 

137

15.4 Gericht ondersteunen van de internationalisering van het Nederlandse bedrijfsleven, aantrekken van hoogwaardige buitenlandse investeringen, versterken van het draagvlak voor globalisering en bijdragen aan duurzame ontwikkeling, onder andere voedselzekerheid en water

73 448

74 210

– 21 135

53 075

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten

49 915

49 995

– 4 316

45 679

Bijdrage Agentschap NL

49 915

49 995

– 4 316

45 679

         

Ontvangsten

11 815

8 463

 

8 463

Gemengde kredieten

681

681

 

681

Package4growth

10 000

6 648

 

6 648

Diverse ontvangsten

1 134

1 134

 

1 134

Toelichting op de verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen met € 56,9 mln houdt verband met mutaties voor de volgende onderwerpen:

Bijdrage voor de uitvoeringskosten van het Agentschap NL

Een technische correctie op het verplichtingenbudget (– € 42,9 mln) dat beschikbaar is voor de baten-lastendiensten omdat opdrachten aan de baten-lastendiensten administratief niet meer in jaar t-1 maar in jaar t zullen worden verstrekt.

Co-investeringsfaciliteit China en India/Package4Growth

Vanwege vertraging in de uitvoering van projecten wordt het verplichtingenbudget verlaagd met € 10,2 mln. Een nadere toelichting is opgenomen onder de programma-uitgaven (onder Operationele Doelstelling 15.4).

Overig

Daarnaast wordt de verplichtingenraming van het instrument Starters International Business naar beneden bijgesteld met name om deze in overeenstemming te brengen met de beschikbare kas (€ 3,9 mln).

Toelichting op de programma-uitgaven

Operationele Doelstelling 15.1 Bevorderen van vrij internationaal handelsverkeer

(Inter)nationale contributies

De verhoging op dit artikelonderdeel is met name het gevolg van een administratieve verschuiving binnen dit artikel, omdat de raming van de uitgaven voor de (inter)nationale contributies, die voorheen op artikelonderdeel 15.4 stond, voortaan op dit artikelonderdeel plaatsvindt.

Operationele Doelstelling 15.4 Internationalisering Nederlandse bedrijfsleven

Economische samenwerking Programma Samenwerking Oost-Europa (PSO)/Overige Programmatische Aanpak

Voor deze projecten wordt het kasbudget verhoogd met € 6,1 mln vanwege uitfinanciering van in voorgaande jaren aangegane verplichtingen. Deze uitfinanciering was oorspronkelijk geraamd voor voorgaande jaren, maar vindt niet eerder plaats dan in 2012 met name als gevolg van een ingediende beroepszaak.

Co-investeringsfaciliteit China en India/Package4Growth

Het bestaande instrument Package4Growth is in 2012 voor het non-ODA gedeelte omgezet in het instrument Finance for International Business (FIB). Vertraging in de uitwerking van het nieuwe instrumentarium heeft er voor gezorgd dat publicatie in de Staatscourant in juli 2012 heeft plaatsgevonden en de definitieve opdracht aan AgNL in september 2012. Hierdoor is ook vertraging in de uitvoering opgetreden. Vanwege deze vertraging in de uitvoering van projecten wordt het kasbudget verlaagd met € 18,6 mln.

(Inter)nationale contributies

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar Operationele Doelstelling 15.1 «Bevorderen van vrij internationaal handelsverkeer».

Toelichting op de bijdragen aan baten-lastendiensten

De verlaging van het kasbudget met per saldo € 4,3 mln vindt plaats naar aanleiding van een ramingsbijstelling op grond van het verwachte opdrachtenpakket 2012 en een toegekende prijsbijstelling.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

538 652

599 525

178 185

777 710

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

555 985

587 023

33 015

620 038

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

80,9%

 

97%

         

