Base description which applies to whole site

3.12 Artikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid

Het Nederlandse onderzoek en wetenschapsbeleid ambieert een sterk en duurzaam stelsel van wetenschap en hoger onderwijs en een internationaal concurrerende onderzoeksomgeving. Het beleid streeft naar een hoge kwaliteit onderwijs en onderzoek over de volle breedte, waarin kennisinstellingen en regio’s hun onderscheidende sterktes maximaal kunnen benutten en waarin optimale wetenschappelijke prestaties aansluiten op maatschappelijke behoeften.

Naast de reguliere instrumenten die het onderzoek en wetenschapsbeleid bekostigen, is er ook een tijdelijk fonds voor onderzoek en wetenschap. Met deze investeringen wordt een balans bewaakt tussen verschillende wetenschapsgebieden, eerste en tweede geldstroom, en financiering op basis van vertrouwen en rekenschap. Er zijn daarbij drie hoofddoelen geformuleerd om het stelsel toekomstbestendig te maken, namelijk:

  • 1. het versterken van het fundament;

  • 2. ruimte geven aan divers talent;

  • 3. het vergroten van de maatschappelijke impact van hoger onderwijs en onderzoek en de publieke erkenning ervan.

De minister is verantwoordelijk voor het stelsel van onderzoek en wetenschap.

De instrumenten die worden ingezet om de ambitie en hoofddoelen te behalen kunnen worden ingedeeld in drie complementaire rollen.

Financieren

De minister bekostigt (belangrijke onderdelen van) het onderzoeks- en wetenschapsbestel, met als doel optimaliseren, verbeteren en het faciliteren van het stelsel. Instrumenten die hieronder vallen zijn onder andere structurele hoofdbekostiging van instellingen, aanvullende bekostiging, sectorplannen, subsidies, bijdragen aan agentschappen, bijdragen aan internationale organisaties, en de matchingsregeling voor Horizon Europe. Deze instrumenten dragen bij aan bijvoorbeeld het versterken van de talentpositie (talent beter opleiden, aantrekken en behouden, waardoor er meer rust en ruimte is voor onderzoekers) en het versterken van de infrastructuur (hieronder vallen faciliteiten binnen instellingen, maar ook grote wetenschappelijke infrastructuren op internationaal niveau).

Stimuleren

De minister brengt partijen in het kennisecosysteem bij elkaar en stimuleert hen door strategische dialogen en onderlinge afspraken. Belangrijke resultaten hiervan zijn bijvoorbeeld het verbeteren van kennisbenutting en het verbeteren van profilering en samenwerking (dit leidt tot vernieuwende consortia en projecten, een betere taakverdeling in het veld, enzovoorts).

Regisseren

De minister schept voorwaarden voor het stelsel via bijvoorbeeld wet- en regelgeving en coördinerende activiteiten. Voorbeelden van dit soort voorwaarden zijn een klimaat waarin kennisinstellingen excellent onderzoek kunnen doen, kwaliteit en vernieuwend vermogen geborgd is, kennisinstellingen doelmatig functioneren en het wetenschapsbeleid op nationaal en internationaal niveau goed gepositioneerd is.

De minister is verantwoordelijk voor het toezicht op een efficiënte besteding van publieke middelen. In de monitoring en evaluatie zal naast doelmatigheid ook speciale aandacht gaan naar de mate waarin de instrumenten (individueel en op geaggregeerd niveau) bijdragen aan de ambitie en hoofddoelen en via welke mechanismen (doeltreffendheid).

Het ministerie blijft investeren in onderzoek en wetenschap en houdt vast aan ondersteuning van de instellingen in het veld bij de uitvoering van hun werk, zodat zij hoge kwaliteit onderwijs, onderzoek en maatschappelijke impact kunnen realiseren. Een groot deel van de langetermijninvesteringen wordt dus bestendigd. Tegelijkertijd worden de investeringen in hoger onderwijs, onderzoek, wetenschap en innovatie niet op hetzelfde niveau voortgezet. Er zijn minder middelen beschikbaar en dat vraagt om scherpe en weloverwogen keuzes. In het onderdeel beleidsprioriteiten zijn de belangrijkste beleidswijzigingen voor 2026 opgenomen.

Tot slot heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) op verzoek van de minister het Tulp Fonds voor internationale topwetenschappers gelanceerd waarmee excellente topwetenschappers van buiten Europa naar Nederland worden aangetrokken. Het kabinet en NWO trekken hier samen € 50,0 miljoen voor uit. Dit draagt bij aan een sterker en weerbaarder Nederland en Europa.

