Base description which applies to whole site

2.2 Nationale veiligheid (artikel 36)

Door dreigingen voortijdig te onderkennen en aan te pakken en de weerbaarheid van vitale belangen te versterken kan ontwrichting van de Nederlandse samenleving worden voorkomen. In dat kader werken we in 2015 met prioriteit aan de volgende zaken:

Bestrijding extremisme en terrorisme

Het jihadisme vormt een substantiële bedreiging voor de nationale veiligheid van Nederland en voor de internationale rechtsorde. Om het jihadisme te bestrijden is recentelijk het actieprogramma «Integrale aanpak Jihadisme» opgesteld. De recente internationale geo-politieke ontwikkelingen en hun weerslag op Nederland (jihadgang, jihadistische uitingen op het internet en in het publieke domein) onderstrepen de dreiging. In respons op deze dreiging worden alle beschikbare middelen aangewend om de uitreis te verhinderen, om de risico’s van terugkeerders weg te nemen en het werven van nieuwe aanhang tegen te gaan. De Nederlandse contraterrorisme-partners werken daarbij nauw samen in een gecoördineerde en geregisseerde integrale aanpak. Detectie, signalering, opsporing en vervolging gaan samen met bestuurlijke interventies.

Het actieprogramma beschrijft de integrale aanpak van het jihadisme langs vijf beleidslijnen: 1. risicoreductie, 2. interventie, 3. aanpak radicalisering en maatschappelijke spanningen, 4. sociale media en 5. informatie-uitwisseling en (internationale) samenwerking. Een succesvolle uitvoering van dit actieprogramma vereist een heldere regie en programmatische sturing. Samenwerking en informatie-uitwisseling zijn hierbij sleutelwoorden.

Het actieprogramma versterkt bestaande activiteiten op deze sporen. De strafrechtelijk en bestuursrechtelijk aanpak van jihadisten wordt versterkt, ronselaars en haatpredikers worden steviger aangepakt, evenals het tegengaan van de online verspreiding van jihadistische propaganda. Het actieprogramma introduceert ook nieuwe maatregelen en voorstellen voor nieuwe wetgeving. Wetsvoorstellen worden voorbereid ten aanzien van (a) vergroting van de mogelijkheden om jihadgangers het Nederlanderschap ter ontnemen; (b) verruiming van de bestuursrechtelijke bevoegdheden om de risico’s te beperken van teruggekeerde terroristische strijders (bv. periodieke meldplicht, medewerking aan herhuisvesting, contactverboden). De NCTV voert de regie bij de uitvoering van het actieprogramma

Het actieprogramma versterkt ook de inzet op het preventieve vlak. Er komen een expertcentrum en kennisplatform radicalisering die gemeenten en eerstelijnswerkers praktische ondersteuning bieden. Er komt een meldpunt waar burgers signalen van radicalisering of jihad-gang anoniem kunnen melden. Sleutelfiguren vanuit de moslimgemeenschap die stelling nemen tegen het jihadisme worden ondersteund, onder meer met een nationale vertrouwenspersoon. Een landelijk adviespunt zal steun bieden aan familieleden en naasten van geradicaliseerde personen of uitreizigers.

In internationaal verband blijft Nederland koploper om door middel van bilaterale en multilaterale samenwerking (zoals o.a. in EU- en VN-verband) effectieve informatie uitwisseling en effectieve interventies tot stand te laten komen.

Cyber Security

Onze samenleving en economie zijn kwetsbaar door de toenemende afhankelijkheid van ICT. De reeks cyberaanvallen op vitale onderdelen van onze maatschappij laten zien dat verhoging van de digitale weerbaarheid van Nederland noodzakelijk is. Om dit te blijven monitoren wordt in 2015 het vijfde Cybersecurity Beeld Nederland uitgebracht. Veiligheid en Justitie werkt dan ook aan de hand van de Nationale Cyber Security Strategie aan het vergroten van de ICT-weerbaarheid van organisaties. Het vergroten van de ICT-weerbaarheid gebeurt op drie manieren. Ten eerste door digitale dreigingen te detecteren. Ten tweede door partijen binnen de rijksoverheid en vitale infrastructuur advies en handelingsperspectief te geven. Daarnaast wordt vanuit het Ministerie van VenJ het beleid gecoördineerd, net als de nationale respons op ICT-incidenten en crises. In 2015 wordt in samenwerking met private vitale organisaties de detectiecapaciteit voor digitale dreigingen verbeterd, responscapaciteiten versterkt en vindt uitwisseling van kennis en expertise plaats. Ook onderzoeken we de mogelijkheid voor accreditering van bedrijven die als «digitale brandweer» ingeschakeld kunnen worden. Tevens is volgend jaar het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) 24/7 actief. Ook met de wetenschap wordt intensief samengewerkt, onder andere in de Cyber Security Raad. Ook zullen overheid, bedrijfsleven en wetenschap gezamenlijk een cybersecurityplatform lanceren. Het kabinet versterkt in 2015 de cybersecurity. Zo wordt de kennisbasis op het gebied van digitale veiligheid verbreed en komt er een keurmerk veilig internet voor het MKB. Dit maakt ondernemers minder kwetsbaar voor digitale inbraken en versterkt het consumentenvertrouwen in e-commerce. De investeringen in cyber security en internationale samenwerking bieden ook bij uitstek kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven om exportkansen in deze mondiale groeisector te grijpen.

Crisisbeheersing

In 2015 gaan we door met de invoering van de aangekondigde maatregelen voor betere prestaties bij brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Er worden voor de veiligheidsregio’s, crisispartners en departementen gezamenlijke meerjarige doelstellingen opgesteld op het gebied van waterveiligheid en overstromingen, nucleaire veiligheid en continuïteit en veerkracht van de samenleving. Bij dit laatste gaat het om het voorkomen van maatschappelijke ontwrichting als gevolg van uitval van telecom en ICT, gas, elektriciteit en drinkwater. Hiermee wordt de aansluiting tussen Rijk en veiligheidsregio’s bij risicobeheersing en de voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing versterkt. Veiligheidsregio’s investeren in de verdere professionalisering van de bevolkingszorg en het vergroten van inzicht in en onderlinge vergelijkbaarheid van prestaties.

In nauwe samenwerking met o.a. het Ministerie van Defensie en de nationale politie wordt de civiel-militaire en publiek-private samenwerking versterkt. Zo komen bijvoorbeeld de faciliteiten van Defensie beschikbaar bij de bestrijding van rampen en crises. Daarnaast worden opleidingen, trainingen en oefeningen gezamenlijk verbeterd, die moeten leiden tot een robuustere «all hazard» aanpak. Samen met de verantwoordelijke ministeries en vitale (private) organisaties vindt een beoordeling plaats of de Nederlandse vitale infrastructuur en belangen in voldoende mate zijn beschermd tegen uitval. Indien dit niet het geval blijkt te zijn, worden in 2015 voor die sector aanvullende maatregelen getroffen. Ook wordt samen met andere departementen beleid ontwikkeld om de nationale veiligheidsbelangen te kunnen waarborgen bij buitenlandse overnames en investeringen in vitale sectoren in Nederland.

Licence