Base description which applies to whole site

10. Tegemoetkoming ouders

Artikel

Algemene doelstelling

De overheid biedt een financiële tegemoetkoming aan ouders of verzorgers voor de kosten van kinderen.

De overheid biedt ouders of verzorgers een financiële tegemoetkoming voor de kosten voor verzorging en opvoeding van kinderen op grond van de Algemene kinderbijslagwet (AKW). Gezinnen met een laag of middeninkomen komen daarnaast in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van de Wet op het kindgebonden budget (WKB). Ouders van thuiswonende gehandicapte kinderen kunnen tot 2015 extra financiële steun ontvangen op grond van de regeling Tegemoetkoming ouders van thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG) en daar bovenop, het TOG-kopje. Vanaf 2015 is de TOG geïntegreerd in de AKW.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister financiert de tegemoetkoming met uitkeringsregelingen. Hij is in deze rol verantwoordelijk voor:

  • De vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • De vaststelling van het niveau van de tegemoetkoming op grond van de AKW en de WKB;

  • De sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de AKW door de SVB.

De Minister van Financiën is verantwoordelijk voor de rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de WKB door de Belastingdienst.

Beleidsconclusies

De in de begroting 2015 aangekondigde beleidswijzigingen zijn gerealiseerd. De belangrijkste wijzigingen die op dit beleidsartikel betrekking hebben zijn de wijzigingen die voortkomen uit de Wet hervorming kindregelingen62. De alleenstaande ouderkop is in het kindgebonden budget geïntroduceerd, het afbouwpercentage is verlaagd naar 6,75%, en het eerste en tweede kindbedrag zijn verhoogd met respectievelijk € 15 en € 255. Het leeftijdsafhankelijke kopje in het kindgebonden budget voor 16- en 17-jarigen is vanaf augustus 2015 verhoogd met € 116 in verband met het overhevelen van de WTOS 17-. Daarnaast zijn per 1 januari 2015 de TOG en het TOG-kopje geïntegreerd in de kinderbijslag en zijn de voorwaarden voor het verkrijgen van dubbele kinderbijslag om onderwijsredenen aangescherpt. Daarnaast is in 2015 het wetsvoorstel kinderbijslagvoorziening BES aangenomen63. Dit wetsvoorstel regelt per 1-1-2016 een inkomensonafhankelijke kinderbijslagvoorziening voor de ingezeten ouders en kinderen van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze beleidswijziging is aangekondigd in de SZW-begroting van 2016.

De WKB-uitkeringslasten zijn in 2015 ruim € 100 miljoen lager uitgekomen dan in de begroting was voorzien. Zie voor een toelichting op de budgettaire ontwikkeling van de WKB onderdeel A2.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 10.1 Begrotingsgefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 10 (x € 1.000)

artikelonderdeel

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Begroting 2015

Verschil 2015

Verplichtingen

4.335.531

4.441.886

5.310.186

5.389.722

– 79.536

Uitgaven

4.596.445

4.394.526

4.335.531

4.441.886

5.310.186

5.389.722

– 79.536

               

Inkomensoverdrachten

4.596.445

4.394.526

4.335.531

4.441.886

5.310.186

5.389.722

– 79.536

AKW

3.359.500

3.225.000

3.236.910

3.202.671

3.238.238

3.215.604

22.634

WKB

1.197.736

1.140.214

1.071.121

1.213.415

2.063.020

2.164.612

– 101.592

TOG

34.109

24.100

23.000

21.900

5.428

5.464

– 36

Kopje TOG

5.100

5.212

4.500

3.900

3.500

4.042

– 542

               

Ontvangsten

230.986

242.847

185.843

205.454

217.589

237.589

– 20.000

A. Inkomensoverdrachten

Toelichting financiële instrumenten

A1. Algemene Kinderbijslag Wet (AKW)

De AKW biedt ouders een inkomensonafhankelijke tegemoetkoming in de kosten die het opvoeden en verzorgen van kinderen met zich mee brengt. De AKW wordt uitgevoerd door de SVB.

Budgettaire ontwikkelingen

De gerealiseerde uitkeringslasten AKW zijn € 23 miljoen hoger uitgekomen dan begroot. Dit is minder dan 1% van het totaal van de regeling.

Beleidsrelevante kerncijfers

Het aantal gezinnen is iets hoger uitgekomen dan verwacht en het aantal telkinderen ligt vrijwel op de stand uit de begroting 2015.

Tabel 10.2 Kerncijfers AKW1
 

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Begroting 2015

Verschil 2015

Aantal gezinnen AKW (x 1.000, jaargemiddelde)

1.929

1.922

1.917

1.907

10

Aantal telkinderen AKW (x 1.000, jaargemiddelde)

3.436

3.416

3.423

3.424

– 1

1

SVB, administratie.

