Paragraaf 1 - Rapportage voor de volgende verplichte onderdelen:
1.1 - Rechtmatigheid
(1) Rapporterings-tolerantie | (2) Verantwoord bedrag in € (omvangsbasis) | (3) Rapporterings-tolerantie voor fouten en onzekerheden in € | (4) Bedrag aan fouten in € | (5) Bedrag aan onzekerheden in € | (6) Bedrag aan fouten en onzekerheden in € | (7) Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag = (6)/(2)*100% |
---|---|---|---|---|---|---|
Samenvattende staat baten-lastenagentschappen | € 3.441.773 | € 68.836 | € 104.539 | € 526 | € 105.065 | 3,05% |
Artikel 11. Centraal apparaatVerplichtingen | € 951.472 | € 47.574 | € 47.106 | € 1.610 | € 48.716 | 5,12% |
Artikel 11, Centraal Apparaat Verplichtingen
De rapporteringstolerantie van artikel 11, Centraal Apparaat, verplichtingen is overschreden. Het totaalbedrag aan fouten en onzekerheden bedraagt € 48,7 mln. en is als volgt opgebouwd.
Een onrechtmatigheid van € 32,9 mln. wordt veroorzaakt door rijksbrede (overbruggings)overeenkomsten van categoriemanagement. Dit betreft voor circa € 25,7 mln. de overeenkomst voor Interim-Management (IM) van het ministerie van Infrastuctuur en Waterstaat (IenW). Het is IenW in 2024 niet gelukt tot een rechtmatige overeenkomst te komen. De nieuwe aanbesteding wordt op zijn vroegst gepubliceerd in het tweede kwartaal van 2025. Hierdoor ontstaat ook in 2025 nog onrechtmatigheid voor BZK en VRO. Circa € 7,1 mln. is het gevolg van een kortdurende overbrugging van een raamovereenkomst voor ICT-inhuur van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Een begrotingsonrechtmatigheid van € 12,2 mln. wordt veroorzaakt door een overschrijding van de budgettaire ruimte als gevolg van negatieve bijstellingen. Een toelichting op de oorzaak van deze begrotingsonrechtmatigheid staat opgenomen onder begrotingsbeheer. De slotwet van Begrotingshoofdstuk 7 licht de negatieve bijstellingen toe.
Het resterende bedrag van circa € 3,6 mln. aan fouten en onzekerheden betreffen inkoopfouten bij beleidsdirecties en kasdiensten van BZK (en VRO).
Samenvattende staat batenlasten agentschappen
De rapporteringstolerantie van de samenvattende staat baten-lasten agentschappen wordt overschreden. Het totaalbedrag aan fouten en onzekerheden bedraagt € 105,1 mln. en is als volgt opgebouwd.
Financiële fouten per BLA | waarvan fouten als gevolg van rijksbrede raamovereenkomsten | Financiële onzekerheden per BLA | Som fouten en onzekerheden per BLA | |
---|---|---|---|---|
Totaal | € 104.539 | € 25.392 | € 526 | € 105.065 |
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | € 10.126 | € 6.813 | € - | € 10.126 |
Logius | € 66.564 | € 205 | € - | € 66.564 |
Organisatie en Personeel Rijk | € 6.960 | € 6.960 | € - | € 6.960 |
Rijksorganisatie voor Ontwikkeling Digitalisering en Innovatie | € 1.491 | € 1.282 | € 127 | € 1.618 |
FMHaaglanden | € 564 | € 290 | € - | € 564 |
Shared Service Centrum ICT | € 6.411 | € - | € - | € 6.411 |
Rijksvastgoedbedrijf | € 11.275 | € 9.300 | € - | € 11.275 |
Dienst van de Huurcommissie | € 561 | € - | € - | € 561 |
Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek | € 587 | € 542 | € 399 | € 986 |
Een onrechtmatigheid van € 25,4 mln. wordt voor de agentschappen veroorzaakt door rijksbrede (overbruggings)overeenkomsten van categoriemanagement. Dit betreft voor circa € 20,5 mln. de overeenkomst voor Interim-Management (IM) van het ministerie van IenW. Het is IenW in 2024 niet gelukt tot een rechtmatige overeenkomst te komen. De nieuwe aanbesteding wordt op zijn vroegst gepubliceerd in het tweede kwartaal van 2025. Hierdoor ontstaat ook in 2025 nog onrechtmatigheid voor BZK en VRO. Circa € 4,6 mln. is het gevolg van een kortdurende overbrugging van een raamovereenkomst voor ICT-inhuur van het ministerie van EZK.