Programma-uitgaven

367 705

374 725

15 700

390 425

16.1 Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij

97 177

99 466

17 367

116 833

16.2 Borgen voedselveiligheid en -kwaliteit

14 276

15 342

– 2 206

13 136

16.3 Plant- en diergezondheid

26 769

29 478

– 4 651

24 827

16.4 Kennisontwikkeling en innovatie ten behoeve van het groene domein

183 852

184 079

7 322

191 401

16.5 Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

45 631

46 360

– 2 132

44 228

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten

188 280

212 298

17 315

229 613

Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit

93 336

100 941

23 819

124 760

Dienst Regelingen

83 748

98 206

– 4 914

93 292

Agentschap NL

4 038

5 911

– 1 628

4 283

Dienst Landelijk Gebied

172

254

2

256

Rijksrederij

6 986

6 986

36

7 022

         

Ontvangsten

336 897

340 478

– 42 654

297 824

Douanerechten op landbouwproducten

302 999

302 999

– 50 000

252 999

EU-ontvangsten

5 926

5 926

– 5 102

824

Bijdragen derogatie

4 500

4 500

 

4 500

Ontvangsten visserij

4 993

4 993

 

4 993

Ontvangsten leges

4 000

4 000

– 4 000

 

Interne begrotingsreserve

   

17 394

17 394

Sectorbijdrage I&R, art. 68

2 100

2 100

– 2 100

 

Overige ontvangsten

12 379

15 960

1 154

17 114

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen met € 178 mln houdt voor € 138 mln verband met een toevoeging voor garantieverplichtingen. Deze verhoging heeft voor € 80 mln betrekking op garantiefaciliteit Landbouw, voor € 50 mln op de garantiefaciliteit Landbouw Plus en voor € 8 mln op de garantiefaciliteit Visserij en betreft de budgettaire verwerking van de overheveling van taken van de Stichting Borgstellingsfonds naar het Rijk. De resterende verhoging hangt grotendeels samen met de uitgavenmutaties.

Toelichting op de programma-uitgaven

Operationele Doelstelling 16.1 Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij

De verhoging met € 17,4 mln houdt voornamelijk verband met de volgende mutaties:

  • Ten behoeve van meer uitgaven op het gebied van visserij onder andere op basis van de regelingen binnen het Europees Visserij Fonds (EVF) vindt verhoging plaats met € 6,8 mln. Compensatie vindt plaats vanuit de interne begrotingsreserve visserij. De nationale financiering behorend bij EVF-subsidies is in het verleden in één keer toegezegd en destijds in de begrotingsreserve visserij gestort. Jaarlijks wordt bezien hoeveel nationale financiering er benodigd is; deze wordt dan aan de begrotingsreserve onttrokken.

  • In 2012 vindt uitfinanciering plaats van de openstellingen van de investeringsregeling duurzame stallen. Op grond hiervan wordt het uitgavenbudget verhoogd met € 3,6 mln. Compensatie vindt plaats vanuit de interne begrotingsreserve landbouw binnen artikel 16. Het betreft hier de uitfinanciering op de openstellingen 2009, 2010 en 2011.

  • Gezien de te verwachten uitkeringen op verliesdeclaraties Garantstelling Landbouw vindt verhoging plaats van de uitgavenraming met € 8,5 mln.

  • Aangezien de kosten voor de uitvoering van het nieuwe mestbeleid lager zijn uitgevallen dan gepland vindt verlaging plaats met € 3,8 mln.

  • In 2012 vindt nog uitfinanciering plaats van de openstellingen 2009 en 2010 van de regeling gecombineerde luchtwassers. Op grond hiervan vindt plaats met € 1,8 mln met compensatie vanuit de begrotingsreserve landbouw.

Operationele Doelstelling 16.3 Plant- en diergezondheid

De verlaging met € 4,7 mln houdt voornamelijk verband met de volgende mutaties:

  • Als gevolg van lagere uitgaven op het gebied van crisisorganisatie dierziekten en op het gebied van dierenwelzijn van gezelschapsdieren en dierenwelzijn van landbouwhuisdieren vindt verlaging plaats met € 2,7 mln.

