Base description which applies to whole site

Bijlage 9: Voortgang van activiteiten ingevolge het rapport 'Ongekend Onrecht'

Middels deze bijlage wordt geapporteerd over de voortgang van de beleidsmaatregelen die zijn genomen als onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht».

Tabel 130 Voortgang van activiteiten ingevolge het rapport «Ongekend Onrecht» van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Actie

Omschrijving

Stand van Zaken

Hersteloperatie

 

12

Personen die op de zwarte lijst staan, waarvan niet altijd bekend is met wie en wanneer de gegevens zijn gedeeld, daarover informeren;(NR 21 Motie Marijnissen cs, deel 1)

Geen update, afgerond.

Responsieve dienstverlening

 

Signalen

 

20

Staat van de Uitvoering

18 Januari 2023 is conform planning de eerste Staat van de uitvoering aangeboden aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Deze eerste Staat is breed gedragen en goed ontvangen (Kamerstukken II 2022/23, 29 362, nr. 321). Sinds de publicatie hebben stuurgroepleden en projectteamleden presentaties gegeven, leerbijeenkomsten georganiseerd en interviews gegeven. Er is over de Staat gesproken in de vaste Kamercommissies Binnenlandse Zaken van beide Kamers. De Staat wordt veelvuldig geciteerd in beleidsstukken, adviezen en onderzoeksrapporten (SER, WRR e.a.). Uit reacties blijkt dat men de vijf in de Staat gedane oproepen in grote mate herkent, met taaie onderliggende knelpunten/weeffouten die niet zomaar opgelost zijn. In de op 22 juni 2023 verschenen tweede publicatie werd gefocust op -voor de Nederlandse uitvoeringspraktijk- inspirerende voorbeelden uit het buitenland. Dat betrof voorbeelden die bijdragen aan het verminderen van complexiteit en voorbeelden van digitale dienstverlening waarin de burger centraal staan. In webinars die in het kader van deze speciale uitgave zijn georganiseerd hebben vertegenwoordigers uit de Nederlandse politiek, de beleidswereld, de uitvoering en van cliënten gereflecteerd over de vraag of en hoe die vertaling naar de Nederlandse praktijk mogelijk zou zijn. De derde publicatie , Staat van de Uitvoering 2024, die op 9 september 2024 verscheen laat opnieuw zien dat er redenen zijn voor ernstige zorgen over de toekomstbestendigheid van de dienstverlening. Dat heeft vooral te maken met de complexiteit van wet- en regelgeving en gebrekkige gegevensuitwisseling tussen publieke dienstverleners. De Staat 2024 scherpt de oproepen aan waarmee politiek, beleid en uitvoering gezamenlijk kunnen werken aan verdere vereenvoudiging en digitalisering.

22

Casusoverleg vast onderdeel maken van beleidsmakers, bestuurders en bewindspersonen- Casussen periodiek bespreken in og – on overleg- In gesprek met rijksinspecties, waaronder ook de nieuwe inspectie Belastingdienst, Toeslagen en Douane, No, hoogste bestuursrechters, advocatuur, cliëntenraden en de Raad voor de rechtspraak om te bezien hoe we aanvullend signalen kunnen krijgen over wet- en regelgeving en uitvoeringspraktijk, waardoor mensen in de knel komen.