De grootste onrechtmatigheden (circa € 2 mln. of meer), die niet het gevolg zijn van rijksbrede (overbruggings-) overeenkomsten, worden hierna toegelicht.
Bij Logius is in 2024 voor totaal circa € 66,6 mln. aan te verantwoorden onrechtmatigheid ontstaan. In de bedrijfsvoeringsparagraaf 2023 was al de verwachting opgenomen dat ook in 2024 additionele onrechtmatigheid zou ontstaan. Het gebruik van de onrechtmatige infrastructuurovereenkomst van Logius leidde in 2024 tot een te verantwoorden onrechtmatigheid van circa € 36 mln. Dit is mede veroorzaakt door de vertraging van de migratie naar een nieuwe ICT-infrastructuur. Dit hangt samen met de zorgvuldige opvolging van het uitgebrachte advies van het Adviescollege ICT-Toetsing van 12 april 2023. Daarnaast verlengde Logius in 2024 onrechtmatig in belang van de continuïteit in 2025 opnieuw de overeenkomst voor DigiD en DigiD-machtigen. Een nieuwe overeenkomst wordt op dit moment door Logius aanbesteed, waarmee begin 2026 een rechtmatige oplossing ontstaat. Dit resulteert voor 2024 in een onrechtmatigheid van circa € 17,5 mln. Tot slot maakt Logius ook langer en meer gebruik van een eerdere onrechtmatige overeenkomst voor Digipoort en Globe, waarbij over 2024 een aanvullende onrechtmatigheid wordt verantwoord van circa € 7,8 mln. voor Digipoort en € 2,9 mln. voor Globe. Logius heeft inzichtelijk dat ook in 2025, 2026 en 2027 er onrechtmatigheden blijven om een continue en veilige dienstverlening te garanderen. Zie daarvoor de toelichting onder «verwachte onrechtmatigheden Logius».
Bij RvIG is in 2024 voor circa € 10,1 mln. aan onrechtmatigheid ontstaan. RvIG kent een onrechtmatigheid van circa. € 2,5 mln. als gevolg van het rechtstreeks verstrekken van opdrachten aan de leveranciers van reisdocumentenmodules en het daarbij niet volgen van de juiste aanbestedingsprocedure. Dit vanwege de verantwoordelijkheid van RvIG ten aanzien van het onderhoud van diverse voorzieningen op het gebied van bevolkingsregisters. Nederlandse gemeenten, Openbaar Lichamen op de BES-eilanden en organisaties uit de overzeese landen van het Koninkrijk bevragen op elektronische wijze met hun burgerapplicaties deze voorzieningen. Hiervoor bestaan er koppelvlakken tussen voorzieningen, de berichtenservice en de burgerapplicaties die overheden gebruiken, welke bij wijzigingen moeten worden aangepast. Op basis van de verstrekte opdrachten passen de betreffende leveranciers van deze reisdocumentenmodules burgerapplicaties van de overheden aan. RvIG evalueert met BZK deze financieringswijze. Dit leidt in ieder geval ook in 2025 nog tot onrechtmatigheid.
Bij SSC-ICT is in 2024 voor totaal circa € 6,4 mln. aan te verantwoorden onrechtmatigheid ontstaan. Het niet volgen van de juiste inkoopprocedure en overschrijding van de afgegeven opdrachtwaarde van een hardware overeenkomst heeft tot een onrechtmatigheid van € 4,4 mln. geleid.
Verwachte onrechtmatigheden Logius:
Sinds het jaarverslag 2020 wordt in de bedrijfsvoeringsparagraaf melding gemaakt van een onrechtmatige overeenkomst voor de onderliggende infrastructuur van meerdere belangrijke Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) voorzieningen. Er wordt gewerkt aan een nieuw infrastructuurplatform. Door vertraging in het migratieverloop van de bestaande naar de nieuwe infrastructuur blijven onrechtmatigheden tot en met 2027 bestaan. Daarnaast dragen onrechtmatige overeenkomsten voor DigiD, Digipoort en Globe ook bij aan de onrechtmatigheden van Logius tot en met 2027. BZK verwacht daardoor ook voor 2025 een overschrijding van de tolerantiegrens. BZK zal dit ook weer toelichten in het betreffende jaarverslag.
