Inleiding
FMHaaglanden (FMH) zorgt voor een comfortabele en veilige werkomgeving voor rijksambtenaren, met aandacht voor mens en aarde. Bij FMH werken vakmensen met hart voor de klant waardoor de klant focus kan houden op de eigen dagelijkse werkzaamheden.
Samen met onze rijkspartners en leveranciers zorgt FMH in een veranderende wereld, voor de best passende werkomgeving voor onze klant. FMH werkt vanuit de kernwaarden: samen, herkenbaar, eigenaarschap en enthousiasme. Dit vertaalt zich in herkenbare en gastvrije dienstverlening.
FMH levert facilitaire producten en diensten (onder andere beveiliging, kunst, vergaderservice, catering, post en reprografische diensten, vervoer, gebouwbeheer, schoonmaak en werkomgeving) voor vrijwel alle departementen. Uitstekende service staat bij FMH hoog in het vaandel.
Speerpunten 2024
Duurzaamheid
FMH heeft zich ten doel gesteld om voor 2030 een volledig circulaire en CO2-neutrale facilitaire dienstverlener te zijn. Om de voortgang te monitoren, is in 2024 een 1-meting uitgevoerd. Een vergelijking van de CO₂-uitstoot tussen 2019 en 2023 toont een daling van 42% voor de onderdelen werkomgeving, schoonmaak, vervoer en catering. Deze vermindering is het resultaat van verschillende duurzaamheidsinitiatieven, zoals de introductie van het Pauzeplein, de aanbesteding van circulair meubilair en de verduurzaming van het wagenpark. Daarnaast speelt de lagere kantoorbezetting, die voornamelijk het gevolg is van de toename van hybride werken, ook een belangrijke rol in de reductie van de CO₂-uitstoot.
Het contract dat voortkomt uit de Europese Aanbesteding (EA) voor circulaire kantoorinrichting is geïmplementeerd. Het principe van dit contract is gericht op het hergebruik (re-use) van bestaand meubilair. Wanneer een meubelstuk kapot is, wordt eerst gekozen voor reparatie (repair) of duurzame vernieuwing (refurbished). Alleen wanneer deze opties niet mogelijk zijn, wordt er gekozen voor nieuw, maar wel circulair meubilair.
Het wagenpark is uitgebreid met hybride voertuigen en bestaat voor 36% uit elektrische voertuigen, 63% uit hybride voertuigen en 1% uit fossiele brandstof voertuigen.
Hybride werken
FMH heeft drie ontmoetingspleinen gerealiseerd in de algemene ruimten van de Turfmarkt (Noord), het Beatrixpark en de Resident. Hiermee zijn ruim 300 extra multifunctionele, hybride werkplekken gecreëerd. De ervaringen van gebruikers van de pleinen zijn positief en de bezetting van de ruimte over de dag heen is toegenomen. Daarnaast zijn 403 videobelcellen geplaatst in het verzorgingsgebied om het hybride werken in de fysieke kantooromgeving beter te ondersteunen.
