Base description which applies to whole site

BEGROTING AGENTSCHAPPEN

1. Agentschap College ter beoordeling van geneesmiddelen (ACBG)
1.1 Inleiding

Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) bestaat uit een College en een secretariaat dat is ondergebracht in een agentschap (ACBG). Het College is een organisatie met een zelfstandige bevoegdheid, een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). De uitvoeringsorganisatie ter ondersteuning van het CBG is een agentschap van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Naast de taken voor het CBG ondersteunt het agentschap tevens het Ministerie van Economische zaken (EZ) bij de uitvoering van veterinaire geneesmiddelenbeoordeling en -bewaking door de Commissie Registratie Diergeneesmiddelen (CRD) en het Ministerie van VWS bij de beoordeling van nieuwe voedingsmiddelen.

De belangrijkste taken op basis van de Nederlandse Geneesmiddelenwet, de Wet Dieren en Europese Verordeningen zijn voor het CBG:

  • Verstrekken, handhaven en schorsen van handelsvergunningen op basis van de beoordeling van werkzaamheid, risico’s en kwaliteit;

  • Vaststellen van de afleverstatus humaan, dus het bepalen of het geneesmiddel uitsluitend op recept, uitsluitend via de apotheek, via de drogist of in de vrije verkoop verkrijgbaar mag zijn;

  • Vaststellen van de afleverstatus veterinair, dus het bepalen of het diergeneesmiddel uitsluitend door een dierenarts mag worden toegediend, afgeleverd mag worden door dierenarts of apotheker, op recept afgeleverd mag worden door dierenarts, apotheker of vergunninghouder, of vrij verkrijgbaar is;

  • Geneesmiddelenbewaking;

  • Geven van wetenschappelijk advies in het kader van geneesmiddelontwikkeling.

De meest up-to-date informatie over de organisatiestructuur, college samenstelling en achtergrondinformatie over processen en procedures vindt men op de CBG-website: www.cbg-meb.nl .

1.2 Begroting 2014
Begroting van agentschap CBG voor het jaar 2014 (Bedragen x € 1.000)
 

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Baten

             

Omzet moederdepartement

180

178

178

178

178

178

178

Omzet overige departementen

789

612

612

612

612

612

612

Omzet derden

39.126

41.035

41.690

41.690

41.690

41.690

41.690

Rentebaten

4

80

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

               

Totaal baten

40.099

41.905

42.480

42.480

42.480

42.480

42.480

               

Lasten

             

Apparaatskosten

38.667

38.174

38.230

38.230

38.230

38.230

38.230

– Personele kosten

22.331

23.322

23.500

23.500

23.500

23.500

23.500

waarvan eigen personeel

20.095

20.990

21.300

21.300

21.300

21.300

21.300

waarvan externe inhuur

2.236

2.332

2.200

2.200

2.200

2.200

2.200

– Materiële kosten

16.336

14.852

14.730

14.730

14.730

14.730

14.730

waarvan apparaat ICT

2.391

2.125

2.125

2.125

2.125

2.125

2.125

waarvan bijdrage aan SSO’s

0

0

0

0

0

0

0

ZBO College

767

744

750

750

750

750

750

Rentelasten

0

0

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

2.482

2.987

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

– Materieel

1.349

1.734

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

0

0

0

– Immaterieel

1.133

1.253

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Overige kosten

0

0

0

0

0

0

0

– Dotaties voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

– Bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

               

Totaal lasten

41.916

41.905

42.480

42.480

42.480

42.480

42.480

               

Saldo van baten en lasten

– 1.817

0

0

0

0

0

0

Toelichting begroting van baten en lasten

In 2012 is een negatief resultaat behaald van € – 1,8 miljoen. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn een tegenvallende omzet derden, een afboeking op de dubieuze debiteuren en tijdelijke dubbele huisvestingslasten.

De vastgestelde begroting 2013 toont een saldo van baten en lasten van nul. De exploitatie in 2013 staat echter onder druk als gevolg van toegenomen eisen en activiteiten op het terrein van farmacovigilantie 12. Daartoe is de ACBG-organisatie met 10 fte uitgebreid. Gezien het feit dat dit een structureel effect heeft, is besloten tot een stijging van de tarieven met ingang van 2014 voor jaarvergoedingen Humaan en Bureau Nieuwe Voedingsmiddelen.

Baten

Het ACBG ontvangt van opdrachtgever VWS een bedrag van € 0,178 miljoen ter dekking van de kosten van het Bureau Nieuwe Voedingsmiddelen.

Het Bureau Diergeneesmiddelen van het ACBG verricht voor het Ministerie van Economische zaken (EZ) beleidsondersteunende activiteiten. Hiervoor is een bedrag begroot van € 0,612 miljoen.

In de volgende tabel wordt de omzet derden 2014 verdeeld naar productgroepen. De hierbij gehanteerde tarieven zijn gebaseerd op de Regeling Geneesmiddelenwet en de Regeling diergeneesmiddelen. De tarieven worden kostendekkend vastgesteld.

Omzet derden naar productgroepen (Bedragen x € 1.000)

Productgroep

Omzet 2014

Beoordelen van nationale aanvragen

2.200

Beoordelen van Europese aanvragen: centraal

5.500

Beoordelen van Europese aanvragen: MRP

500

Beoordelen DCP's

13.000

Beoordelen van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen

190

Jaarvergoedingen

18.000

Bureau Diergeneesmiddelen

2.300

Totaal opbrengst derden

41.690

Onderstaand worden de productgroepen kort toegelicht.

Beoordelen van nationale aanvragen

Het beoordelingsproces van een nationale aanvraag betreft de aanvraag van een handelsvergunning voor een nieuw op de Nederlandse markt te brengen geneesmiddel. De handelsvergunning wordt door het ACBG afgegeven. Het betreffende geneesmiddel komt alleen in Nederland op de markt.

Beoordelen van Europese aanvragen: centraal

Om een Europese handelsvergunning voor een geneesmiddel van de Europese Commissie toegekend te krijgen, moet de fabrikant de centrale procedure volgen. De fabrikant kan dan een handelsvergunning krijgen die in alle EU-lidstaten geldig is. De coördinatie van de centrale procedure berust bij het Europese Geneesmiddelenagentschap (EMEA).

Beoordelen van Europese aanvragen: Mutual Recognition Procedure (MRP-procedure)

In een MRP-procedure heeft een andere EU-lidstaat een handelsvergunning verleend. Het ACBG beoordeelt of deze geneesmiddelen, op basis van het beoordelingsrapport van de andere lidstaat, toegelaten kunnen worden tot de Nederlandse markt.

Beoordelen van Europese aanvragen: DCP

Een Decentrale Procedure (DCP) kan door de fabrikant worden gebruikt om een handelsvergunning in meerdere lidstaten te verkrijgen als nog in geen enkel land een handelsvergunning is verkregen. De fabrikant kan een EU-lidstaat vragen om het beoordelingsproces te verrichten. Deze lidstaat wordt dan Referentieland (RMS). Na het beoordelingsproces starten de overige lidstaten een MRP-procedure.