1.2 - Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
1.3 - Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Begrotingsbeheer
Naar aanleiding van het jaarverslag 2023 zag de Algemene Rekenkamer geen aanleiding om meer extra aandacht te vragen voor begrotingsbeheer door BZK. Aandacht voor begrotingsbeheer is echter niet verdwenen. Alle maatregelen van de afgelopen jaren zijn in 2024 voortgezet en de controle op personele en materiële budgetten is geïntensiveerd. Het proces budgetbeheer is als pilot uitgevoerd. De pilot is positief beoordeeld en zal met enkele verbeteringen een regulier proces worden.
Over 2024 is er geen sprake geweest van overschrijding van het kasbudget op enig begrotingsartikel. Vanwege de nieuwe voorschriften voor presentatie van negatieve bijstellingen op de verplichtingen zijn er onverhoopt wel overschrijdingen van de budgettaire ruimte, van circa € 20,6 mln. op begrotingshoofdstuk VII en circa € 1,4 mln. op begrotingshoofdstuk IV. Bij het informeren van de Tweede Kamer over de uitvoering van de begrotingen 2024 op 16 december 2024 (link toevoegen), is geen rekening gehouden met de gewijzigde presentatie van de negatieve bijstellingen. Hierdoor had een hoger bedrag aan realisatiestanden moeten worden meegenomen. Op artikel 11 Centraal apparaat van hoofdstuk VII heeft dit geleid tot overschrijding van de rapporteringstolerantie.
In 2025 zal ervoor worden gezorgd dat de presentatie (in de interne rapportage) van de negatieve bijstellingen conform de Rijksbegrotingsvoorschriften zal zijn, zodat deze informatie op de juiste wijze wordt meegenomen bij het informeren van de Tweede Kamer over de uitvoering van de begrotingen.
Financieel beheer
Voor het BZK en VRO kerndepartement zijn er geen bijzonderheden op het vlak van financieel beheer. Bij twee uitvoeringsorganisaties zijn verbeteringen op het gebied van financieel beheer in 2024 in gang gezet.
Uitvoeringsorganisatie Logius had in 2023 problemen met het financieel beheer. In 2024 heeft Logius een plan opgesteld met verbetermaatregelen voor een structurele versterking van het financieel beheer. Logius heeft in 2024 goede voortgang gerealiseerd met de implementatie van de verbetermaatregelen, waaronder het maandelijks afsluiten van de administratie, betere kwaliteit van de prognoses en het afwikkelen van oude decharges. De verbetermaatregelen lopen voor een deel door in 2025.
Uitvoeringsorganisatie Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) heeft eind 2024 een externe auditpartij gevraagd een analyse uit te voeren op de financiële functie, met als doel aanbevelingen voor verbetermaatregelen op te stellen om te komen tot een toekomstbestendige financiële functie. In 2025 wordt verder gewerkt aan de implementatie van de aanbevelingen door middel van een roadmap.
Onvolkomenheden op financieel- en materiële bedrijfsvoering
SSC-ICT inkoopbeheer inhuur externen
Over 2022 heeft de Algemene Rekenkamer tekortkomingen geconstateerd in het inhuurproces van SSC-ICT voor externen. Dit kwam door het opnemen van onbepaalbare verlengingsopties in contracten. Met onbepaalbaar wordt bedoeld dat SSC-ICT in 2022 wel aangaf dat de opdrachten zouden worden verlengd, maar niet hoe vaak en voor hoe lang. Daarnaast voldeden de geselecteerde kandidaten vaak niet aan de door SSC-ICT gestelde harde eisen, of dat dit niet toereikend uit het inkoopdossier bleek. Om het proces op orde te brengen is in 2023 een verbeterplan door SSC-ICT opgesteld. Het verbeterplan bestond uit het aanpassen van het inhuurproces en het toevoegen van beheersmaatregelen, zoals controles op dit proces. Ook richtte SSC-ICT verbijzonderde interne controles in. Alle genomen maatregelen hebben gewerkt. In 2024 zijn uit de controles van SSC-ICT en de ADR geen onrechtmatigheden meer naar voren gekomen.
