Base description which applies to whole site

VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

36.792,8

35.899,7

35.931,7

35.890,1

35.890,2

Mee- en tegenvallers

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Referentieraming 2016

69,9

57,0

70,2

84,7

77,6

   

Diversen

– 8,6

– 13,6

– 10,7

5,5

17,6

     

61,3

43,4

59,5

90,2

95,2

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Aanschaf rembrandts

80,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Asielproblematiek po en vo

62,0

77,0

35,0

5,5

0,0

   

Digitale taken rijksarchieven (dtr)

43,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Eindejaarsmarge (inzet)

– 325,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Eindejaarsmarge (toevoeging)

325,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Herstelopslag abp 2016

36,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Kasschuif (dtr)

– 43,6

10,2

10,7

11,2

11,6

   

Kasschuif ov-kaart

191,1

– 191,1

0,0

0,0

0,0

   

Lumpsum- en subsidietaakstelling

– 46,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

36,5

11,6

– 9,0

3,5

0,2

     

359,2

– 92,3

36,7

20,2

11,8

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Loonbijstelling

757,1

716,4

714,8

711,8

710,6

   

Prijsbijstelling

56,4

55,9

55,7

55,5

55,4

   

Diversen

15,8

– 7,4

– 4,7

– 4,5

– 4,5

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Autonome raming studiefinanciering nr

236,1

305,5

283,7

285,1

256,3

   

Diversen

40,4

22,8

11,5

12,1

14,1

     

1.105,8

1.093,2

1.061,0

1.060,0

1.031,9

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

1.526,3

1.044,3

1.157,1

1.170,3

1.138,9

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

38.319,1

36.944,0

37.088,9

37.060,4

37.029,1

Totaal Internationale samenwerking

61,7

55,8

55,8

55,8

55,8

Stand Voorjaarsnota 2016

38.380,8

36.999,8

37.144,7

37.116,2

37.084,9

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

1.337,2

1.381,6

1.450,2

1.508,7

1.585,4

Mee- en tegenvallers

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Rente studiefinanciering

– 60,6

– 69,8

– 72,7

– 71,0

– 69,1

   

Diversen

– 8,8

– 10,3

– 10,1

– 10,3

– 11,0

     

– 69,4

– 80,1

– 82,8

– 81,3

– 80,1

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

5,6

0,0

0,0

0,0

0,0

     

5,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

24,3

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Diversen

14,7

18,0

17,3

16,6

17,4

     

39,0

18,0

17,3

16,6

17,4

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 24,9

– 62,0

– 65,5

– 64,7

– 62,7

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

1.312,3

1.319,6

1.384,7

1.444,0

1.522,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

1.312,3

1.319,6

1.384,7

1.444,0

1.522,6

Referentieraming 2016

Uit de jaarlijkse actualisatie van de referentieraming leerlingen- en studentenaantallen blijkt dat het aantal leerlingen en studenten hoger is dan geraamd in de OCW-begroting 2016. Het betreft een stijging van het aantal leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs als gevolg van de toegenomen immigratie en hogere aantallen internationale studenten in het wetenschappelijk onderwijs.

Diversen (mee- en tegenvallers)

Dit betreft de actualisering van de raming van de studiefinanciering. Hieruit volgt een structurele tegenvaller die voornamelijk wordt veroorzaakt door de invoering van de OV-studentenkaart voor minderjarige bol-studenten.

Aanschaf Rembrandts

Dit betreft de betaling van de schilderijen van Rembrandt van 80 mln., die in januari heeft plaatsgevonden en gedekt wordt uit de eindejaarsmarge.

Asielproblematiek po en vo

De instroom van asielzoekers is de afgelopen periode sterk gestegen. Dit heeft effect op de uitgaven aan aanvullende bekostigingsregelingen in het primair en voortgezet onderwijs.

Digitale Taken Rijksarchieven (DTR)

Er wordt een bedrag van 43,6 mln. ingezet ter dekking van de apparaatkosten bij het Nationaal Archief in het kader van het project Digitale Taken Rijksarchieven (DTR). Dit bedrag wordt gedekt uit de eindejaarsmarge.

Eindejaarsmarge (inzet)

Van de eindejaarsmarge wordt 43,6 mln. ingezet voor het DTR project, 87,9 mln. voor overlopende verplichtingen van 2015 naar 2016 (waaronder de aanschaf van de Rembrandt schilderijen), 36,4 mln. voor de dekking van de ABP herstelopslag in 2016 en 117,9 mln. ter dekking van uitvoeringsproblematiek. De resterende 40,2 mln. hangt samen met overlopende verplichtingen 2015–2016 (intertemporele compensatie), zoals is gemeld in de Najaarsnota 2015.