Beoordeling van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen

Het ACBG verricht beoordelingswerkzaamheden voor homeopathische geneesmiddelen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen. Nieuwe voedingsmiddelen zijn voedingsmiddelen of voedselingrediënten die voor 15 mei 1997 niet in significante mate in de Europese Gemeenschap voor de menselijke voeding zijn gebruikt.

Jaarvergoedingen

Voor het op de markt brengen van een geneesmiddel moet door de registratiehouder jaarlijks een vergoeding worden betaald.

Bureau Diergeneesmiddelen

Het Bureau Diergeneesmiddelen beoordeelt en verleent vergunningen voor de productie en distributie van diergeneesmiddelen.

Lasten

Onderdeel van de materiële lasten is de subsidie aan het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, ter waarde van € 2,2 miljoen.

De verhuizing van het ACBG naar Utrecht en de overgang naar het nieuwe werken brachten in 2012 investeringen met zich mee die ook voor 2014 tot hogere afschrijvingskosten leiden. De totale afschrijvingslast komt voor 2014 op circa € 3,5 miljoen.

Kosten en niveau van externe inhuur blijven conform de huidige richtlijnen gehandhaafd.

1.3 Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht ACBG voor het jaar 2014 (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

10.070

4.501

5.301

8.301

11.301

14.301

17.301

2.

Totaal operationele kasstroom

1.056

2.300

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

 

–/– totaal investeringen

– 6.625

– 1.500

– 500

– 500

– 500

– 500

– 500

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 6.625

– 1.500

– 500

– 500

– 500

– 500

– 500

 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

– 600

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

600

0

0

0

0

0

0

 

–/– aflossingen op leningen

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

0

0

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

0

0

0

0

0

0

5.

Rekening-courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

4.501

5.301

8.301

11.301

14.301

17.301

20.301

Toelichting kasstroomoverzicht

De investeringen 2014 hebben betrekking op vervanging van kantoorautomatisering.

Gezien het feit dat in 2012 veel investeringen hebben plaatsgevonden als gevolg van de verhuizing worden de investeringen de komende jaren lager geraamd.

1.4 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Overzicht doelmatigheidsindicatoren ACBG voor het jaar 2014
 

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Omschrijving generiek deel

             

1. Tarieven/uur

90,0

95,0

90,0

91,0

92,0

93,0

92,0

2. Omzet per productgroep (p*q; bedragen x € 1.000)

             

– Boordelen van nationale aanvragen

1.913

2.308

2.200

2.200

2.200

2.200

2.200

– Beoordelen van Europese aanvragen: centraal

5.438

5.241

5.500

5.500

5.500

5.500

5.500

– Beoordelen van Europese aanvragen: MRP

511

682

500

500

500

500

500

– Beoordelen van Europese aanvragen: DCP

11.010

14.293

13.000

13.000

13.000

13.000

13.000

– Beoordelen van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen

57

176

190

190

190

190

190

– Bureau Diergeneesmiddelen

2.398

2.745

2.300

2.300

2.300

2.300

2.300

– Jaarvergoedingen en bijdragen

17.559

15.590

18.000

18.000

18.000

18.000

18.000

– Overig

239

0

0

0

0

0

0

Totaal omzet

39.125

41.035

41.690

41.690

41.690

41.690

41.690

3. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)

259

275

275

275

275

275

275

4. Saldo van baten en lasten (%)

– 4,58%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

               

Omschrijving specifiek deel

             

1. Gegronde klachten

40

32

32

32

32

32

32

2. Zaken per fte

86

86

86

86

86

86

86

Toelichting overzicht doelmatigheidsindicatoren

Tarieven/uur

Uurtarieven om de kostenefficiency aan te tonen. Deze indicator is een gemiddelde over alle functies, waarbij naar het primaire proces exclusief onderzoekskosten wordt gekeken.

Omzet per productgroep

De omzet per productgroep geeft inzicht in de samenstelling van de totale omzet van het ACBG. De verwachting voor 2014 en daaropvolgende jaren stijgt ten opzichte van 2013 als gevolg van de begrote tariefsaanpassing van de jaarvergoedingen met ingang van 2014, maar een en ander wordt ook door de aanvragen vanuit de farmaceutische industrie bepaald. De samenstelling en omvang worden deels beïnvloed door internationaal opgelegde (EMA) tarieven.

Aantal fte totaal

Het totaal aantal fulltime-equivalenten werkzaam bij het agentschap per 31 december van het jaar, exclusief externe inhuur. De toename van het aantal vaste medewerkers houdt verband met toegenomen eisen en activiteiten op het gebied van farmacovigilantie. Daarnaast is sprake van beperking van de externe inhuur/uitbesteding bij gelijkblijvende werklast. Het geraamde percentage inhuur externen bedraagt in 2014 9,4%.

Saldo van baten en lasten

Het saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten. Het ACBG streeft er naar kostenneutraal te opereren. De omzet wordt, zoals hierboven aangegeven, bepaald door de vraag en deels door de internationaal opgelegde (EMA) tarieven.

Aantal gegronde klachten

Het aantal gegronde klachten wordt bijgehouden om inzicht te krijgen in de geleverde kwaliteit van de productie. Het streven is het aantal gegronde klachten niet te laten stijgen.

Aantal zaken per fte

Het aantal zaken per fte wordt bijgehouden om de efficiency van de productie inzichtelijk te maken.

2. Centraal Informatiepunt Beroepen gezondheidszorg (CIBG)
2.1 Inleiding

Sinds 1 januari 2003 is het CIBG een agentschap van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De kerntaken van het CIBG ten behoeve van zorgaanbieders, burgers en bedrijven zijn:

  • Het registreren, beheren, genereren, beoordelen en verstrekken van vertrouwelijke (zorg)gegevens die leiden tot besluiten, beschikkingen en vergunningen;

  • Hoogwaardig ondersteunen van onafhankelijke commissies en colleges;

  • Verstrekken van informatie over- en begeleiden bij implementatie van CIBG-producten.

Meer informatie over de organisatie en taken van het CIBG is te vinden op: www.cibg.nl .

2.2 Begroting 2014
Begroting van agentschap CIBG voor het jaar 2014 (Bedragen x € 1.000)
 

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Baten

             

Omzet moederdepartement

33.622

21.030

19.378

14.592

14.455

13.825

13.825

Omzet overige departementen

530

610

1.753

1.729

1.729

1.729

1.729

Omzet derden

4.393

14.560

17.216

18.424

19.401

18.922

23.006

Rentebaten

1

10

10

10

10

10

10

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

2

0

0

0

0

0

0

               

Totaal baten

38.548

36.210

38.357

34.755

35.595

34.486

38.570

               

Lasten

             

Apparaatskosten

35.956

34.523

36.837

33.750

34.590

33.481

37.565

– Personele kosten

20.992

19.523

19.150

17.750

18.550

17.530

18.850

waarvan eigen personeel

19.492

18.023

17.350

16.050

16.050

16.050

16.050

waarvan externe inhuur

1.500

1.500

1.800

1.700

2.500

1.480

2.800

– Materiële kosten

14.964

15.000

17.687

16.000

16.040

15.951

18.715

waarvan apparaat ICT

0

3.323

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

waarvan bijdrage SSO’s

0

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Rentelasten

31

120

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

2.430

1.567

1.520

1.005

1.005

1.005

1.005

– Materieel

26

157

20

5

5

5

5

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

0

0

0

– Immaterieel

2.404

1.410

1.500

1.000

1.000

1.000

1.000

Overige kosten

23

0

0

0

0

0

0

– Dotaties voorzieningen

19

0

0

0

0

0

0

– Bijzondere lasten

4

0

0

0

0

0

0

               