  • Voor de uitvoering door de Dienst Landbouwkundig Onderzoek van onderzoeksprojecten op het gebied van de diagnostiek met betrekking tot het Schmallenbergvirus vindt verlaging plaats met € 1,7 mln. Deze middelen worden verantwoord op Operationele Doelstelling 16.4.

  • Vanuit EL&I wordt € 1 mln overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Financiën, onderdeel Douane ten behoeve van controles op dierziekten.

  • De ministeries van I&M, SZW en VWS dragen jaarlijks bij aan de kosten van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB). Dit leidt tot een verhoging van de raming van artikel 16 met € 0,6 mln.

Operationele Doelstelling 16.4 Kennisontwikkeling en innovatie ten behoeve van het groene domein

De verhoging met € 7,3 mln houdt verband met de volgende mutaties:

  • Er vindt verhoging plaats met € 5,1 mln voor de uitvoering van diverse onderzoeksprojecten door Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) op het gebied van onder mestbeleid, gewasbescherming, vaccinontwikkeling, dierenwelzijn en visserij.

  • Een verhoging met € 1,6 mln houdt verband met een extra termijnbetaling ten gunste van 2013 op een programma vaccinimpuls uitgevoerd door de Universiteit van Utrecht. Dit programma richt zich op ontwikkelen van vaccins tegen zoönosen.

  • De toegekende loon- en prijsbijstelling op dit onderdeel bedraagt € 1,3 mln.

  • Er vindt een verlaging plaats met € 0,6 mln op grond van een budgetoverheveling vanuit de begroting van EL&I naar I&M ten behoeve van de uitvoering van projecten door het technologische instituut Deltares. Dit instituut richt zich voornamelijk op rivierdelta’s, kustregio’s en riviergebieden.

Operationele Doelstelling 16.5 Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

De verlaging met € 2,1 mln hangt samen met de volgende mutaties:

  • Er is in 2012 sprake van correcties die Brussel aan Nederland heeft opgelegd, de zogenaamde apurementskosten. Deze worden geraamd op € 21 mln en zijn gebaseerd op ontvangen correctiebesluiten. Op de begroting is voor 2012 € 17,3 mln beschikbaar. Het restant van € 3,7 mln wordt aan de interne begrotingsreserve onttrokken en aan het uitgavenbudget toegevoegd. De belangrijkste correctie betreft een bedrag van € 14,5 mln op subsidiebetalingen vanwege het niet toepassen van de controles op het naleven van de randvoorwaarden op het gebied van dierenwelzijn, milieu en diergezondheid over de periode 2005 tot en met 2008 (cross compliance). Daarnaast zijn correcties opgelegd voor het niet toepassen van de controles voor de Bedrijfstoeslagregeling (BTR) over de periode 2007–2010 (€ 2,2 mln), agro-milieumaatregelen over de periode 2007–2009 (€ 2,1 mln), slachtpremies over de periode 2007–2008 (1,6 mln) en BSE-monitoring over de periode 2007–2008 (€ 0,5 mln). Om toekomstige correcties te voorkomen zijn in alle gevallen herstelmaatregelen uitgevoerd.

  • Hiertegenover staat een verlaging van medebewindskosten met € 4,6 mln ten gunste van 2013. Deze verlaging houdt verband met het feit dat de Europese Commissie heeft besloten het systeem van exportrestituties langer te handhaven dan voorzien.

  • Voorts vindt verlaging plaats van € 1,3 mln. Deze houdt hoofdzakelijk verband met minder uitgaven aan interventiekosten en projecten op het gebied van voedselzekerheid.

Toelichting op de bijdragen aan baten-lastendiensten

Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit

De bijdrage aan de NVWA wordt met € 21,4 mln verhoogd. Hiervan houdt € 11,4 mln verband met een bijdrage in het exploitatietekort van de NVWA over 2012. Zoals gemeld in de begroting 2013 komen de opbrengsten van de fusie vertraagd beschikbaar. Hierdoor is er sprake van hogere materiële en personele kosten (huisvesting, ICT en personele kosten ten gevolge van de fusie). Hierop is een maatregelenpakket gevormd. Onderdeel hiervan betreft de afkoop van huurcontracten van niet langer benodigde huisvesting. Ten behoeve van de hier aan verbonden kosten wordt de al bestaande voorziening ten behoeve van afstoot op de balans van de NVWA nu gevoed met € 10 mln.

