Base description which applies to whole site

ARTIKEL II

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, onderdeel d, wordt «artikel 12a, vijfde lid, onderdeel a» vervangen door: artikel 12a, zevende lid, onderdeel a.

B

Artikel 12a wordt als volgt gewijzigd:

1. Na het tweede lid worden, onder vernummering van het derde tot en met zevende lid tot vijfde tot en met negende lid, twee leden ingevoegd, luidende:

  • 3. Indien aan het lichaam, bedoeld in het eerste lid, een S&O-verklaring als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel s, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen is afgegeven voor in het kalenderjaar verricht speur- en ontwikkelingswerk waarop het percentage, bedoeld in artikel 23, zevende lid, eerste volzin, van die wet, van toepassing is, wordt, in afwijking van het eerste lid, het in het kalenderjaar van dat lichaam genoten loon ten minste gesteld op 108% van het twaalfvoud van het bedrag, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, zoals dat gold op 1 januari van het kalenderjaar. Indien de inhoudingsplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop het loon ingevolge de eerste volzin ten minste wordt gesteld hoger is dan het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, wordt het loon in afwijking van de eerste volzin gesteld op het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.

  • 4. Het derde lid is slechts van toepassing indien de in het derde lid opgenomen afwijking van het eerste lid voor de onderneming, bedoeld in Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352), waar de inhoudingsplichtige toe behoort, niet tot gevolg heeft dat het de-minimisplafond, bedoeld in die verordening, wordt overschreden. Het bedrag aan steun dat het gevolg is van de in het derde lid opgenomen afwijking van het eerste lid wordt voor de toepassing van de eerste volzin per bij de onderneming, bedoeld in de eerste volzin, werkzame werknemer in de zin van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering per kalenderjaar vastgesteld volgens de formule (a – b) * c, waarbij wordt verstaan onder:

    • a: het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, eerste volzin, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

    • b: het bedrag waarop het loon op basis van het derde lid, eerste volzin, ten minste wordt gesteld;

    • c: het totaal van de percentages, bedoeld in de artikelen 27, 28, tweede lid, 36 en 38, tweede lid, onderdeel b, van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 1.10, derde lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en artikel 45, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.

2. In het vijfde lid (nieuw) wordt «het eerste en het tweede lid» vervangen door: het eerste tot en met vierde lid.

3. In het zesde lid (nieuw) wordt »Het eerste en tweede lid» vervangen door «Het eerste tot en met vierde lid» en wordt «het eerste tot en met derde lid» vervangen door: het eerste tot en met vijfde lid.

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 10. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop voor de toepassing van het derde en vierde lid wordt vastgesteld of de in het derde lid opgenomen afwijking van het eerste lid tot gevolg heeft dat het de-minimisplafond, bedoeld in het vierde lid, wordt overschreden en met betrekking tot de toepassing van het derde en vierde lid voor sectoren waarop de verordening, bedoeld in het vierde lid, niet van toepassing is.

C

In artikel 20a, eerste lid, wordt de tarieftabel vervangen door:

Bij een belastbaar loon van meer dan

maar niet meer dan

bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat

I

II

III

IV

€ 19.982

8,90%

€ 19.982

€ 33.791

€ 1.778

13,15%

€ 33.791

€ 67.072

€ 3.593

40,80%

€ 67.072

€ 17.171

52,00%

D

In artikel 20b, eerste lid, wordt de tarieftabel vervangen door:

Bij een belastbaar loon van meer dan

maar niet meer dan

bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat

I

II

III

IV

€ 19.982

8,90%

€ 19.982

€ 34.130

€ 1.778

13,15%

€ 34.130

€ 67.072

€ 3.638

40,80%

€ 67.072

€ 17.078

52,00%

E

Het in artikel 22, tweede lid, genoemde bedrag wordt vervangen door: € 2.254.

F

Het in artikel 22a, tweede lid, onderdeel b, als tweede genoemde bedrag wordt vervangen door: € 3.223.

G

Het in artikel 22b, tweede lid, als eerste genoemde bedrag wordt vervangen door: € 1.292.

H

Artikel 35o wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Artikel 12a, derde, vierde lid en tiende lid, vervalt met ingang van 1 januari 2022.

ARTIKEL III

Onze Minister van Financiën zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van artikel II, onderdeel B, aan de Staten Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van artikel 12a, derde en vierde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.

Licence