Totaal lasten

38.440

36.210

38.357

34.755

35.595

34.486

38.570

             

Saldo van baten en lasten

108

0

0

0

0

0

0

Toelichting begroting van baten en lasten

De omzet moederdepartement bestaat uit de omzet op basis van opdrachten vanuit de beleidsdirecties van VWS. Daarnaast is er bij het CIBG ook sprake van omzet derden (burgers en bedrijven) voor het verrichten van verschillende (wettelijke) registratieactiviteiten, voor het verstrekken van UZI-passen en -certificaten, voor verleende vergunningen en ontheffingen tegen door het departement vastgestelde tarieven alsmede voor de verkoop van medicinale cannabis.

Hoewel VWS de uitvoering van de taken met betrekking tot de subsidieverstrekking aan patiënten- en gehandicaptenorganisaties heeft ondergebracht binnen het kerndepartement blijft, mede als gevolg van nieuwe taken en projecten, de omzet in 2014 vrijwel gelijk aan die in 2013.

De Minister van VWS is voornemens het Zorgloket 13 in 2014 onder te brengen bij het CIBG. Verwacht wordt dat het Zorgloket medio 2014 operationeel zal zijn. De omvang van de exploitatie is nog onbekend en daarom niet in deze begroting opgenomen 14.

De omzet derden stijgt mede doordat de beroepenregistratie in het kader van de Wet BIG vanaf 1 juli 2013 door derden wordt gefinancierd.

Omzet per opdrachtgever (Bedragen x € 1.000)
 

Omzet 2014

Moederdepartement

 

Directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt (MEVA)

6.215

Directie Geneesmiddelen en Medische Technologie (GMT)

3.820

Directie Publieke Gezondheid (PG)

3.702

Directie Langdurige Zorg (LZ)

2.096

Directie Jeugd

1.240

Directie Markt en Consument (MC)

1.254

IGZ Medische hulpmiddelen en Opiaten

1.051

Totaal omzet moederdepartement

19.378

   

Overige departementen

 

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)

900

Ministerie van Economische Zaken (EZ)

405

Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)

448

Totaal omzet overige departementen

1.753

   

Derden

 

Stichting Kwaliteitsregister Paramedici

51

BIG-registratie

2.583

BIG-herregistrate

939

Vakbekwaamheid en 1-Loket

473

UZI-register

9.887

Vergunningen en ontheffingen

1.610

Medicinale Cannabis

1.000

Medische hulpmiddelen en Opiaten

673

Totaal omzet derden

17.216

   

Totaal omzet

38.347

Een deel van de financiële taakstelling die het kabinet voor de periode 2012 tot en met 2016 aan VWS heeft opgelegd, is toebedeeld aan het CIBG.

Taakstelling CIBG (Bedragen x € 1.000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Taakstelling 2012–2016

17

606

1.104

1.587

1.983

2.104

De taakstelling wordt gerealiseerd door verhoging van de doelmatigheid, wat tot uitdrukking komt in een verlaging van de kostprijzen die aan de opdrachtgevers in rekening worden gebracht.

Het CIBG gaat ook in 2014 verder met het verbeteren en doelmatiger inrichten van processen (mede naar aanleiding van een in 2012 gehouden onderzoek) en met de toepassing van het managementprincipe LEAN.

De getoonde lasten zijn voor het jaar 2012 gebaseerd op de slotwet en voor de jaren 2014 en verder op de verwachte omzet en de kostenontwikkeling. De verwachte kostenontwikkeling en verdeling over de categorieën vertoont geen grote verschillen met die van de afgelopen jaren. De materiële component bestaat voor een aanzienlijk deel uit ICT-kosten.

2.3 Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht CIBG voor het jaar 2014 (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

6.203

11.491

8.588

6.968

5.548

4.128

2.508

2.

Totaal operationele kasstroom

7.708

– 1.283

– 1.200

– 800

– 800

– 800

1.500

 

–/– totaal investeringen

– 1.397

– 2.000

– 1.000

– 1.000

– 1.000

– 1.000

– 1.000

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

– 371

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 1.768

– 2.000

– 1.000

– 1.000

– 1.000

– 1.000

– 1.000

 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

–/– aflossingen op leningen

– 652

– 620

– 420

– 620

– 620

– 820

– 1.020

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

4.

Totaal financieringskasstroom

– 652

380

580

380

380

180

– 20

5.

Rekening-courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

11.491

8.588

6.968

5.548

4.128

2.508

2.988

Toelichting kasstroomoverzicht

De investeringen 2014 hebben betrekking op vervanging van immateriële activa.

2.4 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Overzicht doelmatigheidsindicatoren CIBG voor het jaar 2014
 

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Omschrijving generiek deel

             

1. Kostprijzen per product 1 (in €)

             

– Beschikking BIG-register

166

170

184

184

184

184

184

– Vakbekwaamheidsverklaring

6.295

6.295

5.657

5.657

5.657

5.657

5.657

– Oordeel RTE

692

654

– Vergunning Farmatec

2.538

2.538

2.538

2.538

2.538

2.538

2.538

– Registratie wilsbeschikking Donorregister

14

14

15

15

15

15

15

2. Omzet per productgroep (bedragen x € 1.000)

             

– BIG en vakbekwaamheidverklaring (excl. derden)

2.782

– BIG

1.956

2.546

2.597

2.648

2.701

2.756

– Vakbekwaamheid

2.350

2.523

2.523

2.523

2.523

2.523

– Oordeel RTE

2.820

2.833

– Vergunning Farmatec

1.018

1.500

1.600

1.600

1.600

1.600

1.600

– Registratie wilsbeschikking Donorregister

2.610

2.667

3.019

3.019

3.019

3.019

3.019

3. Aantal fte totaal (excl. externe inhuur)

218

206

186

186

186

186

186

4. Saldo van baten en lasten (% van de baten)

0,28%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

               

Omschrijving specifiek deel

             

1. Aantallen per productgroep

             

– Beschikkingen BIG register

12.479

11.000

11.500

11.500

11.500

11.500

11.500

– Vakbekwaamheidsverklaringen

343

400

400

400

400

400

400

– Oordelen RTE

4.679

4.000

– Vergunningen Farmatec

653

500

450

450

450

450

450

– Wilsbeschikkingen Donorregister

206.262

200.000

200.000

200.000

200.000

200.000

200.000

2. Aantal klachten / bezwaar en beroep

             

– Vakbekwaamheidsverklaring

44

15

10

10

10

10

10

– Wilsbeschikkingen donorregister

7

0

5

5

5

5

5

3. Doorlooptijden

             

– Oordeel RTE in dagen (wettelijke norm is 42 dagen)

125

42

– Wilsbeschikking donorregister (wettelijk norm is 42 dagen)

16

20

16

16

16

16

16

1

Betreft voorlopige cijfers, exclusief de taakstelling

Toelichting overzicht doelmatigheidsindicatoren

Het overzicht doelmatigheidsindicatoren bevat een selectie van de vier belangrijkste producten uit het takenpakket van het CIBG die op basis van prijs maal hoeveelheid worden afgerekend. Het betreft de beschikking BIG-register, de vakbekwaamheidsverklaring, de vergunning Farmatec 15 en de registratie wilsbeschikking donorregister.