Eindejaarsmarge (toevoeging)

Dit betreft de toevoeging van de gehele eindejaarsmarge 2015 aan de OCW-begroting.

Herstelopslag ABP 2016

36,4 mln. van de eindejaarsmarge wordt ingezet ter dekking van de ABP herstelopslag 2016.

Kasschuif Digitale Taken Rijksarchieven (DTR)

Dit deel van de eindejaarsmarge 2015 wordt geschoven naar 2017 tot 2020 ter dekking van de apparaatkosten van het project DTR bij het Nationaal Archief.

Kasschuif OV-kaart

Ter optimalisatie van het kasritme van de staat wordt een deel van de verplichtingen aan de vervoersbedrijven voor de OV-studentenkaart voor 2017 vooruitbetaald in 2016.

Lumpsum- en subsidietaakstelling

De lumpsumbekostiging en subsidies worden taakstellend gekort. Dit is naar rato over de beleidsartikelen verdeeld.

Diversen (beleidsmatige mutaties)

Deze post bestaat onder andere uit overlopende verplichtingen van 2015 naar verdere jaren. Voorbeelden hiervan zijn het project Leven Lang Leren, de onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland en de problematiek rondom het ROC Leiden. Daarnaast bevat deze post de intensivering in de cultuursector van 10 mln. in 2016 als gevolg van het amendement 34 300 VIII, nr. 118. Ook bevat deze post de OCW-middelen uit het uitwerkingsakkoord met de VNG als gevolg van de asielproblematiek ter hoogte van 11 mln. in 2016 en 2017. Tot slot bevat deze post de dekking van de uitgaven in het kader van het programma studiefinanciering (PVS) bij DUO, waartoe in het voorjaar 2015 is besloten.

Loonbijstelling

De loonbijstelling tranche 2016 van 480 mln. wordt overgemaakt naar de departementale begroting. Dit bestaat uit een vergoeding voor sociale werkgeverslasten en de contractloonontwikkeling. Daarbovenop ontvangen departementen incidentele compensatie voor een deel van de kosten voor werkgevers van de herstelopslag van het ABP voor 2016 (voor OCW 36,6 mln.). Verder hebben overheidswerkgevers en drie centrales van overheidspersoneel een bovensectorale overeenkomst loonruimte publieke sector gesloten. Ter financiering van de afspraak is 400 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post. Deze middelen worden overgemaakt naar de departementale begrotingen. OCW ontvangt hier 232 mln. van.

Prijsbijstelling

Dit betreft de budgettaire verwerking van het kaderrelevante deel van de prijsbijstelling tranche 2016.

Diversen (technische mutaties kaderrelevant)

Deze post is het saldo van een aantal desalderingen, overboekingen en de teruggave van overschotten bij het Rijksvastgoedbedrijf en FM Haaglanden.

Autonome raming studiefinanciering (niet-kaderrelevant)

De niet-kaderrelevante raming studiefinanciering laat een tegenvaller zien. Dit komt doordat meer studenten zijn gaan lenen.

Diversen (technische mutaties niet-kaderrelevant)

Dit betreft de budgettaire verwerking van het niet-kaderrelevante deel van de prijsbijstelling tranche 2016 en het niet kaderrelevante deel van referentieraming 2016. Het laatste wordt in 2016 grotendeels veroorzaakt door de hogere uitgaven aan rentedragende leningen. Vanaf 2018 neemt het aantal hbo-studenten af, wat leidt tot een lager niet-kaderrelevant deel van de referentieraming.

Rente studiefinanciering

De raming voor studiefinanciering 2016 laat lagere renteontvangsten zien vanwege de lagere rentestand.

Diversen (beleidsmatige mutaties)

Er worden meer ontvangsten verwacht op het artikel voortgezet onderwijs, welke worden ingezet ter dekking van de lumpsum- en subsidietaakstelling in 2016. De ontvangstenraming van de afrekening van subsidies aan o.a. CITO, SLO en ITS wordt voor 2016, op basis van de realisaties over de afgelopen jaren, naar boven bijgesteld.

Diversen (technische mutaties kaderrelevant)

Dit betreft grotendeels desalderingen, zoals een terugstorting van 15 mln. aan het Participatiefonds als gevolg van onterechte declaraties van wachtgelden. Ook is de raming van de reclameopbrengsten van de STER met 9 mln. opwaarts bijgesteld.

Diversen (technische mutaties niet-kaderrelevant)

De raming voor ontvangsten op de hoofdsom van de studieleningen is opwaarts bijgesteld, onder andere door extra inzet van DUO op de invordering van schulden.

Licence