Het voortgezet onderwijs (vo) zorgt dat leerlingen in deze fase van de doorlopende leerlijn hun talenten maximaal kunnen ontplooien en vervolgonderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten. De minister zorgt voor kwalitatief, toegankelijk en betaalbaar voortgezet onderwijs. Het bereidt hen voor op volwaardige deelname aan de samenleving en een bij hun talenten passende (toekomstige) positie op de arbeidsmarkt.
De minister is verantwoordelijk voor een stelsel van voortgezet onderwijs dat zodanig functioneert, dat het onderwijs aansluit bij de talenten en de ambities van individuele leerlingen en bij de behoeftes van de maatschappij.
Financieren
De minister is verantwoordelijk voor de financiering van het voortgezet onderwijs door bekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.
Stimuleren
De minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van (aanvullende) bekostiging, subsidies en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, (prestatie)afspraken en wet- en regelgeving.
Regisseren
De minister vult zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.
Kengetallen
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Totaal aantal ingeschreven leerlingen (aantallen x 1.000). Nader te verdelen in: | 936,2 | 925,5 | 917,6 | 907,8 | 902,1 | 896,8 | 891,5 |
Vmbo/ havo/ vwo leerjaar 1-2 | 363,7 | 355,7 | 354,1 | 353,3 | 352,9 | 352,3 | 348,8 | |
Vmbo leerjaar 3-4 | 190,8 | 192,2 | 189,5 | 185,1 | 183,4 | 182,9 | 182,8 | |
Havo/vwo leerjaar 3 | 91,8 | 92,7 | 90,5 | 89,1 | 89,7 | 88,7 | 89,3 | |
Havo/vwo vanaf leerjaar 4 | 228,7 | 225,0 | 224,9 | 222,9 | 219,9 | 217,9 | 216,6 | |
Pro alle jaren | 29,6 | 30,0 | 30,0 | 29,8 | 29,4 | 29,0 | 28,7 | |
Internationale Schakelklassen alle jaren | 25,0 | 23,6 | 22,3 | 21,3 | 20,5 | 19,9 | 19,5 | |
Vavo vo | 6,0 | 5,8 | 5,7 | 5,7 | 5,6 | 5,6 | 5,5 | |
Vavo isk | 0,6 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,4 | 0,4 | |
2 | Totaal aantal scholen | 642 | 642 | 642 | 642 | 642 | 642 | 642 |
3 | Gemiddeld aantal leerlingen per school | 1.458 | 1.442 | 1.429 | 1.414 | 1.405 | 1.397 | 1.389 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Voortgezet onderwijs | 12,4 | 13,2 | 13,1 | 13,3 | 13,1 | 13,1 | 13,1 |
Bekostiging | 11,8 | 12,3 | 12,3 | 12,6 | 12,5 | 12,5 | 12,5 |
Exclusief ondersteuningsmiddelen | 10,9 | 11,4 | 11,3 | 11,6 | 11,6 | 11,5 | 11,5 |
In het onderdeel beleidsprioriteiten (paragraaf 2.1) staan de belangrijkste wijzigingen op het terrein van voortgezet onderwijs beschreven.
Realisatie | Begroting | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 12.400.434 | 13.169.366 | 12.074.165 | 11.972.000 | 11.859.898 | 11.846.291 | 11.790.299 |
Uitgaven | 11.711.998 | 12.374.770 | 12.145.669 | 12.211.755 | 11.974.788 | 11.867.262 | 11.802.922 |
Bekostiging | 11.050.818 | 11.410.539 | 11.277.139 | 11.410.645 | 11.311.991 | 11.242.733 | 11.185.287 |
Bekostiging vo-instellingen | 10.893.893 | 11.298.523 | 11.237.251 | 11.188.879 | 11.090.653 | 11.021.310 | 10.964.151 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 25.779 | 28.466 | 28.114 | 28.524 | 28.874 | 28.504 | 28.217 |
Resultaatafhankelijke bekostiging vsv aan vo-instellingen | 97 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters | 4.251 | 4.540 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aanvullende regelingen leerlingendaling | 126.798 | 79.010 | 11.774 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Basisvaardigheden | 0 | 0 | 0 | 193.242 | 192.464 | 192.919 | 192.919 |
Subsidies (regelingen) | 498.551 | 770.541 | 683.959 | 606.955 | 473.080 | 441.580 | 428.001 |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo | 21.046 | 30.724 | 27.851 | 13.968 | 12.968 | 18.650 | 16.540 |
Praktijkgerichte programma's | 11.138 | 16.605 | 11.070 | 5.534 | 43 | 0 | 0 |
Basisvaardigheden | 196.162 | 230.765 | 87.314 | 72.618 | 13.650 | 13.650 | 13.650 |