De taak PGO is in 2014 ondergebracht bij het kerndepartement. De voorgenomen overdracht van de regionale toetsingscommissies euthanasie (RTE) is nog niet in de begroting verwerkt.

Kostprijzen per product

De kostprijzen per product geven inzicht in de kostprijzen van de belangrijkste producten van het CIBG.

Omzet per productgroep

De omzet per productgroep geeft inzicht in de samenstelling van de totale omzet van het CIBG inclusief opbrengst derden.

Aantal fte totaal

Het totaal aantal fulltime-equivalenten werkzaam bij het CIBG per 31 december van het jaar, exclusief externe inhuur.

Het geraamde percentage inhuur 2014 bedraagt 9,4%.

Saldo van baten en lasten

Het saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten.

Aantallen per productgroep

De genoemde producten hebben een vrij stabiele instroom.

Aantal klachten /bezwaar en beroep

Aantal afgehandelde klachten en bezwaren.

Doorlooptijden

De gemiddelde netto doorlooptijd.

3. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
3.1 Inleiding

Sinds 1 januari 2004 is het RIVM een agentschap van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het RIVM bevordert door onderzoek, uitvoering en ondersteuning de publieke gezondheid en een schoon en veilig leefmilieu. Kerntaak van het RIVM is het verrichten van onderzoek en het wereldwijd verzamelen van kennis. De uitkomsten daarvan dienen als beleidsondersteuning voor de overheid. Het RIVM voert onderzoek uit voor de Ministeries van VWS, IenM, EZ en SZW, voor diverse inspecties en voor internationale organisaties zoals de Europese Unie, de WHO en de Verenigde Naties. Informatie over de resultaten van het RIVM-onderzoek is te vinden via de thematische ingangen van de website www.rivm.nl . Het RIVM vervult ook regiefuncties en verzorgt de landelijke coördinatie van preventie- en interventieprogramma’s, zoals het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).

Per 1 januari 2013 zijn enkele onderdelen van het RIVM, te weten de afdeling InTravacc van de unit Vaccinologie en de afdeling Uitvoering van het Facilitair Bedrijf uit het RIVM uitgeplaatst naar de Projectdirectie Antonie van Leeuwenhoek Terrein (ALT) van het Ministerie van VWS. Deze uitplaatsingen – die financieel nog niet verwerkt konden worden in de begroting 2013 – verklaren de daling in de baten en lasten in de begroting vanaf 2014.

Om de door de Algemene Rekenkamer gesignaleerde onvolkomenheid met betrekking tot het inkoopbeheer weg te werken, voert het RIVM een met de Algemene Rekenkamer en Auditdienst Rijk afgestemd verbeterplan uit. De interne controle laat zien dat er duidelijk vooruitgang wordt geboekt. De uitgezette acties leiden tot verbeteringen.

3.2 Begroting 2014
Begroting van agentschap RIVM voor het jaar 2014 (Bedragen x € 1.000)
 

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Baten

             

Omzet moederdepartement

175.506

144.809

146.354

143.726

142.335

141.973

141.930

Omzet overige departementen

55.954

47.587

55.353

54.340

54.190

54.190

54.190

Omzet derden

136.089

180.870

137.500

137.500

137.500

137.500

137.500

Rentebaten

296

50

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

2.917

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

               

Totaal baten

370.762

373.316

339.207

335.566

334.025

333.663

333.620

               

Lasten

             

Apparaatskosten

357.793

367.486

335.147

331.506

329.965

329.603

329.560

– Personele kosten

116.437

113.042

114.964

114.964

114.964

114.964

114.964

waarvan eigen personeel

108.976

101.738

103.468

103.468

103.468

103.468

103.468

waarvan externe inhuur

7.461

11.304

11.496

11.496

11.496

11.496

11.496

– Materiële kosten

241.356

254.444

220.183

216.542

215.001

214.639

214.596

waarvan apparaat ICT

9.300

10.950

8.785

8.785

8.785

8.785

8.785

waarvan bijdrage aan SSO’s

0

0

0

0

0

0

0

Rentelasten

294

225

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

6.402

5.605

4.060

4.060

4.060

4.060

4.060

– Materieel

6.119

5.305

3.760

3.760

3.760

3.760

3.760

waarvan apparaat ICT

1.141

953

951

951

951

951

951

– Immaterieel

283

300

300

300

300

300

300

Overige kosten

3.472

0

0

0

0

0

0

– Dotaties voorzieningen

3.472

0

0

0

0

0

0

– Bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

               

Totaal lasten

367.961

373.316

339.207

335.566

334.025

333.663

333.620

               

Saldo van baten en lasten

2.801

0

0

0

0

0

0

Toelichting begroting van baten en lasten

Baten

De omzetbedragen voor 2014 voor de primaire opdrachtgevers (VWS-eigenaar, VWS-opdrachtgevers, IenM, EZ en SZW) zijn ramingen op grond van de verwachte opdrachtvolumes bij ongewijzigd beleid voor de komende jaren, waarin thans bekende ontwikkelingen zijn meegenomen. De overige omzetbedragen zijn gebaseerd op lopende en naar verwachting nog af te sluiten contracten met overige opdrachtgevers.

De hoogte van de omzet is afhankelijk van overeenstemming tussen opdrachtgevers en het RIVM over aard en omvang van de te verrichten activiteiten en – daarmee samenhangend – de in rekening te brengen kosten (zijnde uren x tarief plus directe projectgebonden kosten). De geraamde omzetbaten van VWS-eigenaar zijn hoofdzakelijk bestemd voor het strategisch onderzoek van het RIVM en als aanvullend huisvestingsbudget.

De geraamde omzetbaten van VWS-opdrachtgevers betreffen inkomsten die het RIVM op grond van lopende werkprogramma’s en thans bekende ontwikkelingen verwacht te verkrijgen door opdrachtverlening door de beleidsdirecties van VWS en de IGZ.

De geraamde baten van IenM, EZ en SZW volgen uit werkzaamheden die op het taakveld milieu in relatie tot volksgezondheid worden uitgevoerd in opdracht van de beleidsdirecties van IenM, de Inspectie Leefomgeving en Transport (IenM), EZ, de NVWA (EZ) en SZW.

Omzetbaten van derden verkrijgt het RIVM door het uitvoeren van werkzaamheden voor derden (onder andere EU, WHO, provincies, TNO, Bilthoven Biologicals) in Nederland en in internationaal verband.

Ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013 heeft er voor de begroting 2014 om administratieve redenen enige verschuiving plaatsgevonden tussen omzet moederdepartement, omzet overige departementen en omzet derden.

