Base description which applies to whole site

3.1 Beleidsprioriteiten

Introductie

Een veilig en bereikbaar Nederland met een gezonde en duurzame leefomgeving: daaraan heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) hard gewerkt. Om de toenemende drukte op de weg, het spoor, het water en in de lucht in goede banen te leiden en tegelijkertijd de belasting voor het klimaat, de luchtkwaliteit en de leefomgeving te beperken is een veilig, geïntegreerd, slim en duurzaam vervoerssysteem nodig. Hiervoor zijn verschillende maatregelen genomen. Tegelijkertijd is IenW nationaal en internationaal aan de slag om Nederland aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. Ook werd het Klimaatakkoord gesloten om de CO2-reductie te beperken en werden met het Plastic Pact afspraken gemaakt om het gebruik van plastic te verminderen. Daarmee zijn het afgelopen jaar aanzienlijke stappen gezet om verschillende ambities uit het Regeerakkoord te realiseren.

In 2019 werd Nederland echter ook geconfronteerd met onvoorziene ontwikkelingen. Zo was er de rechterlijke uitspraak over het Programma Aanpak Stikstof en bleek er in de zomer op veel plekken teveel PFAS in de bodem te zitten. Ook deze ontwikkelingen hebben het afgelopen jaar gekenmerkt.

Eens te meer werd tijdens het afgelopen jaar duidelijk dat de opgaven op het terrein van IenW actueel zijn, mensen raken en leiden tot maatschappelijk debat. Dit is onder andere tijdens het debat over Lelystad Airport en de stikstof- en PFAS-discussie naar voren gekomen. Deze opgaven vereisen dat belangen zorgvuldig worden afgewogen en ook keuzes worden gemaakt.

In dit beleidsverslag kunt u van alle terreinen lezen wat er is bereikt en wat de inzet is. Het verslag volgt hierbij de transities (i) veilige, slimme en groene mobiliteit, (ii) circulaire economie en (iii) klimaatadaptatie. Deze transities vormen het hart van de beleidsagenda 2019, aangevuld met diverse andere onderwerpen die onze intensieve aandacht hebben.

(i) We werken aan veilige, slimme en groene mobiliteit

Veilige mobiliteit

Ook in 2019 stond Verkeersveiligheid hoog op de agenda. Zo is gestart met de uitvoering van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV). Op 14 februari 2019 is het Startakkoord SPV ondertekend door het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), vervoerregio’s en Rijk. Het Kennisnetwerk SPV ondersteunt medeoverheden met praktische kennis en instrumenten over de risico-gestuurde aanpak. Ook zijn verkeersexperts beschikbaar gesteld om gemeenten en provincies te helpen bij het opstellen van risicoanalyses. Verder is er een ‘taskforce verkeersveiligheidsdata’ gestart om wegbeheerders van relevante data en informatie te voorzien om onveilige situaties aan te pakken. Eind 2019 is voor de komende tien jaar een investeringsbedrag van € 500 miljoen (met aanvullende cofinanciering) vrijgemaakt voor extra verkeers-veiligheidsmaatregelen op lokale en regionale (fiets)wegen.

Daarnaast is uitvoering gegeven aan het Landelijk Actieplan Verkeersveiligheid 2019-2021. Zo wordt met investeringsmaatregelen (met cofinanciering) ruim 750 kilometer aan veilige bermen van provinciale N-wegen door provincies gerealiseerd. Andere resultaten zijn het app-verbod op de fiets en de uitbreiding van de MONO-campagne met MONO-zakelijk.

Dat de aandacht voor verkeersveiligheid nooit mag verslappen, werd nog eens benadrukt door het rapport ‘Veilig toelaten tot de weg’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat op 16 oktober jl. werd uitgebracht n.a.v. het tragische ongeval met de Stint1. IenW werkt nu aan een nieuw nationaal toelatingskader voor licht elektrische voertuigen. Daarbij wordt ook kritisch gekeken naar het feit dat gehandicaptenvoertuigen en elektrische bakfietsen vaak zonder voorafgaande toelating op de openbare weg mogen rijden. Medio 2020 wordt een eerste outline van dit kader gepresenteerd aan de Tweede Kamer.

Net als op de weg is ook op het spoor hard gewerkt aan meer veiligheid. Zo heeft het kabinet in mei 2019 de programmabeslissing ERTMS2 genomen en daarmee besloten het huidige treinbeveiligingssysteem te vervangen door de Europees verplichte standaard European Rail Traffic Management System (ERTMS). Deze vervanging sluit aan bij het uitgangspunt om prioriteit te geven aan de instandhouding van het bestaande netwerk. Met deze beslissing wordt ook invulling gegeven aan tijdige aanleg van ERTMS op de belangrijkste (inter)nationale verbindingen. Daarnaast biedt ERTMS meer mogelijkheden dan de huidige treinbeveiliging, zoals meer veiligheid, de mogelijkheid om meer treinen te laten rijden, en op termijn automatisch rijden. Op de Rijksbegroting is hiervoor € 2,4 miljard beschikbaar. Voor de landelijke uitrol van ERTMS in de periode 2030–2050 heeft dit kabinet in 2019 besloten bovenop de middelen die nu beschikbaar zijn, vanaf 2020 structureel € 100 miljoen per jaar te reserveren.

Met het landelijk programma overwegen (LVO) het ministerie de veiligheid en doorstroming van beveiligde overwegen verbeteren. In 2019 zijn in Putten, Oisterwijk, Borne, Deurne, Halderberge en Hurdegaryp overwegen aangepakt. Daarnaast is ProRail bezig met studies naar 15 andere vergelijkbare projecten. Door de voortvarendheid van het programma is het huidige LVO-budget (€ 220 miljoen) nagenoeg volledig belegd.

In het programma voor Niet actief Beveiligde Overwegen (NABO) worden 180 openbare en openbaar toegankelijke overwegen op het reizigersnet aangepakt. ProRail geeft aan dat inmiddels 40 NABO’s (dus ca. 20%) zijn aangepakt.

Duurzame mobiliteit

Met het Klimaatakkoord eind juni heeft duurzame mobiliteit een stevige impuls gekregen. Met het akkoord zet Nederland flinke stappen om de CO2-uitstoot met 49% te reduceren in 2030 (ten opzichte van 1990)3. Specifiek voor de mobiliteitssector zijn afspraken gemaakt om zowel goederen- als personenvervoer te verduurzamen. Ook zijn in 2019 fiscale en financiële maatregelen getroffen om elektrisch vervoer te stimuleren, is de E10-verplichting ingegaan4, is een LNG-regeling geïntroduceerd5, zijn afspraken over de uitvoering van het Klimaatakkoord vastgesteld in het MIRT6 en is de Rijksoverheid toegetreden tot de Coalitie Anders Reizen.

Om goederenvervoer en logistiek op een samenhangende wijze duurzaam en efficiënt af te wikkelen, werkt IenW samen met bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere overheden. Met de Goederenvervoeragenda zijn de prioritaire beleidsthema’s en acties voor multimodaal en integraal goederenvervoer en logistiek zowel op stedelijke als (internationaal) corridorniveau vastgesteld. Speerpunten in de uitwerking in 2019 waren:

  • De shift van vracht van de weg naar spoor, water en buisleidingen voor het ontlasten van de weg, minder CO2-uitstoot en lagere onderhouds- en beheerskosten van het wegennet.

  • Binnen de MIRT Goederenvervoercorridors Oost en Zuid Oost is met de corridorspartners verder invulling gegeven aan de lopende initiatieven. Ook is een langere termijn toekomstperspectief opgesteld. Daarnaast is een onderzoek opgestart naar de mogelijkheden om te komen tot een corridorgerichte goederenvervoer aanpak op Corridor Zuid (Amsterdam-Rotterdam-Antwerpen).