Tabel 73 Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Begroting

 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Verplichtingen

1.885.419

1.812.900

1.778.176

1.725.679

1.711.631

1.734.073

1.657.645

        

Uitgaven

1.829.923

1.802.002

1.779.385

1.776.507

1.755.314

1.740.536

1.640.145

        

Bekostiging

1.523.925

1.504.952

1.460.382

1.439.046

1.429.881

1.418.746

1.389.280

NWO

646.358

683.220

659.820

650.475

645.505

637.875

608.272

KNAW

112.593

116.613

115.152

115.176

114.534

114.557

114.580

KB

68.131

69.089

70.454

68.140

67.391

69.189

69.786

NWO Talentenontwikkeling

165.885

165.885

165.885

165.885

165.885

165.885

165.885

NWO TTW

13.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

NWO Grootschalige Researchinfrastructuur

55.380

55.380

55.380

55.380

55.380

55.380

55.380

NWO Praktijkgericht Onderzoek

68.405

72.340

62.990

62.990

62.990

63.257

63.257

Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)

40.739

39.152

31.611

24.681

21.637

17.130

16.647

Poolonderzoek

3.147

3.147

3.147

1.500

1.500

1.500

1.500

Caribisch Nederland

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

NWO NWA

151.459

136.153

131.970

130.846

131.000

130.000

130.000

NWO Fonds Onderzoek en Wetenschap

179.665

137.047

137.047

137.047

137.133

137.047

137.047

NWO Praktijk Onderzoek en Wetenschap

16.663

16.426

16.426

16.426

16.426

16.426

16.426

Subsidies (regelingen)

184.364

165.945

173.645

188.391

175.583

168.665

97.964

VSC

309

323

321

322

323

323

323

Naturalis Biodiversity Center

15.203

13.798

13.796

14.172

13.139

10.645

10.645

BPRC

12.565

13.104

13.056

13.070

13.104

13.104

13.104

NEMO Science Museum

4.073

4.246

4.231

4.235

4.246

4.246

4.246

STT

267

278

277

277

278

278

278

Stichting AAP

1.250

1.304

1.299

1.300

1.304

1.304

1.304

Nationale Coördinatie

1.895

6.557

7.027

8.416

3.280

2.800

3.488

Subsidie Fonds Onderzoek en Wetenschap

83.222

83.718

84.429

84.211

84.091

84.091

0

Nationaal Groeifonds

60.636

33.873

38.084

50.323

44.930

42.170

52.591

Delta Climate Center

4.012

8.198

10.581

11.520

10.342

9.158

11.439

Netherlands Academy of Engineering

524

546

544

545

546

546

546

Stichting NLBIF

408

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

1.503

5.919

8.148

10.566

10.355

8.312

8.436

Opdrachten

1.191

3.695

5.240

6.739

6.941

4.567

4.065

Opdrachten Fonds Onderzoek en Wetenschap

312

2.224

2.908

3.827

3.414

3.745

4.371

Bijdrage aan agentschappen

3.106

2.707

8.785

9.778

10.769

16.087

15.739

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

1.081

1.136

6.611

7.604

8.595

13.920

13.916

RVO Fonds Onderzoek en Wetenschap

2.025

1.571

2.174

2.174

2.174

2.167

1.823

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

117.025

122.479

128.425

128.726

128.726

128.726

128.726

EMBC

1.064

1.390

1.460

1.493

1.525

1.554

1.554

EMBL

7.106

7.828

9.183

9.443

9.443

9.443

9.443

ESA

36.518

37.426

37.426

37.426

37.426

37.426

37.426

CERN

61.477

64.096

65.540

65.548

65.516

65.487

65.487

ESO

10.860

11.739

12.066

12.066

12.066

12.066

12.066

SKAO

0

0

2.750

2.750

2.750

2.750

2.750

        

Ontvangsten

1.788

7.100

101

101

101

101

101

Budgetflexibiliteit
Tabel 74 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2026

Juridisch verplicht

94,67%

Bestuurlijk gebonden

5,30%

Beleidsmatig gereserveerd

0,03%

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,00%

Van het totale budget voor artikel 16 is voor 2026 94,7 procent juridisch verplicht.

