Base description which applies to whole site

Artikel 8 Apparaat kerndepartement

A. Apparaatsuitgaven kerndepartement/Tabel Budgettaire gevolgen

Budgettaire gevolgen – artikel 8 Apparaat kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

Realisatie 2017

Vastgestelde begroting 2017

Verschil 2017

Verplichtingen

198.523

205.091

231.903

222.645

218.809

229.148

– 10.339

               

Uitgaven

198.490

202.238

229.684

221.938

218.518

229.148

– 10.630

               

Personeel Kerndepartement

136.284

140.023

152.171

155.780

155.195

156.910

– 1.715

waarvan Eigen personeel

126.960

130.878

141.261

144.572

146.100

148.076

– 1.976

waarvan Externe inhuur

9.127

8.844

10.399

10.610

8.769

8.080

689

waarvan Overige personele uitgaven

197

301

511

598

327

754

– 427

               

Materieel Kerndepartement

62.206

62.215

77.513

66.158

63.322

72.238

– 8.916

waarvan ICT

9.756

7.714

6.245

5.432

6.239

6.518

– 279

waarvan Bijdrage aan SSO's

30.699

38.790

44.910

37.342

34.147

36.479

– 2.332

waarvan Overige materiële uitgaven

21.751

15.711

26.358

23.384

22.935

29.241

– 6.306

               

Ontvangsten

36.211

38.909

69.490

51.786

50.916

52.552

– 1.636

Uitgaven (en verplichtingen)

Personeel kerndepartement (– € 1,7 mln.)

De lagere realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt doordat vacatures later zijn opgevuld, dit ook met het oog op het invullen van een nog oplopende taakstelling in 2018 en door een andere systematiek van het verrekenen van uitgaven aan trainees. Vanwege een andere systematiek van het verrekenen van uitgaven aan trainees zijn zowel de uitgaven als de ontvangsten lager. Hiertegenover waren er hogere uitgaven voor arbeidsbeperkten en lonen (loonbijstelling). Per saldo een onderuitputting van € 1,7 mln.

Materieel kerndepartement (– € 8,9 mln.)

De lagere realisatie op het SSO-budget komt voornamelijk door een overboeking aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van de optimalisatie van archieven. Op overig materieel is de realisatie ook lager dan begroot, dit komt voornamelijk door lagere uitgaven bij DRZ, het omslagstelsel en communicatie. Bij DRZ zijn lagere uitgaven gerealiseerd voor ontmanteling en vernietiging van hennepkwekerijen. Dit komt door een gunstige aanbestedingsprijs en minder ruimingen dan begroot. De lagere uitgave voor het omslagstelsel komt door een lagere schadelast aan het rijkswagenpark. Als laatste hebben in verband met het demissionair kabinet in 2017 diverse communicatieprojecten geen voortgang kunnen vinden of zijn projecten vertraagd.

Ontvangsten

Ontvangsten (– € 1,6 mln.)

Vanwege een andere systematiek van het verrekenen van uitgaven aan trainees zijn zowel uitgaven als ontvangsten lager. Zie ook de personele uitgaven.

B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven Ministerie van Financiën

Onderstaande tabel geeft de totale apparaatuitgaven voor Financiën weer. Dit betreft de gerealiseerde apparaatsuitgaven voor het kerndepartement, de Belastingdienst en de ZBO’s/RWT’s.

Vanaf 2015 is DRZ geen baten-lastendienst (agentschap) meer, maar een directie onder het Ministerie van Financiën. De uitsplitsing in onderstaande tabel komt daarmee vanaf 2015 te vervallen. Het Ministerie van Financiën heeft geen agentschappen meer. Voor de AFM, DNB en de Waarderingskamer wordt de volledige overheidsbijdrage gebruikt voor hun apparaat. Met ingang van 2015 is de overheidsbijdrage voor het financieel toezicht in Nederland afgeschaft, conform Kabinetsbesluit, en ontvangen de AFM en DNB hiervoor dus geen overheidsbijdrage meer. Wel ontvangen ze nog een bijdrage voor enkele specifieke werkzaamheden, zoals toezicht op de BES-eilanden.