1.4 - Misbruik en oneigenlijk gebruik
Ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) van subsidies hanteren BZK en VRO een vastgesteld M&O-beleid. In lijn met het Kaderbesluit subsidies BZK, wordt een partij, wanneer er sprake is van misbruik of oneigenlijk gebruik, voor een periode van drie jaar in het M&O-register opgenomen. Dit register wordt conform handreiking geraadpleegd bij subsidieaanvragen. In 2024 is het M&O-beleid geactualiseerd in het kader van het doorlichten van werkprocessen en instructies. Hierbij zijn diverse aspecten verduidelijkt. Tijdens de herijking van het beleid in 2024 is daarnaast specifieke aandacht besteed aan de risicoanalyses van subsidieregelingen, de steekproefsgewijze controle van subsidiedossiers, de handhavingsmogelijkheden en het M&O-register.
1.5 - Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Onvolkomenheden op overige aspecten van de bedrijfsvoering
Rijksbreed IT-beheer
De volgende verbetermaatregelen worden genomen om de onvolkomenheid Rijksbreed IT-beheer op te lossen:
1. Samen met de koplopergroep (EZ, JenV, IenW en BZK) is een Rijksbreed kader vastgesteld om IT-beheer te toetsen;
2. In lijn met het informatiestatuut zal de status van de implementatie en opvolging van dit kader in 2025 getoetst worden;
3. Een goede plan do check act cyclus (PDCA) is geïmplementeerd om over de as van de bestaande overlegstructuren en bestaande CIO-gesprekken, de toetsing van de uitkomst van de uitvraag, én mogelijke verbeteracties te bespreken.
Op 15 januari 2025 is het kader en de toetsing goedgekeurd door het CIO Beraad. In lijn met de afgesproken planning zal in het eerste kwartaal van 2025 de toetsing worden uitgevoerd. De resultaten hiervan zullen, zoals in maatregel 3 beschreven, geadresseerd worden in de CIO-gesprekken. Deze methode is gelijk aan de bespreking van de resultaten uit het Informatie BeveiligingsBeeld (IBB) binnen het CISO-stelsel. De CIO-functionarissen gaan minimaal één keer per jaar in gesprek over de departementale plannen om de bedrijfsvoering te verbeteren en rapporteren daarover aan CIO Rijk. De CIO Rijk zal hen in het jaarlijkse gesprek aanspreken als blijkt dat er onvoldoende inzicht of voortgang is op eerder gedane toezeggingen. Inzicht in het IT Beheer is primair een departementale verantwoordelijkheid, net zoals het realiseren van de benodigde verbeteracties.
1.6 - Fraude en corruptierisico's
BZK en VRO hebben in 2024 een fraudeweerbaarheidskader uitgewerkt. Daarnaast is een vervolg gegeven aan de actualisatie van de controlmatrix. Hierin staan naast de frauderisico’s, de genomen maatregelen, de kans, de impact en het restrisico. Begin 2025 zal de controlmatrix verder geactualiseerd en gestandaardiseerd worden. In 2024 hebben medewerkers van het ministerie van BZK en VRO de training fraudepreventie en detectie gevolgd.
De hoogste risico’s die zich bij BZK en VRO mogelijk voor kunnen doen lagen ook in 2024 op het gebied van vastgoed. Daarnaast is er nog een aantal potentiële risico’s die zich bij alle onderdelen van BZK en VRO kunnen voordoen, die zich bevinden op het vlak van inkopen en aanbesteden en beheer crediteuren.
2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
2.1 Open standaarden en open source software
BZK en VRO handelen in overeenstemming met artikel 3, eerste lid van de Instructie rijksdienst bij aanschaf van ICT-diensten of ICT-producten. BZK en VRO ambiëren zo goed mogelijk te voldoen aan de open standaarden op de ‘comply or explain’-lijst van het Forum Standaardisatie en het open/tenzij beleid over het vrijgeven van overheidssoftware en open source. Het afwegingskader uit het rapport «Opensourcewerken: de vrijblijvendheid voorbij» wordt hierbij gebruikt. Buiten het gebruik van open source worden er steeds meer projecten ook in het openbaar als open source gepubliceerd en ontwikkeld. Alle publieke websites en de diensten waarover gerapporteerd wordt in de Monitor Open Standaarden van het Forum Standaardisatie worden voortdurend gevolgd. Deze worden gevolgd zodat er wordt voldaan aan open standaarden voor beveiliging van domeinen en e-mail. BZK stimuleert vanuit haar taak het Rijksbreed gebruik, de ontwikkeling en de publicatie van open source software. Vanaf eind 2024 wordt in samenwerking met het Duitse ZenDis en het Franse DINUM verkend of open source oplossingen in de digitale werkomgeving die de Franse en Duitse overheden ontwikkelen en inzetten ook geschikt gemaakt kunnen worden voor de digitale werkomgeving van BZK en de andere deelnemende departementen.