  • De uitvoering van de digitale transportstrategie op nationaal en internationaal niveau om het goederenvervoer efficiënter in te richten. Hiervoor zijn samenwerkingsverbanden met de verschillende marktpartijen en alle transportmodaliteiten ingericht. In EU-kader is de nieuwe Verordening Europees Maritiem Single Window environment vastgesteld en een akkoord gesloten over het van kracht worden EU Verordening electronic Freight Transport Information (eFTI) medio 2020. Beide EU wetten dragen bij aan het opheffen van wettelijke belemmeringen van grensoverschrijdende digitale informatieoverdracht vanaf 2026.

In het BO MIRT zijn afspraken gemaakt met alle landsdelen over de Digitalisering Overheden, de 2de tranche iVRI’s (intelligente verkeersregelinstallaties), vier nieuwe Connected Transport Corridors, een Landelijke Aanpak Minder Hinder als ook de krachtenbundeling Smart Mobility, de regionale uitwerking van het Klimaatakkoord, de onderwijsaanpak, logistiek en cofinanciering met € 100 miljoen van fietsenstallingen bij stations en snelfietsroutes.

Dit kabinet maakt vaart met het stimuleren van de fiets. Met het geld van de regio’s is er voor de fiets een kwart miljard waar IenW mee aan de slag is gegaan. Daarbovenop is er uit het Klimaatakkoord € 75 miljoen bijgekomen.

Om het fietsgebruik te stimuleren spelen werkgevers een belangrijke rol. De groep fietsambassadeurs van de Minister is in 2019 met vier nieuwe werkgevers uitgebreid tot 15 in totaal, waaronder de Nationale Politie. Hier werken 62.000 mensen. En de Thuiszorgorganisatie Vierstroom die al haar medewerkers (650) een leasefiets op maat gaat geven. Dit netwerk met werkgevers uit diverse sectoren, moedigt forensen en sectorgenoten aan de fiets te pakken. Tevens is het startschot gegeven voor de Fietsmissie: Kies de Fiets. Met deze fietsmissie committeren bedrijven zich aan 10% meer medewerkers op de fiets. In juni 2019 is tijdens de eerste bestuurlijke Fietstafel de 2e etappe van de Tour de Force gepresenteerd. Alle partners hebben hierin hun ambities vastgelegd. Ten slotte is het gebruik van de leasefiets vereenvoudigd. Dit alles draagt bij aan een betere verkeersveiligheid, bereikbaarheid en duurzaamheid.

Ook is een wet aangenomen voor de uniformering van milieuzones7 en kunnen Verenigingen Van Eigenaren (VVE’s) sinds 2019 gebruikmaken van het Energiebespaarfonds voor de aanleg van laadinfrastructuur8. Ook wordt de aanleg voor laadinfrastructuur bij VVE’s vereenvoudigd9. Om op weg naar de Klimaatdoelen van 2030 al 25% CO2-reductie te realiseren in 2020 (ten opzichte van 1990) wordt de weg naar een circulaire economie versneld met een pakket aan maatregelen ter waarde van € 80 miljoen. Daarnaast worden weggebruikers gestimuleerd duurzamer gedrag te vertonen. ‘Het nieuwe rijden’ en ‘kies de beste band’ krijgen daarvoor een extra impuls. Tevens wordt de Coalitie Anders Reizen gesteund in de implementatie van bewezen effectieve maatregelen en wordt de informatie over duurzame mobiliteit via Milieu Centraal verbeterd.

Duurzame mobiliteit vereist ook inzet op het gebied van luchtvaart. De Duurzame Luchtvaarttafel is in februari 2019 tot een ontwerpakkoord gekomen. Hierin zijn klimaatdoelen en maatregelen vastgelegd voor 2030, 2050 en 2070 met betrekking tot de binnenlandse luchtvaart en de uit Nederland vetrekkende internationale luchtvaart10. In 2019 is in dat kader, samen met de sector en kennisinstellingen, gestart met de opzet van een actieprogramma elektrisch/hybride vliegen. Uw Kamer wordt hierover nader geïnformeerd parallel aan de Ontwerp Luchtvaartnota. Het wetsvoorstel over de nationale vliegbelasting is 14 mei naar de Kamer gestuurd11. In 2020 is de behandeling in de Tweede Kamer voorzien. Voor duurzame brandstoffen is gestart met het opstellen van een roadmap, is de bouw van de eerste Europese biokerosinefabriek aangekondigd en is eind 2019 een studie afgerond naar de effecten van een bijmengverplichting voor duurzame brandstoffen. Tot slot is gestart met het opstellen van het actieplan voor substitutie van vluchten door de internationale trein. 

Over acties ter verduurzaming van de scheepvaart zijn afspraken gemaakt tussen overheid en bedrijfsleven. Deze Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens is op 11 juni 2019 ondertekend door in totaal 42 partijen. Direct na ondertekening is de uitwerking gestart.

Slimme mobiliteit

Ook op het gebied van slimme mobiliteit zijn stappen gezet. Per 1 juli 2019 is de Experimenteer-wet Zelfrijdende voertuigen in werking getreden. Deze wet maakt proeven met voertuigen zonder bestuurder in het voertuig mogelijk.

Over de ontwikkeling en het gebruik van bestuurderondersteunende (ADAS-)systemen heeft de OVV op 28 november 2019 een rapport uitgebracht. Het rapport is met een eerste reactie aan de Tweede Kamer aangeboden12. Medio 2020 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd met een reactie op de aanbevelingen van de OVV.

Het Talking Traffic programma is verder geïmplementeerd; eind 2019 functioneren 400 slimme verkeerslichten op straat in de keten.

De aanbesteding en gunning Verkeersbordendata (alle wegen, heel NL) heeft plaatsgevonden. De eerste levering van de dataset vindt in januari 2020 plaats. Daarmee kunnen op maat en naar locatie alle ge- en verboden op het dashboard getoond worden. Wegbeheerders kunnen hiermee tevens hun assetmanagement effectiever inrichten.

... waarbij IenW de kwaliteit van infrastructuur en vervoersnetwerken waarborgt

De transitie naar een veilige, slimme en groene mobiliteit vereist dat IenW blijft investeren in de infrastructuur en er alles aan doet om de kwaliteit van de vervoersnetwerken hoog te houden.

Instandhouding

Intensiever gebruik, meer aandacht voor duurzaamheid, toenemende eisen aan ICT, wijzigingen in wet- en regelgeving, veranderende marktomstandigheden en veroudering van het areaal leiden tot toenemende instandhoudingskosten voor Rijkswaterstaat en ProRail. Het afgelopen jaar zijn in de begroting 2020 de risicoreserveringen voor alle netwerken verhoogd. In 2019 is een proces van externe audits in gang gezet om de budgetbehoeften voor instandhoudingskosten (beheer, onderhoud, renovatie, vervanging) van de netwerken nauwkeurig in beeld te krijgen. Medio 2020 wordt de Kamer geïnformeerd over hoe de financiële opgave voor instandhouding zich gaat ontwikkelen bij alle netwerken en ontvangt de Kamer de onderhoudsvisie voor de lange termijn.