Tenslotte wordt de bijdrage verhoogd met € 2,6 mln voor de loon- en prijsbijstelling 2012.

Dienst Regelingen

Bij begrotingsvoorbereiding 2012 is vorig jaar een desaldering verwerkt op de bijdrage van Dienst Regelingen ten behoeve van het bruto zichtbaar maken in de begroting van zowel de uitvoeringskosten als de ontvangsten inzake onder meer leges mest en leges Grondkamers. Hierbij is zowel de bijdrage verhoogd met € 6,1 mln als de ontvangstenbegroting. Deze desaldering blijkt onterecht en wordt derhalve weer teruggedraaid aangezien Dienst Regelingen deze ontvangsten in mindering brengt van de uitgaven en ook zodanig in de jaarrekeningen verwerkt.

Hiertegenover is de bijdrage verhoogd met € 1,1 mln voornamelijk in verband met de toegekende loon- en prijsbijstelling 2012.

Toelichting op de ontvangsten

Douanerechten op landbouwproducten

Als gevolg van de economische crisis in Europa is sprake van een afname van de hoeveelheid ingevoerde landbouwproducten. Dit leidt tot een verlaging op dit onderdeel van € 50 mln.

EU-ontvangsten

De lagere ontvangsten zijn het gevolg van lagere vergoedingen van de EU voor opslagkosten van interventievoorraden en lagere ontvangsten voor vervallen waarborgen bij exportrestituties.

Ontvangsten leges

Zie de toelichting bij Dienst Regelingen.

Interne begrotingsreserve

De onttrekkingen uit de interne begrotingsreserve hangen samen met de hogere uitgaven op Operationele Doelstelling 16.1. Het betreft hier de investeringsregeling duurzame stallen, visserijprojecten en de regeling gecombineerde luchtwassers (zie tevens de toelichting bij uitgaven Operationele Doelstelling 16.1). Voorts wordt € 3,7 mln aan de interne begrotingsreserve onttrokken aangezien de apurementskosten dit jaar hoger uitvallen. De toevoeging is verwerkt op de uitgaven onder Operationele Doelstelling 16.5.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

17 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

778 990

793 860

7 704

801 564

Uitgaven

780 891

772 740

6 564

779 304

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

98%

 

100%

         

Bekostiging:

695 595

694 807

7 002

701 809

Wageningen Universiteit

155 402

163 249

1 992

165 241

HBO-groen

66 198

76 618

1 273

77 891

MBO-groen

147 674

150 274

1 581

151 855

VOA

9 457

11 457

48

11 505

Wachtgelden

12 573

12 923

64

12 987

VMBO-groen

297 659

272 904

2 000

274 904

Aequor

6 632

7 382

44

7 426

         

Subsidies:

79 053

73 010

– 1 207

71 803

Groene Kennis Coöperatie

4 103

2 403

21

2 424

School als Kenniscentrum

37 257

27 240

165

27 405

Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs

6 192

7 042

– 1 268

5 774

Aanvullende onderwijssubsidies

6 111

12 254

19 087

31 341

Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit

1 644

2 544

 

2 544

NME/Leren voor Duurzame Ontwikkeling

4 000

1 781

534

2 315

OCW-conforme onderwijssubsidies

19 746

19 746

– 19 746

 
         

Opdrachten:

6 243

4 923

769

5 692

Kennisverspreiding

6 243

4 923

769

5 692

         

Ontvangsten

75

121

4 968

5 089

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging hangt nagenoeg volledig samen met de mutaties op de uitgaven.