Lasten

Uit de baten worden de lasten gedekt. De personele kosten bedragen in 2014 circa € 115 miljoen, waarvan circa € 103,5 miljoen voor ambtelijk personeel en circa € 11,5 miljoen voor inhuur. De materiële kosten bedragen in 2014 circa € 220 miljoen. Een groot deel betreft uitvoeringskosten voor het Rijksvaccinatieprogramma (circa € 104 miljoen).

Ingevolge de bezuinigingstaakstelling van het kabinet-Rutte-Verhagen heeft het RIVM te maken met een financiële reductie van 1,5% ingaande 2012 tot 6% structureel vanaf 2015. Deze bezuiniging werkt door in de opdrachtgeversbudgetten van VWS en IenM en in de eigenaarsbijdrage van VWS aan het RIVM. Tevens is de taakstelling uit het Begrotingsakkoord 2013 verwerkt (TK 33 280, nr. 1). Structureel betekent dit een reductie van € 1,0 miljoen in de VWS-opdrachtgeversbudgetten en € 1,8 miljoen in de eigenaarsbijdrage ten behoeve van strategisch onderzoek. Het RIVM gaat de programmering hierop aanpassen en verkent de mogelijkheden voor het verkrijgen van vervangende advies- en onderzoeksopdrachten.

3.3 Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht RIVM voor het jaar 2014 (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

55.047

64.573

64.955

69.328

69.025

68.897

68.867

2.

Totaal operationele kasstroom

12.549

5.987

8.433

3.757

3.932

4.030

4.056

 

–/– totaal investeringen

– 3.023

– 5.605

– 4.060

– 4.060

– 4.060

– 4.060

– 4.060

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 3.023

– 5.605

– 4.060

– 4.060

– 4.060

– 4.060

– 4.060

 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

–/– aflossingen op leningen

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

0

0

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

0

0

0

0

0

0

5.

Rekening-courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

64.573

64.955

69.328

69.025

68.897

68.867

68.863

Toelichting kasstroomoverzicht

Het RIVM investeert jaarlijks in software en licenties, gebouwinstallaties en infrastructuur, laboratoriumapparatuur, vervoermiddelen, IT en audiovisuele apparatuur en facilitaire apparatuur. Dit betreft vervangingsinvesteringen, nodig om de continuïteit te waarborgen.

3.4 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Overzicht doelmatigheidsindicatoren RIVM voor het jaar 2014
 

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Omschrijving generiek deel

             

1. Uurtarieven:

             

– Gewogen uurtarief in €

93,0

93,0

98,0

98,0

98,0

98,0

98,0

– Labopslag in €

42,0

42,0

42,0

42,0

42,0

42,0

42,0

– Ontwikkeling uurtarief (2012 = 100)

100

100

105

105

105

105

105

2. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)

1.457

1.491

1.430

1.430

1.430

1.430

1.430

3. Saldo van baten en lasten (%)

0,76%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

               

Omschrijving specifiek deel

             

1. Liquiditeit (current ratio; norm: > 1,5)

1,40

1,51

1,62

1,62

1,62

1,62

1,62

2. Solvabiliteit (debt ratio)

0,67

0,73

0,73

0,73

0,73

0,73

0,73

3. Rentabiliteit eigen vermogen

6,7%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

4. Percentage externe inhuur ten opzichte van totale personele kosten

6,8%

10,0%

10,0%

10,0%

10,0%

10,0%

10,0%

5. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen

96,3%

97,5%

97,5%

97,5%

97,5%

97,5%

97,5%

Toelichting overzicht doelmatigheidsindicatoren

Uurtarieven

Het RIVM hanteert als indicator voor de doelmatigheid het gewogen uurtarief. De uurtarieven worden jaarlijks door de eigenaar vastgesteld. De hoogte van de tarieven wordt onder meer bepaald door de ontwikkeling van de loonkosten, de materiële kosten (waaronder de huren die de Rijksgebouwendienst in rekening brengt) en het aantal te declareren uren per medewerker alsmede efficiencytaakstellingen.

Op grond van de ervaringen in 2012 en 2013 is voor 2014 een herschikking in de opbouw van het tarief doorgevoerd.

Aantal fte totaal

Het totaal aantal fulltime-equivalenten werkzaam bij het agentschap per 31 december van het jaar, exclusief externe inhuur. Het geraamde percentage externe inhuur 2014 bedraagt 10%.

Saldo van baten en lasten

Het saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten.

Specifieke indicatoren

Voor wat betreft de specifieke doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren, zoals vermeld in bovenstaande tabel. Over de geleverde prestaties legt het RIVM systematisch verantwoording af richting de opdrachtgevers. Voor de primaire opdrachtgevers VWS en IenM gebeurt dat in periodieke voortgangsrapportages die door deze opdrachtgevers worden vastgesteld. Voor de overige opdrachtgevers gebeurt dat via de tijdige levering van de afgesproken producten en diensten en de daarop volgende tijdige betaling door de opdrachtgevers van de overeengekomen opdrachtsom.

Audits en benchmarkonderzoeken vinden periodiek plaats. Over de (wetenschappelijke) audits op onderdelen van de primaire processen wordt gerapporteerd aan de Commissie van Toezicht.

4. Almata JeugdzorgPlus (Ossendrecht)
4.1 Inleiding

De rijksinstellingen voor JeugdzorgPlus De Lindenhorst en Almata zijn sinds 2009 tijdelijke agentschappen van het Ministerie van VWS.

In april 2011 heeft de Staatssecretaris van VWS de Tweede Kamer geïnformeerd over de capaciteit en toekomstige ontwikkelingen van de JeugdzorgPlus (TK 31 914, nr. 1). De twee JeugdzorgPlus-instellingen Almata en De Lindenhorst zullen in 2014 worden geprivatiseerd. De eerste fase van de transitie betreft het samenvoegen van de locatie Den Dolder van Almata en De Lindenhorst tot één instelling van ongeveer 96 plaatsen. Na de fusie wordt de instelling geprivatiseerd. De locatie van Almata in Ossendrecht zal in 2013 zelfstandig verder gaan onder de naam Almata JeugdzorgPlus, zal daarbij afslanken naar 70 zorgplaatsen en gaat in 2014 privatiseren. De afslanking is nodig vanwege het in evenwicht brengen van vraag en aanbod in de regio/sector. Door de fusie en inkrimping zal er een financieel gezonde organisatie ontstaan, die klaar is voor privatisering in 2014.

Het proces van afsplitsing en inkrimping is in 2013 voltooid. Het privatiseringsproces zal in de loop van 2014 gereed zijn. Vanwege deze ontwikkelingen worden er alleen nog voor het jaar 2014 bedragen opgenomen. In onderstaande begroting wordt uitgegaan van de situatie per 1 januari 2014 waar Almata Ossendrecht als zelfstandig agentschap opereert. De begroting van de locatie Almata Den Dolder is opgenomen in de paragraaf De Lindenhorst-Almata. Vanwege vertraging in het reorganisatietraject is de Minister van Financiën akkoord gegaan met het verzoek van de Minister van VWS om de tijdelijke agentschapstatus van Almata te verlengen tot en met 31 december 2014.