Staat van baten en lasten
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2023 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 179.928 | 185.382 | 5.454 | 168.234 |
waarvan omzet moederdepartement | 149.474 | 153.167 | 3.693 | 139.197 |
waarvan omzet overige departementen | 26.566 | 28.002 | 1.436 | 25.174 |
waarvan omzet derden | 3.888 | 4.213 | 325 | 3.863 |
Rentebaten | 484 | 1.182 | 698 | 1.688 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 180.412 | 186.564 | 6.152 | 169.922 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 73.326 | 73.958 | 632 | 165.773 |
- Personele kosten | 62.356 | 60.423 | ‒ 1.933 | 53.378 |
waarvan eigen personeel | 53.917 | 57.524 | 3.607 | 50.108 |
waarvan inhuur externen | 8.439 | 2.899 | ‒ 5.540 | 3.270 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materiële kosten | 10.970 | 13.535 | 2.565 | 112.395 |
waarvan apparaat ICT | 156 | 232 | 76 | 91 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 8.033 | 10.386 | 2.353 | 80.549 |
waarvan overige materiële kosten | 2.781 | 2.917 | 136 | 31.755 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | 101.684 | 110.853 | 9.169 | 0 |
Rentelasten | 353 | 294 | ‒ 59 | 154 |
Afschrijvingskosten | 5.049 | 4.516 | ‒ 533 | 4.522 |
- Materieel | 5.049 | 4.516 | ‒ 533 | 4.522 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 5.049 | 4.516 | ‒ 533 | 4.522 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 180.412 | 189.621 | 9.209 | 170.449 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | ‒ 3.057 | ‒ 3.057 | ‒ 527 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 3.057 | ‒ 3.057 | ‒ 527 |
Toelichting
Baten
Omzet
De hogere omzet van het moederdepartement heeft betrekking op zowel de generieke als specifieke dienstverlening. De hogere omzet bij de overige departementen en derden heeft betrekking op de specifieke dienstverlening.
De omzet derden betreft de facilitaire dienstverlening die geleverd is aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en Autoriteit Persoonsgegevens.
De baten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
---|---|---|---|
Omschrijving | Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting |
Productgroepen | |||
Generiek | 157.771 | 159.335 | 1.564 |
Specifiek | 22.157 | 26.000 | 3.843 |
Overige opbrengsten | ‒ | 47 | 47 |
Totaal | 179.928 | 185.382 | 5.454 |
Vrijval voorzieningen | ‒ | ‒ | ‒ |
Rentebaten | 484 | 1.182 | 698 |
Bijzondere baten | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal baten | 180.412 | 186.564 | 6.152 |
Generiek
De Productgroep Generiek is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan gedurende het jaar vast. Bij substantiële wijzigingen in de dienstverlening zijn aanpassingen gedurende het jaar mogelijk.
De standaard dienstverlening in de DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate)-panden die wordt geleverd door de consortia is ook verantwoord onder generieke dienstverlening.
De hogere omzet voor de generieke dienstverlening is voornamelijk het gevolg van de uitbreiding van het verzorgingsgebied met de locatie Prinses Beatrixlaan 116. Daarnaast is sprake van een toename in de vervoersbehoefte.
Specifiek
De productgroep Specifiek heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid, een prijs per product/dienst betaalt (o.a. catering) en/of producten en diensten waarover tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt (o.a. uitvoering van huisvestingsprojecten).
De hogere omzet van de specifieke dienstverlening is voornamelijk te verklaren door de toegenomen vraag naar catering en de continuering van de dienstverlening voor evenementen.
De hogere omzet voor catering is het gevolg van een hogere bezetting op de panden, wat resulteert in een groter gebruik van deze dienstverlening. Wat betreft evenementen, is in de begroting aangenomen dat deze dienstverlening niet meer door FMH geleverd zou worden, maar deze is toch gecontinueerd.
Tegelijkertijd is de omzet voor de uitvoering van huisvestingsprojecten lager dan begroot. Dit komt door vertragingen in het masterplan, waardoor het aantal projecten dat hieruit voortvloeit lager is dan oorspronkelijk begroot.
Overige opbrengsten
De overige opbrengsten hebben betrekking op verkoop van roerende zaken.
Rentebaten
De rentebaten hebben betrekking op de rente die wij ontvangen over het rekening courant saldo bij het ministerie van Financiën.
Lasten
Personele kosten
De lagere personele kosten zijn het gevolg van een lagere bezetting over 2024.
Eigen personeel
De toename van de kosten voor eigen personeel wordt grotendeels veroorzaakt door de nieuwe CAO Rijk 2024-2025. Deze zorgt voor een verhoging van de gemiddelde loonkosten per ambtenaar. Bovendien hebben de extra voorzieningen, zoals regelingen rondom verlof en individueel keuzebudget (IKB) uren een extra verhogend effect op de loonkosten. Daarnaast is de gemiddelde bezetting van eigen personeel hoger. Dit betreft een verschuiving van externe inhuur naar eigen personeel.