Omvorming Infrastructuurfonds naar Mobiliteitsfonds en Schets Mobiliteit 2040

In het Regeerakkoord is aangekondigd het Infrastructuurfonds om te vormen tot een Mobiliteitsfonds waarin niet langer de modaliteit, maar de mobiliteit centraal staat13. Het doel is om de wet op 1 januari 2021 in werking te laten treden, zodat de eerste begroting van het Mobiliteitsfonds op Prinsjesdag 2021 aan de Kamer kan worden aangeboden. In 2019 zijn hiertoe de eerste stappen gezet. Op 7 juni 2019 is de Schets Mobiliteit naar 2040 aan de Tweede Kamer gezonden14. Hier wordt vervolg aan gegeven door een aantal thema’s met externe partners te verdiepen. Ook worden de principes van de Schets verder uitgewerkt en ingevuld in diverse beleidsnota’s en instrumenten zoals de Luchtvaartnota en Omgevingsagenda’s.

Stikstof

Eind mei oordeelde de Raad van State dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet meer gebruikt kon worden als onderbouwing voor toestemmingsverlening aan projecten. Een nieuwe aanpak voor stikstof diende ontwikkeld te worden. In 2019 is gestart met het in beeld brengen van een pakket aan bronmaatregelen (waaronder een verlaging van de maximumsnelheid), waarmee natuur versterkt wordt en ruimte wordt geboden aan woningbouw en 7 MIRT projecten Ook is gewerkt aan een aangepaste versie van het rekenmodel Aerius een spoedwet van LNV en de ontwikkeling van een stikstofregistratiesysteem. Voor projecten die noodzakelijk zijn voor de veiligheid van onze (vaar)wegen en de waterveiligheid, wordt onderzocht of de doorgang van deze projecten kan worden geborgd via tijdelijke wetgeving.

Investeringen infrastructuur wegen

In het BO MIRT 2019 is afgesproken een MIRT-verkenning te starten voor de bereikbaarheids-problematiek op de A50 voor het traject Ewijk, Bankhoef en Paalgraven. Tevens is samen met de regio invulling gegeven aan een korte termijn aanpak binnen het gebiedsgerichte Bereikbaarheidsprogramma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid. Binnen het gebiedsgericht Bereikbaarheidsprogramma Mobiliteit en Verstedelijking zijn met de regio aanvullende afspraken gemaakt in het kader van de Oeververbinding Rotterdam en de Algeracorridor.

In het lopende programma MIRT zijn de volgende mijlpalen in 2019 behaald:

  • Startbeslissing A1/A30 Barneveld

  • Startbeslissing Oeververbinding Rotterdam

  • Voorkeursbeslissing A20 Nieuwerkerk a/d IJssel – Gouda

  • Voorkeursbeslissing Corridor Amsterdam – Hoorn

  • Voorkeursbeslissing A67 Leenderheide – Zaarderheiken

  • Tracébesluit A2 Het Vonderen – Kerensheide

Vanwege de uitspraak van de Raad van State over het PAS, heeft de Raad van State op 17 juli 2019 geoordeeld dat het Tracébesluit Ring Utrecht niet in stand kan blijven. De nieuwe planning is afhankelijk van het hersteltraject. De stikstofuitspraak heeft ook op veel andere projecten effect. Denk hierbij aan extra kosten voor onderzoek en mitigatie en compensatie, maar ook vertragingen met 1 tot 5 jaar.

Met de positieve uitspraken van de Raad van State over de A15 Papendrecht – Sliedrecht, de A1 Apeldoorn-Azelo en A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (deeltraject A9 Amstelveen) kon definitief worden gestart met de verbreding van deze infrastructurele verbindingen.

Vrachtwagenheffing (VWH)

In het Regeerakkoord is de invoering van een vrachtwagenheffing afgesproken zodat binnen- en buitenlands vrachtverkeer betaalt voor het gebruik van de weg. De inkomsten uit de heffing worden in overleg met de sector teruggesluisd naar de vervoerssector door verlaging van de motorrijtuigenbelasting op vrachtauto’s en middelen voor innovatie en verduurzaming. In de zomer van 2019 is het wetsvoorstel vrachtwagenheffing voorgelegd voor internetconsultatie. Daarnaast is gestart met het voorbereiden van de marktbenadering voor de onderdelen van de vrachtwagenheffing waarvoor aanbesteding en contractering nodig is. De invoering staat gepland in 2023.

OV en Spoor

Over de voorkeursvariant bij de multimodale knoop Schiphol (reguliere MIRT-gelden) en een verkenning bij Utrecht (regeerakkoordmiddelen Spoor) is bestuurlijke overeenstemming bereikt. In Zuid-Nederland zijn daarnaast aanvullende afspraken gemaakt over Eindhoven XL (Eindhoven-Düsseldorf, fietsenstalling en HOV-bus verbindingen). Tot slot is gewerkt aan het aanpakken van regionale knelpunten. Zo zijn bij BO MIRT najaar 2019 afspraken gemaakt over de drukte bij station Nijmegen Heyendaal en Heerlen Oost.

Omvorming ProRail

IenW en ProRail werken gezamenlijk aan de omvorming van ProRail tot zelfstandig bestuursorgaan (zbo) met eigen rechtspersoonlijkheid. Met de omvorming wordt voortgebouwd op de door ProRail ingezette verbeteringen. Tevens biedt de omvorming kansen om de aansturing te vereenvoudigen en de publieke verantwoording te versterken. Het wetsvoorstel tot omvorming van ProRail is in juli ter advisering aangeboden aan de Raad van State. Op 19 december 2019 is het advies van de Raad van State vastgesteld.

Implementatie 4e spoorwegpakket

Op 29 januari stemde de Eerste Kamer voor implementatie van het Vierde Spoorwegpakket. De marktpijler van het pakket trad op 7 maart 2019 in werking. Deze marktpijler introduceert (op termijn) toegang tot de spoormarkt zonder concessie voor binnenlands personenvervoer, zoals dat ook al geldt voor het goederenvervoer per spoor en het internationaal personenvervoer. Op 16 juni 2019 trad de technische pijler inwerking. Nederland behoort daarmee tot de eerste negen landen waarbij de ERA op Europees niveau de voertuigtoelating op het spoor doet. Ook verleent de ERA certificaten aan internationale spoorwegondernemingen. De andere Europese landen volgen naar verwachting in 2020.

Marktordening spoor (incl. MTR NS/ProRail)

In 2020 wordt het integrale besluit over de marktordening en sturing op het spoor genomen. Hiervoor zijn in 2019 verschillende bouwstenen opgeleverd:

  • de quickscan «Eerlijke kansen bij aanbestedingen van regionaal spoorvervoer» werd in mei 2019 door de ACM uitgebracht. Dit is een update van de quickscan personenvervoer spoor 2013. In reactie op de update van de quickscan is in december 2019 een brief aan de Kamer gestuurd.15

  • Het onderzoek «Gevolgen recht op toegang, onderzoek naar de gevolgen van recht op toegang tot het binnenlands personenvervoer per spoor». Dit heeft de Kamer in december 2019 ontvangen. In aanvulling op dit onderzoek is een quickscan uitgevoerd naar de ervaringen die een aantal Europese lidstaten al heeft opgedaan met open toegang. In december 2019 is een brief aan de Kamer gestuurd met de te nemen vervolgstappen in het kader van open toegang. 16

Daarnaast is in 2019 een aantal onderzoeken uitgezet die in 2020 worden opgeleverd. Dit betreft onderzoeken over het onderhands gunnen of openbaar aanbesteden van de volgende concessie voor een hoofdrailnet, de positie van de HSL-zuid, de effecten van openbaar aanbesteden in het openbaar vervoer en de opties voor het eigendom en de exploitatie op stations.

In het BO MIRT van november 2019 hebben Rijk en regio afgesproken om de gesprekken over de mogelijkheden en voorwaarden voor de decentralisatie van de sprinterdiensten Zwolle – Leeuwarden, Zwolle – Groningen en Apeldoorn – Enschede voort te zetten.

