Base description which applies to whole site

3. EXTRA-COMPTABEL OVERZICHT STEDENBELEID 2014

De Minister voor Wonen en Rijksdienst is programmaminister voor het stedenbeleid 2010–2014. Vanuit die coördinerende verantwoordelijkheid voor het bevorderen van de leefbaarheid in steden heeft hij onderhavige overzichtsconstructie tot zijn beschikking, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften 2015. Het overzicht heeft een informatiefunctie voor de Staten-Generaal. Op deze wijze wordt het integrale overheidsbeleid zichtbaar gemaakt, ook al wordt het beleid door meer ministers uitgevoerd. De individuele ministeriële verantwoordelijkheid blijft daarbij gehandhaafd.

Beleidsterrein/instrument

Type uitkering 2014

Ministerie

2013

2014

20151

20161

20171

(indicatieve bedragen x € mln.) 2

             

Sociaal domein

             

Maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingsbeleid 3

decentralisatieuitkering

VWS

256

256

               

Gezond in de stad

decentralisatieuitkering

VWS

5

8

               

Onderwijsachterstandenbeleid

specifieke uitkering

           

OAB-Besluit van 23 augustus 2010 4

 

OCW

182

182

OAB-Besluit tot wijziging van 28 november 2011 5

 

OCW

95

95

               

Participatiebudget6

specifieke uitkering

           

Inburgering

 

SZW

47

0

Volwasseneneducatie 7

 

OCW

25

29

               

Jeugd

decentralisatieuitkering

           

Voortijdig schoolverlaten (accent op aanpak overbelaste jongeren)8

 

OCW

22

22

               

Vrouwenopvang/huiselijk geweld 9

decentralisatieuitkering

VWS

91

91

Totaal beschikbare middelen sociale domein

   

723

683

               

Fysiek domein

             

Investeringsbudget stedelijke vernieuwing

decentralisatieuitkering

W&R

153

139

Budget voor stedelijke vernieuwing (bodemsanering)

decentralisatieuitkering

I en M

18

18

Totaal beschikbare middelen sociale en fysieke domein

   

894

840

1

Het Extra-comptabel overzicht stedenbeleid is jaarlijks opgesteld voor de periode 2010 tot en met 2014 en is per 1 januari 2015 vervallen.

2

Met het oog op de vergelijkbaarheid met de reeksen in voorgaande jaren wordt uitgegaan van de G4/G27 (G31), tenzij anders vermeld.

3

Het betreft hier de 27 centrumgemeenten maatschappelijke opvang binnen de G31.

4

De specifieke uitkering gaat naar alle gemeenten met onderwijsachterstandleerlingen (n.a.v. de som van de schoolgewichten in de desbetreffende gemeente); het betreft hier het bedrag voor de G31.

5

Het betreft hier een aanvullende bekostiging bestemd voor vve, schakelklassen en zomerscholen aan G37 (G31, zgn. Ortega-gemeenten – Almere, Apeldoorn, Ede, Haarlemmermeer, Zoetermeer – en de gemeente Delft); Staatsblad 2011, 582.

6

Vanaf 2010 zijn voor de G31 de middelen voor inburgering en volwasseneneducatie toegevoegd aan het Participatiebudget. In 2013 en 2014 vindt de verdeling van de educatiemiddelen deels plaats op basis van outputverdeelmaatstaven en deels op basis van objectieve gegevens. Hierdoor kan de verdeling van het budget tussen de G31 en de andere gemeenten wijzigen.

7

Het betreft hier volwasseneneducatie aan de G37 (G31, zgn. Ortega-gemeenten – Almere, Apeldoorn, Ede, Haarlemmermeer, Zoetermeer – en de gemeente Delft).

8

De uitkering gaat naar de G31 en naar de gemeenten Almere, Apeldoorn, Ede en Zoetermeer.

9

Het betreft hier de 25 centrumgemeenten vrouwenopvang binnen de G31.

Licence