Externe inhuur
De lagere kosten voor externe inhuur zijn het resultaat van een lagere bezetting, doordat meer gebruik is gemaakt van eigen personeel.
Materiële kosten
De hogere materiële kosten worden veroorzaakt door hogere kosten voor de bedrijfsvoering (PIOFACH). Deze toename doet zich met name voor bij de uitbesteding van ICT, de financiële administratie en documentbeheer. Deze kosten zijn onderdeel van de post bijdrage aan SSO’s.
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten
Deze kosten hebben betrekking op de dienstverlening die wij hebben uitbesteed aan onze rijkspartners en leveranciers. De stijging van deze kosten betreft zowel de generieke als de specifieke dienstverlening. Bij de generieke dienstverlening zijn de hogere kosten vooral te zien bij beveiliging, schoonmaak, warme drankenvoorzieningen en reststoffen. Deze toename wordt voornamelijk veroorzaakt door tariefaanpassingen van meer dan 10%, wat ruim boven de gemiddelde begrote indexatie uitkomt. Bij de warme drankenvoorziening is, naast de prijsstijging, ook een toename in het aantal consumpties te constateren.
Bij de specifieke dienstverlening zijn de hogere kosten met name het gevolg van en toenemende vraag naar catering en evenementen
Rentelasten
De lagere rentelasten lening ten opzichte van de begroting zijn het gevolg van lagere rentepercentages en een lagere investering in het vorige boekjaar dan begroot waardoor er een lagere afroep op de leenfaciliteit van dat jaar is gedaan.
Afschrijvingslasten
De lagere afschrijvingskosten zijn een gevolg van latere investeringen dan vooraf begroot.
Saldo van baten en lasten
Het negatieve resultaat over het 2024 wordt voornamelijk veroorzaakt door kostenstijgingen bij onze rijkspartners en leveranciers, die aanzienlijk boven de toegekende loon- en prijsontwikkeling (LPO) liggen. Daarnaast heeft de financiële impact van de CAO bijgedragen aan de kostenstijgingen. Echter, door de lagere gemiddelde bezetting in 2024 is dit effect niet direct zichtbaar in de personele kosten zoals gerealiseerd.
Balans
2024 | 2023 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 24.659 | 20.124 |
Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
Materiële vaste activa | 24.659 | 20.124 |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 |
waarvan machines en installaties | 23.922 | 19.667 |
waarvan andere vaste bedrijfsmiddelen | 369 | 311 |
waarvan vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa | 368 | 146 |
waarvan niet aan de bedrijfsuitvoering dienstbaar | 0 | 0 |
Vlottende activa | 46.136 | 51.842 |
Voorraden | 0 | 0 |
waarvan grond- en hulpstoffen | 0 | 0 |
waarvan onderhanden werk | 0 | 0 |
waarvan gereed product en handelsgoederen | 0 | 0 |
waarvan vooruitbetaald op voorraaden | 0 | 0 |
Vorderingen | 20.881 | 19.400 |
waarvan debiteuren | 1.726 | 2.425 |
waarvan overige vorderingen | 617 | 826 |
waarvan overlopende activa | 18.538 | 16.149 |
Liquide middelen | 25.255 | 32.442 |
Totaal activa: | 70.795 | 71.966 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 3.363 | 6.420 |
Bestemmingsfonds(en) | 0 | 0 |
Pok / Wau reserve | 0 | 0 |
Exploitatiereserve | 6.420 | 6.947 |
Onverdeeld resultaat | ‒ 3.057 | ‒ 527 |
Voorzieningen | 0 | 0 |
Langlopende schulden | 20.041 | 16.501 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 20.041 | 16.501 |
Kortlopende schulden | 47.391 | 49.045 |
Crediteuren | 2.470 | 1.239 |
Belastingen en premies sociale lasten | 0 | 0 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 4.680 | 4.469 |
Overige schulden | 7.111 | 5.702 |
Overlopende passiva | 33.130 | 37.635 |
Totaal passiva | 70.795 | 71.966 |
Toelichting
Activa
Vaste activa
Materiële vaste activa
De stijging van de materiële vaste activa heeft met name betrekking op de aanschaf van meubilair om het hybride werken te ondersteunen in het verzorgingsgebied en de inrichting van de nieuwe locatie Prinses Beatrixlaan 116.
