Base description which applies to whole site

1.3 Brede ontwikkelingen in de samenleving

Het kabinet heeft zowel bij het opstellen van de begroting als bij de verantwoording oog voor de brede ontwikkelingen in de samenleving. Deze brede blik op de samenleving wordt ook wel brede welvaart genoemd. Afgelopen jaren heeft het kabinet stappen gezet om brede welvaart te integreren in de begrotings- en verantwoordingscyclus, omdat er toenemende aandacht is voor niet financiële informatie in begrotingsstukken.

Een terugblik op de ontwikkeling van het welzijn in Nederland vereist meer dan economische kengetallen. Tegelijkertijd met de verantwoordingsstukken van het kabinet wordt ook de Monitor Brede Welvaart en de Sustainable Development Goals van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) gepubliceerd. Deze monitor biedt belangrijke beleidsinformatie over de bredere ontwikkelingen in de samenleving. Het CBS maakt ook de factsheets brede welvaart, met daarin indicatoren die direct of indirect relateren aan departementale begrotingen en het beleidsterrein. Vanaf volgend jaar zullen de factsheets brede welvaart van het CBS op Verantwoordingsdag worden gepubliceerd.

Nederlanders zijn tevreden met hun leven

De Nederlandse samenleving stond er in 2024 op veel fronten goed voor. Een groot deel van de Nederlanders is tevreden met het leven. De tevredenheid met de woning, woonomgeving, werk, vrije tijd en hun sociale leven is groot. Ook vergeleken met andere EU landen is de tevredenheid in Nederland hoog.

Daarnaast daalt de armoede volgens CPB-cijfers trendmatig. In 2024 leefde 3,5% van de mensen in Nederland in armoede. Hoewel er sprake is van een lichte stijging ten opzichte van 2023, is er een duidelijk dalende trend: in 2018 leefde 7,1% van de Nederlanders in armoede. Ook bij kinderarmoede is er sprake van een dalende trend.

Het subjectieve welzijn is in Nederland al lange tijd hoog en stabiel, zoals te zien in figuur 1.3.1. In 2024 beoordeelde 85,3% van de Nederlanders hun leven met een 7 of hoger, in 2023 was dat 84,2% van Nederlanders. Subjectief welzijn wordt ook sterk bepaald door de mate waarin mensen regie over hun leven ervaren. Iets minder dan de helft van de bevolking, 48,2% in 2024, ervaarde in hoge mate zelf regie over het eigen leven (score 4 en 5 op een schaal van 1 tot en met 5).

Figuur 1.3.1 Tevredenheid met het leven (beoordeling 7 of hoger)

Bron: CBS, bewerking door ministerie van Financiën

Steeds meer mensen zijn aan het werk

Werken zorgt voor inkomen en vormt daarmee de basis van bestaanszekerheid. Veel mensen in Nederland zijn aan het werk: in 2024 was het percentage van de Nederlandse bevolking tussen de 15 en 74 jaar dat werk heeft licht gestegen naar 73,2%, ten opzichte van 73,1% in 2023. Nergens anders in de EU is de arbeidsdeelname zo groot als in Nederland. De stijging van de reële lonen verbeterde de koopkracht van huishoudens in 2024. Ook leidden de maatregelen van het kabinet tot een verbetering van de koopkracht van de laagste inkomens in 2024. Dit volgt op een periode waar de mediane koopkracht daalde, als gevolg van de hoge inflatie en energieprijzen. Naast beschikbaarheid van werk is ook de ervaren balans tussen arbeid en vrije tijd belangrijk. De tevredenheid over de hoeveelheid vrije tijd is steevast hoog, en blijft schommelen rond de 75%. Ook de tevredenheid met het werk is in Nederland groot: 74,9% van werknemers was in 2024 tevreden. Dit is meer dan in de meeste EU-landen.

Figuur 1.3.2 Tevredenheid met hoeveelheid vrije tijd en nettoarbeidsparticipatie

Bron: CBS, bewerking door ministerie van Financiën

Nederlanders gaven relatief veel uit aan de eigen woning

Voldoende en passend aanbod van woningen zijn een belangrijke factor voor mensen in de waardering van hun leven. Nederlanders zijn tevreden met hun huisvesting: in 2024 was 86,7% tevreden over de woning. Deze indicator laat een stabiele midellange-termijn trend zien. Het woningtekort is toegenomen van 262.000 woningen in 2018 naar circa 400.000 in 2024. Aanhoudende schaarste op de woningmarkt leidt bovendien tot stijgende huizenprijzen. In de meest recente cijfers van 2023 gaven Nederlanders in doorsnee een relatief groot deel van hun besteedbare inkomen uit aan wonen (huur en koop), namelijk 20,8%.

Figuur 1.3.3 Deel uitgaven aan wonen (huur en koop) van het besteedbare inkomen

Bron: CBS, bewerking door ministerie van Financiën

Nederland is op allerlei manieren verbonden met het buitenland

Als open economie en handelsland profiteerde Nederland van Europese en internationale economische samenwerkingen en handel. De invoer van goederen uit zowel lagemiddeninkomenslanden als hoge-inkomenslanden is trendmatig stabiel. De invoer uit lage-middeninkomenslanden was 1.338 euro per Nederlander in 2024. De invoer uit hoge-inkomenslanden was 16.595 euro per Nederlander in 2024. Bovendien waren inkomensoverdrachten (1,5% van het bbp) en ontwikkelingshulp (0,7% van het bni) in 2024 relatief hoog vergeleken met andere EU-landen.

(Inter)nationale veiligheid en stabiliteit zijn belangrijke randvoorwaarden voor welzijn. Door andere landen te helpen zich te verweren tegen de agressie van derden, voorkomen we menselijk leed. In 2024 bleef Nederland Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel steunen tegen de Russische agressie. Ook is politieke en militaire samenwerking met andere gelijkgestemde landen van groot belang. Nederland bleef in 2024 een constructieve partner in de EU en de NAVO.

De CO2-uitstoot neemt af, maar natuurlijk kapitaal blijft onder druk staan

Het CBS concludeert dat het huidige niveau van brede welvaart ten koste ging van de brede welvaart van komende generaties. Het natuurlijk kapitaal (klimaat en milieu) staat onder druk. De indicator voor de cumulatieve CO2-emissies stabiliseert na een periode van trendmatige verslechtering. Het kabinet streeft naar 55% CO2-emissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990, conform het streefdoel van de Klimaatwet. Het jaarverslag van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gaat nader in op dit beleid. Nederland heeft een relatief groot overschot van stikstof en fosfor. Het stikstofoverschot per hectare cultuurgrond was in 2024 147 kilogram.

Licence