Base description which applies to whole site

2.1 Nederland is fundamenteel sterk

De economie heeft in veel opzichten een goede uitgangspositie. De kwalitatief goede beroepsbevolking, instituties en infrastructuur vormen sterke fundamenten onder de Nederlandse welvaart. 20 Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking, de arbeidsparticipatie 21 en de productie per gewerkt uur 22 zijn hoog. Internationaal gezien is de werkloosheid, ondanks de recente rappe stijging, nog steeds laag. 23 Nederland kent door deze factoren een hoge productie per hoofd van de bevolking en scoort een 9 op levensgeluk. 24

De Nederlandse instituties zijn op orde. Op de veel gebruikte Global Competitiveness Index noteren onze publieke instituties een achtste plaats en de private instituties een tiende plaats van de 148 onderzochte landen. 25 Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de mate van onafhankelijkheid van de rechtstaat (derde positie). Onderzoek van de Wereldbank laat zien dat de kwaliteit van de regelgeving, de rechtstaat, de beheersing van corruptie, de effectiviteit en transparantie van de overheid en politieke stabiliteit in Nederland beter op orde zijn dan in de ons omringende landen. 26 Deze goede internationale positie komt ook naar voren in het grote vertrouwen dat Nederlanders hebben in hun nationale instituties (figuur 2.1).

De kracht zit in de combinatie van de «harde» macro-economische instituties en de «zachte» instituties. Dit uit zich bijvoorbeeld in het onderlinge vertrouwen; 80 procent heeft veel vertrouwen in andere Nederlanders (figuur 2.1). Het hoge welvaartsniveau in Nederland wordt breed gedeeld. In vergelijking met andere landen is de inkomensverdeling relatief vlak 27 en het risico op armoede laag. 28 Deze factoren bevorderen de sociale cohesie en zijn gerelateerd aan het hoge gerapporteerde levensgeluk. Nederland staat internationaal dan ook te boek als een «high trust society». Onderling vertrouwen vormt een goede basis voor economische groei. Nederlanders hebben een kredietwaardige en goede sociale reputatie, zijn oplossingsgericht en stellen orde op zaken wanneer nodig. 29 Met het vorig jaar gesloten Begrotingsakkoord en het Regeerakkoord, en met het aanvullend beleidspakket in deze Miljoenennota, laat Nederland zien juist in tijden van crisis belangrijke stappen te zetten om de economie en overheidsfinanciën structureel gezonder te maken.

Figuur 2.1 Nederlanders hebben vertrouwen in nationale instituties en in elkaar

Figuur 2.1 Nederlanders hebben vertrouwen in nationale instituties en in elkaar

Noot: Data zijn uit 2010 (over de instituties, waaronder wordt verstaan: het leger, de rechtstaat en de nationale overheid) en 2008 (over vertrouwen in elkaar).

Bron: OESO, Society at a glance

De exportprestaties tonen de Nederlandse kracht. De goede instituties en bijbehorende reputatie zorgen er mede voor dat de relatieve exportprestaties van Nederland op peil zijn gebleven. In combinatie met onze handelsgeest en gunstige geografische ligging als toegangspoort van Europa resulteert dit in een stabiel aandeel van zo’n 4,5 procent in de werelduitvoer sinds 1970, ondanks de opkomst van landen als Japan, China en India. 30 Nederland profiteert van de groei van de opkomende economieën. 31 De Nederlandse exportsector is bovendien gediversifieerd, wat deze sector minder kwetsbaar maakt voor schokken (figuur 2.2).

Figuur 2.2 Nederlands exportpakket gediversifieerd

Figuur 2.2 Nederlands exportpakket gediversifieerd

Noten: Data uit 2012; exclusief uitvoer van diensten (20 procent van de totale uitvoer).

Bron: Eurostat

Nederland profiteert van het vertrouwen van investeerders. Ondanks de turbulente tijden is de rente op de Nederlandse staatsschuld laag. Nederland heeft vooralsnog de status van «veilige haven» (safe haven). Naast de overheid profiteert ook het Nederlandse bedrijfsleven van lage rentes. De omvangrijke buitenlandse investeringen tonen ook aan dat Nederland voor buitenlandse investeerders een aantrekkelijk land is om zaken in te doen. 32

De sterke fundamenten hebben grote welvaart gebracht. In 1997 lag het Nederlandse bbp per hoofd van de bevolking net boven dat van Duitsland, België, Frankrijk en het gemiddelde van de eurolanden. In de afgelopen vijftien jaar kende Nederland een grotere bbp-stijging dan onze buurlanden en zijn de verschillen toegenomen (figuur 2.3). De financiële crisis resulteerde in een lichte daling van het gemiddelde inkomen in Nederland. Op Duitsland na gebeurde dit ook in de andere landen. Het beeld blijft echter onveranderd: Nederland heeft momenteel een van de hoogste bbp-cijfers per hoofd van de bevolking in Europa, hoger dan in de buurlanden en ruim hoger dan het gemiddelde van alle eurolanden.

Figuur 2.3 Nederland nog steeds welvarend

Figuur 2.3 Nederland nog steeds welvarend

Noten: «1997» geeft het bbp per hoofd van de bevolking in euro's weer in dat jaar; alle jaren zijn uitgedrukt in het prijsniveau van 2005.

Bron: Eurostat

Licence