Almata Ossendrecht heeft als missie jongeren met ernstige gedragsproblemen te behandelen. Doel van de behandeling is het verminderen van probleemgedrag, het vergroten van competenties en het creëren van een realistisch toekomstperspectief, zodat jongeren zo snel mogelijk en beter toegerust terug kunnen keren in de samenleving.

In 2013 is Almata gestart met 24 trajecten, waarbij de ambitie is jongeren korter te laten verblijven in geslotenheid en langer te volgen na hun verblijf binnen de instelling. Dit is in lijn met de invoering van trajectzorg in de gehele sector.

Meer informatie over de organisatie en taken van het Almata vindt men op de website www.almata.nl .

4.2 Begroting 2014
Begroting van agentschap Almata JeugdzorgPlus voor het jaar 2014
(Bedragen x € 1.000)
 

2012 Stand Slotwet

2013

1e suppletoire begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Baten

             

Omzet moederdepartement

28.438

9.561

10.050

       

Omzet overige departementen

926

0

0

       

Omzet derden

340

0

0

       

Rentebaten

2

0

1

       

Vrijval voorzieningen

422

0

0

       

Bijzondere baten

0

0

0

       
               

Totaal baten

30.128

9.561

10.051

       
               

Lasten

             

Apparaatskosten

28.972

9.337

9.337

       

– Personele kosten

15.917

5.959

5.959

       

waarvan eigen personeel

13.112

5.221

5.221

       

waarvan externe inhuur

2.805

738

738

       

– Materiële kosten

13.055

3.378

3.378

       

waarvan apparaat ICT

511

30

30

       

waarvan bijdrage aan SSO’s

404

222

222

       

Rentelasten

21

44

44

       

Afschrijvingskosten

283

180

180

       

– Materieel

260

180

180

       

waarvan apparaat ICT

0

0

0

       

– Immaterieel

23

0

0

       

Overige kosten

640

0

490

       

– Dotaties voorzieningen

640

0

490

       

– Bijzondere lasten

0

0

0

       
               

Totaal lasten

29.916

9.561

10.051

       
               

Saldo van baten en lasten

212

0

0

       

Toelichting begroting van baten en lasten

De cijfers voor het jaar 2012 zijn de cijfers van voor de afsplitsing van de locaties van Almata en gaan nog uit van 190 behandelplaatsen. Hierdoor zijn deze cijfers niet vergelijkbaar met de latere jaren.

Vanaf 2013 is het aantal capaciteitsplaatsen teruggebracht tot 70. In de begroting voor 2013 en 2014 zijn 10 behandelplaatsen opgenomen als zorgtraject plaatsen. Hiervoor worden circa 24 trajecten uitgevoerd.

De bedragen voor 2014 zijn uitgegaan van gelijkblijvende situatie als gold voor 2013. Er wordt uitgegaan van een personele formatie van 90 fte, die past bij de taken die uitgevoerd worden binnen de regelgeving van de Wet op de Jeugdzorg. De kapitaalslasten gaan uit van de werkelijke kosten die door de Rijksgebouwendienst (RGD) in rekening gebracht worden. Er is hierbij nog geen rekening gehouden met de komende Normatieve Huisvestingscomponent. De rijksspecifieke uitgaven betreffen de kosten voor de deelnemers aan de SBF regeling. Voor het externe deel van de trajectzorg is een bedrag gereserveerd voor inkoop van specifieke diensten (fasehuis en thuisbest begeleiding).

Met de financiële gevolgen van de transitie (reorganisatie, inkrimping, privatisering en Van Werk Naar Werk-trajecten) is in deze begroting geen rekening gehouden. Voor de transitiekosten zijn bij VWS reeds middelen gereserveerd. Deze zijn door directie Jeugd opgenomen in een separate transitiebegroting, waarin rekening wordt gehouden met alle financiële gevolgen van de fusie en de privatisering (personele gevolgen op basis van sociaal beleid, afkoop huurcontracten, overheveling pensioenrechten en afkoop substantieel bezwarende functie (SBF) rechten en kosten van deskundigen voor de juiste afwikkeling van de privatisering).

De omzet moederdepartement bestaat uit een bijdrage per behandelplaats, een vaste bijdrage voor kapitaallasten en een bijdrage van het Rijk voor SBF rechten. Voor Almata Ossendrecht zijn geen frictiekosten (doorlopende kosten) begroot, omdat in 2013 de afsplitsing gerealiseerd is en de instelling gereed is voor privatisering.

Omzet moederdepartement 2014 Almata JeugdzorgPlus
(Bedragen x € 1.000)

Exploitatiebijdrage op basis van 70 plaatsen * € 115.000

8.050

Bijdrage voor kapitaallasten

1.510

Bijdrage Rijk voor Sociaal Flankerend Beleid

490

Totaal

10.050

Voor omzet derden is geen bedrag geraamd, omdat nog niet duidelijk is of er inkomsten uit ESF-projecten (Europees Sociaal Fonds) zullen zijn.

In de begroting is rekening gehouden met 10 plaatsen (op jaarbasis) voor zorgtrajecten en is een bedrag gereserveerd voor inkoop van externe diensten ten behoeve van de vervolgvoorzieningen voor het deel van de zorgtrajecten na het residentiële deel.

4.3 Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht Almata JeugdzorgPlus voor het jaar 2014 (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

2012 Stand Slotwet

2013

1e suppletoire begroting

2014

2015

2016

2017

2018

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

7.423

5.739

4.689

       

2.

Totaal operationele kasstroom

– 1.635

– 200

– 2.800

       
 

–/– totaal investeringen

– 240

– 500

– 300

       
 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

431

0

0

       

3.

Totaal investeringskasstroom

191

– 500

– 300

       
 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

       
 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

       
 

–/– aflossingen op leningen

– 240

– 350

0

       
 

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

0

       

4.

Totaal financieringskasstroom

– 240

– 350

0

       

5.

Rekening-courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

5.739

4.689

1.589

       

Toelichting kasstroomoverzicht

De kasstroom gaat verder vanuit de stand van Almata JeugdzorgPlus per eind 2012 (TK 33 400 XVI, nr. 1). Vervolgens is de stand 2013 berekend. Het saldo loopt terug, omdat in 2013 een overheveling heeft plaatsgevonden van het deel van de locatie Den Dolder naar het agentschap De Lindenhorst-Almata. Daarnaast worden reserves gebruikt voor de dekking van een deel van de transitiekosten en deze zijn als zodanig opgenomen in de transitiebegroting. Bij privatisering zal er volledig afgerekend moeten worden conform de regels voor een agentschap. Eventuele overschotten bij de afrekening vloeien terug naar VWS.

De investeringen bestaan uit de aanpassingen van de ruimten voor de leefgroepen en de kamers van de jongeren, uit voorzieningen ten behoeve van de activiteiten voor jongeren en de aanpassing van de kantoren, lokalen en spreekkamers in verband met klimaatbeheersing en arboregelgeving.

