Base description which applies to whole site

1.3 EMU-saldo

Tabel 1.3 geeft het EMU-saldo van de collectieve sector weer. Dit EMU-saldo - ook wel overheidssaldo genoemd - is de optelsom van alle inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid en de decentrale overheden. De inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid zijn in meer detail te vinden in de bijlagen van deze Miljoenennota. Om tot het EMU-saldo te komen, moeten wel enkele correcties worden toegepast op de inkomsten en uitgaven, want sommige uitgaven tellen niet mee voor het EMU-saldo, terwijl voor andere posten een ander bedrag meetelt voor het EMU-saldo dan in de Rijksbegroting (op kasbasis) is opgenomen.

Tabel 1.3.1 EMU-saldo
 

(in miljoenen euro, min = tekort)

2025

2026

2027

2028

2029

2030

bron

1

Belasting- en premieontvangsten

429.645

451.427

475.291

494.851

514.383

534.331

Tabel 3.1.2.1

2

Af: Totale netto-uitgaven

506.842

553.243

548.993

577.437

599.208

625.372

Tabel 2.1

3

Af: Niet EMU-saldo relevante uitgaven

‒ 56.643

‒ 69.651

‒ 44.700

‒ 56.275

‒ 58.710

‒ 62.100

Tabel 1.3.3

4

Bij: Kas-transverschillen en overige posten

‒ 3.581

‒ 2.690

‒ 1.689

‒ 1.459

‒ 983

‒ 1.001

Tabel 1.3.4

5

Bij: EMU-saldo decentrale overheden

‒ 653

‒ 679

‒ 705

‒ 733

‒ 760

‒ 790

 

6

EMU-saldo collectieve sector (1-2-3+4+5)

‒ 24.787

‒ 35.533

‒ 31.397

‒ 28.503

‒ 27.857

‒ 30.732

 

De uitgaven die wel op de Rijksbegroting staan maar niet meetellen voor het EMU-saldo staan vermeld in Tabel 1.3.2. Wat er wel en niet meetelt voor het EMU-saldo is vastgesteld door Eurostat. Financiële transacties, zoals het verstrekken van (studie)leningen of het verkopen van staatsbezit, zijn meestal niet relevant voor het EMU-saldo. Ook de rente die is ontvangen op renteswaps en uit de verkoop ervan tellen niet mee. De rijksbijdrage aan de sociale fondsen is niet relevant voor het EMU-saldo omdat dit een transactie vormt tussen twee onderdelen van de collectieve sector: de uitgave van het Rijk is een ontvangst voor de sociale fondsen. Ook de post kasbeheer is een transactie binnen de collectieve sector. Deze bestaat uit de toe- of afname van het geld dat de deelnemers aan het schatkistbankieren bij het Rijk aanhouden.

Tabel 1.3.2 Uitgaven niet-relevant voor het EMU-saldo

(in miljoenen euro, plus = uitgave)

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Verstrekking studieleningen

2.713

2.481

2.104

1.800

1.662

1.626

Aflossing studieleningen

‒ 2.553

‒ 1.751

‒ 2.305

‒ 1.781

‒ 1.793

‒ 1.811

Rijksbijdragen aan de sociale fondsen

49.626

57.711

60.669

63.696

68.091

72.426

Lening TenneT

12.800

11.000

0

0

0

0

Lening EBN

100

7.751

‒ 7.851

0

0

0

Rente sociale fondsen

1.175

1.205

1.614

2.103

2.591

3.120

Kasbeheer

‒ 9.232

‒ 9.512

‒ 11.896

‒ 11.627

‒ 11.432

‒ 12.649

Aan- en verkoop staatsdeelnemingen

2.163

580

377

150

0

0

Diverse leningen

‒ 66

‒ 109

‒ 165

‒ 120

‒ 271

‒ 173

Exportkredietverzekering

91

61

61

61

61

61

Oekraïne

0

0

‒ 37

‒ 39

‒ 38

‒ 37

Overig

‒ 174

234

2.128

2.032

‒ 161

‒ 464

Totaal

56.643

69.651

44.700

56.275

58.710

62.100

Tabel 1.3.3 geeft de posten weer die wel meetellen voor het EMU-saldo, maar die niet, of niet op dezelfde manier in de Rijksbegroting staan. Voor een deel ervan geldt dat voor het EMU-saldo wordt gerekend met de uitgaven en ontvangsten op transactiebasis, terwijl de Rijksbegroting op kasbasis wordt opgesteld. Om tot het EMU-saldo te komen, moet daarom bovenop de uitgave of ontvangst op kasbasis ook nog het kas-transverschil worden meegeteld. Daarnaast is er een aantal posten die niet op de Rijksbegroting staan maar wel meetellen voor het EMU-saldo, zoals bijvoorbeeld het positieve of negatieve saldo van agentschappen en de kosten van zorgverzekeraars (de zgn. zorgbemiddelingskosten).