In 2019 is de midterm review van de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet (NS) en de beheerconcessie (ProRail) uitgevoerd. Het doel van de midterm review is om halverwege de concessie te toetsen of de doelen van de Lange Termijn Spoor Agenda (LTSA) worden gehaald. De midterm review geeft daarbij inzicht in de prestaties geleverd door NS en ProRail. In het voorjaar van 2020 worden de definitieve evaluatierapporten gedeeld met de Kamer. De midterm review van de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet is één van de bouwstenen voor het besluit over de marktordening op het spoor.

Internationaal spoor (incl. nachttrein)

In februari 2019 hebben IenW en de Nederlandse en Duitse partners een overeenkomst ondertekend over het verbeteren van de verbinding Groningen- Bremen, de Wunderline. Ook voor de verbinding Eindhoven-Düsseldof is een overeenkomst ondertekend zodat gestart kan worden met de aanbesteding om deze verbinding per 2025 te realiseren. Verder is de trein tussen Maastricht, Heerlen en Aken in het voorjaar van 2019 gaan rijden. Voor het doortrekken van de lijn naar Luik worden nog stappen gezet.

Thalys rijdt sinds het voorjaar van 2019 2x per dag naar Charles de Gaulle en Marne-la-Vallée in plaats van Lille waardoor reizigers makkelijker over kunnen stappen op treinen naar Zuid-Frankrijk. Daarnaast is de capaciteit vergroot door de capaciteit van twee Thalys-treinen te verdubbelen. De Eurostar Amsterdam-Londen rijdt sinds juni driemaal per dag. Ook is in oktober een principebesluit bereikt voor een tweesporige aanpak voor de herintroductie van de nachttrein in Nederland. Zo wordt met NS/ÖBB de bestaande nachttrein Wenen/München - Düsseldorf doorgetrokken naar Amsterdam. Tevens spreekt IenW met andere vervoerders om te bezien wat gedaan kan worden om door hen nachttreinverbindingen naar Nederland op te laten zetten.

Ten slotte organiseerde Nederland een Europese High-level expert meeting om het stimuleren van internationaal personenvervoer per trein te agenderen bij de nieuwe Europese Commissie.

Toekomstbeeld OV 2040

In februari 2019 zijn de contouren van het Toekomstbeeld OV verstuurd aan de Tweede Kamer.17 Met de medeoverheden en de sector wordt gewerkt aan een nadere uitwerking en concretisering. Dit zal in 2020 leiden tot een ontwikkelagenda.

Maatregelenpakket spoorgoederen

Met een tijdelijke subsidieregeling voor de periode 2019-2023 wordt de gebruiksvergoeding verlaagd zodat deze, conform de wens van het regeerakkoord, in de pas loopt met de buurlanden (m.n. Duitsland). Daarnaast heeft ProRail een studie afgerond naar de mogelijkheden voor het rijden van treinen met een lengte van 740 meter. In 2020 zullen de eerste 740-meter treinen gaan rijden. Dit verbetert de groei en positie van het spoorgoederenvervoer. Verder is € 30 miljoen vrijgemaakt voor het project «Infra op Orde Havenspoorlijn».

Luchtvaart

In 2019 is de Ontwerp-Luchtvaartnota 2020-2050 voorbereid. De beleidsvoorbereiding heeft in overleg met belanghebbenden plaatsgevonden. Op 5 juli is de Tweede Kamer geïnformeerd over de hoofdlijnen van de kabinetsinzet18. Nederland zet in op optimale verbinding met de belangrijkste internationale bestemmingen. Van ongeclausuleerde groei van de luchtvaart kan geen sprake meer zijn. Kwaliteit is het uitgangspunt voor groei. De sector kan deze verdienen door een aantoonbare afname van hinder.

Op 18 april 2019 is de Startbeslissing voor het programma Luchtruimherziening genomen. Hiermee is de belangrijkste mijlpaal voor dit jaar behaald en is de Verkenningsfase van het programma gestart. Modernisering van het luchtruim loopt langs drie sporen: verbeteringen aansluitroutes Lelystad vóór 2023, resultaten in 2023 en een roadmap 2023-2035. De Voorkeursbeslissing legt deze drie sporen in samenhang vast. Stakeholders en de omgeving worden actief betrokken bij het ontwikkelen en uitwerken van varianten.

Uitgangspunten en randvoorwaarden ontwikkeling Schiphol

In vervolg op de Actieagenda Schiphol wordt onderzocht hoe de concurrentiepositie van Schiphol te behouden en versterken; op een veilige, innovatieve en duurzame manier en in balans met de omgeving. De maximumgrens van 500.000 vliegtuigbewegingen per jaar is nagenoeg bereikt. In het regeerakkoord is vastgelegd dat na 2020 randvoorwaardelijke groei mogelijk is.

Met het uitblijven van een akkoord tussen de verschillende delegaties in de Omgevingsraad Schiphol is gekozen voor een splitsing van het beleid op de korte en de middellange termijn. In 2019 is gewerkt aan het juridisch verankeren van het Nieuwe Normen en Handhavingsstelsel Schiphol (NNHS). Daarnaast is gewerkt aan de uitwerking van het kabinetsbesluit over de verdere ontwikkeling van Schiphol op de middellange termijn. Schiphol kan alleen groeien als dat aantoonbaar veilig kan. Daarom zijn in 2019 een aantal onderzoeken in het kader van veiligheidsanalyses in gang gezet.

Ook is hard gewerkt aan de realisatie en openstelling van Lelystad Airport om Schiphol te ontlasten. Als onderdeel van het vormgeven van het selectiviteitsbeleid is de Verkeersverdelingsregeling (VVR) goedgekeurd door de Europese Commissie. Op dit moment vindt toetsing door de RvS plaats als onderdeel van de verankering van de VVR in nationale regelgeving.

Met het ministerie van BZK, de sector en de regio is in opdracht van IenW een monitor uitgevoerd hoe het Luchthavenindelingbesluit Schiphol in de praktijk uitwerkt. Tevens is een eerste stap gezet om te bezien hoe het wonen en vliegen beleid voor de middellange termijn kan worden vormgegeven met het oog op een goede leefomgevingskwaliteit.

Wijziging Luchthavenbesluiten regionale luchthavens

In 2019 is het advies over de ontwikkeling van Eindhoven Airport tot een meer kwaliteitsgestuurde luchthaven verschenen. In september 2019 is een kabinetsreactie op het advies gegeven19. Eind 2019 is een vergunning voor het civiel medegebruik op de luchthaven verleend door het ministerie van Defensie. Hiermee wordt tot en met 2021 een maximum aantal vliegtuigbewegingen van 41.500 per jaar geregeld en wordt het aantal geplande vluchten na 23.00 uur naar nul teruggebracht.

ICAO Assembly

Van 24 september tot en met 4 oktober vond de 40ste ICAO Assembly plaats. Met de verkiezing van de Nederlandse kandidaat voor de ICAO Council 2019-2022 heeft Nederland directe invloed op het mondiale luchtvaartbeleid. Daarnaast zijn resoluties aangenomen over het terugdringen van negatieve milieueffecten van de luchtvaart. Tot slot zijn afspraken gemaakt over het optimaliseren van het beveiligingsniveau van de burgerluchtvaart.

Vaarwegen

Vaarwegen spelen een belangrijke rol bij het vervoeren van personen en met name goederen. Het afgelopen jaar is een besluit genomen tot een impuls van € 86 miljoen voor korte termijn maatregelen in 2020 en 2021 om uitgesteld onderhoud aan te pakken en zo storingen te voorkomen. Voor het Wilhelminakanaal naar Tilburg loopt de voorbereiding van de herbouw van sluis II. Het kanaal wordt zo geschikt voor grotere schepen. In 2019 is er ook besloten om maatregelen te nemen om de bevaarbaarheid van de Waal bij Nijmegen te verbeteren. Ook zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over de verbreding van het sluiscomplex bij Kornwerderzand.