Toelichting op de bekostiging

De verhoging wordt met name veroorzaakt door loon- en prijsbijstelling (€ 4,6 mln) en het vervallen van de boete voor langstudeerders in het Wetenschappelijk en Hoger Beroepsonderwijs (€ 1,6 mln). Ten slotte is budget toegevoegd vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor het Hoger en Middelbaar Beroepsonderwijs uit hoofde van het profileringsfonds HBO en decentrale en uniforme toetsing 2012 Beroepsonderwijs en Volwassen- educatie (BVE) (€ 0,7 mln).

Toelichting op de ontvangsten

De verhoging van de ontvangsten komt voort uit een ontvangst van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) samenhangend met de bekostiging van het onderwijs.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

18 Natuur en Regio

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

409 261

414 884

3 168

418 052

Waarvan garantieverplichtingen

   

 

 

Uitgaven

837 888

846 015

– 91 606

754 409

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

84,4%

 

100%

         

Programma-uitgaven

717 248

718 485

– 119 085

599 400

18.1 Versterken mainports, brainports, greenports en andere clusters gerelateerd aan topsectoren

174 766

173 642

– 62 040

111 602

18.2 Wederzijds versterken van ecologie en economie

193 788

202 605

– 177 972

24 633

18.3 Behouden van de inter-/nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur

68 748

67 792

26 715

94 507

18.4 Te decentraliseren

279 946

274 446

94 212

368 658

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten

120 640

127 530

27 479

155 009

Dienst Landelijk Gebied

83 298

87 307

4 758

92 065

Dienst Regelingen

29 930

31 345

22 361

53 706

Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit

7 412

7 537

57

7 594

Agentschap NL

 

1 341

303

1 644

         

Ontvangsten

112 175

112 291

– 31 103

81 188

Landinrichtingsrente

42 161

42 161

 

42 161

Bijdragen van derden

29 769

29 769

– 12 405

17 364

EU-bijdragen

2 096

2 096

 

2 096

Jachtakten

1 031

1 031

 

1 031

Synergiegelden

16 124

16 124

 

16 124

Verkoop gronden

20 000

20 000

– 20 000

 

Overige

994

1 110

1 302

2 412

Toelichting op de verplichtingen

De hogere verplichtingen zijn het saldo van diverse bijstellingen die ook in de uitgavensfeer zijn verwerkt en een technische bijstelling als gevolg van de administratieve verwerking van de restantverplichtingen voor het programma Zuiderzeelijn.

Toelichting op de programma-uitgaven

Operationele Doelstelling 18.1 Versterken mainports, brainports, greenports en andere clusters gerelateerd aan topsectoren

De verlaging met € 62 mln houdt verband met het volgende:

  • Er vindt een verlaging plaats met € 51,1 mln die verband houdt met de decentralisatie van de ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen naar het Provinciefonds en het Gemeentefonds. Uit het convenant hierover tussen VNG, IPO en het Rijk vloeit voort dat waar mogelijk en wenselijk de beschikbare rijksmiddelen worden gedecentraliseerd. Het gaat onder andere om de bedrijventerreinen «Port Valley stadshavens Rotterdam» en het project OLV-Greenport voor de verbetering van de aansluiting van Greenport Aalsmeer en veilingcomplex Flora Holland. Daarnaast worden de nog niet verplichte middelen voor de Zuiderzeelijn overgeheveld naar de noordelijke provincies. Bovendien worden in het kader van de decentralisatie van het Nota Ruimte project Westelijke Dordtse Oever middelen naar het Gemeentefonds overgeheveld.

  • In het decentralisatie akkoord natuur is overeengekomen dat de FES-projecten die onderdeel uitmaken van het ILG worden gedecentraliseerd. Hiertoe worden de betreffende projecten ondergebracht op het begrotingsonderdeel waarop de te decentraliseren middelen zijn geconcentreerd. Op Operationele Doelstelling 18.10 betreft dit het project Mooi Vitaal Delfland, waarbij € 5,3 mln wordt overgeheveld naar het onderdeel «Te decentraliseren/Operationele Doelstelling 18.4».

  • Tenslotte vindt een verlaging plaats met € 5 mln aangezien vanuit het Nota Ruimte project Brainport Avenue middelen worden ingezet voor financiering van het Holst Centre (artikel 12).