Tabel 1.3.3 Kas-transverschillen en overige posten

(in miljoenen euro, plus = saldoverbeterend)

2025

2026

2027

2028

2029

2030

KTV Veilingopbrengsten (UMTS, 4G, 5G)

308

284

284

284

280

60

KTV EU-afdrachten

0

0

0

0

0

0

KTV Publiek private samenwerking (DBFM-contracten)

160

385

588

480

480

480

KTV OV-beschikbaarheidsvergoeding (corona)

‒ 62

0

0

0

0

0

KTV OV-jaarkaart

‒ 30

‒ 970

0

0

0

0

KTV prestatiebeurzen

‒ 1.139

‒ 986

‒ 635

‒ 333

‒ 187

‒ 167

KTV IDA/ Wereldbank

‒ 551

0

0

0

0

0

KTV Rijksbijdragen aan decentrale overheden

2.500

1.000

0

0

0

0

Overige kas-transverschillen

‒ 399

0

0

0

0

0

Mutatie begrotingsreserves

‒ 2.598

‒ 895

‒ 821

‒ 622

‒ 152

‒ 4

EMU-saldo agentschappen en rest centrale overheid

0

0

0

0

0

0

Overig

‒ 121

‒ 481

‒ 126

‒ 163

‒ 257

‒ 218

Subtotaal Rijk

‒ 1.932

‒ 1.663

‒ 709

‒ 354

163

151

       

Eigenrisicodragers WGA/ZW

573

592

611

630

628

626

Zorgbemiddelingskosten

‒ 2.222

‒ 1.619

‒ 1.591

‒ 1.735

‒ 1.774

‒ 1.778

Subtotaal sociale fondsen

‒ 1.649

‒ 1.027

‒ 980

‒ 1.105

‒ 1.146

‒ 1.152

Totaal

‒ 3.581

‒ 2.690

‒ 1.689

‒ 1.459

‒ 983

‒ 1.001

Tabel 1.3.4 geeft een uitsplitsing van het EMU-saldo voor de drie verschillende onderdelen van de collectieve sector. In tabel 1.3.5 en tabel 1.3.6 wordt het EMU-saldo van het Rijk en sociale fondsen nader uitgesplitst.

Tabel 1.3.4 Opbouw EMU-saldo collectieve sector

(in miljoenen euro, min = tekort)

2025

2026

2027

2028

2029

2030

EMU-saldo Rijk

‒ 33.079

‒ 44.013

‒ 42.368

‒ 39.530

‒ 38.661

‒ 42.407

EMU-saldo sociale fondsen

8.945

9.158

11.676

11.760

11.563

12.465

EMU-saldo decentrale overheden

‒ 653

‒ 679

‒ 705

‒ 733

‒ 760

‒ 790

EMU-saldo collectieve sector

‒ 24.787

‒ 35.533

‒ 31.397

‒ 28.503

‒ 27.857

‒ 30.732

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

‒ 2,1

‒ 2,9

‒ 2,4

‒ 2,1

‒ 2,0

‒ 2,1

Tabel 1.3.5 EMU-saldo Rijk

(in miljoenen euro, min = uitgave/tekort)

2025

2026

2027

2028

2029

2030

bron

Belastingontvangsten

283.820

301.614

312.951

324.739

337.863

350.306

Tabel 3.1.2.1

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

‒ 320.809

‒ 354.699

‒ 337.026

‒ 354.389

‒ 364.716

‒ 379.419

Tabel 1.3.5

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

56.643

69.651

44.700

56.275

58.710

62.100

Tabel 1.3.2

Betaalde rijksbijdrage en rente aan sociale fondsen

‒ 50.801

‒ 58.916

‒ 62.283

‒ 65.799

‒ 70.681

‒ 75.546

Tabel 1.3.2

Kas-transverschillen en overige posten Rijk

‒ 1.932

‒ 1.663

‒ 709

‒ 354

163

151

Tabel 1.3.3

EMU-saldo Rijk (centrale overheid)

‒ 33.079

‒ 44.013

‒ 42.368

‒ 39.530

‒ 38.661

‒ 42.407

 
Tabel 1.3.6 EMU-saldo sociale fondsen

(in miljoenen euro, min = uitgave/tekort)