4.4 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Overzicht doelmatigheidsindicatoren Almata JeugdzorgPlus voor het jaar 2014
 

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Omschrijving generiek deel

             

1a. Kostprijs per behandelplaats regulier (in €)

137.347

137.000

137.000

       

1b. Kostprijs per behandelplaats incidenteel

(in €)

11.205

0

0

       

2. Bijdrage per behandelplaats (in €)

141.117

137.000

137.000

       

3. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)

205

89

89

       

4. Saldo van baten en lasten (%)

0,7%

0,0%

0,0%

       
               

Omschrijving specifiek deel

             

1. Gemiddelde verblijfsduur (in maanden)

7

7

7

       

2. Aantal geregistreerde klachten

144

50

50

       

3. Percentage klachten gegrond verklaard

7,6%

5,0%

5,0%

       

Toelichting overzicht doelmatigheidsindicatoren

Kostprijzen per product(groep)

De (gemiddeld gewogen) kostprijs per behandelplaats bestaat uit een regulier deel ad € 115.000 (exclusief doorlopende kostendeel) en kapitaallasten van circa € 22.000.

De kapitaallasten zijn hoger dan gemiddeld in de sector als gevolg van hogere huurkosten door de Rijksgebouwendienst.

De kostprijs per product is niet vergelijkbaar met 2012 als gevolg van de opsplitsing van Almata. De cijfers van de vestiging Almata Ossendrecht waren altijd lager dan de totale kosten voor Almata vanwege goedkopere huisvestingsituatie.

Aantal fte totaal

Het totaal aantal fulltime-equivalenten (fte) werkzaam bij het agentschap per 31 december van het jaar, exclusief externe inhuur. Het aantal van 89 fte is gebaseerd op de lagere capaciteit van de nieuwe organisatie.

Het geraamde percentage inhuur externen bedraagt in 2014 12,4%.

Saldo van baten en lasten

Het saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten.

Gemiddelde verblijfsduur

De vermelde verblijfstermijn van zeven maanden betreft het gesloten deel. Het verlengde totale zorgtraject kan doorlopen tot anderhalf jaar.

Geregistreerde klachten

De verwachte afname van het aantal klachten vindt zijn oorzaak in de opsplitsing van Almata.

5. JeugdzorgPlus-instelling De Lindenhorst-Almata
5.1 Inleiding

De rijksinstellingen voor JeugdzorgPlus De Lindenhorst en Almata zijn sinds 2009 tijdelijke agentschappen van het Ministerie van VWS.

In april 2011 heeft de Staatssecretaris van VWS de Tweede Kamer geïnformeerd over de capaciteit en toekomstige de ontwikkelingen van de JeugdzorgPlus (TK 31 914, nr. 1). De twee JeugdzorgPlus-instellingen Almata en De Lindenhorst zullen in 2014 worden geprivatiseerd. De eerste fase van de transitie betreft het in 2013 samenvoegen van de locatie Den Dolder van Almata en De Lindenhorst tot één instelling, JeugdzorgPlus-instelling De Lindenhorst-Almata. Naast deze fusie zal de nieuwe instelling in 2013 afslanken van 174 capaciteitsplaatsen naar 96 capaciteitsplaatsen. Deze afslanking is nodig vanwege regionale overcapaciteit in de sector JeugdzorgPlus. Vanwege vertraging in het reorganisatietraject is de Minister van Financiën akkoord gegaan met het verzoek van de Minister van VWS om de tijdelijke agentschapstatus van De Lindenhorst te verlengen tot en met 31 december 2014.

Het proces van fusering en inkrimping is in 2013 afgerond, dat van de privatisering in 2014. Voor de jaren na 2014 zijn dan ook geen bedragen meer opgenomen.

De Lindenhorst-Almata is een gespecialiseerde JeugdzorgPlus-instelling en heeft als kerntaak het bieden van individuele zorgtrajecten voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar, tijdelijk in een gesloten setting waarbij de gesloten fase zo kort als mogelijk en zo lang als nodig duurt. De organisatie biedt orthopedische basiszorg, onderwijs en specialistische interventies aan jongeren met ernstige gedragsproblemen op één of meerdere leefgebieden. Dit met als doel jongeren beter toegerust te laten terugkeren in de samenleving.

In 2013 is de instelling gestart met zorgtrajecten (waarvoor 16 behandelplaatsen zijn gereserveerd), waarbij de ambitie is jongeren korter te laten verblijven in geslotenheid, maar langer te begeleiden na hun verblijf binnen de instelling. Dit is in lijn met de invoering van trajectzorg in de gehele sector. Na de fusie wordt De Lindenhorst-Almata geprivatiseerd. Dit proces zal in 2014 zijn afgerond. Meer informatie over de organisatie en taken van Lindenhorst-Almata vindt men op de website: www.delindenhorst.nl

5.2 Begroting 2014
Begroting van baten en lasten agentschap De Lindenhorst- Almata voor het jaar 2014
(Bedragen x € 1.000)
 

2012 Stand Slotwet

2013

1e suppletoire begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Baten

             

Omzet moederdepartement

9.687

18.849

18.739

       

Omzet overige departementen

0

0

0

       

Omzet derden

507

0

0

       

Rentebaten

0

0

3

       

Vrijval voorzieningen

0

0

0

       

Bijzondere baten

0

0

0

       
               

Totaal baten

10.194

18.849

18.742

       
               

Lasten

             

Apparaatskosten

9.927

13.518

13.518

       

– Personele kosten

6.085

8.573

8.573

       

waarvan eigen personeel

5.022

8.242

8.242

       

waarvan externe inhuur

1.063

331

331

       

– Materiële kosten

3.842

4.945

4.945

       

waarvan apparaat ICT

269

42

42

       

waarvan bijdrage aan SSO’s

180

297

297

       

Rentelasten

11

63

63

       

Afschrijvingskosten

76

252

252

       

– Materieel

76

202

202

       

waarvan apparaat ICT

0

0

0

       

– Immaterieel

0

50

50

       

Overige kosten

0

5.016

4.909

       

– Dotaties voorzieningen

0

297

500

       

– Bijzondere lasten

0

0

0

       

– Frictiekosten

0

4.719

4.409

       
               

Totaal lasten

10.014

18.849

18.742

       
               

Saldo van baten en lasten

180

0

0

       

Toelichting begroting van baten en lasten

De cijfers voor het jaar 2012 zijn de cijfers van voor de samenvoeging van De Lindenhorst met Almata Den Dolder en gaan uit van 54 behandelplaatsen. Ze zijn hierdoor niet vergelijkbaar met de latere jaren. Vanaf 2013 is het aantal capaciteitsplaatsen bepaald op 96 plaatsen. In de begroting voor 2013 en 2014 zijn 16 behandelplaatsen opgenomen als zorgtrajectplaatsen. Hiervoor worden circa 32 trajecten uitgevoerd.

De bedragen voor 2014 zijn uitgegaan van gelijkblijvende situatie als gold voor 2013. Er wordt uitgegaan van een personele formatie van 135 fte, die past bij de taken die uitgevoerd worden binnen de regelgeving van de Wet op de Jeugdzorg. De kapitaalslasten gaan uit van de werkelijke kosten die door de Rijksgebouwendienst (RGD) in rekening gebracht worden. Er is hierbij nog geen rekening gehouden met de normatieve huisvestingscomponent. De rijksspecifieke uitgaven betreffen de kosten voor de deelnemers aan de SBF regeling. Voor het externe deel van de trajectzorg is een bedrag gereserveerd voor inkoop van specifieke diensten (naar huis, zelfstandig en langerdurende zorg).