Bekostiging

Het beschikbare budget voor 2026 is voor 100 procent juridisch verplicht. De verplichtingen hebben betrekking op de betalingen aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en de Koninklijke Bibliotheek (KB), alsmede bijdragen aan Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), Poolonderzoek en Caribisch Nederland. De wettelijke grondslag van de bekostiging is vastgelegd in de NWO-wetten en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). De bijdrage aan NWO is inclusief de maatregelen uit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap aan NWO, namelijk voor open competitie, roadmap grootschalige wetenschappelijke infrastructuur, toponderzoek, open science, Europese partnerschappen en praktijkgericht onderzoek.

Subsidies

Het beschikbare budget voor 2026 is voor 48,97 procent juridisch verplicht. Dit zijn met name de instellingssubsidies aan stichtingen en centra met een specifieke rol in de kennisinfrastructuur, zoals Naturalis Biodiversity Center, Biomedical Primate Research Centre (BPRC) en Nationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie/NEMO. Daarnaast is het budget voor 50,76 procent bestuurlijk gebonden. Hieronder vallen de subsidies op grond van de matchtingsregeling Horizon Europe en de subsidieregeling sociale veiligheid. Ook betreft het subsidies vanuit het Nationaal Groeifonds aan Biotech Booster, Big Chemistry en Einstein Telescope. Deze subsidies zijn op basis van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. Afsluitend is het budget voor 0,28 procent beleidsmatig gereserveerd.

Opdrachten

Van het beschikbare budget voor 2026 is 24,9 procent juridisch verplicht en 75,12 procent bestuurlijk gebonden. Deze verplichtingen hebben betrekking op dienstverleningen tot het doen van beleidsgerichte onderzoeken, evaluaties en ondersteuning van commissies.

Bijdrage aan agentschappen

Het beschikbare budget bestaat voor 99,4 procent uit juridisch verplichte middelen. Het betreft verplichtingen ten opzichte van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor het uitvoeren van werkzaamheden binnen Horizon Europe en Kennisveiligheid. Afsluitend is het budget voor 0,60 procent beleidsmatig gereserveerd.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Het beschikbare budget is voor 100 procent juridisch verplicht. Het betreft hier jaarlijkse contributies aan (inter)nationale organisaties waar Nederland zich middels internationale verdragen aan heeft verbonden.

Bekostiging

Het Ministerie van OCW bekostigt de instellingen NWO, KNAW en KB. Met de bekostiging zorgt de minister dat de instellingen binnen de wettelijke kaders de missie en doelstellingen kunnen behalen. De doelstellingen van de instellingen zijn gericht op het bevorderen van de kwaliteit van het wetenschappelijke onderzoek in Nederland en het initiëren en stimuleren van nieuwe ontwikkelingen hierin. Het Ministerie van OCW draagt met een structureel karakter bij aan:

NWO

De minister bekostigt verschillende taken van NWO. Deze liggen op het vlak van het bevorderen van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek, het initiëren en stimuleren van nieuwe ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek en kennisoverdracht aan de maatschappij. NWO voert deze taken uit door het toewijzen van middelen, met name aan universiteiten maar ook hogescholen. Dit doet NWO via gerichte programma’s binnen vier domeinen. De programma’s zijn bijvoorbeeld gericht op ongebonden onderzoek en talentontwikkeling, zoals het talentenprogramma. Tevens voert NWO het programma Nationale WetenschapsAgenda (NWA) uit voor vernieuwend en maatschappelijk relevant onderzoek en coördineert het een deel van de activiteiten in het Kennis- Innovatieconvenant. Daarnaast voert NWO programma’s uit gericht op Grootschalige Wetenschappelijke Infrastructuur (GWI). Hiermee kunnen Nederlandse onderzoekers werken met onderzoekfaciliteiten van wereldniveau. Ook ontvangt NWO een bijdrage voor praktijkgericht onderzoek. Doel van deze bekostiging is het met wetenschappelijk onderzoek vervullen van een centrale rol binnen de Nederlandse en internationale kennisinfrastructuur door hogescholen en universiteiten. Tot slot ontvangt NWO aanvullende bekostiging voor financiering van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), voor wetenschappelijk Poolonderzoek in en naar de poolgebieden en voor het financieren van wetenschappelijk onderzoek op de zes eilanden in het Caribische deel van het Koninkrijk.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: instrumenten NWO

Het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap loopt tot en met 2031. De middelen uit het Fonds Onderzoek en Wetenschap die door NWO worden geïnvesteerd betreffen de open competitie à € 63,8 miljoen, toponderzoek à € 20,0 miljoen, roadmap commissie Grootschalige Wetenschappelijke Infrastructuur à € 23,3 miljoen, open science à € 11,3 miljoen en Europese partnerschappen à € 12,8 miljoen:

