Base description which applies to whole site

3.3 Onderuitputting

De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2024 te reflecteren op onderuitputting na de tweede suppletoire begroting. Hieronder wordt de totale onderuitputting gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties maken deel uit van van de post «overige meevallers beleidsartikelen».

Tabel 2 Onderuitputting in 2024

Onderuitputting in 2024

In duizenden euro’s

Als percentage van de vastgestelde ontwerpbegroting 2024

Stabiliteitsfonds

‒ 14.054

‒ 0,1%

VN-Crisisbeheersingsoperaties

‒ 15.163

‒ 0,1%

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband: Overige

‒ 15.200

‒ 0,1%

Hogere ontvangsten restitutie programma's

‒ 6.188

‒ 0,1%

Europese Vredesfaciliteit

‒ 7.667

‒ 0,1%

Hogere consulaire ontvangsten

‒ 6.140

‒ 0,1%

Overige meevallers beleidsartikelen

‒ 5.583

‒ 0,1%

HGIS nog onverdeeld

‒ 17.228

‒ 0,2%

Middelenafspraak

‒ 62.754

‒ 0,6%

Hoog Risico posten

‒ 34.800

‒ 0,3%

Overschrijding apparaat

17.221

0,2%

Totaal

‒ 167.556

‒ 1,6%

Lagere uitgaven Stabiliteitsfonds (artikel 2)Op het Stabiliteitsfonds werden uitgaven voor civiele experts geadministreerd. In lijn met de rijksbegrotingsvoorschriften en op verzoek van de ADR zijn deze kosten geboekt op het apparaatsbudget, wat leidt tot een lagere realisatie op het Stabiliteitsfonds budget (zie Decemberbrief 2024). Daarnaast is sprake van een omlabeling van specifiek naar generaal, conform instructie vanuit het Ministerie van Financiën. Dit wordt zichtbaar als onderuitputting op het uitgavenbudget van dit beleidsartikel.

Lagere uitgaven VN-Crisisbeheersingsoperaties (artikel 2)De Nederlandse contributie aan VN-vredesmissies viel in 2024 lager uit dan voorzien. De hoogte van de bijdragen aan VN-vredesmissies wordt jaarlijks voor elke vredesmissie separaat vastgesteld door de VN waarin de recente ontwikkelingen rond elke vredesmissie zorgen voor variatie in de hoogte van de jaarlijkse bijdragen.

Lagere uitgaven Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband: Overige (artikel 2)Zoals toegelicht in de tweede suppletoire begroting is dit met name het gevolg van de verdeling van het nog te verdelen non-ODA budget onder «Overige» over verschillende artikelonderdelen.

Hogere ontvangten restituties programma's (artikel 2)De hogere ontvangstenrealisatie is grotendeels het gevolg van een restitutie vanuit het NAVO Afghanistan National Army Trust Fund, zoals toegelicht in de tweede suppletoire begroting. Daarnaast is een bedrag terugontvangen vanuit het Northern Dimension Environmental Partnership (NDEP) fonds van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.

Europese Vredesfaciliteit (artikel 3)De Nederlandse bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit valt in 2024 lager uit dan begroot omdat betaalafroepen door de Europese Commissie voor EPF-steunmaatregelen in 2024 lager uitvielen dan verwacht.

Hogere consulaire ontvangsten (artikel 4)In 2024 zijn de consulaire ontvangsten hoger uitgevallen dan verwacht. Dit komt zowel door hogere paspoort als hogere visa ontvangsten en is eerder aangegeven in de tweede suppletoire begroting 2024 en in de Decemberbrief BZ 2024.

HGIS nog onverdeeld (artikel 6)De middelen op dit artikel hadden geen bestemming. Het is immers een onverdeeld artikel. Aan het einde van het jaar valt het bedrag op artikel 6 vrij binnen de HGIS en wordt het via de eindejaarsmarge van de HGIS opgevraagd in de volgende jaren.