Maatschappelijke diensttijd | 96.066 | 157.561 | 145.003 | 127.936 | 124.266 | 124.200 | 124.200 |
School en omgeving | 13.295 | 72.958 | 111.771 | 112.998 | 110.816 | 132.880 | 132.880 |
NGF Ontwikkelkracht | 15.499 | 20.972 | 25.028 | 30.403 | 28.018 | 0 | 0 |
Schoolmaaltijden | 42.168 | 52.650 | 52.650 | 52.650 | 52.650 | 52.650 | 52.650 |
Brugfunctionaris vo | 11.520 | 11.520 | 11.520 | 12.163 | 12.163 | 12.163 | 12.163 |
NGF Techkwadraat | 1.301 | 46.824 | 46.873 | 46.839 | 0 | 0 | 0 |
NGF Innovatieve onderwijs huisvesting | 856 | 9.081 | 39.140 | 33.597 | 37.758 | 0 | 0 |
Overige subsidies | 89.500 | 120.881 | 125.739 | 98.249 | 80.748 | 87.387 | 75.918 |
Opdrachten | 20.347 | 30.571 | 37.310 | 47.959 | 44.776 | 38.765 | 44.695 |
Opdrachten | 13.312 | 27.628 | 33.681 | 46.033 | 42.717 | 38.765 | 44.695 |
MDT opdrachten | 7.035 | 2.943 | 3.629 | 1.926 | 2.059 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 80.285 | 87.235 | 86.453 | 88.501 | 87.246 | 86.611 | 87.366 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 80.285 | 87.235 | 86.453 | 88.501 | 87.246 | 86.611 | 87.366 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 61.691 | 75.526 | 60.450 | 57.337 | 57.337 | 57.215 | 57.215 |
College voor Toetsen en Examens | 14.241 | 21.285 | 5.021 | 5.026 | 5.026 | 4.904 | 4.904 |
SLOA: Onderwijs ondersteunende instellingen | 47.450 | 54.241 | 55.429 | 52.311 | 52.311 | 52.311 | 52.311 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 306 | 358 | 358 | 358 | 358 | 358 | 358 |
GRAZ (ECML) en PISA | 306 | 358 | 358 | 358 | 358 | 358 | 358 |
Ontvangsten | 30.810 | 11.019 | 7.391 | 7.391 | 7.391 | 7.391 | 7.391 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 12.400.434 | 13.169.366 | 12.074.165 | 11.972.000 | 11.859.898 | 11.846.291 | 11.790.299 |
Waarvan garantieverplichtingen | ‒ 10.282 | ‒ 6.048 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan overige verplichtingen | 12.410.716 | 13.175.414 | 12.074.165 | 11.972.000 | 11.859.898 | 11.846.291 | 11.790.299 |
De garantieverplichtingen hebben betrekking op leningen/rekening-courantkredieten aan onderwijsinstellingen. Deze leningen worden door middel van schatkistbankieren verstrekt. Het Ministerie van OCW staat voor deze leningen garant. Deze verplichtingen worden niet geraamd.
Budgetflexibiliteit
2026 | |
---|---|
Juridisch verplicht | 98,02% |
Bestuurlijk gebonden | 1,14% |
Beleidsmatig gereserveerd | 0,84% |
Nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,00% |
Van het totale budget voor artikel 3 is voor 2026 98,0 procent juridisch verplicht.
Bekostiging
Het budget in 2026 is voor 100 procent juridisch verplicht. De verplichtingen hebben betrekking op de betalingen aan schoolbesturen en samenwerkingsverbanden (swv). Hieraan ten grondslag liggen de Wet op het voortgezet onderwijs, onderliggende besluiten en uitvoeringsregelingen. Het moment waarop de juridische verplichting wordt aangegaan, vindt plaats voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de bekostiging betrekking heeft.
Subsidies
Het budget in 2026 is voor 65,8 procent juridisch verplicht. Dit verplichte deel betreft de subsidies die voorafgaand aan het jaar van verstrekking worden vastgelegd. Ervaringsgegevens laten zien dat in de loop van het jaar het resterende deel van het budget ook juridisch wordt verplicht. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de subsidiebijlage.
Opdrachten
Het budget in 2026 is voor 82,8 procent juridisch verplicht. Ervaringsgegevens laten zien dat in de loop van het jaar het resterende deel van het budget ook juridisch wordt verplicht.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget in 2026 is voor 100 procent juridisch verplicht. Op basis van managementafspraken tussen het bestuursdepartement en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) zijn afspraken vastgelegd voor het komende jaar.