  • De open competitie van NWO is een belangrijk bestaand en bewezen instrument voor excellent, ongebonden onderzoek dat inspeelt op veelbelovende wetenschappelijke ontwikkelingen. Met het budget voor open competitie van jaarlijks € 63,8 miljoen kunnen ook de komende jaren meer voorstellen van hoge kwaliteit worden gehonoreerd. Een jaarlijks budget van € 20,0 miljoen stelt NWO in staat om daarnaast een gerichte impuls te geven aan enkele wetenschappelijke gebieden waarin Nederland tot de absolute wereldtop behoort of hiertoe de potentie heeft. De investering van € 23,3 miljoen in hoogwaardige onderzoeksinfra-structuren en toegang tot internationale infrastructuren, maakt het mogelijk dat Nederlandse onderzoekers excellent onderzoek (blijven) uitvoeren. Met het budget voor open science van € 11,3 miljoen blijft de gaande ontwikkeling ondersteund;

  • Daarnaast voert NWO projecten uit die zijn geselecteerd op grond van de resultaten van de nationale roadmap commissie Grootschalige Wetenschappelijke Infrastructuur (GWI);

  • Bovendien wordt vanuit het bestedingsdoel Scholars at Risk € 1,2 miljoen verstrekt ten behoeve van voorstellen voor Hestia-beurzen voor initiatieven die mogelijkheden bieden aan wetenschappers die hun academische carrière niet kunnen voorzetten in hun thuisland.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: praktijkgericht onderzoek en wetenschap

De investering uit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap in praktijkgericht onderzoek wordt geïnvesteerd in de tweede geldstroom van hogescholen via Regieorgaan SIA (onderdeel van NWO). Van dit bedrag is circa € 11,4 miljoen bestemd voor thematische programmering om de onderzoeksgroepen van hogescholen te verbinden met de landelijke inzet op beoogde maatschappelijke effecten. De overige € 5,0 miljoen is bestemd voor de pilot professional doctorate.

KNAW

De minister bekostigt verschillende taken van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen voor onder andere het bevorderen van excellent onderzoek. De KNAW is de plek waar de beste wetenschappers vanuit de volle breedte van het onderzoek hun kennis uitwisselen en delen met de samenleving. Ook ontvangt de KNAW middelen om jonge wetenschappers te steunen om de wetenschap toekomstbestendig te maken. Daarnaast zet de KNAW zich in om de internationale samenwerking te bevorderen en de Nederlandse positie in de internationale wetenschap te versterken door onder meer "science diplomacy".

KB

De minister bekostigt de KB voor het zorgdragen van het geschreven woord, met name voor de Nederlandse publicaties, met als doel om iedereen in staat te stellen om te lezen, te leren en onderzoek te doen. De KB speelt een centrale rol in de Nederlandse (wetenschappelijke) informatie-structuur en bevordert de duurzame toegang tot digitale informatie in (inter)nationaal verband. Circa de helft van de bekostiging van de KB loopt via artikel 16 (Onderzoek en Wetenschapsbeleid), de andere helft wordt bekostigd via artikel 14 (Cultuur).

Subsidies

Voor het stimuleren en realiseren van de centrale doelstellingen van het onderzoek en wetenschapsbeleid worden diverse subsidies verstrekt aan stichtingen en centra met een specifieke rol in de kennisinfrastructuur. Het gaat hier onder andere om bijdragen aan:

  • Naturalis Biodiversity Center voor onderzoek naar de biodiversiteit en instandhouding van de nationale grootschalige infrastructuur voor biodiversiteitsonderzoek;

  • BPRC voor primatenonderzoek en de huisvestiging van primaten, en subsidie aan de Stichting AAP voor het verzorgen van de opvang van de BPRC chimpansees;

  • Stichting Nationaal Centrum voor Wetenschap- en Techniekpromotie (NCWT) voor het beheren en ontwikkelen van NEMO Science Museum en NEMO Kennislink, het organiseren van het landelijke festival Weekend van de Wetenschap en het ondersteunen van overige gerelateerde landelijke activiteiten op het gebied van wetenschaps- en technologiecommunicatie en -educatie;

  • Delta Climate Center voor onderzoek, onderwijsontwikkeling en kennistoepassing in samenwerking met het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, overheden en inwoners in Zeeland;