Naar aanleiding van de brede evaluatie van de organisatiekaders van overheidsorganisaties op afstand en de kabinetsreactie hierop op 9 september 2022 (Kamerstukken II, 2022-2023, 31 490, nr. 323) werkt het kabinet aan een herijking van de bestaande kaders voor uitvoeringsorganisaties op afstand. Het kabinet hecht aan een responsieve overheid waar de burger voorop staat en die burgers helpt daar waar nodig. Dit kan alleen worden bereikt als binnen alle onderdelen van de overheid op bestuurlijk niveau, beleids-, toezichts- en uitvoeringsniveau op basis van een nieuwe sturingsfilosofie goed met elkaar samenwerken. Het kabinet wil dat de overheid op basis van een nieuwe sturingsfilosofie de uitvoering/ervaringskennis vanaf het allerprilste begin bij de uitvoering betrekt en publieke waarde creëert. Met een eenduidig en samenhangend stelsel van kaders van organisaties op afstand binnen de centrale overheid waarin uitvoeringsorganisaties en inspecties een formele positie krijgen bij het ontwikkelen van beleid en regelgeving («rode knop» bij uitvoeringsproblemen) wil het kabinet bijdragen aan het creëren van publieke waarde/maatschappelijke meerwaarde door de overheid, en daarmee aan het bevorderen van het vertrouwen in de overheid. Het centraal stellen in de herijkte kaders voor uitvoeringsorganisaties op afstand van de betrokkenheid van de uitvoering/ervaringskennis vanaf het allerprilste begin bij de beleidsvorming en focus op het creëren van publieke waarde/maatschappelijke meerwaarde faciliteert dat in het gesprek tussen opdrachtgever en opdrachtnemer nadrukkelijk ook de samenwerking van uitvoeringsorganisaties rondom de burger, de integraliteit van een op publieke waarde gerichte uitvoering een plaats heeft. Een uitvoering in het algemeen belang, gericht op het creëren van maatschappelijke meerwaarde voor de samenleving als geheel. Aan de hand van casussen waarin uitvoeringsorganisaties ertegen aanlopen dat ze met het oog hierop moeten samenwerken om daadwerkelijk tot een oplossing/maatschappelijke weerwaarde voor de burger te komen.

Versterken dienstverlening van overheid

 

27

Brede evaluatie naar de kaders voor de organisaties op afstand (loopt)

De kabinetseactie op de eindrapportage van de Brede evaluatie is eind 2022 met de Kamer gedeeld (Kamerstukken II 2021/22, 31 490 nr. 323). Hierin zijn vier basisprincipes opgenomen waaraan wet- en regelgeving rondom organisaties op enige afstand van het ministerie volgens het kabinet dienen te voldoen. In 2023 is verder gewerkt aan een wetsvoorstel kaderwet rijksinspecties, een herziene regeling agentschappen en een herzien Stichtingenkader. Op 25 november 2024 heeft de minister van Financiën de herziene versie van het Stichtingenkader (het Kader voor Stichtingen en Verenigingen 2024) aan de EK en TK toegezonden. Op 4 oktober 2024 is de nieuwe Regeling Agentschappen 2024 in de Staatscourant gepubliceerd en in 2024 is een voorontwerp voor een Kaderwet op de rijksinspecties tot stand gebracht voor publicatie in 2025. Ook is gewerkt aan een herziening van de kaderwet zbo's die naar verwachting in 2025 als voorontwerp in procedure zal kunnen worden gebracht.

28

Breder en slimmer inrichten van de loketfunctie / Principe ‘er is geen verkeerde deur’; meer kennis over en betere samenwerking tussen uitvoeringsorganisaties

• De loketfunctie van de overheid geeft burgers en ondernemers ingang en toegang tot dienstverlening van de overheid. Van het zoeken naar overheidsinformatie tot het daadwerkelijk regelen van zaken met de overheid. Vanuit een gedeelde visie op overheidsbrede online dienstverlening wordt ook toegewerkt naar ‘altijd de juiste deur’. Zo kunnen burgers en ondernemers altijd zelf kiezen op welke wijze ze gebruik willen maken van (informatie over) overheidsdienstverlening (online, telefonisch of face-to-face). Ongeacht hoe de overheid ‘aan de achterkant’ georganiseerd is, ervaren burgers en ondernemers dat ze met één overheid te maken hebben. Aan deze loketfunctie van de overheid wordt in samenhang invulling gegeven langs diverse overheidsbrede trajecten.• In het traject Inrichten fysieke overheidsbrede loketten is in 2024 een stevig fundament gelegd en een structuur ingericht voor uitrol van het aantal praktijkinititatieven van 6 gemeenten in 2024 tot 25 in Q1 van 2025. Daarnaast is een drietal werkgroepen gestart die de praktijkervaringen vertalen naar opschaalbare ontwerpen. Deze werkgroepen met deelnemers uit alle betrokken uitvoeringsorganisaties, gemeenten en VNG richten zich op de volgende onderwerpen:o Het (samenwerken in een) netwerk van professionalso De rol van de overheidsdienstverlenero Het vergroten van het bereiken van burgers• Het zorgdragen voor de juiste lokale en fysieke ondersteuning en het vergroten van het bereik van mensen die ondersteuning nodig hebben, zijn in 2024 vastgelegd in de beleidsvisie op ‘ondersteuning bij dienstverlening, persoonlijk en dichtbij’. Hierin is ook de positionering van de Informatiepunten Digitale Overheid opgenomen. In 2025 wordt vervolg gegeven aan het vergroten van bereik op basis van deze beleidsvisie. Knelpunt zijn de beperkingen in gegevensuitwisseling, BZK zal vanuit haar coordinerende rol het voortouw nemen om toe te werken naar structurele en organisatie-overstijgende oplossingen.• Samen met publieke dienstverleners, departementen en medeoverheden is in 2024 onderzocht hoe overheidsbrede online dienstverlening er uit zou moeten zien. Een gezamenlijk beeld van een portaal dat in de behoeften van mensen voorziet en waarbij zij de ervaring hebben dat zij met één overheid te maken hebben. In 2025 wordt deze visie uitgewerkt in een plan voor doorontwikkeling van de overheidsbrede portalen. Een eerste stap daarin is een digitale ‘wegwijzer’ voor burgers met toegang tot de praktische informatie voor burgers op Overheid.nl.