Bijdrage aan ZBO's en RWT's
Het budget in 2026 is voor 100 procent juridisch verplicht. Dit betreft de bijdragen aan het College voor Toetsen en Examens (CvTE) en de onderwijs ondersteunende instellingen (SLOA). Het moment waarop de juridische verplichting wordt aangegaan, vindt plaats voorafgaand aan het jaar waarop de bijdragen betrekking heeft.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Het beschikbare budget in 2026 is nog niet juridisch verplicht. Dit betreft de bijdragen aan de genoemde internationale organisaties.
Bekostiging
Het Rijk verstrekt schoolbesturen bekostiging om (onderwijs)personeel aan te stellen, overige arbeidsvoorwaarden te vervullen en ten behoeve van de materiële instandhouding van scholen. De basisbekostiging is gebaseerd op het aantal vestigingen en het aantal leerlingen.
Daarnaast is er aanvullende bekostiging voor bepaalde groepen leerlingen of vestigingen. Het gaat onder andere om: extra bijdragen voor leerlingen in de gemengde leerweg van het voortgezet middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), voor vestigingen met een breed onderwijsaanbod, voor geïsoleerde vestigingen, voor de functiemix Randstadregio’s, voor werkdrukverlichting, voor onderwijskansen, voor de eerste opvang nieuwkomers en voor internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs (IGVO).
In de augustusbesluitvorming is de afschaffing van de onderwijskansenregeling teruggedraaid. De onderwijskansenregeling kan hiermee ook na 2026 doorgang vinden. Voor deze regeling is structureel een bedrag van € 185,9 miljoen beschikbaar. Dit betreft het budget inclusief toegevoegde loon- en prijsbijstelling vanuit de eerste suppletoire begroting 2025.
Voor de Regeling versterking functiemix leraren in het voortgezet onderwijs in de Randstadregio’s is in 2026 € 85,4 miljoen beschikbaar. Voor IGVO is € 11,6 miljoen beschikbaar. Verder is er € 85,9 miljoen beschikbaar voor de arbeidsmarkttoelage in het voortgezet onderwijs. Dit bedrag ligt € 10,0 miljoen lager dan het budget voor 2025. Er is omgebogen op dit budget om de prijsbijstelling op de bekostiging in het voortgezet onderwijs te kunnen uitkeren. Deze ombuiging is verwerkt in de eerste suppletoire begroting 2025. Voor de aanpak van werkdruk is in kalenderjaar 2026 € 353,7 miljoen beschikbaar.
Voor de subsidieregeling sterk techniekonderwijs is in 2026 € 97,0 miljoen beschikbaar.
In de volgende tabel zijn de ondersteuningsmiddelen opgenomen die naast de basisbekostiging beschikbaar zijn voor de lichte en regionale ondersteuning. De bekostiging van de lichte ondersteuning bestaat uit twee delen: een budget voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro) en een budget voor regionale ondersteuning. De ondersteuningsbekostiging wordt verrekend met het budget voor lwoo en pro van het samenwerkingsverband.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Lichte ondersteuning lwoo/pro | 733,9 | 769,3 | 769,3 | 769,3 | 769,3 | 769,3 | 769,3 |
Regionale ondersteuning | 114,5 | 120,1 | 120,1 | 120,1 | 120,1 | 120,1 | 120,1 |
Totale ondersteuningsmiddelen art. 3 | 848,4 | 889,4 | 889,4 | 889,4 | 889,4 | 889,4 | 889,4 |
Bekostiging Caribisch Nederland
Het Rijk verstrekt bekostiging aan schoolbesturen in Caribisch Nederland. Het betreft de schoolbesturen op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters
Er wordt bekostiging verstrekt voor het verbeteren van strategisch personeelsbeleid, de begeleiding van startende leraren en schoolleiders, en het aanpakken van verzuim. De middelen voor het verbeteren van strategisch personeelsbeleid en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders worden vanaf 2026 toegevoegd aan de basisbekostiging van scholen in het voortgezet onderwijs. In 2026 wordt enkel nog het deel voor het aanpakken van verzuim uitgekeerd aan scholen in het voortgezet onderwijs via deze regeling.
Basisvaardigheden
Vanaf 2027 ontvangen schoolbesturen (gerichte) bekostiging in plaats van subsidie voor het verbeteren van basisvaardigheden. In het kader van de duurzame verankering van de middelen voor leesbevordering is structureel € 9,8 miljoen toegevoegd aan deze (gerichte) bekostiging.