Vlottende activa
Debiteuren
De post debiteuren bestaat uit: moederdepartement € 1,3 mln., overige departementen € 0,3 mln. en derden € 0,1 mln.
De daling ten opzichte van 2023 heeft betrekking op het moederdepartement.
Overige vorderingen
De post overige vorderingen bestaat uit vooruitbetaalde facturen € 0,1 mln. en nog te verrekenen kosten € 0,5 mln.
Het aandeel van het moederdepartement in de overige vorderingen is € 0,3 mln. en van derden € 0,3 mln.
De daling ten opzichte van 2023 wordt veroorzaakt door een lagere verrekening met onze leveranciers.
Overlopende activa
De post overlopende activa bestaat uit nog te factureren bedragen € 11,9 mln. en onderhanden werk € 6,6 mln.
Het aandeel van het moederdepartement in de overlopende activa is € 14,5 mln. En overige departementen € 4,0 mln.
De stijging ten opzichte van 2023 wordt veroorzaakt door toename van de nog te factureren bedragen voor de generieke dienstverlening en afname in de onderhanden werkpositie voor de uitvoering van huisvestingsprojecten.
Passiva
Eigen vermogen
Na verwerking van het negatieve resultaat over 2024 resteert een positief eigen vermogen van € 3,4 mln. Het eigen vermogen bedraagt 2,0% van de driejaarsgemiddelde omzet en blijft daarbij onder de norm van het in de regeling agentschappen voorgeschreven maximum eigen vermogen van 5%.
Kortlopende schulden
Crediteuren
De post crediteuren bestaat uit: moederdepartement € 1,2 mln., overige departementen € 0,4 mln. en derden € 0,9 mln.
De stijging ten opzichte van 2023 wordt met name veroorzaakt door enkele facturen van het Rijksvastgoedbedrijf voor de generieke dienstverlening met een totale waarde van € 1,2 mln. In 2023 had FMH deze schuld niet.
Overige schulden
Het aandeel van het moederdepartement in de overige schulden is € 7,1 mln. De stijging ten opzichte van 2023 wordt met name veroorzaakt door een toename in de reservering voor vakantiedagen.
Overlopende passiva
Het aandeel van het moederdepartement in de overlopende passiva is € 26,0 mln., overige departementen € 2,2 mln. en derden € 4,9 mln.
De daling ten opzichte van 2023 wordt veroorzaakt door de financiële afwikkeling van de inhuizing van de locatie Prinses Beatrixlaan 116 en afwikkeling van oudere facturen die nog open stonden voor de bedrijfsvoering (PIOFACH).
Kasstroomoverzicht
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 14.655 | 32.440 | 17.785 |
totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 180.412 | 190.187 | 9.775 | |
totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 175.363 | ‒ 192.075 | ‒ 16.712 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 5.049 | ‒ 1.888 | ‒ 6.937 |
totaal investeringen (-/-) | ‒ 3.110 | ‒ 9.051 | ‒ 5.941 | |
totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 3.110 | ‒ 9.051 | ‒ 5.941 |
eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 5.185 | ‒ 4.469 | 716 | |
beroep op leenfaciliteit (+) | 3.110 | 8.221 | 5.111 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 2.075 | 3.752 | 5.827 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 14.519 | 25.253 | 10.734 |
Toelichting
Operationele Kasstroom
Het negatieve saldo wordt onder andere veroorzaakt door lagere kortlopende schulden en hogere nog te factureren bedragen.