30

Generieke digitale infrastructuur

• De Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) biedt een raamwerk van digitale componenten en diensten die de basis vormen voor een betrouwbare en efficiënte digitale dienstverlening van de overheid aan burgers en ondernemers. De GDI speelt een rol bij het realiseren van een uniforme, geïntegreerde en klantgerichte dienstverlening. Het streven is naar een omnichannel-aanpak, waarbij burgers en ondernemers via verschillende, op elkaar afgestemde, kanalen toegang hebben tot dezelfde diensten, ondersteund door de GDI. Burgers en ondernemers ervaren zo één Overheid. Door de GDI te gebruiken als basisinfrastructuur kunnen bijvoorbeeld MijnOverheid (het digitale portaal waar burgers hun persoonlijke overheidszaken overzichtelijk kunnen inzien) naar andere kanalen naadloos doorgaan om bij de dienstverlener zaken te kunnen regelen. Bovendien draagt de GDI bij aan het verminderen van complexiteit en het voorkomen van fouten in de dienstverlening doordat er meer eenduidigheid in de dienstverlening wordt bereikt. De architectuur digitale overheid 2030, zorgt voor een overkoepelende overzicht en richtlijnen die ervoor kunnen zorgen dat de ontwikkeling en implementatie van digitale diensten binnen de overheid op een gestructureerde en samenhangende wijze plaatsvinden. Daarnaast biedt de nieuwe Meerjarenvisie Digitale Overheid nog meer fundament om stappen te maken in de gezamenlijke vormgeving en ondersteuning van digitale dienstverlening van de overheid.• De GDI biedt een groot aanbod aan generieke digitale bouwstenen, standaarden en afspraken binnen een architecturaal kader die kunnen en steeds meer moeten bijdragen aan het verbeteren van de dienstverlening van de overheid. Ook het aantal bouwstenen groeit. Door gebruik te maken van de GDI kunnen we lessen uit de trajecten rondom de parlementaire onderzoekscommissie Kinderopvangtoeslag en Werk aan Uitvoering toepassen, en ervoor zorgen dat dienstverlening aan burgers en ondernemers betrouwbaarder, efficiënter en klantgerichter wordt. Jaarlijks wordt de GDI voorzien van een programmering, het GDI-Programmeringsplan. Het plan voor 2025 is eind 2024 (Kamerstuk 2024/25, 26643, nr. 1261) aan de Kamer aangeboden en is breed interbestuurlijk (Dienstverlenende organisaties, medeoverheden, departementen en opdrachtnemers) opgesteld en afgestemd. Het geeft aan welke concrete stappen worden gezet op de GDI-onderdelen. Daarbij is er zeer grote aandacht voor de leefwereld en wensen van burgers en ondernemers én wordt er op alle onderdelen goed gekeken naar de maakbaarheid ervan door de uitvoering.

