Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) | Mutaties suppletoire begroting september (2) | Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 7.786.866 | 24.678.983 | 32.465.849 |
Uitgaven | 7.786.866 | 20.150.183 | 27.937.049 | |
8.10 | Tegemoetkoming specifieke kosten | 7.786.866 | ‒ 321.417 | 7.465.449 |
Inkomensoverdrachten | 7.786.866 | ‒ 321.417 | 7.465.449 | |
Zorgtoeslag | 7.698.917 | ‒ 321.417 | 7.377.500 | |
Tegemoetkoming specifieke kosten | 87.949 | 0 | 87.949 | |
8.40 | Rijksbijdragen | 0 | 20.471.600 | 20.471.600 |
Bekostiging | 0 | 20.471.600 | 20.471.600 | |
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds 18- | 0 | 3.397.700 | 3.397.700 | |
Rijksbijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) | 0 | 6.073.900 | 6.073.900 | |
Bijdrage Wlz | 0 | 11.000.000 | 11.000.000 | |
Ontvangsten | 659.200 | ‒ 42.400 | 616.800 | |
Toelichting
Allereerst is de naam van dit artikel veranderd van «Tegemoetkomingen specifieke kosten» in 'Tegemoetkomingen en Rijksbijdragen'. Daarnaast is een nieuw artikelonderdeel toegevoegd: '8.40 Rijksbijdragen'.
Verplichtingen
De verplichtingen op dit artikel zijn gestegen in verband met de overheveling van de Rijksbijdragen van artikel 2 en 3 naar artikel 8. De verplichtingen hebben grotendeels betrekking op de rijksbijdragen die worden betaald in 2026. De verplichting hiervoor wordt eind 2025 aangegaan. Het verplichtingenbedrag op artikel 8 is daarom hoger dan de uitgaven in 2025. Het verschil is in lijn met de stijging van de rijksbijdragen in 2026.
1. Tegemoetkoming specifieke kosten
Inkomensoverdrachten
Zorgtoeslag
De uitgavenraming is op basis van de actuele raming van het Centraal Planbureau verlaagd met € 321,4 miljoen.
4. Rijksbijdragen
De middelen op dit artikelonderdeel stonden voorheen op artikel 2 en 3. Ze zijn verplaatst naar artikel 8 omdat de aard en de omvang van de Rijksbijdragen aan het Zorgverzekeringsfonds en het Fonds langdurige zorg het beeld op artikel 2 en 3 vertroebelden. De Rijksbijdragen zijn namelijk geen comptabele uitgaven, maar betreffen in de begroting een administratieve weergave van financiering van de zorg en zijn niet amendeerbaar. De zorgtoeslag is onderdeel van het inkomstenkader en betreft daarom ook geen comptabele uitgaven. Door de overheveling van de Rijksbijdragen naar artikel 8 zijn alle niet-comptabele uitgaven in één artikel samengebracht.
Door deze technische wijziging kan meer inzicht worden gegeven in de hoogte van de Rijksbijdragen zelf en in de overgebleven budgetten op artikel 2 en 3.
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds 18-
De geraamde uitgaven voor de Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds 18- bedraagt € 3,4 miljard. De rijksbijdrage wordt vastgesteld op het bedrag dat wordt geraamd in de ontwerpbegroting en wordt gedurende het jaar niet meer bijgesteld.
Rijksbijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)
Op basis van de actuele raming van het Centraal Planbureau van de omvang van de heffingskortingen wordt het budget in 2025 met € 25,0 miljoen verhoogd. De totale geraamde uitgaven voor de BIKK komen uit op € 6,1 miljard.
Bijdrage Wlz
De bijdrage Wlz dient er toe om te voorkomen dat er in het Fonds langdurige zorg een tekort ontstaat. Op basis van de actuele ramingen van de inkomsten en uitgaven van het fonds is de verwachting dat een lagere bijdrage Wlz nodig is om een tekort te vermijden. Daarom wordt het budget in 2025 met € 1,0 miljard verlaagd. Daarmee komen de totaal geraamde uitgaven voor de bijdrage Wlz uit op € 11,0 miljard.
Ontvangsten
Op basis van de actuele raming wordt er voor € 42,4 miljoen minder terugontvangsten verwacht van eerder toegekende zorgtoeslag.