Met de financiële gevolgen van de transitie (reorganisatie, inkrimping, privatisering en Van Werk Naar Werk-trajecten) is in deze begroting geen rekening gehouden. Voor de transitiekosten zijn bij VWS reeds middelen gereserveerd. Deze zijn door directie Jeugd opgenomen in een separate transitiebegroting, waarin rekening wordt gehouden met alle financiële gevolgen van de fusie en de privatisering (personele gevolgen op basis van sociaal beleid, afkoop huurcontracten, overheveling pensioen rechten en afkoop SBF rechten en kosten van deskundigen voor de juiste afwikkeling van de privatisering)

De omzet moederdepartement bestaat uit een bijdrage per behandelplaats, een vaste bijdrage voor kapitaallasten en een bijdrage van het Rijk voor SBF rechten.

Bij De Lindenhorst-Almata is er, zolang de fusie en privatisering nog niet geregeld is, sprake van frictiekosten omdat er nog twee locaties in stand moeten worden gehouden. Er zijn zodoende doorlopende kosten voor huurcontracten, ICT contracten en beveiliging leegstand.

Omzet moederdepartement 2014 De Lindenhorst-Almata (Bedragen x € 1.000)

Regulier deel:

 

Exploitatiebijdrage op basis van 70 plaatsen * € 115.000

11.040

Bijdrage voor kapitaallasten

2.790

Bijdrage Rijk voor Sociaal Flankerend Beleid

500

 

Aanvullend deel:

Doorlopende (huur)kosten voor gebouw

3.710

Doorlopende ICT-kosten (contract)

149

Kosten bewaking leegstaand gebouw

550

   

Totaal

18.739

Voor omzet derden is geen bedrag geraamd, omdat nog niet duidelijk is of er inkomsten uit ESF-projecten (Europees Sociaal Fonds) zullen zijn.

5.3 Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht De Lindenhorst-Almata voor het jaar 2014 (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

2012 Stand Slotwet

2013

1e suppletoire begroting

2014

2015

2016

2017

2018

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

719

1.805

1.493

       

2.

Totaal operationele kasstroom

1.226

– 200

100

       
 

–/– totaal investeringen

– 83

– 55

– 100

       
 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

       

3.

Totaal investeringskasstroom

– 83

– 55

– 100

       
 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

       
 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

       
 

–/– aflossingen op leningen

– 57

– 57

– 105

       
 

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

0

       

4.

Totaal financieringskasstroom

– 57

– 57

– 105

       

5.

Rekening-courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

1.805

1.493

1.388

       

Toelichting kasstroomoverzicht

De kasstroom gaat verder vanuit de stand van De Lindenhorst per eind 2012 (TK 33 400 XVI, nr. 1). Vervolgens is de stand 2013 berekend. In 2013 is het rekening-courant deel van Almata-Den Dolder toegevoegd aan de rekening-courant van De Lindenhorst bij het Ministerie van Financiën. Het saldo loopt in 2014 terug, omdat reserves gebruikt worden voor de dekking van een deel van de transitiekosten en omdat leningen afgelost zullen worden in verband met de privatiseringsplannen. Bij privatisering zal er volledig afgerekend moeten worden conform de regels voor een agentschap. Eventuele overschotten bij de afrekening vloeien terug naar het Ministerie van VWS.

In 2014 zal er geïnvesteerd worden in beveiligingsvoorzieningen in verband met het samenbrengen van de jongens en meisjes op één locatie.

5.4 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Overzicht doelmatigheidsindicatoren De Lindenhorst-Almata voor het jaar 2014
 

2012 Stand Slotwet

2013 vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Omschrijving generiek deel

             

1. Kostprijs per behandelplaats regulier inclusief kapitaallasten (in €) 1

134.141

147.000

147.000

       

2. Bijdrage per behandelplaats (in €)

140.993

147.000

147.000

       

3. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)

75,3

135,0

135,0

       

4. Saldo van baten en lasten (%)

1,8%

0,0%

0,0%

       
               

Omschrijving specifiek deel

             

1. Gemiddelde verblijfsduur (in maanden)

5,9

7

7

       

2. Aantal geregistreerde klachten

28

100

80

       

3. Percentage klachten gegrond verklaard

0%

10%

5%

       
1

Kostprijs per behandelplaats exclusief frictiekosten.

Toelichting overzicht doelmatigheidsindicatoren

Kostprijzen per product(groep)

De (gemiddeld gewogen) kostprijs per behandelplaats bestaat uit een regulier deel ad € 115.000 (exclusief doorlopende kostendeel) en kapitaallasten van circa € 32.000. De instelling is qua reguliere kostprijs gelijk aan het gemiddelde van de sector.

De kapitaallasten zijn hoger dan gemiddeld in de sector als gevolg van hogere huurkosten door de Rijksgebouwendienst.

De kostprijs per product is niet vergelijkbaar met 2012 als gevolg van de fusie van de twee rijksinstellingen, de voorbereidingen van de privatisering en de invoering van de zorgtrajecten.

Aantal fte totaal

Het totaal aantal fulltime-equivalenten werkzaam bij het agentschap per 31 december van het jaar, exclusief externe inhuur.

Het aantal fte van 135 fte is gebaseerd op de lagere capaciteit van de nieuwe organisatie. Voor boventallig personeel wordt via Van Werk Naar Werk-trajecten ander werk gezocht.

Het geraamde percentage inhuur externen bedraagt in 2014 3,9%.

Saldo van baten en lasten

Het saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten.

Gemiddelde verblijfsduur

De vermelde verblijfstermijn van zeven maanden betreft het gesloten deel. Het verlengde totale zorgtraject kan doorlopen tot anderhalf jaar.

Geregistreerde klachten

In 2014 wordt, als de rust in de instelling is weergekeerd na de fusie en de reorganisatie, een daling verwacht van het aantal klachten.

12

Farmacovigilantie (geneesmiddelenbewaking), is het identificeren van risico’s en bewaken/verbeteren van de balans werkzaamheid en risico’s van een geneesmiddel na de registratie. In Nederland is het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) hiervoor verantwoordelijk.

13

Een nadere toelichting over de voorgenomen oprichting van het Zorgloket is opgenomen in TK 33 149, nr. 21.

14

Dekking is afkomstig uit amendement TK 33 400 XVI, nr. 48 (extra middelen IGZ).

15

Farmatec behandelt onder meer aanvragen van farmaceutische vergunningen op grond van de Geneesmiddelenwet, huisartsen van apotheekvergunningen op grond van de Geneesmiddelenwet, opiumontheffingen op grond van de Opiumwet, vergunningen en erkenningen op grond van de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal, ontheffingen op grond van de Wet op de medische hulpmiddelen en vergunningen en aanwijzingen op grond van de Wet inzake bloedvoorziening.

Licence