31

Leren van ervaringen meldpunt MFO

Het Meldpunt Fouten in Overheidsregistraties (MFO) is operationeel sinds 1 januari 2021 en richt zich op het oplossen van problemen van burgers en bedrijven die te maken hebben met overheidsregistraties en vervult daarbij een begeleidende, coördinerende en adviserende rol. In de afgelopen vier jaar ziet het MFO een stijgende lijn in het aantal meldingen. Tot eind 2024 zijn in totaal 3.560 meldingen ontvangen (2021: 504 meldingen, 2022: 749 meldingen, 2023: 1.149 meldingen en 2024: 1.161 meldingen). Niet alle meldingen betreft uiteindelijk een fout. In 2024 betrof gemiddeld 30% van de meldingen een daadwerkelijke fout in een overheidsregistratie. De meeste meldingen hebben betrekking op de basisregistratie personen. Met publieke dienstverleners zijn samenwerkingsafspraken gemaakt om meldingen op te lossen. De klanttevredenheid van het MFO is hoog. Op dit moment wordt gewerkt aan het regelen van de wettelijke basis voor het MFO in de Wet Digitale Overheid.

35

Strikt gebonden bevoegdheden in sectorale wetten waar nodig vervangen door bevoegdheden met beoordelingsruimte of hardheidsclausules (opnemen ‘veiligheidsventielen’ sluit aan bij Kabinetsreactie rapport Regels en Ruimte)- Als regel in wetgeving een hardheidsclausule opnemen(NR 37 motie van Brenk)

Geen verdere update.

36

Buiten twijfel stellen dat abbb leidend zijn en minder marginale toetsing bestuursrechter(NR 15 Motie Jette cs)

De reacties op de (internet)consultatie worden momenteel verwerkt.

37

Inventarisatie wetgeving die hardvochtig uitpakt(NR 24 Motie Ploumen/Jetten)Onder andere het actief inventariseren bij uitvoering, belangenorganisaties en No welke mogelijke hardheden er in wet en regelgeving zijn die de mensen in de knel kunnen brengen m.b.t. tot frauderegelgeving in invordering. Met aandacht voor invorderingsplicht bijstand, terugvorderingstermijn sociale zekerheid, wanbetalersregeling zorgpremie.

Geen verdere update.

RESPONSIEVE OVERHEID EN ANTIDISCRIMINATIE

 

Discriminatie en het gebruik van nationaliteit

 

51

Bij de invoeringstoets zal net zoals bij de uitvoeringstoets voorafgaand aan de inwerkingtreding van beleid aandacht worden besteed aan mogelijk (indirect) discriminerende aspecten.

Geen verdere update.

54

Met College voor de Rechten van de Mens (CvdRM) overleggen hoe cliënten van grote uitvoeringsorganisaties kunnen worden doorverwezen naar het college als de uitvoeringsorganisatie geen discriminatie heeft kunnen vaststellen.

Geen verdere update.

55

Bij doorverwijzing naar het college wordt gewezen op de mogelijkheid van ondersteuning door een meldpunt antidiscriminatie bij de gemeenten. Het in verband daarmee aanpassen van de regelgeving meldpunten antidiscriminatie.

Geen verdere update.

56

Afspraken maken met het CvdRM over het geven van trainingen (eigen vooroordelen herkennen) bij

Geen verdere update.

57

Met CvdRM bezien of en hoe het gebruik van advies bij (wijziging) van beleidsregels omtrent mogelijk onderscheid, kan worden bevorderd.

Geen verdere update.

58

Verkenning Nationaal coördinator tegen discriminatie en racisme

Geen verdere update.

59

Instellen Staatscommissie Discriminatie

De staatscommissie tegen discriminatie en racisme is ingesteld op 1 mei 2022 en zal medio 2026 het eindrapport opleveren.

61

Discriminatietoets op alle wetsvoorstellen, maatregelen van bestuur, beleidsprotocollen en werkwijzen aan de voorkant(NR. 30 Motie Azarkan/Van Kooten-Arissen)

Geen verdere update.

62

Brede doorlichting op discriminatie en etnisch profileren van de werkwijze en organisatiecultuur van alle (semi)overheidsinstanties en uitvoeringsinstanties,(NR. 33 Motie Azarkan c.s)

Dit doet de Staatscommissie tegen discriminatie en racisme. Op 15 december 2023 heeft de staatscommissie haar eerste tussenrapportage opgeleverd (Kamerstukken II, 2022/23, 30950, nr. 356). Het onderzoek van de staatscommissiehieromtrent loopt nog.

