Base description which applies to whole site

2.2 Beleidsartikel

2.2.1 Algemene beleidsdoelstelling: Het bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid

Omschrijving van de samenhang in het beleid

De verantwoordelijkheid van de minister-president en de minister van Algemene Zaken, zoals neergelegd in de Grondwet en diverse regelgeving.

Verantwoordelijkheid

Het in stand houden en zo nodig aanpassen van het stelsel van overleg en besluitvorming, zoals dat vorm krijgt in de rijksministerraad, ministerraad, onderraden, ministeriële commissies enz.

Externe factoren

De coördinerende verantwoordelijkheid van de minister-president heeft een ander karakter dan die van andere ministers met een coördinerende taak. «Eenheid» en «algemeen regeringsbeleid» zijn hier staatsrechtelijke begrippen. Er is geen sprake van een beleidsveld.

2.2.2 Budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel zijn de programma- en de apparaatsuitgaven voor de komende jaren opgenomen.

(x € 1 000)

Het Algemeen regeringsbeleid

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

73 278

65 607

56 835

57 604

56 418

57 670

57 343

Uitgaven

72 355

65 607

56 835

57 604

56 418

57 670

57 343

               

Programma-uitgaven

             

waarvan juridisch verplicht

 

7 047

6 081

– Coördinatie van het algemeen regeringsbeleid

 

630

600

618

618

618

618

– Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid

 

25 266

22 708

22 978

22 943

24 203

24 203

– Bijdragen aan de langeretermijn beleidsontwikkeling

 

764

744

574

574

574

574

               

Apparaatsuitgaven

 

38 947

32 783

33 434

32 283

32 275

31 948

               

Bovenstaande communicatie-uitgaven incl. opdrachten AZ aan de baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie

 

20 910

19 674

18 976

19 310

19 310

19 310

Ontvangsten

3 659

3 767

4 373

4 373

4 373

4 373

4 373

Een toelichting op de budgettaire gevolgen van het beleid is terug te vinden in de internetbijlage.

Toelichting taakstelling apparaatartikel

De efficiencytaakstellingen waartoe het vorige kabinet reeds had besloten en die uit het regeerakkoord zijn als volgt:

(x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

Doelmatigheidskorting Rijksdienst

750

750

750

750

750

Bruto efficiencytaakstelling regeerakkoord

   

1 000

2 000

2 000

Besparingsverlies

     

– 1 000

– 667

Totale ombuiging

750

750

1 750

1 750

2 083

Een deel van deze taakstelling wordt pro rato doorbelast naar de begroting van het Kabinet der Koningin; deze doorbelasting bedraagt € 71 000 in 2016.

Van de voor het ministerie zelf resterende taakstelling wordt circa eenderde deel gevonden in een verlaging van het budget voor personeel van het kernministerie en tweederde deel wordt gevonden in een verlaging van de taakbijdrage aan de baten-lastendienst DPC, onder meer samenhangend met een verdere concentratie op shared-service taken en uitbesteding van de vraagbeantwoording.

2.2.3 Operationele doelstellingen
2.2.3.1 Operationele doelstelling: Het Algemeen regeringsbeleid

Motivatie

Het ministerie van Algemene Zaken coördineert het algemeen regeringsbeleid. Doel is de minister-president en de ministerraad adequaat te ondersteunen door beleidsinhoudelijke voorbereiding en afstemming en de woordvoering en communicatie hierover.

Instrumenten

De inhoudelijke advisering ter voorbereiding van de ministerraad en de onderraden ligt voor het grootste gedeelte bij het Kabinet van de minister-president (KMP) en het secretariaat Ministerraad. De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) verzorgt de woordvoering voor de minister-president en de ministerraad. KMP en RVD werken in de praktijk nauw samen om een optimale ondersteuning te garanderen.

Ook is de RVD verantwoordelijk voor de communicatie over en de begeleiding van publieke optredens van de Koningin, de Prins van Oranje en Prinses Máxima. Dit geldt eveneens voor andere leden van het Koninklijk Huis, in die gevallen dat zij deel hebben aan de uitoefening van de Koninklijke functie. Bij de communicatie wordt zorg gedragen voor een goed evenwicht tussen tijdige en feitelijke voorlichting enerzijds en bescherming van de persoonlijke levenssfeer anderzijds.

2.2.3.2 Operationele doelstelling: Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid

Motivatie

De Rijksvoorlichtingsdienst coördineert het algemeen communicatiebeleid. Kernbegrippen hierbij zijn eenheid in presentatie naar inhoud en vorm, adequate beschikbaarheid, toegankelijkheid en herkenbaarheid van informatie, en het duiden en gebruiken van signalen uit de samenleving.