2025

2026

2027

2028

2029

2030

bron

Premie-ontvangsten

145.825

149.813

162.339

170.113

176.520

184.025

Tabel 3.1.2.1

Ontvangen rijksbijdragen en rente

50.801

58.916

62.283

65.799

70.681

75.546

Tabel 1.5.2

Premiegefinancierde uitgaven

‒ 186.033

‒ 198.544

‒ 211.967

‒ 223.047

‒ 234.492

‒ 245.953

Tabel 2.1

Eigenrisicodragers WGA/ZW

573

592

611

630

628

626

Tabel 1.3.3

Zorgbemiddelingskosten

‒ 2.222

‒ 1.619

‒ 1.591

‒ 1.735

‒ 1.774

‒ 1.778

Tabel 1.3.3

EMU-saldo sociale fondsen

8.945

9.158

11.676

11.760

11.563

12.465

 

Het overheidssaldo komt in 2026 naar verwachting uit op een tekort van 2,9% van het bbp. Tabel 1.3.7 toont hoe dit saldo zich verhoudt tot het saldo dat is geraamd voor het lopende begrotingsjaar 2025.

Tabel 1.3.7 Horizontale toelichting EMU-saldo

(min = tekort)

Miljarden euro

Procenten bbp

EMU-saldo 2025

‒ 24,8

‒ 2,1%

Noemereffect

0,0

0,1%

Uitgaven onder uitgavenkader

‒ 26,0

‒ 2,1%

Niet-kaderrelevante uitgaven

‒ 7,4

‒ 0,6%

Inkomsten

21,8

1,8%

Kastransverschillen

0,3

0,0%

Overig

0,6

0,0%

EMU-saldo 2026

‒ 35,5

‒ 2,9%

Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2025 van afgelopen voorjaar is het saldo voor 2026 met 0,1 procentpunt bbp opwaarts bijgesteld naar ‒ 2,9% bbp en het saldo voor 2025 is met 0,5 procentpunt neerwaarts bijgesteld naar ‒ 2,1%. Dit wordt zichtbaar wanneer de verandering van het saldo niet van jaar op jaar (horizontaal) wordt bekeken, maar als ontwikkeling sinds de Voorjaarsnota (verticaal). Deze verticale ontwikkeling is weergeven in Tabel 1.3.8.

Tabel 1.3.8 Verticale toelichting EMU-saldo

Percentage bbp, - = tekort

2025

2026

2027

2028

2029

2030

EMU-saldo Voorjaarsnota 2025

‒ 2,6%

‒ 3,0%

‒ 2,6%

‒ 2,1%

‒ 1,9%

‒ 2,2%

Belasting- en premieinkomsten

0,1%

‒ 0,1%

0,0%

‒ 0,1%

‒ 0,1%

0,0%

Uitgavenkader

0,2%

0,1%

0,1%

0,0%

0,0%

0,1%

Overig (m.n. KTV DO)

0,2%

0,2%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

EMU-saldo Miljoenennota 2026

‒ 2,1%

‒ 2,9%

‒ 2,4%

‒ 2,1%

‒ 2,0%

‒ 2,1%

       

EMU-schuld Miljoenennota 2026

44,9%

47,8%

48,0%

48,7%

49,1%

49,5%

Tabel 1.3.9 bevat een overzicht van de gerealiseerde EMU-saldi vanaf 2010 en de verwachte EMU-saldi tot en met het jaar 2030, uitgedrukt in zowel miljarden euro als in procenten van het bbp.

Tabel 1.3.9 Historisch overzicht EMU-saldo

(in miljarden euro, min = tekort)

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

EMU-saldo

‒ 34,1

‒ 29,0

‒ 25,2

‒ 19,1

‒ 14,7

‒ 12,8

1,6

Bruto binnenlands product

639,2

650,4

653,0

660,5

671,6

690,0

708,3

EMU-saldo (in procenten bbp)

‒ 5,3

‒ 4,4

‒ 3,8

‒ 2,9

‒ 2,2

‒ 1,8

0,2

        
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

EMU-saldo

10,2

11,8

15,8

‒ 30,3

‒ 20,1

0,0

‒ 3,9

Bruto binnenlands product

738,1

774,0

813,1

796,5

870,6

958,5

1.034,1

EMU-saldo (in procenten bbp)

1,4

1,5

1,9

‒ 3,7

‒ 2,3

0,0

‒ 0,4

        
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

EMU-saldo

‒ 10,6

‒ 24,8

‒ 35,5

‒ 31,4

‒ 28,5

‒ 27,9

‒ 30,7

Bruto binnenlands product

1.134,1

1.187,3

1.234,4

1.282,9

1.332,2

1.382,0

1.436,1

EMU-saldo (in procenten bbp)

‒ 0,9

‒ 2,1

‒ 2,9

‒ 2,4

‒ 2,1

‒ 2,0

‒ 2,1

Licence