Handhaving

De door ontvangers van de kinderbijslag gepercipieerde detectiekans is in 2015 ten opzichte van 2014 gestegen met 3%-punt; de kennis van de verplichtingen is afgenomen met 2%-punt. Het aantal geconstateerde overtredingen nam tussen 2013 en 2014 iets toe tot afgerond 2.300 en daalde in 2015 tot afgerond 1.500. Overtredingen vinden relatief vaak plaats wanneer ouders niet doorgeven dat zij gaan werken in het buitenland, waardoor samenloop met andere kinderbijslagen ontstaat. Een andere relatief vaak voorkomende overtreding is het niet opgeven van het inkomen van het kind. Ten opzichte van het aantal kinderen waarvoor kinderbijslag wordt uitbetaald is het percentage geconstateerde overtredingen 0,07% in 2014 en 0,04% in 2015. De incassoratio’s laten een stabiel beeld zien.

Tabel 10.3 Kerncijfers AKW (fraude en handhaving)
 

Realisatie

2013

Realisatie

2014

Realisatie

2015

Preventie1

     

Gepercipieerde detectiekans (%)

71

74

Kennis van de verplichtingen (%)

78

76

       

Opsporing2

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)

2,1

2,3

1,5

Totaal benadelingbedrag (x € 1 mln)

1,7

1,2

1,2

       

Terugvordering2

     

Incassoratio 2013 (%)

53

72

76

Incassoratio 2014 (%)

3

55

69

Incassoratio 2015 (%)

3

3

50

1

Ipsos «Kennis der verplichtingen en detectiekans 2015». Cijfers voor 2013 zijn niet beschikbaar.

2

SVB, Jaarverslag.

3

Deze cijfers komen niet voor.

A2. Wet op het Kindgebonden Budget (WKB)

Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming van de overheid in de kosten van gezinnen tot een bepaald inkomen. De WKB wordt uitgevoerd door Belastingdienst/Toeslagen.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven aan het kindgebonden budget zijn ruim €100 miljoen lager uitgekomen dan ten tijde van de begrotingsopstelling werd verwacht. Dit komt ten eerste doordat er minder rechthebbenden zijn dan verwacht. Het aantal geboortes lag lager en de inkomensontwikkeling was gunstiger dan waar rekening mee was gehouden. Ook maken minder alleenstaande ouders (die recht hebben op de alleenstaande ouderkop) gebruik van het kindgebonden budget dan verwacht. Ten tweede is het verschil tussen betaalde voorschotten en de (uiteindelijke) beschikkingen kleiner dan verwacht (zie ook onder B. Ontvangsten). De Belastingdienst betaalt maandelijks een voorschot op basis van een voorlopige beschikking. Daarna vinden controles plaats die kunnen leiden tot aanpassing van de beschikking. Door onder andere het naar voren halen van controles was het verschil tussen voorschotten en de (uiteindelijke) beschikking in 2015 kleiner dan begroot.

Beleidsrelevante kerncijfers

Het aantal kinderen en huishoudens is voor 2015 duidelijk lager uitgekomen dan geraamd. Dit hangt samen met de hierboven onder budgettaire ontwikkelingen genoemde redenen. De Wet Hervorming Kindregelingen heeft veel veranderingen voor de WKB met zich meegebracht (zie ook de beleidsconclusies); dit heeft de onzekerheid van de raming voor 2015 vergroot.

Tabel 10.4 Kerncijfers WKB1
 

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Begroting 2015

Verschil 2015

Aantal huishoudens WKB (x 1.000, jaargemiddelde)

810

791

769

828

– 59

Aantal kinderen WKB (x 1.000, jaargemiddelde)

1.482

1.443

1.418

1.542

– 124

Aantal alleenstaande ouders WKB (x 1.000, jaargemiddelde)

308

352

– 44

1

Ministerie van Financiën, Belastingdienst.

A3. Tegemoetkoming ouders van thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG)

De TOG gaf extra financiële steun aan ouders met een thuiswonend kind met een lichamelijke of verstandelijke handicap. Het zogenaamde TOG-kopje maakte onderdeel uit van de TOG-regeling. Dit onderdeel was specifiek gericht op alleenverdienerhuishoudens. Vanaf 2015 zijn de TOG en het TOG-kopje geïntegreerd in de kinderbijslag. De TOG werd uitgevoerd door de SVB.

Budgettaire ontwikkelingen

Het bedrag voor de TOG betreft een betaling aan de SVB voor de afwikkeling van de regeling (zie ook «niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen» in paragraaf 10 van dit jaarverslag). Het TOG-kopje wordt na afloop van het jaar betaald. Het bedrag in 2015 voor het TOG-kopje betreft dus rechten uit het jaar 2014. Het bedrag voor het TOG-kopje valt lager uit dan begroot door een lager aantal gerechtigden.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 10.5 Kerncijfers TOG1
 

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Begroting 2015

Verschil 2015

Aantal telkinderen TOG (x 1.000, jaargemiddelde)

26

24

1

SVB, kwartaalbericht.

B. Ontvangsten

De ontvangsten betreffen grotendeels de terugontvangsten ten gevolge van terugvorderingen van het kindgebonden budget. Deze ontvangsten zijn € 20 miljoen lager uitgekomen dan begroot. Door beter toezicht gedurende het jaar en betere inschatting van inkomens sluiten de voorschotten uit recente toeslagjaren beter aan bij de uiteindelijke beschikking dan bij het opstellen van de begroting werd verwacht. Daardoor hoeft er minder teruggevorderd te worden en vallen dus ook de ontvangsten lager uit.

Licence