INFORMATIEVOORZIENING EN POLITIEK AMBTELIJKE VERHOUDINGEN

 

Informatievoorziening aan parlement en samenleving

 

64

Vanaf 1 juli wordt een start gemaakt om bij elk stuk (wetsvoorstel, brief of nota) dat aan het parlement wordt gestuurd, onderliggende departementale nota’s die bewindspersonen hebben gebruik voor de besluitvorming actief openbaar te maken.

De eerste (kwantitatieve) fase van het onderzoek naar beslisnota's is afgerond. Deze fase bestond uit een enquête onder parlementsleden (en hun ondersteuning) en rijksamtenaren. Het onderzoek wordt in de eerste helft van 2025 afgerond.

65

Samen met de Kamers invulling geven aan een praktijk waarin veel vaker dan nu technische briefings, of tijdens commissievergaderingen technische toelichtingen door ambtenaren verzorgd worden

Eind 2020 zijn de Aanwijzingen externe contacten rijksambtenaren herzien om onduidelijkheid over de toepassing van de Aanwijzingen en het strenge imago weg te nemen. Sindsdien is er volop ervaring opgedaan met de verschillende mogelijkheden voor contact tussen rijksambtenaren en parlement, zoals technische briefings, werkbezoeken en anderszins contact via de parlementair contactpersoon die elk departement heeft. Daarbij is het uitgangspunt dat verzoeken of feitelijke informatie zakelijk en welwillend worden behandeld. De Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties (2021 en Werkgroep Informatieafspraken (2023) van de Kamer hebben in afzonderlijke rapporten geconcludeerd dat er in de praktijk nog steeds knelpunten worden ervaren. In de kabinetsreactie op het rapport «Grip op informatie» (januari 2025) van de werkgroep Informatieafspraken heeft het kabinet laten weten direct contact aan te moedigen en al volop mogelijkheden te zien in de huidige Aanwijzingen, en daarover graag het gesprek aan te gaan met de Kamer. Op 23 januari jl. is dit onderwerp ook aan de orde geweest tijdens een commissiedebat met de vaste commisie voor Binnenlandse Zaken.

66

De grond ‘persoonlijke beleidsopvatting’ niet langer hanteren als invulling van de weigeringsgrond ‘belang van de staat’ uit artikel 68 Grondwet

Geen verdere update.

67

Indien een bewindspersoon voornemens is een stuk te weigeren met een beroep op de weigeringsgrond ‘belang van de staat’, zal de centrale juridische directie hierover een zelfstandig oordeel uitbrengen aan de minister.

Geen verdere update.

68

In samenspraak met de Kamer bezien op welke wijze advisering van de Kamer bij discussie over toepassing van de weigeringsgrond ‘belang van de staat’ bij een commissie of onafhankelijke instantie zou kunnen worden belegd.

De Tweede Kamer heeft de Tijdelijke commissie grondrechten en constitutionele toetsing ingesteld, die op verzoek van vaste commissies mede gaat adviseren over de deugdelijkheid van de door de regering gegeven motiveren in geval verstrekking van inlichtingen wordt geweigerd.

71

Uitvoeringstoets gevolgen openbaarmaking voor ambtelijke werk en ambtelijke organisaties

Geen verdere update.

Informatiehuishouding: basis op orde

 

72

Opstellen van een Generiek actieplan informatiehuishouding, met kaders voor de informatiehuishouding voor het hele Rijk dat op 1 april klaar is

Geen verdere update.

73

Het opstellen van departementale actieplannen met een beschrijving van hoe de informatiehuishouding van de eigen organisatie eruitziet en een stappenplan om de rijksbrede doelen te bereiken. De plannen zijn uiterlijk 1 juli klaar.

De resultaten van de jaarlijkse volwassenheidsmeting voor de informatiehuishouding zijn voor iedereen zichtbaar op het Rijks ICT-dashboard. Daarnaast wordt ook jaarlijks gerapporteerd over deze meting in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk (JBR).