2.2 Betaalgedrag
De rijksbrede norm voor betalingen is dat 95% van alle handelsfacturen binnen dertig dagen na ontvangst van de facturen is betaald. Over 2024 bedraagt het percentage tijdig betaalde facturen van het BZK/VRO-kerndepartement 95,9%. Dat betekent dat het kerndepartement van BZK aan de betaalnorm voldoet. Dit percentage is inclusief de kasdiensten OBF, RvIHH en RIS. De AIVD en SSO-CN zijn vanwege het unieke karakter hier niet in meegenomen.
De AIVD is wat betreft op tijd betaalde facturen met 91,8% onder de norm van 95% gebleven. De krapte op de arbeidsmarkt en het verloop in de personele bezetting binnen de AIVD in combinatie met het bijzondere karakter van de dienst waardoor bepaalde facturen een afwijkend en dus langer proces moeten doorlopen, maken dat de norm dit jaar niet is behaald.
Voor SSO-CN is het percentage op tijd betaalde facturen fors toegenomen van 67,3% in 2023 naar 80% in 2024. Het zal een van de prioriteiten van 2025 zijn om deze lijn door te zetten en de processen verder te verbeteren.
Onderstaande tabel bevat de betaalcijfers van de shared serviceorganisaties (SSO’s) en agentschappen van BZK en VRO. Deze organisaties zijn niet meegenomen in het hierboven benoemde percentage van het kerndepartement. Deze cijfers zijn over het algemeen gestegen ten opzichte van 2023, maar desondanks halen even veel organisaties als vorig jaar de norm niet. Onder de tabel volgt een toelichting op de betaalcijfers die lager zijn dan de norm.
Agentschap | Betaalpercentage 2023 | Betaalpercentage 2024 | Verschil |
---|---|---|---|
SSC-ICT | 84,50% | 91,50% | 7,00% |
FMH | 75,10% | 74,50% | ‒ 0,60% |
O&P Rijk | 80,50% | 81,50% | 1,00% |
RVB | 95,50% | 95,60% | 0,10% |
Logius | 89,50% | 90,40% | 0,90% |
DHC | 80,90% | 92,90% | 12,00% |
Rijksorganisatie ODI | 78,00% | 83,30% | 5,30% |
RBL | 82,60% | 76,90% | ‒ 5,70% |
RvIG | 80,50% | 90,40% | 9,90% |
Voor SSC-ICT, FMH, O&P Rijk, Rijksorganisatie ODI en RBL heeft het lage betaalpercentage te maken met het project eCBF (elektronisch Contracteren, Bestellen en Factureren) waarin het inkoopsysteem Cifas is geïmplementeerd. In 2023 is dit systeem als vervanger van het uitgefaseerde DigiInkoopsysteem door verschillende SSO’s van BZK in gebruik genomen. In 2024 is dit project voortgezet. Technische problemen en verkeerd gebruik van het inkoopsysteem en het onvoldoende volgen van het inkoopproces in de gehele keten, hebben ertoe geleid dat het betaalpercentage onder de norm ligt. Daarnaast is het technisch nog niet mogelijk gebleken om disputen te registreren en mee te nemen in het dashboard waardoor het betaalpercentage in de breedte te laag uitvalt. Wel is er over het algemeen een zichtbare verbetering te zien over de laatste maanden van 2024. Verder zijn aanvullende beheersmaatregelen getroffen die verschillen per organisatie.
Logius heeft in 2024 nog niet volledig zicht kunnen krijgen op haar werkproces vanwege het ontbreken van een Application Programming Interface (API). De betreffende API is uiteindelijk aan het eind van 2024 opgeleverd. Vanaf de start van 2025 zal het hierdoor mogelijk worden om beter inzicht te krijgen in data en informatie met betrekking tot het betaalproces. Dit zal ertoe leiden dat doorlooptijden van facturen beter gemonitord kunnen worden en er sneller bijgestuurd kan worden.