Middelenafspraak huisvesting (artikel 7)De uitgaven voor huisvesting zijn lager dan oorspronkelijk begroot. De investeringen voor huisvesting in 2024 vielen lager uit dan begroot. Dat komt onder meer doordat een aantal projecten is doorgeschoven naar 2025 vanwege langere doorlooptijden van de aanbesteding. Verder zijn de aankopen van Boedapest en Nairobi later geëffectueerd, zodat de restantbetalingen in 2025 zullen plaatsvinden.

Hoog Risico posten (artikel 7)Zoals aangegeven in de tweede suppletoire begroting is het budget voor de Hoog Risico posten niet besteed in 2024.

Overschrijding apparaat (artikel 7)Deze overschrijding wordt veroorzaakt doordat in lijn met de rijksbegrotingsvoorschriften en op verzoek van de ADR ruim EUR 16 miljoen aan externe inhuur op beleidsartikel 2 en beleidsartikel 4 is overgeveld naar «eigen personeel» op apparaatsartikel 7.

Focusonderwerp Jaarverslag 2024: Prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt

Het focusonderwerp voor het jaarverslag 2024 is het thema 'Prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt'.

De hierboven gerapporteerde onderuitputting op de programmabudgetten betreft incidentele mutaties en heeft geen directe link met krapte op de arbeidsmarkt.

Afgelopen jaren hebben we wel onderuitputting op de personeelsbudgetten gezien. Dit komt doordat er via intensiveringsmiddelen van twee opeenvolgende kabinetten extra middelen beschikbaar waren gesteld voor fte’s. De volledige uitputting van die intensiveringsmiddelen voor fte’s kostte tijd. Dit kwam niet zozeer door krapte op de arbeidsmarkt, maar door de overplaatsings- en wervingssystematiek bij BZ. Het invullen van nieuwe functies bij BZ geschiedt hoofdzakelijk via doorstroom (interne overplaatsingen). Instroom vindt in hoofdzaak plaats aan de voet van de organisatie mede op basis van beschikbaarheid van startfuncties. Dat leidt ertoe dat de personele groei in een ander, vertraagd jaarritme tot stand komt ten opzicht van de formatieve groei. Arbeidsmarktfactoren spelen daarbij echter geen rol. Via instroom aan de voet is er geen probleem om aan geschikte kandidaten te komen.

In de bedrijfsvoering ervaart BZ met name arbeidsmarktkrapte bij de werving van specialistische functies, zoals IT-specialisten, juristen, financials en binnen het consulaire domein. Met name voor IT-specialisten wordt daarom vaak een beroep gedaan op ZZP-ers. Aangezien er gebudgetteerd wordt op basis van reguliere loonkosten en de inhuur van een IT-specialist substantieel duurder is dan inzet op basis van een reguliere arbeidsovereenkomst, legt dit druk op de begrotingsuitputting. Daardoor leidt arbeidsmarktkrapte van (IT-)specialisten hier paradoxaal genoeg niet tot onderuitputting.

Tijdens het maken van beleid wordt geen onderzoek gedaan naar de arbeidsmarktsituatie en impact hiervan op het beleid, aangezien BZ werft aan de voet van de organisatie en daar juist een overschot aan aanbod is. Voor het uitrollen van projecten, waarbij specialistische IT-functies een cruciale rol spelen, wordt wel rekening gehouden met (verwachte) bezetting en vacatures. Indien nodig stelt BZ haar ambities op het vlak van IT-vernieuwing bij, waarbij projecten worden uitgesteld of niet opgepakt vanwege hogere prioritaire ontwikkelingen die voorrang moeten krijgen.

BZ is momenteel aan het verkennen of het ontwikkelen van een instrumentarium t.a.v. kennismanagement wenselijk is en zo ja of er mogelijkheden zijn om deze te ontwikkelen. Hiernaast wordt gewerkt aan het in kaart brengen van opties voor de duurzame bemensing van het postennet in de toekomst.

Licence