74

Investeren in professionaliteit van ambtenaren op het gebied van informatiehuishouding als een belangrijk onderdeel van het werk van een ambtenaar

1) Vanaf Q3 2024 is het Nationaal Archief gestart met de structurele inbedding van het Leerhuis als centrale dienst die leer- en ontwikkelactiviteiten op het gebied van informatiehuishouding (door)ontwikkelt en rijksorganisaties de bijbehorende ondersteuning voor de implementatie van deze activiteiten aanbiedt. Daarmee wordt geborgd dat het Leerhuis Informatiehuishouding structureel beschikbaar blijft.2) In Q4 2024 is de belangrijkste informatie over omgaan met overheidsinformatie (gebaseerd op de gedragsregeling digitale werkomgeving) via het Rijksportaal ontsloten, zodat rijksmedewerkers de informatie gemakkelijk kunnen vinden en dat het handelingsperspectief voor hen duidelijk is. Dit sluit goed aan op de nieuwe Ambtseed die vanaf 1 januari2025 van kracht is.3) In 2024 is een basistoolkit voor de Koepelcampagne ZO (Zorgvuldig en Open) gelanceerd. In het najaar is de campagne van start gegaan. De ZO-campagne is een koepelcampagne die al die losse deelcampagnes van rijksorganisaties met elkaar verbindt. Dit vergroot de herkenbaarheid en effectiviteit van de boodschap.4) In 2024 heeft I-Partnerschap IHH diverse onderwijs- en onderzoeksinitiatieven opgestart, waardoor de kennispositie en samenwerking met het onderzoek- en onderwijsveld op het gebied van informatiehuishouding van de Rijksoverheid verder versterkt.

75

Implementatie Wet Open Overheid

In 2024 zijn belangrijke stappen gezet naar een opener overheid. Een belangrijk onderdeel van de Wet open overheid (Woo) is de verplichte actieve openbaarmaking van zeventien informatiecategorieën. Deze verplichting treedt stapsgewijs in werking. Sinds 1 november 2024 zijn bestuursorganen verplicht om de eerste vijf categorieën informatie actief openbaar te maken (Stcrt. 2024, 30890). In 2025 en 2026 zullen gefaseerd de andere twaalf informatiecategorieën volgen. Daarnaast zijn stappen gezet om de uitvoering en uitvoerbaarheid van de Woo te verbeteren. In de kabinetsreactie op de Woo-invoeringstoets is een pakket aan maatregelen aangekondigd dat onder andere moeten leiden tot een verbeterde afhandeling van Woo-verzoeken (Kamerstukken II 2023/24, 32 802, nr. 94). Zo zetten we in op meer en eerder contact met informatieverzoekers, betere en efficiëntere afhandelingsprocessen, het sneller verstrekken van de meest relevante documenten bij omvangrijke verzoeken en betere monitoring en sturing.

76

Verplichte aansluiting rijk en decentrale overheden op Platform open overheidsinformatie (PLOOI )na inwerkingtreding WOO

Op 1 november ’24 is de eerste fase van de verplichte actieve openbaarmaking ingegaan (art. 3.3 Wet open overheid); bestuursorganen zijn sinds deze datum verplicht om informatie uit vijf categorieën actief openbaar te maken (Stcrt. 2024, 30890). De informatie wordt actief openbaar en doorzoekbaar gemaakt op de Woo-index door middel van een verwijzing naar de centrale vindplaats bij het desbetreffende bestuursorgaan. Op termijn wordt het verplicht om in totaal zeventien informatiecategorieën actief openbaar te maken. Definitieve besluitvorming over de planning van de overige categorieën vindt begin 2025 plaats.

77

Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding ingesteld met de inwerkingtreding van de Wet Open Overheid

Geen verdere update.

78

Benoemen van een Regeringscommissaris informatiehuishouding onder verantwoordelijkheid van de minister van BZK ten behoeve van stevige coördinatie uitvoering van de plannen. Het streven is dat deze op 1 juli aan de slag gaat.