Voor RvIG geldt dat de krapte op de arbeidsmarkt ervoor heeft gezorgd dat de norm niet is behaald. Wel is het percentage op tijd betaalde facturen in 2024 sterk gestegen. RvIG wil leveranciers en medewerkers meer wijzen op hoe het proces loopt als verbeteringsmaatregel.
Voor DHC geldt dat het percentage op tijd betaalde facturen het afgelopen jaar met twaalf procentpunt is toegenomen. Er wordt in 2025 verder bijgeschakeld om facturen beter te kunnen controleren zodat eventuele discussies sneller naar boven komen en deze vervolgens tijdig verwerkt kunnen worden.
2.3 Evaluatie Audit Committee
Zoals voorgeschreven in de Regeling Audit Committees van het Rijk is het Audit Committee voor de ministeries van BZK en VRO in december 2024 gestart met het proces van de tweejaarlijkse evaluatie. De uitkomsten van deze evaluatie worden schriftelijk aangeboden aan de minister en meegenomen in de jaarverslaglegging 2025.
3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
1. Hoofdlijnenakkoord
Oprichting van het ministerie van VRO
Het Kabinet Schoof heeft gekozen voor de oprichting van drie nieuwe ministeries, waaronder het ministerie van VRO. In de MR van 12 juli ’24 heeft het Kabinet met inachtneming van het advies van de formateur besloten bij de inrichting van die drie ministeries het uitgangspunt ‘minimale aanpassingen ten opzichte van de bestaande situatie’ te hanteren. In 2025 vindt een nadere uitwerking van het nieuwe ministerie plaats.
Invlechten Herstel Groningen
Met het aantreden van het nieuwe Kabinet is een aantal beleidsonderwerpen herschikt. Bij koninklijk besluit van 2 juli 2024 is de verantwoordelijkheid voor de versterkingsoperatie in Groningen belegd bij de Staatssecretaris Herstel Groningen. Die valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Tot het aantreden van het nieuwe Kabinet lag deze verantwoordelijkheid bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat.
Taakstelling
In 2024 is een nieuw kabinet aangetreden met in het Hoofdlijnenakkoord een bezuiniging van € 1 miljard voor het terugdraaien groei apparaat rijksoverheid. Deze budgettaire taakstelling is een oplopende reeks van 5% bezuiniging op de uitgaven aan het apparaat in 2025 tot 22% structureel vanaf 2029. Voor het apparaat van de ministeries van VRO en BZK loopt dit op tot € 126,2 mln. in 2029. Dit bedrag bestaat uit drie delen: (1) Kerndepartement (waarbij de AIVD is uitgezonderd), (2) bijdrage aan Shared Service Organisaties (SSO’s) en (3) Koninkrijksrelaties (€ 5,3 mln. op begrotingshoofdstuk IV). Er zijn ook taakstellingen op subsidies en specifieke uitkeringen. Deze taakstellingen zijn al budgettair verwerkt in de ontwerpbegroting 2025. In 2024 is per organisatieonderdeel de uitwerking opgepakt om invulling te geven aan het aandeel in de taakstelling, zodat dit in de Voorjaarsnota 2025 kan worden verwerkt.
Intensiveringen
In het hoofdlijnenakkoord is een aantal intensiveringen aangekondigd. Voor BZK en VRO gaat het om structurele intensiveringen op het gebied van goed bestuur en de rechtsstaat en het versterken van de Nationale veiligheid. Daarnaast gaat de huurtoeslag structureel omhoog en komt er meerjarig geld vrij voor woningbouw (en gerelateerde infrastructuur). In 2024 zijn afspraken gemaakt met andere departementen over de verdeling van de hiervoor beschikbaar gestelde middelen en is een deel van de middelen op de begroting gezet. In 2025 worden de plannen verder uitgewerkt. Daarnaast zullen de resterende middelen bij voorjaarsbesluitvorming worden overgeheveld naar de begroting van BZK en VRO.