Totale apparaatsuitgaven Ministerie van Financiën (bedragen x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

Realisatie 2017

Vastgestelde begroting 2017

Verschil 2017

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie van Financiën

3.212.376

3.266.228

3.241.566

3.437.400

3.155.897

3.046.672

109.225

Totaal departement

3.143.630

3.182.954

3.220.090

3.409.293

3.142.543

3.032.458

110.085

Kerndepartement

198.490

202.238

229.684

221.938

218.518

229.148

– 10.630

Belastingdienst

2.945.140

2.980.716

2.990.406

3.187.355

2.924.025

2.803.310

120.715

Totaal apparaatskosten agentschappen

18.099

19.998

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

DRZ

18.099

19.998

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT’s

50.647

63.276

21.476

28.107

13.354

14.214

– 860

Waarderingskamer

1.196

1.181

1.250

1.305

1.574

1.574

0

AFM

20.500

24.552

181

397

339

405

– 66

DNB

23.701

20.443

2.125

1.676

3.341

2.139

1.202

NLFI

5.250

17.100

17.920

24.729

8.100

10.096

– 1.996

Bron: financiële administratie kerndepartement.

In onderstaande tabel worden de gerealiseerde apparaatuitgaven kerndepartement per directoraat-generaal (DG) van het kerndepartement uitgesplitst.

Apparaatsuitgaven kerndepartement per DG (bedragen x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

Totaal kerndepartement

198.490

202.238

229.684

221.938

218.518

Generale Thesaurie

23.051

24.552

23.772

22.670

22.834

DG Rijksbegroting

20.384

20.443

20.954

21.364

21.797

SG-cluster

141.251

143.618

171.900

164.112

159.341

DG Fiscale Zaken

13.804

13.625

13.058

13.792

14.546

Bron: financiële administratie kerndepartement.

C. Taakstellingen

De taakstelling die het kerndepartement opgelegd heeft gekregen voor de apparaatuitgaven, liep in 2017 volgens schema.

Voor de Belastingdienst geldt de volgende tabel.

Taakstelling Belastingdienst vanaf Rutte I (bedragen x € 1.000)
 

2014

2015

2016

2017

2018

Coalitieakkoord 2010 (Rutte I)

– 124.275

– 165.459

– 172.484

– 179.636

– 187.707

Coalitieakkoord 2012 (Rutte II)

   

– 46.248

– 103.569

– 125.655

           

Versterking toezicht en invordering

         

Intensiveringsmiddelen

169.000

157.000

157.000

157.000

157.000

Opbrengstentaakstelling

533.000

533.000

566.000

623.000

663.000

Voor de invulling van de taakstelling Rutte II geldt de volgende tabel voor het Ministerie van Financiën.

Invulling taakstelling Rutte II (bedragen x € 1 mln.)
 

2016

2017

2018

Structureel

Departementale taakstelling

49,7

111,3

135,1

135,1

Kerndepartement

3,5

7,7

9,4

9,4

Belastingdienst

46,2

103,6

125,7

125,7

ZBO’s en RWT’s

0

0

0

0

In bovenstaande tabellen zijn alleen de taakstellingreeksen uit de regeerakkoorden Rutte I en II opgenomen66. De taakstellingen zijn structureel ingevuld met maatregelen op het terrein van efficiency/versobering en vereenvoudiging van wet- en regelgeving. In het regeerakkoord Rutte III is geen aanvullende taakstelling aan de orde.

66

Voor eerder opgelegde taakstellingen door aan Rutte I voorafgaande kabinetten, en de invulling daarvan, zie Kamerstukken II 2011–2012, 31 066, nr. 117.

Licence