(ii) We werken aan een circulaire economie

In 2019 zijn nieuwe stappen gezet naar een volledig circulaire economie in 2050 Hiertoe coördineert IenW het Rijksbrede programma «Nederland Circulair in 2050».

Op 8 februari 2019 is het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2019 ‒ 2023 door het kabinet aan de Tweede Kamer gestuurd.20 Het programma is in nauwe samenwerking met de transitieteams, de betrokken departementen (Economische Zaken en Klimaat, Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en een groot aantal maatschappelijke partijen tot stand gekomen.

Voor het programma is binnen de IenW begroting in de jaren 2019 en 2020 in totaal € 16 miljoen vrijgemaakt. Deze middelen zijn en worden ingezet voor o.a. de monitoring van de voortgang en effecten, de uitvoering van die transitieagenda’s waar IenW voor verantwoordelijk is en voor het Versnellingshuis. Het Versnellingshuis heeft IenW samen met VNO-NCW/MKB-Nederland en Nederland circulair! opgericht op 13 februari. Het doel is circulaire initiatieven van bedrijfsleven te ondersteunen en kennis en best practices van circulaire businesscases te ontwikkelen en verspreiden.

Om de voortgang naar een circulaire economie bij te kunnen sturen, is onder regie van het Planbureau voor de Leefomgeving samen met andere kennisinstellingen een vierjarig monitoringprogramma van 2019 ‒ 2023 gestart, waarin een volwaardig meet- en sturingssysteem wordt uitgewerkt. Op 17 december 2019 is een policy brief gepubliceerd over de vermindering van het grondstoffengebruik.21

Een circulaire economie draagt bij aan de reductie van CO2-emissies. In augustus 2019, zijn in het kader van de Urgenda-uitspraak, middelen (ter grootte van € 45 miljoen) beschikbaar gesteld voor circulaire projecten met CO2-reductie in 2019 (en in 2020) via de subsidieregeling DEI+. Verder is € 7,5 miljoen beschikbaar gesteld aan Rijkswaterstaat voor het uitvoeren van circulaire maatregelen. Aan decentrale overheden is nog eens € 10 miljoen beschikbaar gesteld. Met de middelen uit de Klimaatenveloppe zijn in juni 2019 innovatieve, industriële projecten gefinancierd op het gebied van recycling van materialen en producten. Zo is een demonstratiefabriek voor de chemische recycling van matrassen ondersteund. Deze kan jaarlijks 4 kton CO2 reduceren. Ook is de modernste PMD sorteerinstallatie (Industry 4.0) in Europa ondersteund die jaarlijks ca. 30 kton CO2 kan reduceren. Daarnaast is een installatie ontwikkeld die efficiënter PET kan upcyclen en zo de uitstoot met 5 kton CO2 per jaar kan reduceren. Verder is in 2019 het traject in gang gezet voor de ontwikkeling van een duurzaamheidskader voor biomassa waaraan in het Klimaatakkoord gerefereerd is.

Ook de keten van verpakkingen moet circulair worden gemaakt. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de producenten. Een financiële prikkel draagt bij aan het vergroten van de kwaliteit van de stroom kunststofverpakkingsafval waardoor hoogwaardige recycling mogelijk wordt. Hiertoe heeft de Stichting Afvalfonds Verpakkingen (StAV) in 2019 tariefdifferentiatie opgenomen in de afvalbeheersbijdrage. De StAV heeft daarnaast nieuwe afspraken gemaakt met gemeenten over de inzameling van verpakkingen. Voorts wordt met een wettelijke recyclingdoelstelling gestuurd op beter recyclebare verpakkingen en wordt via voorlichting getracht het gedrag van burgers ten aanzien van afvalscheiding te verbeteren.

Op 21 februari werd de eerste Nationale Conferentie Circulaire Economie afgesloten met de ondertekening van het Plastic Pact. Ruim 75 partijen uit de keten, waaronder plastic producerende en plastic toepassende bedrijven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen hebben zich verbonden aan de doelstellingen om in 2025 20% minder plastic te gebruiken, meer te recyclen en meer duurzame alternatieven te gebruiken.

IenW heeft verschillende stappen gezet om te voorkomen dat plastic in het milieu terecht komt. Daartoe worden zowel maatregelen genomen gericht op de bron als op het eind van de keten. Een belangrijke maatregel is de aanpak van kleine plastic flesjes in het zwerfafval. Hierover zijn afspraken gemaakt met het verpakkend bedrijfsleven. In 2020 moet het aantal kleine plastic flesjes in het zwerfafval zijn verminderd met 70 ‒ 90% en moet de recyclingdoelstelling voor kleine plastic flesjes van 90% zijn gehaald. Als dit niet lukt, wordt statiegeld op kleine plastic flesjes ingevoerd in 2021. De daartoe benodigde wijziging van het Besluit beheer verpakkingen is in maart 2019 aan de Eerste en Tweede Kamer aangeboden. De metingen over de tweede helft van 2019 zijn doorslaggevend voor het besluit om al dan niet statiegeld in te voeren.

Blikjes horen evenmin in het milieu. De Kamer heeft verzocht eenzelfde traject voor blik in gang te zetten als voor kleine plastic flesjes is gedaan, inclusief het voorbereiden van wettelijke maatregelen voor de introductie van statiegeld per 2022. De voorbereiding op een wijziging van het Besluit beheer verpakkingen is daarom gestart.

Een tweede belangrijke maatregel ter vermindering van plastic zwerfafval is de implementatie van de EU-richtlijn over single use plastics (SUP). In 2019 is begonnen met het opstellen van de betreffende regelgeving. Daarnaast wordt ingezet op gedragsverandering bij consumenten. Ook via afspraken met sectoren wordt geprobeerd de milieudruk door plastics te verminderen en circulariteit te bevorderen. Op 17 oktober is een Green Deal Circulaire Festivals afgesloten met Nederlandse en Europese organisatoren van festivals.

Aanvullend het ministerie verdere verspreiding van macro- en microplastics in het milieu voorkomen. Hiervoor zijn onder andere hotspots in kaart gebracht, preventieve pilots gestart en is begonnen met een monitoringsystematiek.

(iii) We werken aan Klimaatadaptatie

In 2019 heeft de door Nederland geïnitieerde Global Commission on Adaptation het flagship report opgeleverd waaruit blijkt dat een investering van 1,8 miljard dollar wereldwijd in maatregelen tegen de gevolgen van klimaatverandering, 7,1 miljard dollar zou kunnen opleveren aan totale netto voordelen. Dit onderzoek vormt de basis van een mondiaal jaar van actie, gestart tijdens de VN SG Summit in september 2019. Het jaar van actie wordt ondersteund door het in Nederland gevestigde Global Center on Adaptation (GCA) met regionale kantoren over de hele wereld, waaronder het kantoor in China dat in 2019 geopend is door minister-president Rutte en premier Li Keqiang.

In samenwerking met het GCA worden de voorbereidingen getroffen voor de Climate Adaptation Summit. IenW heeft de Water en Resilient Infrastructures Action Tracksgeïnitieerd om klimaatadaptatie te versnellen, op te schalen en te verbinden met de financieringsinstellingen. Om het financieren van klimaatadaptie-projecten te stimuleren, is samenwerking geïnitieerd met het Green Climate Fund (GCF). De Taskforce Financiering heeft verschillende activiteiten op het gebied van publiek private financiering en investeringsprogramma’s ondersteund. In 2019 heeft de Amsterdam International Water Week (AIWW) plaatsgevonden met 124 buitenlandse delegaties en omstreeks 800 deelnemers. Tijdens de Stockholm International Waterweek is bijgedragen aan het versterken van draagvlak en deelname van het Valuing Water Initiative, het Water Action Track, Water as Leverage.