Subsidies
Voor het stimuleren en realiseren van diverse beleidsdoelstellingen worden subsidies verstrekt (zie voor het totaaloverzicht de bijlage subsidies).
Verbetering basisvaardigheden
Te veel leerlingen verlaten het funderend onderwijs zonder goede beheersing van de basisvaardigheden: taal, rekenen, digitale geletterdheid en burgerschap. Voor 2026 is € 87,3 miljoen beschikbaar voor het verbeteren van de basisvaardigheden van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Vanaf 2027 zullen schoolbesturen (gerichte) bekostiging ontvangen voor het verbeteren van basisvaardigheden. Een deel van deze middelen blijft beschikbaar voor een subsidieregeling. Scholen die dit het hardste nodig hebben ontvangen dan naast (gerichte) bekostiging ook een subsidie.
Maatschappelijke Diensttijd
Met de subsidieregeling Maatschappelijke Diensttijd (MDT) worden samenwerkingen van maatschappelijke organisaties, scholen, gemeenten en bedrijven ondersteund om projecten te realiseren die bijdragen aan veerkrachtige, mentaal gezonde jongeren en een sterke weerbare samenleving. Jongeren kunnen trajecten van maximaal zes maanden volgen waarbij zij zich vanuit hun talenten en interesses kunnen inzetten voor een ander of de samenleving. In 2026 is € 145,0 miljoen beschikbaar voor de subsidieregeling MDT en de ondersteunende losse subsidies. Structureel is er € 124,2 miljoen beschikbaar.
School en Omgeving
Elke leerling verdient het om zijn talenten en vaardigheden in de volle breedte te ontwikkelen. Om voor zoveel mogelijk leerlingen een kwalitatief zo goed programma van activiteiten rond de school te bieden is er een subsidieregeling, waarbij scholen middelen ontvangen voor het opzetten van een buitenschools aanbod. In 2025 is de nieuwe subsidieregeling School en Omgeving 2025-2028 gepubliceerd. In 2026 is er voor dit programma in totaal € 111,8 miljoen beschikbaar op artikel 3.
Hiernaast loopt het programma School en Omgeving ook mee in de brede specifieke uitkering (SPUK) Kansrijke Wijk. De uitvoering van deze SPUK is bij het Ministerie van VRO belegd. De door het Ministerie van OCW beschikbaar gestelde middelen zijn tot en met 2028 overgeboekt naar het Ministerie van VRO.
Schoolmaaltijden
Via het programma Schoolmaaltijden worden maaltijden op scholen in het primair en voortgezet onderwijs verstrekt aan de kinderen die dit het hardst nodig hebben, zodat meer leerlingen met een volle maag les kunnen volgen. Voor dit doel is voor het voortgezet onderwijs in 2026 € 52,7 miljoen beschikbaar op artikel 3.
Brugfunctionaris
Voor het versterken van de verbinding tussen school, kind en gezin en de ondersteuningsstructuur op school zijn middelen beschikbaar gesteld. In 2026 is voor het voortgezet onderwijs € 11,5 miljoen beschikbaar.
NGF Projecten
Het Ministerie van OCW heeft vanuit het Nationaal Groeifonds voor meerdere projecten middelen ontvangen. Op artikel 3 staan middelen voor de projecten Ontwikkelkracht, Techkwadraat en Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting.
Het programma Ontwikkelkracht investeert in het lerend vermogen van het onderwijs, door te bouwen aan een stevige kennisinfrastructuur voor het funderend onderwijs. Ontwikkelkracht is er voor leraren en schoolleiders in het funderend onderwijs die de ontwikkeling van hun leerlingen en hun eigen vakmanschap willen versterken. Voor 2026 is hier een subsidiebudget van € 25,0 miljoen voor beschikbaar.
Het project Techkwadraat zet zich in om alle kinderen en jongeren in het primair en voortgezet onderwijs in aanraking te laten komen met de kansen van (natuur)wetenschap, techniek, technologie en ICT. Hiermee krijgt elke leerling een kans om talenten te ontplooien en om volwaardig deel te nemen aan onze maatschappij, die in alle facetten steeds meer technologisch en digitaal wordt. Voor 2026 is hier een subsidiebudget van € 46,9 miljoen voor beschikbaar.
Het Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting moet leiden tot kwalitatief betere onderwijshuisvesting en efficiëntere bouwprocessen met een kortere doorlooptijd. Door een gecoördineerd programma worden partijen bijeengebracht, wordt de benodigde schaalvergroting om te komen tot leereffecten gerealiseerd en worden risicokosten afgedekt. Voor 2026 is hier een subsidiebudget van € 39,1 miljoen voor beschikbaar.