  • (NGF-Project) Biotech Booster is een uniek verbond van kennisinstellingen en bedrijven om kennis over biotechnologie beter om te zetten in bedrijvigheid en toepassingen. Zo draagt innovatie in biotechnologie maximaal bij aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen in gezondheid, klimaat, energie, landbouw en voeding, zoals ook verwoord in de Kabinetsvisie op biotechnologie2.Biotech Booster vergroot ons toekomstige innovatie- en verdienvermogen. In 2024 is opbouw- en implementatiefase van het programma afgerond en is de uitvoering gestart en de eerste subsidieronde geopend. In 2026 wordt de derde subsidieronde opengesteld voor € 23,3 miljoen;

  • (NGF-Project) De Einstein Telescope is een toekomstig ondergronds observatorium voor het meten van zwaartekrachtsgolven. Nederland werkt samen met partners in Duitsland en België aan een locatievoorstel om de Einstein Telescope te gaan bouwen in de regio Zuid-Limburg, Wallonië, Vlaanderen en Noordrijn Westfalen (zogenaamde Euregio Maas Rijn). Daarnaast werkt het daarvoor opgerichte consortium aan de opbouw van een innovatie-ecosysteem, door het bedrijfsleven te betrekken bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Deze activiteiten worden in 2026 voortgezet met financiering van onder meer de partners in België en Noordrijn-Westfalen. Op de NGF-begroting staat de Nederlandse bijdrage ter hoogte van € 870,0 miljoen gereserveerd voor de mogelijke daadwerkelijke bouw van de telescoop;

  • (NGF-Project) Big Chemistry (voorheen zelfdenkende moleculaire systemen) verbindt big data met chemie om zo een volledig gerobotiseerd laboratorium te bouwen. Dit laboratorium dient zowel excellente wetenschap als industriële R&D op het gebied van formulering van complexe mengsels. In 2026 wordt er € 15,2 miljoen geïnvesteerd in (1) de start van de opbouw van het centrale Robotlab voor het trainen van chemische AI, (2) een publiek-privaat programma (via NWO) voor de ontwikkeling van kennis over complexe moleculaire systemen en materialen, innovatieve toepassingen en producten en (3) het opzetten van een startupprogramma voor (organisatorische) ondersteuning van startups, proof-of-concept-financiering via de regionale ontwikkelingsmaatschappijen en een budget voor technostarters. De gereserveerde middelen voor dit NGF-project zijn gecalibreerd op het verwachte uitgavenpatroon door diverse verschuiving in bedragen tussen 2024 en 2031.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: subsidies

Uit het Fonds Onderzoek en Wetenschap wordt in 2026 € 82,9 miljoen benut voor Matching Horizon Europe, waarmee Nederlandse deelname aan Horizon Europe-projecten wordt gestimuleerd.  

Opdrachten

Voor beleidsontwikkeling worden opdrachten verstrekt voor het uitvoeren van diensten. Het gaat hierbij met name om opdrachten voor het beleidsgericht onderzoek en evaluaties.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: opdrachten

De post opdrachten betreft de middelen ten behoeve van uitvoering, monitoring, verantwoording en evaluatie van alle instrumenten die worden ingezet om de hoofddoelen van het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap te behalen.

Bijdrage aan agentschappen

Hieronder valt de opdracht aan de RVO voor het ondersteunen en stimuleren van een zo groot mogelijke Nederlandse participatie in het EU-Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie ‘Horizon Europe’. Daarnaast stijgt het budget voor agentschappen de komende jaren als gevolg van de bijstelling van de uitvoeringskosten van de screeningswet die in voorbereiding is. Die zijn dit voorjaar opgehoogd naar aanleiding van het advies van de Landsadvocaat en het College voor de Rechten van de Mens ten aanzien van de eerder gekozen doelgroepafbakening.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: instrumenten RVO

Een deel van het Fonds Onderzoek en Wetenschap wordt door RVO ingezet voor het loket Kennisveiligheid (circa € 2,0 miljoen).

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Contributies aan grote internationale onderzoeksorganisaties Engineering in Medicine and Biology Society (EMBC), Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie (EMBL), European Space Agency (ESA), Conseil Européen pour la Recherche Nucléaire (CERN), European Southern Observatory (ESO) en Square Kilometer Array Observatory (SKAO). Door deelname van Nederland aan deze intergouvernementele organisaties krijgen Nederlandse wetenschappelijke onderzoekers toegang tot unieke grootschalige onderzoeksfaciliteiten en internationale netwerken van toponderzoekers. Deze deelname is mede van groot belang voor het functioneren van het Nederlands nationale onderzoeksbestel.

2

Kabinetsvisie op biotechnologie 2025-2040 | Rapport | Rijksoverheid.nl

Licence