Na afloop van de verlengde termijn voor de Regeringscommissaris Informatiehuishouding is besloten de termijn niet opnieuw te verlengen (Kamerstukken II 2023/24, 29 362, nr. 362). Dit besluit is genomen op basis van de evaluatie, het advies van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding en een reflectie van de regeringscommissaris zelf. Er wordt nu ingezet op meer regie vanuit BZK en OCW, vanuit de stelselverantwoordelijkheden op de Archiefwet, de informatiehuishouding en de Wet open overheid.

80

Opzetten van een algoritmeregister(NR. 16 Motie Klaver cs deel 2)

Het algoritmeregister raakt steeds verder gevuld. Het bevat momenteel zo'n 750 algoritmes, van 226 organisaties. Departementen hebben toegezegd voor eind 2025 alle hoog-risico AI-toepassingen, volgens de AI-verordening, te registreren. Vooral sinds halverwege 2024 is een versnelling te zien in het aantal algoritmes dat geregistreerd wordt.

81

Voor 1 maart een voorstel hoe binnen overheidsinstellingen vervuilde data worden opgeruimd aan de Tweede Kamer zenden(NR. 21 Motie Marijnissen c.s. deel 2)Het gebruik van nationaliteit, etniciteit en geboorteplaats als datavariabele in alle risicomodellen, -profielen, -systemen, -selectie en zwarte lijsten die binnen het overheidswezen gebruikt worden, volledig uitsluiten; tevens verzekeren dat ook zelflerende algoritmen in risicoclassificatiemodellen deze indicatoren niet gebruiken(NR. 16 Motie Klaver c.s, deel 1)

Naar aanleiding van de uitvoering van Motie#21 heeft de Auditdienst Rijk(ADR) in opdracht van de Staatssecretaris van Digitale Zaken en Koninkrijksrelaties een onderzoek uitgevoerd naar de uitvoering van Motie#21. De Kamer is eind 2024 geinformeerd over de uitkomsten van dit onderzoek (Kamerstukken 2024-2025 26643 nr. 1247).

82

Wettelijke kader voor het gebruik van AI en algoritmes door uitvoeringsorganisaties(NR. 35 Motie Azarkan)

De AI-verordening is in het voorjaar van 2024 aangenomen en de bepalingen worden getrapt van kracht. Inmiddels werkt het kabinet aan de implementatie van de verordening via een uitvoeringswet, het inrichten van het toezichtstelsel, en de verdere naleving ervan.

AMBTELIJK VAKMANSCHAP

 

83

Opzetten van een rijksbreed programma dat inzet op bewustwording en praktische uitwerking van nieuwe werkwijzen en op de benodigde opleiding en training van ambtenaren (beleidsambtenaren, uitvoerende ambtenaren en leidinggevenden)

Het programma Grenzeloos Samenwerken is in 2021 opgezet. De financiering vanuit de PO-middelen loopt tot en met 2025. Dit programma heeft diverse instrumenten gemaakt om te werken aan bewustwording en praktische uitwerking van het opgavegericht worden. Concreet is in samenspraak met de departementen een Gids Ambtelijk Vakmanschap opgesteld met principes en bijbehorende waarden die cruciaal zijn voor het werk van iedere Rijksambtenaar. Verschillende interventies die opgavegericht werken bevorderen zijn samen gebracht in een Doe Boek en in verschillende rijksbrede opleidingstrajecten wordt de manier waarop we ons werk doen (Ambtelijk Vakmanschap) of als rode draad of als onderdeel aangeboden. Ook is de netwerkacademie. Daarin worden opleidingen die gaan over vaardigheden binnen het Rijk overzichtelijk aangeboden. Daarmee wordt bijgedragen aan een overheid die grenzeloos samenwerkt aan maatschappelijke opgaven, opgavegericht werkt waarbij de bedoeling van het beleid centraal staat en waar de menselijke maat voorop staat. Het onderdeel Dialoog & Ethiek faciliteert organisatieonderdelen bij de Rijksoverheid die een praktijk opbouwen van ethische reflectiegesprekken. Het programma biedt interne gespreksleiders mogelijkheden tot scholing en heeft voor hen een groeiende community of practice opgezet om onderling kennis en ervaring te delen. Met de ABD is er voor topambtenaren aanbod ontwikkeld dat het verankeren van een goede gesprekscultuur ondersteunt.