Met het Deltaprogramma en de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS2016) werkt IenW aan een klimaatbestendig en waterrobuust Nederland, zodat Nederland in 2050 volledig is aangepast op klimaatverandering. Om het proces van ruimtelijke adaptatie te versnellen hebben de gezamenlijke overheden afspraken gemaakt over het uitvoeren van stresstesten, het vastleggen van ambities en het opstellen van uitvoeringsprogramma’s. Onder het Uitvoeringsprogramma NAS 2018-2019 zijn klimaateffecten geanalyseerd en is ingezet op versterking van de kennisbasis en –uitwisseling. Voor landbouw, natuur, gebouwde omgeving en hitte zijn actiegerichte klimaatdialogen gevoerd.

In 2019 heeft IenW standaarden voor stresstesten en een handreiking voor de risicodialoog gepubliceerd. Daarnaast is ingezet op kennisontwikkeling en kennisdeling. Inmiddels is circa 90% van de stresstesten uitgevoerd en zijn veel partijen gestart met de risicodialogen. In september 2019 zijn drie uitvoeringspilots van start gegaan met financiële ondersteuning van IenW. Daarnaast is in 2019 gewerkt aan een wijziging van de Waterwet om een tijdelijke impulsregeling uit het Deltafonds voor de versnelling van de aanpak van wateroverlast in de regio’s mogelijk te maken. Het wetsvoorstel daarvoor is in mei 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd.22 Het Rijk werkt in overleg met medeoverheden de tijdelijke impulsregeling verder uit.

Waterschappen en Rijkswaterstaat zijn in 2019 stevig aan de slag gegaan met de beoordeling van de primaire keringen aan de nieuwe waterveiligheidsnormen. Op dit moment is ca 20% van de primaire keringen beoordeeld. Daar waar nodig zijn en worden waterkeringen versterkt via het meerjarige Hoogwaterbeschermingsprogramma. Daarnaast is in 2019 gestart met de voorbereidingen voor het Programma Integraal Riviermanagement (IRM) waarin Rijk en regio samenwerken om een robuust en toekomstgericht rivierensysteem te creëren.

Naast hoogwater kan ook droogte ons waterbeheer op de proef stellen. Dit liet de extreem droge zomer van 2018 zien die in 2019 nog voortduurde in Oost- en Zuid-Nederland. Op 18 december 2019 is het eindrapport van de beleidstafel Droogte verschenen.23 De aanbevelingen uit het rapport worden meegenomen bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma Zoetwater voor 2022-2027. In 2019 zijn door het Deltaprogramma Zoetwater voor heel Nederland 150 kansrijke maatregelen om beter om te gaan met toekomstige droogteperiodes in beeld gebracht en is gestart met verdere prioritering.

De duurzaamheidsdoelen uit het Regeerakkoord en het commitment van Nederland aan de Agenda 2030 (Sustainable Development Goals) waren in 2019 leidend voor de nationale en internationale activiteiten van IenW. In de Voortgangsrapportage SDGs24 aan de Tweede Kamer van mei 2019 is ingegaan op de thema’s innovatie, water en partnerschappen. Dat zijn IenW-terreinen waar Nederland het internationaal goed doet en die bijdragen aan verschillende SDGs. Eveneens is in deze rapportage aangegeven dat op het onderwerp klimaat en het verkleinen van de ecologische voetafdruk, naast nationale inspanningen, extra inzet in internationale gremia nodig is. Daarnaast zoekt Nederland op de drie IenW-transities (veilige, duurzame en slimme mobiliteit, klimaatadaptatie en circulaire economie) intensief de samenwerking met belangrijke landen als VS, China, India en Indonesië. Dit laatste is in 2019 gebeurd via gezamenlijke projecten en/of handelsmissies.

We werken aan een gezonde en veilige leefomgeving

PFAS

In 2019 is veel inzet gepleegd op de aanpak van de PFAS-problematiek. Nadat in de zomer bleek dat PFAS op veel plekken in Nederland in de bodem werd aangetroffen, is mede op verzoek van medeoverheden en op basis van wet- en regelgeving, een tijdelijk handelingskader PFAS opgesteld. Aanvullend zijn er tijdelijke achtergrondwaarden bodem afgeleid voor twee soorten PFAS: PFOS en PFOA. Tevens is een taskforce PFAS ingesteld en zijn er per regio werkconferenties georganiseerd om knelpunten op te lossen.

Op Europees niveau heeft de Nederlandse inzet op bronbeleid geresulteerd in de indeling van de GenX-stoffen als Substance of Very High Concern volgens de systematiek van de EU-verordening REACH. Dit werkt in Nederland door als ZZS-classificatie (zeer zorgwekkende stoffen), waardoor een bevoegd gezag emissies naar water en lucht volgens het meest strikte regime kan aanpakken. In de EU heeft de Milieuraad uitgesproken PFAS beperkt te willen zien tot alleen essentiële toepassingen. Nederland heeft in december aangekondigd die handschoen in de EU op te pakken en een Europese restrictie op PFAS op te gaan stellen die er toe moet leiden dat alle producten met PFAS worden verboden met uitzondering van de essentiële toepassingen.

Waterkwaliteit

De bestuurlijke versnellingstafels hebben een impuls gegeven aan de Delta-aanpak Waterkwaliteit. De landbouwtafel boog zich over vermindering van meststoffen en gewasbescherming. De stoffentafel doet dit voor opkomende stoffen en medicijnresten. De brede tafel gaf richting aan de landelijke analyse waterkwaliteit, uitgevoerd door het PBL. Hiermee is een basis gelegd voor de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen voor de Kaderrichtlijn Water. Daarnaast is internationaal actief bijgedragen aan de Europese fitness check van de Kaderrichtlijn Water.

Er zijn diverse concrete stappen gezet, die bijdragen aan de verbetering van de waterkwaliteit. De uitvoering van maatregelen uit de stroomgebiedbeheerplannen van 2015 is in volle gang: vistrappen, natuurvriendelijke oevers, etc., verbeteren het leefgebied van waterplanten en vissen.

In het kader van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) zijn agrariërs en waterbeheerders samen veel projecten gestart, die maatwerkoplossingen bieden om de agrarische verontreiniging van grond- en oppervlaktewateren te verminderen. De ‘Ketenaanpak medicijnresten uit water’ heeft geleid tot de eerste proefprojecten om afvalwater te zuiveren. In een uitgebreide pilot zijn veel lozingsvergunningen onderzocht en is gestart met de actualisatie van een deel daarvan. Er is een opleidingsprogramma gestart voor vergunningverleners, die hen leert om te gaan met opkomende stoffen.

Programmatische aanpak Grote Wateren

De ambitie voor de Programmatische Aanpak Grote Wateren is vertaald in concrete projecten. In 2019 zijn de eerste drie startbeslissingen getekend voor een project in het Eems-Dollard en twee projecten in het IJsselmeergebied. Voor Getij Grevelingen is het Voorkeursalternatief vastgesteld. Hiermee zet IenW in op substantiële verbetering van de waterkwaliteit en natuur onder water dat tegelijkertijd recht doet aan de beschermde natuurwaarden op de oevers.