Operationele Doelstelling 18.2 Wederzijds versterken van ecologie en economie

De verlaging met € 178 mln houdt voornamelijk verband met het volgende:

  • In het decentralisatie akkoord natuur is overeengekomen dat de FES-projecten die onderdeel uitmaken van het ILG worden gedecentraliseerd. Hierbij worden de betreffende projecten ondergebracht op het begrotingsonderdeel waarop de te decentraliseren middelen zijn geconcentreerd. Op OD18.20 gaat het onder andere om de FES-projecten Veenweidegebieden, Nieuwe Hollandse waterlinie en Recreatie Haarlemmermeer waarbij € 132,6 mln wordt overgeheveld naar het onderdeel «Te decentraliseren» op Operationele Doelstelling 18.4.

  • Er vindt een verlaging plaats met € 10 mln door minder uitgaven voor de afbouw van het Kenniscentrum Recreatie en de Milieu Effect Rapportage en vertragingen die zijn ontstaan in de uitwerking en uitvoering van de Programmatische Aanpak Stikstof en als gevolg van opstartproblematiek bij het in 2012 gestartte beleidsprogramma Natuurlijk Ondernemen.

  • De raming wordt verder verlaagd met € 27,8 mln in verband met de decentralisatie van middelen ten behoeve van werkzaamheden in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) naar het Provinciefonds. Het betreft hier zogenaamde «no-regret»- herstel(beheer) maatregelen. Van de € 27,8 mln wordt € 4,8 mln afgedragen aan het BTW-compensatiefonds.

  • Een verlaging van € 8,8 mln aangezien de bijdrage van I&M voor waterbodemonderzoek aan de provincies in het kader van het ILG niet wordt gerealiseerd. Conform convenant met gemeenten lopen deze uitgaven voor de ILG-periode voortaan rechtstreeks van I&M naar gemeenten. Hierdoor worden op de EZ begroting zowel de uitgaven als de ontvangsten in dit kader niet gerealiseerd.

  • Voorgesteld wordt de raming te verlagen met € 3,5 mln ten behoeve van extra benodigd uitvoeringsbudget voor Dienst Regelingen in het kader van perceelsregistratie en hogere kosten voor bezwaar en beroepsprocedures SNL.

  • Er vindt een verhoging plaats van € 9,1 mln die verband houdt met een kasverschuiving van 2013 naar 2012. Deze is noodzakelijk om de afspraken met betrekking tot de decentralisatie van het project «Recreatie Haarlemmermeer» te kunnen realiseren.

  • De resterende verlaging van € 4,4 mln houdt voornamelijk verband met overboekingen naar de begrotingen van andere departementen waaronder € 2,8 mln naar I&M voor de Milieu Effect Rapportage en de informatieverstrekking uit de Basisregistratie Kadaster.

Operationele Doelstelling 18.3 Behouden van de intern-/nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur

De verhoging met € 26,7 mln houdt grotendeels verband met het feit dat het budget voor rente en aflossing (€ 36,4 mln) niet wordt gedecentraliseerd naar de provincies. Bij het opstellen van de begroting ging EL&I er nog vanuit dat dit wel zou plaatsvinden. Het budget blijft derhalve geraamd op artikel 18. Het Rijk blijft verantwoordelijk voor rente en aflossingen van bestaande leningen voor natuur. Hiertegenover staat een verlaging met € 10 mln. Deze verlaging houdt verband met vertragingen met betrekking tot geplande werkzaamheden op het terrein van programmadirectie N2000, programma’s internationale monitoring en kaderrichtlijn Mariene Strategie/Noordzee en met lagere rente-uitgaven voor de aflossing van Particulier Natuurbeheer (PNB)-leningen als gevolg van de lage rentestand.