2. Financiële gezondheid en weerbaarheid
Aanpak schijnzelfstandigheid
BZK en VRO stelden voor de zomer van 2024 een tijdelijke, multidisciplinaire «Taskforce aanpak schijnzelfstandigheid» voor de departementen van BZK en VRO in. Doordat het risico op schijnzelfstandigheid zich voordeed, is door deze taskforce een BZK- en VRO-brede strategie uitgerold met gerichte maatregelen om schijnzelfstandigheid binnen alle organisaties te beëindigen. Alle organisaties zijn hiermee aan de slag gegaan door hun inhuurpopulatie in kaart te brengen, alle ingehuurde zelfstandigen te beoordelen op potentiële schijnzelfstandigheid en deze contracten zo snel mogelijk te beëindigen. Daar waar het niet lukt om contracten met potentiële schijnzelfstandigheden tijdig te beëindigen, wordt een afwijkprocedure doorlopen. En er zijn maatregelen in het inhuurproces genomen die het inhuren van nieuwe schijnzelfstandigen voorkomen. Begin 2025 volgt een nieuwe inventarisatie naar de aantallen potentiële schijnzelfstandigen ten behoeve van de eerste interdepartementale rapportage aan de Tweede Kamer over schijnzelfstandigen.
Integriteit & Sociale veiligheid
Het afgelopen jaar heeft de Algemene Rekenkamer haar bevindingen naar de inrichting van integriteitsstelsels binnen de Rijksoverheid gepubliceerd. Het rapport geeft voor BZK weer dat versterking is aan te brengen op bijvoorbeeld de positionering van de integriteitsfunctie, het op orde hebben van de basis en het actief werken aan handelingsperspectief voor leidinggevenden. In aanloop naar de publicatie van deze bevindingen heeft het departement het afgelopen jaar reeds gewerkt aan de versterking van het integriteitsstelsel. In het kader van een kwartiermakersopdracht vond een benchmarkonderzoek plaats en zijn uitgangspunten met betrekking tot de taakopvatting en positionering van een in te richten Bureau Integriteit en Sociale Veiligheid op- en vastgesteld. Het bureau wordt in 2025 geformaliseerd en werkt als expertisecentrum onder meer aan preventiebeleid, bijvoorbeeld gericht op het weren van racisme en discriminatie op de werkvloer en het behandelen van integriteitscasuïstiek.
Herstel- en Veerkrachtplan (HVP)
Na de coronapandemie is een EU-herstelfonds opgezet voor economisch herstel, vergroening, digitalisering en veerkracht. Voor BZK en VRO is een deel van de Woningbouwimpuls en de subsidieregeling Duurzaam Maatschappelijk Vastgoed in het HVP opgenomen (totaal € 763,3 mln.). Voor de HVP middelen moeten BZK en VRO aantonen dat afgesproken hervormingen, mijlpalen en resultaten zijn bereikt en dat wordt voldaan aan de financiële regelgeving van de Europese Commissie. Om de verantwoording voor de HVP-uitgaven uit te voeren is de coördinerende rol van FEZ binnen BZK en VRO verder versterkt om de financiële belangen van de Unie te beschermen.
Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD
Per 1 juli 2024 is de ''Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma'' in werking getreden, vanwege de grote dreiging van statelijke actoren met een offensieve campagne gericht op Nederland en Nederlandse belangen. De aanvullende bevoegdheden en mogelijkheden die de Tijdelijke wet biedt, zijn sinds inwerkingtreding vanwege de huisvestings-problematiek en daaruit voortvloeiende capaciteitsbeperkingen van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) ten dele toegepast en uitgevoerd. Naar verwachting zal deze wet in het tweede kwartaal van 2025 volledig worden toegepast. Het eerste deel van 2024 is gebruikt om de implementatie van deze wet in de organisatie te verankeren. Inmiddels wordt er gewerkt aan de herziening van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) waarbij de ervaringen met (implementatie) van de Tijdelijke wet nadrukkelijk worden betrokken en waar mogelijk wordt voortgebouwd op voor deze wet ontwikkelde systemen.
Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)In verband met de rechtmatigheidsverantwoording is het BBV in 2024 gewijzigd. De wijziging wordt begin 2025 gepubliceerd in het Staatsblad en gaat gelden met ingang van het begrotingsjaar 2025.
3. Informatiehuishouding
Nieuwe I-strategie BZK/VRO
Eind 2024 is een nieuwe I-strategie opgesteld voor BZK en VRO, waarin drie thema’s focus krijgen: weerbaarheid, innovatievermogen en executiekracht. Met deze I-strategie wordt inhoud gegeven aan de noodzakelijke maatregelen om de belangrijkste risico’s uit de departementale risicoanalyse te mitigeren.