Luchtkwaliteit

Schone lucht is belangrijk voor een gezonde en veilige leefomgeving. De afgelopen jaren is de luchtkwaliteit aanzienlijk verbeterd. Daarom wordt de aanpak uit het Nationaal Samenwerkings-programma Luchtkwaliteit (NSL) voortgezet. Begin 2019 is het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) luchtkwaliteit afgerond. Op 2 juli is een brief naar de Tweede Kamer gezonden, met daarin de hoofdlijnen van het Schone Lucht Akkoord en de inzet van het kabinet, namelijk een permanente verbetering van de luchtkwaliteit.25 In overleg met medeoverheden, belangenorganisaties en bedrijfsleven is vervolgens begin 2020 het Schone Lucht Akkoord gepresenteerd, de uitkomsten van het IBO Luchtkwaliteit zijn hierbij betrokken.

IenW zet met het programma satelietdata in op het gebruik van satellietdata voor beleidsvoorbereiding en -uitvoering. In dit kader zijn in 2019 in samenwerking met TNO, KNMI en het RIVM pilots uitgevoerd ter verbetering van de monitoring van de luchtkwaliteit (NO2 en fijnstof). Een pilot voor monitoring van de uitstoot door zeeschepen is gestart.

Bodemkwaliteit

De in 2018 aangekondigde evaluatie van het ‘Kwalibostelsel’ is in 2019 uitgevoerd. Er is daarmee goede voortgang geboekt met het borgen van de drinkwatervoorziening voor de toekomst.

Safety Delta Nederland

In de Safety Delta Nederland (SDN) wordt de met het programma Duurzame Veiligheid 2030 (DV2030) gestarte samenwerking tussen overheid, (petro)chemische industrie en wetenschap voortgezet. Doel is om met elkaar structureel en integraal samen te werken aan de veiligste (petro)chemie ter wereld.

Financiële zekerheidstelling milieuschades

Naast het voorkomen en verminderen van milieurisico’s richt IenW zich ook op de hiermee samenhangende financiële risico’s voor de overheid. Daarom worden maatregelen getroffen om het opruimen van milieuschade bij faillissement zoveel mogelijk voor rekening van het betreffende bedrijf te laten komen. In het Omgevingsbesluit zal daartoe worden geregeld dat in de vergunningen van majeure risicobedrijven financiële zekerheid gevraagd wordt. Op deze wijze wordt van de bedrijven gevraagd om op voorhand invulling te geven aan het uitgangspunt «de vervuiler betaalt». Ook is in 2019 aangekondigd dat voor bedrijven in de sector afvalverwerking het instrument financiële zekerheid wordt ingevoerd.

Asbest

Het beleid is gericht op het zo snel en verantwoord mogelijk verwijderen van alle asbestdaken in Nederland. Op 4 juni 2019 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel dat een verbod op asbestdaken mogelijk moet maken, verworpen. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2019 geïnformeerd over de nieuwe aanpak van de asbestdaken, gebaseerd op een bestuurlijk overleg met een aantal provincies, gemeenten, betrokkenen uit de bouw- en asbest sector en andere maatschappelijke partijen. Nu geen sprake meer is van het realiseren van een asbestdakenverbod, zet de aanpak in op een samenhangend pakket niet-wettelijke maatregelen om te stimuleren dat zo snel en verantwoord mogelijk de asbestdaken worden gesaneerd. In 2020 wordt een samenwerkingsverklaring getekend om invulling te geven aan de daarvoor benodigde acties.

Versterking stelsel Vergunningverlening, Toezicht, Handhaving (VTH)

In 2019 is de kwaliteit van de uitvoering van VTH-taken voor de derde keer onderzocht. De onderzoekers concluderen dat het VTH-stelsel staat en zich de afgelopen jaren verder heeft doorontwikkeld. Wel zijn verbeteringen mogelijk op verschillende punten. Verbeteringen aan de hand van een concrete uitvoeringsagenda worden in 2020 uitgevoerd.

Vervoer gevaarlijke stoffen

Wat betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn in 2019 zeven regiobijeenkomsten met belanghebbenden georganiseerd om de knelpunten van het huidige Basisnet in kaart te brengen. De uitkomsten van deze regiobijeenkomsten vormen belangrijke input voor de verschillende structurele oplossingsmogelijkheden om de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen en ruimtelijke plannen te waarborgen. Eén specifieke mogelijke oplossing is een modal shift van het vervoer van gevaarlijke stoffen naar water en buisleidingen. In dat kader is een verkenning uitgevoerd naar het realiseren van een modal shift van het vervoer van LPG op de Brabantroute naar vervoer per water en/of naar buisleidingen (MKBA Modal shift Chemelot).26 

Nucleaire veiligheid en stralingsbescherming

Grensbewoners moeten goed worden geïnformeerd over eventuele incidenten bij kerncentrales in België en Duitsland. Met de Belgische en Duitse autoriteiten zijn afspraken gemaakt over het melden van ongewone gebeurtenissen en de eensluidende communicatie daarover. Ook moeten grensbewoners inzage hebben in de plannen die zijn opgesteld ter voorbereiding op een nucleair incident. Voor verdere versterking hiervan zijn afspraken gemaakt met de Veiligheidsregio’s en de autoriteiten in de België en Duitsland. In samenspraak met een aantal Veiligheidsregio’s in de grensstreek is een ‘Voorzorgsmaatregel’ voor de kerncentrale Borssele ontwikkeld. Dit is een vooraf afgesproken maatregel die de Veiligheidsregio’s kunnen uitvoeren in de allereerste fase van een eventueel nucleair ongeval in Borssele, voordat er een passend advies is van het ‘Crisis Expert Team straling en nucleair’.

Om de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming ook voor de lange termijn te borgen is voldoende kennis van hoog niveau van groot belang. Om hierin te voorzien is de Commissie-Van der Zande ingesteld met als opdracht om, in overleg met de departementen van Economische Zaken en Klimaat, Onderwijs Cultuur en Wetenschap en IenW, te komen met een voorstel tot een Nucleair Kennismanagementprogramma. Dit voorstel wordt begin 2020 verwacht.

In 2019 is onderzoek uitgevoerd dat als basis dient voor de verdere beleidsontwikkeling in 2020 ten aanzien van ontmanteling van kernreactoren en andere installaties met stralingsbronnen.

Voor de voorbereiding van de eindberging van radioactief afval is het Rathenau Instituut gestart met de werkzaamheden voor een advies over een participatief besluitvormingsproces.

Ten slotte is de eerste wettelijke evaluatie van het zelfstandig bestuursorgaan ANVS afgerond. De aanbevelingen uit de evaluatie zijn opgepakt, waarmee de ANVS haar taken als toezichthouder en vergunningverlener beter kan profileren en versterken.

Financiële zekerheidstelling kernreactoren

De toekomstige ontmanteling van kernreactoren en de financiering daarvan heeft de continue aandacht van het ministerie van Financiën en IenW. In 2019 is de beoordeling gestart van de aanvraag financiële zekerheidstelling voor de Hoge Flux Reactor en is de procedure ter afwijzing van de aanvraag voor de kerncentrale Dodewaard voortgezet.

Safe-by-design

IenW stimuleert dat veiligheid, door middel van een Safe-by-Design-aanpak, van meet af aan in ontwikkel- en innovatietrajecten wordt meegenomen. Veilige materialen, producten en processen zijn noodzakelijk voor zowel een gezonde en veilige leefomgeving als voor een circulaire economie.

In 2019 is, naast de bestaande onderzoeks- en onderwijsagenda Safe-by-Design van TU Delft en IenW, ook een agenda met Wageningen Universiteit opgesteld. In dit kader zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd over hoe Safe-by-Design in de innovatiepraktijk een plek kan krijgen.