Operationele Doelstelling 18.4 Te decentraliseren

Integratie-uitkering natuur

Op 20 september 2011 is een onderhandelingsakkoord getekend tussen Rijk en IPO over de decentralisatie van het natuurbeleid (zie TK 2011–2012, 30 825, nr. 107). Op 7 december 2011 en 8 februari 2012 hebben Rijk en IPO aanvullende afspraken en uitvoeringsafspraken gemaakt. Onderdeel van het akkoord is dat de financiering van de verplichtingen en het beheer tot 2014 in de vorm van een integratie-uitkering plaatsvindt.

Op grond van het akkoord en de aanvullingen en uitvoeringsafspraken hebben de provincies een verdeling van de beschikbare rijksmiddelen gemaakt. De implementatie van het natuurakkoord zal dit jaar plaatsvinden, onder voorbehoud van instemming van de provincies met de verdeling van de middelen, zowel in geld als in grond als uitvloeisel van de in het akkoord afgesproken grond voor grond systematiek. De beschikbare financiële middelen zullen via een integratie-uitkering worden verstrekt, waarover de Tweede Kamer separaat wordt geïnformeerd. Overheveling van de middelen naar het Provinciefonds zal plaatsvinden, nadat de provincies formeel hebben ingestemd met de afrondingsovereenkomsten ILG; dit is voorzien voor november 2012. Derhalve zal overheveling van de middelen ten behoeve van de decembercirculaire van het Provinciefonds bij slotwet worden geëffectueerd.

Op het totaalbedrag van de integratie-uitkering worden nog enkele mutaties doorgevoerd. De uitkering wordt bij Najaarsnota verlaagd voor het bedrag van de aanvulling van de kosten van Dienst Regelingen voor de uitvoering van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer. Conform het Natuurakkoord en daartoe gemaakte uitvoeringsafspraken zijn de gezamenlijke provincies verantwoordelijk voor dekking van de meerkosten (bovenop de rijksbijdrage van € 20 mln) voor uitvoering van de SNL. Deze afspraak wordt geëffectueerd door deze ten laste te brengen van de integratie-uitkering.

Onderdeel van de integratie-uitkering zijn de middelen voor het Faunafonds en Staatsbosbeheer. Omdat de middelen voor 2013 pas bij Voorjaarsnota 2013 zullen worden overgeheveld, zal in 2012 een deel van de middelen voor 2013 voor Faunafonds worden bevoorschot om in de eerste helft van het jaar verlening van tegemoetkomingen in schade veroorzaakt door beschermde wilde dieren te kunnen doen. Dit geldt ook voor de middelen voor Staatsbosbeheer voor het beheer. De hoogte van deze uitkeringen wordt nog bepaald en zal worden verwerkt bij Slotwet.

Tenslotte zullen de voormalige FES-middelen voor synergieprojecten die gefinancierd worden door I&M, niet langer via de begroting van EL&I lopen, maar rechtstreeks door I&M naar het Provinciefonds worden overgeheveld.

Overige mutaties

De verhoging met € 94,2 mln houdt voor verband met de volgende mutaties:

  • Een verhoging met € 137,8 mln vindt plaats gezien in het decentralisatie akkoord natuur is overeengekomen dat de FES-projecten die onderdeel uitmaken van het ILG, worden gedecentraliseerd. Het betreft hier de FES-projecten Greenports, Westerschelde, Veenweidegebieden, Nieuwe Hollandse Waterlinie en Recreatie Haarlemmermeer.

  • Er vindt een verhoging plaats met € 10,8 mln ter nakoming van de afspraken van het Natuurakkoord met de provincies.

  • Er vindt een verlaging plaats met € 36,4 mln in verband met het feit dat het budget voor rente en aflossing niet wordt gedecentraliseerd naar de provincies (zie toelichting bij Operationele Doelstelling 18.3).

  • De raming wordt verder verlaagd met € 16 mln ten gunste van de bijdrage aan Dienst Regelingen conform afspraken in het decentralisatieakkoord Natuur, bevestigd in het bestuurlijk overleg van 17 september jl. die stellen dat de provincies zorg dragen voor het tekort op de uitvoering van de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL).