Instrumenten

Gemeenschappelijk Communicatiebeleid

De Rijksvoorlichtingsdienst en directies Communicatie werken intensief samen om het gemeenschappelijk communicatiebeleid vorm te geven. De Voorlichtingsraad (VoRa), waarvan alle directeuren Communicatie lid zijn, is hierin de spil. De VoRa is de ambtelijke adviesraad voor de Ministerraad op het gebied van overheidscommunicatie. De VoRa ontwikkelt initiatieven op het vlak van overheidscommunicatie en werkt samen in het vormgeven van de shared service organisatie Dienst Publiek en Communicatie (DPC). Na afronding van de projecten Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl (ONS) en 1Logo treedt een periode van beheer en consolidatie aan. Taken die zijn voortgekomen uit ONS, zoals de doorontwikkeling van de rijksbrede website www.rijksoverheid.nl, zijn overgeheveld naar DPC, die daar namens en voor de departementen uitvoering aan geeft.

Rijks- en kabinetsbrede communicatie

Om praktisch vorm en inhoud te geven aan eenduidige, herkenbare en toegankelijke overheidscommunicatie, werken departementen op tal van terreinen samen. Te denken valt aan de afstemming tussen voorlichters, het beheer van de rijksbrede huisstijl, thematische communicatie in campagnes, de verdere ontwikkeling en het beheer van de rijksbrede website www.rijksoverheid.nl en het rijksbrede intranet (Rijksportaal). In lijn met de introductie van één rijksbreed logo en eenduidig afzenderschap, verdwijnt de naam Postbus 51 in 2012 als afzender van (R)TV-campagnes en de Informatiedienst.

Onderzoek

Analyse en onderzoek zijn belangrijke instrumenten om uiteenlopende signalen uit de samenleving goed te kunnen duiden. Het Continue Onderzoek Burgerperspectieven (COB) speelt hierin een belangrijke rol. Eind 2011 wordt het COB geëvalueerd. Dit kan leiden tot aanpassingen in het COB in 2012.

Online communicatie

De mogelijkheden van online communicatie blijven zich ontwikkelen. Dit vraagt ook van de Rijksoverheid om de mogelijkheden die dit biedt te blijven onderzoeken en in te zetten. Zo zijn bijvoorbeeld de sociale media integraal onderdeel geworden van de middelenmix van de minister-president. Doel is doelgroepen zo goed mogelijk te (blijven) bereiken en bedienen.

2.2.3.3 Operationele doelstelling: Het leveren van bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid

Motivatie

De ontwikkeling van het regeringsbeleid is gebaat bij inzichten in ontwikkelingen en vraagstukken die op langere termijn de samenleving beïnvloeden. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) draagt op een wetenschappelijk gefundeerde manier aan dergelijke inzichten bij. De raad heeft tot taak hierbij tijdig te wijzen op tegenstrijdigheden in en te verwachten knelpunten voor het regeringsbeleid, dilemma’s te formuleren over de grote beleidsvraagstukken en beleidsalternatieven aan te dragen. De WRR kan zich bezighouden met alle gebieden van (potentieel) regeringsbeleid.

Werkprogramma

Instrumenten

2012 is het laatste jaar van de achtste raadsperiode, die loopt van 2008 tot en met 2012. In dit jaar zullen zowel de lopende projecten worden afgerond als de nieuwe periode (2013–2017) worden voorbereid. In het werkprogramma geeft de WRR prioriteit aan drie onderling samenhangende thema’s: welvaart en welzijn in de toekomst; de verhouding tussen burgers, overheid en instituties; en de verhouding van Nederland tot het buitenland.

De overheid staat voor essentiële vragen over hoe welvaart en welzijn van Nederland in de toekomst te verzekeren. Het project Waar verdienen we over 20 jaar ons brood mee zal daarom adviseren over de vraag welke eigen mogelijkheden Nederland heeft voor effectief economisch beleid. Wat betekenen de snelle veranderingen in de mondiale economische krachtsverhoudingen voor Nederland? Tevens zal de raad zich verdiepen in het thema Voedsel, dat zich onder meer richt op de vraag hoe we in de toekomst op een verantwoorde en duurzame wijze kunnen blijven voorzien in onze voedselbehoeften.