84

Bij werving en selectie van topfuncties meer dan nu expliciet aandacht besteden aan wat gegeven de actuele maatschappelijke opgave nodig is om de functie, mede in relatie tot de samenstelling van het managementteam, goed te kunnen vervullen.

geen verdere update.

OVERIG

 

85

Nader bekijken op welke manier de maatregelen uit de Kabinetsreactie rapport ‘Ongekend Onrecht’ vertaald kunnen worden naar Caribisch Nederland

Invoering Algemene wet bestuursrecht (light versie): Een werkgroep vanuit JenV en BZK werkt aan de wet. Het traject bevindt zich nog in de voorbereidende fase waarbij wordt verkend welke bepalingen uit de Awb worden overgenomen. In die gesprekken worden Bonaire, Sint Eustatius en Sba ameegenomen. Wanneer duidelijk is welke bepalingen uit de Awb worden overgenomen, zal het formele wetstraject worden opgestart. Inventarisatie aanspreekpunten / loketten: De Rijksdienst voor Caribisch Nederland (RCN) en het Directoraat-Generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werken samen aan realisatie van de ambities van de WaU aanvraag ‘Verbetering (digitale)dienstverlening RCN vanuit de één-loket-gedachte’. Medio 2024 was de parlementaire besluitvorming afgerond en werd bekend dat de aanvraag definitief is gehonoreerd. Er zijn met verschillende RCN-diensten die veel klantcontacten hebben, bijeenkomsten georganiseerd. De resultaten tot nu toe zijn dat er zicht is op ‘tops’ en ‘verbeterpunten’ per dienst. De rode draden zijn benoemd. Er is een concept dienstverleningsconcept opgesteld, er is een pilot gestart vanuit de SZW-unit RCN om samen met andere partijen vanuit de 1-loketgedachte ouderen in Rincon integraal te benaderen. Er is door SZW een verkenning gedaan naar hoe de data beter op orde kan worden gebracht zodat specifiek voorzieningenbeleid beter mogelijk wordt. Op Bonaire, St. Eustatius en Saba zijn aparte onderzoeken gehouden onder de bevolking naar de ervaren dienstverlening en de wensen. Ook zijn per betrokken RCN-dienst teams aan de slag met verbetering van de dienstverlening. Daarnaast wordt gewerkt aan het komen tot een nieuw huisvestingsconcept voor de betrokken diensten. Dit ter ondersteuning van een betere dienstverlening richting inwoners van de drie eilanden. Invoering BSN op de BES-eilanden: Het kabinet acht het versterken van de digitale overheid en identiteitsinfrastructuur in Caribisch Nederland van groot belang. Op dit moment wordt de invoering van het BSN voor alle inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba voorbereid. Met het BSN wordt de basis gelegd voor de verdere digitalisering van overheidsdienstverlening voor burgers. Het wetsvoorstel Invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES is in oktober aangeboden aan de Tweede Kamer. Het doel van de wet is om de digitale overheidsdienstverlening in Caribisch Nederland te verbeteren. Het voorstel regelt dat de bijna 29.000 inwoners die in de bevolkingsadministratie van de eilanden geregistreerd zijn een BSN krijgen. Op dit moment gebruiken zij nog een ID- en een CRIB-nummer in hun contact met de overheid. Met het BSN krijgen inwoners een uniek persoonsnummer waarmee ze zich bij overheidsorganisaties kunnen identificeren. Want steeds meer overheidsdienstverlening digitaliseert. Naast de noodzakelijke wetswijzigingen zal de komende periode verder worden gewerkt aan publieksvoorlichting en aanpassingen van ICT-systemen.Het wetsvoorstel loopt conform planning. De Kamer heeft op 11 december 2024 verslag uitgebracht. [Kamerstukken 36 639]. Het streven is om het BSN in 2025 in te voeren in Caribisch Nederland. [Kamerstukken II, 2024/5, 26643, nr. 1232].

86

Staatscommissie instellen die in brede zin het functioneren van de rechtsstaat analyseert en met voorstellen komt om deze te versterken, en de Kamer daarover te informeren(NR 12. Motie Omtzigt/Van Dam)

De Staatscommissie rechtsstaat heeft in 2024 het eindrapport opgeleverd. Er wordt op dit moment gewerkt aan een kabinetsreactie.

Licence