  • Ten slotte vindt verlaging plaats met € 3,6 mln in verband met het volgende. Bij begrotingsvoorbereiding 2012 is een budgetoverheveling van € 3,6 mln verwerkt van I&M als bijdrage aan de verdrogingsbestrijding voor de jaren 2011 tot en met 2013. In de oorspronkelijke raming zou deze bijdrage rechtstreeks via de ontvangsten worden gerealiseerd. Hiertoe is in eerdere jaren een meerjarige desaldering verwerkt van € 3,6 mln. Deze wordt thans teruggedraaid (zie tevens ontvangsten).

  • De resterende verhoging met € 1,6 mln houdt voornamelijk verband met de toegekende loon- en prijsbijstelling voor 2012.

Toelichting op de bijdragen aan de baten-lastendiensten

Dienst Landelijk Gebied

De bijdrage aan DLG wordt met € 1,7 mln verhoogd met de voor 2012 toegekende loon- en prijsbijstelling, met € 1 mln in verband met extra uitvoeringskosten ten behoeve van de afronding van beheersplannen in het kader van Natura 2000 projecten. Een verhoging met € 1,3 mln is opgenomen voor werkzaamheden in het kader van het Plattelands Ontwikkelings Plan (POP). De resterende verhoging met € 0,8 mln houdt voornamelijk verband met door DLG uitgevoerde analyses met betrekking tot de Programmatische Aanpak Stikstof.

Dienst Regelingen

De hogere bijdrage aan DR van € 22,4 mln houdt voor € 17,1 mln verband met de uitvoering van de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL). De bijdrage wordt verder met € 3,5 mln verhoogd ten behoeve van de uitvoeringskosten van DR op het gebied van perceelsregistratie, en extra kosten voor bezwaar en beroepsprocedures. De resterende verhoging met € 1,8 mln houdt verband met kosten die door DR worden gemaakt voor de uitvoering van EFRO-programma’s (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) en de toegekende loon- en prijsbijstelling.

Toelichting op de ontvangsten

Bijdragen van derden

De verlaging met € 12,4 mln houdt voor € 8,8 mln verband met het feit dat de geraamde bijdrage van het Ministerie van I&M voor waterbodemonderzoek aan de provincies in het kader van het ILG niet wordt gerealiseerd (zie de toelichting bij Operationele Doelstelling 18.2 van de programma-uitgaven).

Verder vindt een verlaging plaats met € 3,6 mln aangezien de bijdrage van I&M voor verdrogingsbestrijding niet meer via de ontvangsten wordt gerealiseerd maar via een budgetoverheveling. Dit is reeds bij begrotingsvoorbereiding 2012 verwerkt.

Verkoop gronden

In de begroting zijn ontvangsten geraamd voor een bedrag van € 20 mln uit hoofde van verkoop van rijksgronden. De verkoop betreft gronden buiten de (herijkte) EHS. De geraamde ontvangsten worden in 2012 niet gerealiseerd. De rijksgronden dienen een tweeledig doel. Enerzijds worden de gronden ingezet voor een aantal rijksdoelen, waaronder het realiseren van de verkooptaakstelling. Anderzijds worden ze ingezet om de ontwikkelingsopgaven die in het decentralisatieakkoord natuur zijn afgesproken, te realiseren, namelijk verwerving en inrichting van respectievelijk 17 000 en 40 000 hectare natuur. De totale grondvoorraad voor beide doelen is wel op perceelsniveau vastgelegd, maar niet per doel. Dat maakt de verkoop tot een lastige opgave, omdat achteraf zou kunnen blijken dat verkochte gronden juist nodig blijken te zijn in het kader van de ontwikkelopgave van de provincies. Om beide doelen te kunnen realiseren, wordt in overleg met de provincies gewerkt aan een systeem, waarbij de gronden kunnen worden ingezet voor de ontwikkelopgave, terwijl tegelijkertijd de ontvangstentaakstelling is gegarandeerd. Dit systeem zal recht doen aan de onderlinge verdeling van de grondvoorraad. Verwacht wordt dat het systeem in 2013 operationeel is.

Licence