De verhouding tussen burgers, overheid en instituties vraagt extra aandacht in een tijd waarin een steeds groter beroep wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de burger, terwijl diezelfde mondige burger steeds hogere eisen stelt aan de kwaliteit van voorzieningen, dienstverlening, veiligheid en rechtszekerheid. In dit verband zal de raad, in aansluiting op het project Vertrouwen in de burger, zich bezighouden met de onderwerpen Toezicht en Lessen van evaluaties en wordt een start gemaakt met het thema Rechtsstaat.

Naast de reeds bestaande aandacht voor internationalisering binnen diverse projecten, wordt in 2012 specifiek aandacht besteed aan de nationale en Europese dimensies van arbeidsparticipatie. In het voorjaar van 2012 wordt een internationale conferentie georganiseerd met deskundigen op dit terrein.

Publicaties

Op grond van door de WRR geïnitieerd onderzoek worden Rapporten aan de regering uitgebracht waarop een regeringsreactie wordt gegeven. Dit proces kan leiden tot beleidsontwikkeling en wetgeving. Het zal altijd van een politieke afweging afhangen of, en zo ja in hoeverre, inzichten van de WRR doorwerken in beleid en regelgeving. Door hun sectoroverstijgend karakter dragen sommige rapporten bij aan de eenheid van het regeringsbeleid. Achtergrondstudies die in het kader van WRR-rapporten tot stand zijn gekomen, worden als Verkenningen of als Webpublicaties gepubliceerd.

Bijdrage beleidsdialoog en publieke debat

De WRR brengt behalve regeringsadviezen en verkennende studies ook internetpublicaties, essays en wetenschappelijke of opiniërende artikelen in Nederlandse dagbladen uit. Via conferenties, expertmeetings en de jaarlijkse WRR-lecture draagt hij ook actief bij aan het verbinden van de werelden van wetenschap en beleid en het creëren van «netwerksynergie» met de adviesorganen en de planbureaus. Voor dit laatste organiseert de WRR ook jaarlijks twee bijeenkomsten met de voorzitters van de strategische adviesraden. Naast de regering, ambtelijke en bestuurlijke kaders, de volksvertegenwoordiging, denktanks, adviesorganen en regionale en lokale overheden profiteren ook andere partijen en groepen in de samenleving van WRR-inzichten, zoals non-profit organisaties, het bedrijfsleven, de media en online netwerken. De WRR organiseert bovendien ook thematische of sector-gerelateerde debatten in samenwerking met universiteiten, onderzoeksinstellingen of andere adviesraden. Verder levert de raad een actieve bijdrage aan het maatschappelijke debat door deel te nemen aan en/of te publiceren over door derden georganiseerde bijeenkomsten of online debatten. Aldus agendeert de WRR belangrijke thema’s en stimuleert hij het publieke debat.

De viering van het 40-jarig jubileum in 2012 wordt gekoppeld aan de jaarlijkse WRR-lecture. Daarnaast wordt een bundel samengesteld waarin (oud-)medewerkers en (oud-)raadsleden beknopt geschreven adviezen geven voor de toekomst.

Evaluatie-onderzoek

In 2012 zal een externe commissie (aspecten van) het werk van de WRR evalueren. De resultaten worden begin 2013 gepubliceerd. Een dergelijke evaluatie vindt plaats aan het eind van elke raadsperiode op initiatief van de raad zelf. De raad in zijn nieuwe samenstelling kan hiermee zijn voordeel doen, zoals ook de huidige raad heeft kunnen profiteren van de bevindingen van de commissie Van Rooy, die de WRR aan het eind van de vorige periode heeft geëvalueerd.

Meetbare gegevens

Het functioneren van de WRR kan in beperkte mate kwantitatief worden weergegeven. De beperking van een dergelijk overzicht is dat het meten van wetenschappelijke prestaties en de doorwerking van adviezen in beleid en in de samenleving door middel van kwantitatieve outputindicatoren een arbitraire zaak blijft. De effecten van het werk van denktanks c.q. brede adviesorganen als de WRR zijn immers veelal indirect en pas zichtbaar op de lange termijn.

Jaar 1

2008

2009

2010

2011

2012

Rapporten aan de regering

3

1

2

2

3

Verkenningen

3

2

2

1

1

Webpublicaties

0

0

12

1

8

Overige publicaties

3

4

2

5

2

Grote conferenties

8

4

7

2

2

WRR-lecture

1

1

1

1

1

(Verslagen van) Expertmeetings en debatten

     

8

3

1

2008 t/m 2010 realisatiecijfers, 2011 en 2012 streefcijfers. «Conferenties» worden m.i.v. 2011 uitgesplitst in grote conferenties, de WRR-lecture en Expertmeetings en debatten.

Licence