Base description which applies to whole site

2.1.3 Overzichtstabel bedrijfslevenbeleid en topsectoren

De tabel bevat een meerjarig overzicht van de middelen die in 2016–2021 beschikbaar zijn binnen de begrotingen van een aantal departementen voor het bedrijvenbeleid en de topsectoren. De indeling van de tabel geeft inzicht in de samenhang tussen de verschillende onderdelen. Voor een groot deel betreft dit het innovatiebeleid, dat uit een generieke pijler en een specifieke pijler bestaat. Het generieke beleid ondersteunt innovatie voor alle bedrijven, binnen en buiten de Topsectoren (tabel A1 en A2). Ook de bijdrage van Buitenlandse Zaken (A3) is generiek van aard. De kern van het specifieke beleid is publiek-private samenwerking (PPS, tabel B1 en B2). Door een intensievere samenwerking tussen de excellente Nederlandse publieke kennisinfrastructuur en de bedrijven vindt de kennis beter zijn weg in innovatieve producten. PPS wordt gestimuleerd met de TKI Toeslag en de MIT. Internationale PPS wordt mogelijk gemaakt dankzij EU cofinanciering (B2), daarnaast door de Innovatie Attachés en technologiemissies. Via het onderzoeksdeel van het Toekomstfonds is in totaal € 100 mln beschikbaar voor hoogwaardige onderzoeksfaciliteiten en (publiek – private samenwerking) op specifieke thema’s. Opbrengsten uit deze investeringen vloeien terug in het fonds. Onderdeel C bevat de instrumenten voor aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt en tot slot bestaat onderdeel D uit verschillende specifieke bijdragen van departementen aan voor hun relevante topsectoren.

In de tabel is ook aangegeven op welk begrotingsartikel de middelen op de departementale begrotingen staan. Daar zijn de hier getoonde reeksen vaak niet één op één terug te vinden, omdat hier alleen de middelen zijn getoond die samenhangen met het bedrijfslevenbeleid en topsectoren. Een afnemend deel van de middelen is reeds belegd met uitgaven voor lopende programma’s. De verantwoording over dit budget vindt plaats via de reguliere begrotingscyclus via de desbetreffende departementale begrotingen. De reeksen Creatief liggen vast in de BIS (2017–2020). Een deel van het geld van het regionaal investeringsfonds MBO gaat ook naar publiek-private samenwerkingsverbanden buiten de topsectoren.

(kasbedragen x € 1 mln)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Departement

Artikel

I Generiek

               
                 

A1. Ondernemerschap en innovatie

190

139

145

128

148

158

   

Financieringsinstrumenten Toekomstfonds

190

139

145

128

148

158

EZ

3

                 

A2. Fiscale maatregelen

1.151

1.213

1.213

1.213

1.213

1.213

   

Aftrek speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)

8

8

8

8

8

8

EZ/FIN

2, belastingplan

Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)

1.143

1.205

1.205

1.205

1.205

1.205

   
                 

A3. Internationaal

329

266

270

237

195

276

   

Internationaal ondernemen en ontwikkelingssamenwerking

210

158

156

182

168

168

BH/OS

1,2,3

Dutch Good Growth Fund (DGGF)

119

108

114

55

27

108

BH/OS

1

                 

II Specifiek voor topsectoren

               
                 

B1. Kennis en innovatie

553

545

543

541

541

541

   

NWO

275

275

275

275

275

275

OCW/

EZ

16

STW

21

20

25

23

23

23

EZ

2

KNAW

14

14

14

14

14

14

OCW

16

Toegepast onderzoek (TO2: TNO, Wageningen Research, Marin, ECN, NLR, Deltares)

198

192

185

185

185

185

EZ

2,4,6

Profilering kennisinfrastructuur

44

44

44

44

44

44

OCW

16

                 

B2. Innovatie en PPS

246

200

225

227

220

219

   

TKI Toeslag

76

99

107

114

119

119

EZ

2

MKB Innovatiestimuleringsregeling Topsectoren

34

31

29

28

29

29

EZ

2

Europese Cofinanciering, afloop FES en innovatieprogramma's1

82

70

61

61

61

61

EZ

2

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

54

0

28

24

11

10

EZ

3

                 

C. Onderwijs en arbeidsmarkt

52

35

0

0

0

0

   

Professionele masters

7

7

0

0

0

0

OCW

6

Centra voor Innovatief vakmanschap

3

3

0

0

0

0

OCW/EZ

4

Stimuleren beta en technologie

0

0

0

0

0

0

OCW

6

Centers of Expertise

17

0

0

0

0

0

OCW

6

Regionaal investeringsfonds MBO2

25

25

0

0

0

0

OCW

4

                 

D. Specifieke bijdragen departementen

250

241

234

243

216

165

   

VWS: Life Sciences & Health/zorg

65

52

44

46

45

45

VWS

1, 2, 4, kader Zorg

EZ: Energie-innovatie (excl. ECN)

120

125

126

133

133

100

EZ

4

IenM: Logistiek3

20

24

22

21

18

0

IenM

divers H-XII, IF en DF

IenM: Water

25

21

23

23

0

0

IenM

divers H-XII, IF en DF

OCW: Creatief

11

11

11

11

11

11

OCW

14

Defensie

8

8

8

8

8

8

DEF

6

                 

Totaal

2.771

2.639

2.630

2.589

2.533

2.572

   
1

Voor een totaalbedrag van cofinanciering KP7 en H2020 wordt verwezen naar Bijlage 5.4 Europese geldstromen, paragraaf 5 Horizon 2020.

2

Een deel van het geld van het regionaal investeringsfonds gaat ook naar publiek-private samenwerkingsverbanden buiten de topsectoren.

3

Voorbehoud voor de bijdrage vanuit IenM is dat deze alleen vrijkomt voor de door IenM goedgekeurde concrete projectvoorstellen vanuit de sector.

Licence