De EU Milieuraad heeft, op basis van inbreng vanuit Nederland, in juni 2019 de lidstaten en de Europese Commissie uitgenodigd Safe-by-Design verder uit te werken, in het bijzonder voor de gehele keten van innovatie van chemische stoffen.27 In Europees verband zet Nederland in op het verder ontwikkelen van Safe-by-Design via Europese onderzoeksprojecten en -programma’s. In 2019 is het EU-project Gov4nano van start gegaan met IenW als één van de partners. Daarnaast is vanuit Nederland een start gemaakt met het inrichten van een Europees beleidsnetwerk gericht op het gezamenlijk verder beleidsmatig ontwikkelen van Safe-by-Design en met de voorbereiding van Nederlandse inbreng in het nieuwe onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Commissie Horizon Europe.

Op mondiaal niveau is in 2019 gewerkt aan agendasetting met onder andere het doel Safe-by-Design ook een plek te geven in het ‘Environment, Health and Safety Programme’ van de OESO. 

Cybersecurity

In het kader van de IenW-strategie Cybersecurity is in 2019 binnen het domein Water onderzoek gedaan naar het volwassenheidsniveau voor de sectoren drinkwater, keren en beheren waterveiligheid (landelijk). Door de drinkwatersector is een sectorspecifieke norm voor de beveiliging van procesautomatisering opgesteld. Rijkswaterstaat heeft een risicoanalyse uitgevoerd voor het Hoofdwatersysteem. Rijkswaterstaat beschikt daarnaast over de Cybersecurity Implementatierichtlijn objecten (CSIR). In tegenstelling tot de beveiliging van informatiesystemen bestond voor Industriële Automatisering geen wettelijk kader. Met de CSIR heeft Rijkswaterstaat zelf een richtlijn ontwikkeld. Inmiddels is de CSIR verheven tot landelijke standaard.

Duurzaam IenW

Het ministerie van IenW heeft in 2019 stappen gezet met de verduurzaming van zijn eigen beleid, uitvoering en bedrijfsvoering. In de bedrijfsvoering wordt planmatig gewerkt aan een energie- en klimaatneutraal IenW in 2030. Voor de uitvoering is in 2019 in samenwerking met Rijkswaterstaat en ProRail gewerkt aan een strategie om de infrastructuurprojecten op weg naar 2030 klimaatneutraal en circulair uit te voeren (grond, weg, waterbouw en spoor). In het Klimaatakkoord is de voorbeeldrol van het Rijk op verschillende plaatsen vastgelegd. IenW brengt jaarlijks een duurzaamheidsverslag uit en is gecertificeerd op de CO2-Prestatieladder (niveau 4).

Internationaal

De bilaterale samenwerking met lange termijn horizon is met name gericht op integraal waterbeheer en het stimuleren van economische samenwerking met deltalanden zoals Vietnam, Indonesië, Colombia, Myanmar, Mozambique, Egypte en Bangladesh. Verder heeft een staatsbezoek met handelsdelegatie aan India en Californië plaatsgevonden. Het Blue Deal programma is op volle kracht met 17 internationale samenwerkingsprogramma’s onder regie van de Unie van Waterschappen en in samenwerking met de individuele waterschappen.

IenW en de Brexit

2019 stond met name in het teken van het voorbereiden op een mogelijke no deal Brexit in april, mei en november 2019. Het zwaartepunt lag bij het voorkomen van ernstige disrupties rond de ferryhavens door onvoorbereide vrachtwagenchauffeurs. Zo zijn er tijdelijke parkeerplaatsen ingericht, verkeerscirculatieplannen opgesteld in overleg met alle betrokken instanties en stakeholders en is er veel aandacht voor communicatie aan stakeholders (in binnen- en buitenland) geweest.

Caribisch Nederland

Met de structurele middelen uit het Regeerakkoord hebben Bonaire, Saba en Sint Eustatius vooral ingezet op het herstel van de wegen. Daarnaast hebben de drie eilanden middelen ontvangen voor de verbetering van de (maritieme) infrastructuur. Zo wordt in Bonaire de Zuidpier verlengd en is een ‘samenwerkingsconvenant zeehavens Bonaire’ gesloten. In aanvulling op de wederopbouwmiddelen (na de orkanen Irma en Maria) is uit de regio-envelop is aan Saba een bijzondere uitkering van €12,5 miljoen. verleend om de haven van Saba voor de toekomst robuust en veilig te maken op een nieuwe locatie. In de tussentijd zijn er subsidies beschikbaar voor kleine verbeteringen aan de huidige haven. Tevens is de renovatie van de start- en landingsbaan van de luchthaven op Saba afgerond Om de haven op Sint Eustatius toegankelijker en orkaanbestendiger te maken is een bijzondere uitkering van €5,62 miljoen. verleend. De havenverbetering wordt integraal aangepakt met de kusterosie problematiek. Ook de luchthaven-infrastructuur van Sint Eustatius wordt verbeterd met de bouw van een nieuwe toren en terminal. Naast de infrastructuur is op de luchthavens van Sint Eustatius en Bonaire ook de governance verbeterd.

Aan de veiligheid van de op- en overslag en de beschikbaarheid van brandstoffen op Bonaire is onverminderd gewerkt. Ook is op Bonaire de bouw van een vuurwerkbunker gesubsidieerd en is een grote asbestsanering uitgevoerd. Op Saba is een afvalverbrander aangeschaft en op Sint Eustatius is subsidie verleend voor de bouw van een afvalverbrandingscentrale. verder is subsidie gegeven voor de vervanging van de hoofdtransportleiding drinkwater.

De BES-eilanden hebben een verklaring getekend voor een verbod op single use plastics. Op Curaçao heeft de ICAO audit plaatsgevonden. De Kabinetsreactie op het advies van de Raad van State en het IBO, met een aankondiging dat de verantwoordelijkheid over luchthavens, nutsvoorzieningen een brandstof wordt bezien, is aan de Kamer verzonden.

1

Kamerstukken II, 2019-2020, 29 398, nr. 758

2

Kamerstukken II 2018-2019, 33 652, nr. 65

3

Kamerstukken II, 2018-2019 32 813 342

4

Staatscourant 2019, 227

5

Staatscourant 2019, 67 206

6

Kamerstukken II, 2019-2020, 35 300-A-57

7

Staatscourant 2019, 398

8

Kamerstukken II, 2018-2019 35 210 XII

9

Kamerstukken II, 2019-2020 2019Z25430

10

Kamerstukken II, 2018-2019 31 936, nr. 585

11

Kamerstukken II, 2018-2019, 35 205, nr. 2

12

Kamerstukken II, 2019-2020, 29 398, nr. 770

13

Kamerstukken II, 2018-2019, 35 000-A-94, Kamerstukken II, 2019-2020, 35300-A-66

14

Kamerstukken II, 2018-2019, 31 305, nr. 290

15

Kamerstukken II, 2019-2020, 29 984, nr. 882

16

Kamerstukken II, 2019-2020, 29 984, nr. 881

17

Kamerstukken II, 2018-2019, 23 645, nr. 685

18

Kamerstukken II, 2018-2019, 31 936, nr. 646

19

Kamerstukken II, 2018-2019, 31 936, nr. 659

20

Kamerstukken II, 2018-2019, 32 852, nr. 76

21

https://www.pbl.nl/publicaties/doelstelling-circulaire-economie-2030

22

Kamerstukken II, 2018-2019, 35 211, nr. 2

23

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/12/18/eindrapportage-beleidstafel-droogte

24

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/05/01/bijlage-rapport-derde-nederlandse-sdg-rapportage

25

Kamerstukken II, 2018-2019, 30 175, nr. 339

26

Kamerstukken II, 2018-2019, 30 373, nr. 70

27

http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-10713-2019-INIT/en/pdf

Licence