Overige subsidies
Omvangrijke subsidies zijn de regeling verbinding po-vo en de regelingen voor praktijkgerichte programma’s op de havo. De subsidieregeling verbinding po-vo is bedoeld om de samenwerking tussen scholen in het primair onderwijs (po) en het voortgezet onderwijs (vo) te bevorderen, om zo de overgang van leerlingen in het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs te versoepelen. In 2026 is voor deze regeling € 20,4 miljoen beschikbaar.
Daarnaast is een budget beschikbaar gesteld om praktijkgerichte programma’s op de havo te stimuleren. Voor praktijkgerichte programma’s op de havo is in 2026 € 11,1 miljoen beschikbaar.
Opdrachten
Dit betreft de middelen voor diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken, dit zijn onder andere opdrachten voor het ondersteuningsprogramma voor onvoldoende en zeer zwakke scholen en regionale begeleiding sterk techniekonderwijs in het vmbo en uitvoeringskosten van subsidieregelingen.
Bijdrage aan agentschappen
Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
DUO is een uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor artikel 3 (voortgezet onderwijs).
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s
College voor Toetsen en Examens
Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) zorgt voor uitvoerende werkzaamheden met betrekking tot de centrale examens in het reguliere vo, het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en de volwasseneneducatie. Daarnaast zorgt het CvTE voor de staatsexamens voor het vo en voor Nederlands als tweede taal (NT2). Dit geldt ook voor Caribisch Nederland. Het CvTE is verantwoordelijk voor de digitale afname van het staatsexamen NT2 en de digitale centrale examens in het vmbo-bb/kb en in het mbo. Daarnaast is het CvTE regievoerder over de examenketen en heeft zij een regierol voor de centrale eindtoets po. In die hoedanigheid heeft zij de taak om namens de overheid de kwaliteit van al deze toetsen en examens te waarborgen en te zorgen voor een vlekkeloze (digitale) afname. De bijdragen van artikel 1 (primair onderwijs) en artikel 4 (beroepsonderwijs en volwasseneducatie) voor het CvTE worden zoals gebruikelijk bij de Voorjaarsnota naar artikel 3 (voortgezet onderwijs) overgeboekt.
SLOA: Onderwijsondersteunende instellingen primair-, voortgezet- en beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Op 1 januari 2014 is de wet Subsidiëring Landelijke Onderwijsondersteunde Activiteiten 2013 (SLOA) in werking getreden. De wet biedt de wettelijke grondslag voor subsidiëring van de wettelijke taken van stichting Cito en SLO. De komende jaren wordt het curriculum in het funderend onderwijs (kerndoelen en eindexamens) volledig vernieuwd. Tot 2026 ontving SLO voor een deel hiervan projectsubsidies vanuit de overige subsidies. Per 2026 zijn die overgezet naar SLOA, om deze zo onder te kunnen brengen in de instellingssubsidie SLO. Het betreft namelijk structurele werkzaamheden voor een onderhoudskalender en een loket voor curriculumsignalen.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Dit betreft bijdragen aan de internationale organisaties European Centre for Modern Languages (ECML) en Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) ten behoeve van het Programme for International Student Assessment (PISA).
Het ECML geldt in Europa en daarbuiten als hét expertisecentrum voor het talenonderwijs. Door deelname hieraan blijft Nederland op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen op dit terrein.
De bijdrage aan OECD is een voorwaarde voor deelname aan het PISA-project, waardoor één keer in de drie jaar kan worden gemeten hoe de prestaties van 15-jarigen zich ontwikkelen op het gebied van wiskunde, lezen en science.
Official Development Assistence (ODA) toerekening
De Minister van Buitenlandse Zaken coördineert de rijksbrede inzet van ODA-middelen en is verantwoordelijk voor de jaarlijkse ODA-rapportage aan het OESO-DAC. Naast de Minister van Buitenlandse Zaken (BZ), zijn de Ministeries van Justitie en Veiligheid (JenV) en OCW betrokken bij de eerstejaarsopvang van asielzoekers. Conform de richtlijnen van het OESO DAC worden uitgaven die ten laste gebracht worden op de begroting van de betreffende ministeries ten behoeve van de opvang van asielzoekers toegerekend aan ODA-middelen. Voor deze ODA toerekening is voor het deel dat betrekking heeft op de OCW-uitgaven, de onderstaande tabel opgenomen.
Bijdrage primair onderwijs | 32.336 |
Bijdrage voortgezet onderwijs | 10.416 |
Totaal | 42.752 |