Investeringskasstroom
De investeringen hebben met name betrekking op de aanschaf van meubilair om het hybride werken te ondersteunen in het verzorgingsgebied en de inrichting van de nieuwe locatie Prinses Beatrixlaan 116. Hier was bij de begroting geen rekening mee gehouden.
Financieringskasstroom
Afroep van de lening is hoger dan begroot. Zie de toelichting bij de investeringskasstroom.
Doelmatigheidsindicatoren
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | |
Omschrijving Generiek Deel | |||||
Omzet per productgroep (PxQ) | 136.246 | 151.800 | 168.234 | 185.382 | 180.412 |
Generiek | 123.560 | 131.858 | 144.422 | 159.335 | 157.771 |
Specifiek | 12.646 | 19.932 | 23.657 | 26.000 | 22.157 |
Overig | 40 | 10 | 155 | 47 | 484 |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 519 | 580 | 598 | 638 | 612 |
Saldo van baten en lasten (%) | 2,5% | 2,9% | ‒ 0,3% | ‒ 1,6% | 0,0% |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||
Verhouding generiek vs specifieke dienstverlening | 91:09 | 87:13 | 87:13 | 86:14 | 90:10 |
Personele kosten als % van totale kosten | 33,6% | 32,7% | 31,3% | 31,9% | 34,6% |
Materiële kosten als % van totale kosten | 66,4% | 67,3% | 68,7% | 68,1% | 65,4% |
Apparaatskosten (in €) | 55.019 | 58.196 | 65.233 | 73.958 | 73.621 |
Tarieven | |||||
Regiotarief (facilitair) | 190 | 195 | 218 | 242 | 228 |
Tevredenheid | |||||
Klanttevredenheid | n.v.t. | n.v.t. | Tevreden | Tevreden | Tevreden |
Tevredenheid specifieke dienstverlening | 8 | 7,6 | 7,5 | 6,9 | 7 |
Medewerkerstevredenheid | n.v.t. | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | n.v.t. |
Doorlichting gepland c.q. |
Toelichting
Generiek deel
Omschrijving per productgroep
De hogere omzet voor de generieke dienstverlening is voornamelijk het gevolg van de uitbreiding van het verzorgingsgebied met de locatie Prinses Beatrixlaan 116. Daarnaast is sprake van een toename in de vervoersbehoefte.
De hogere omzet van de specifieke dienstverlening is voornamelijk te verklaren door de toegenomen vraag naar catering en de continuering van de dienstverlening voor evenementen.
De categorie overig heeft betrekking op de verkoop van roerende zaken.
Verhouding generieke vs specifieke dienstverlening
Dit is het aandeel van de omzet van de generieke dienstverlening op de totale omzet versus het aandeel van de omzet van de specifieke dienstverlening in de totale omzet. Het aandeel van de omzet uit generieke dienstverlening in de totale omzet is gedaald ten opzichte van dat van de specifieke dienstverlening. Deze verschuiving is het gevolg van een sterkere toename in de omzet van de specifieke dienstverlening, voornamelijk door de groeiende vraag naar catering en de voortzetting van de evenementenservice. Dit heeft ertoe geleid dat het aandeel van de generieke dienstverlening relatief is afgenomen.
Personele- en materiële kosten als % van de totale kosten
Dit betreft de procentuele verhouding van respectievelijk de personele en materiële kosten (incl. kosten uitbesteed werk, rentelasten en afschrijvingslasten) in de totale lasten. Het aandeel van de personele kosten in de totale kosten laat een daling zien. Dit komt door minder inzet van extern personeel. De hogere materiële kosten worden enerzijds veroorzaakt door tariefstijgingen bij onze rijkspartners en leveranciers en anderzijds door het leveren van meer specifieke dienstverlening.
Apparaatskosten
De apparaatskosten hebben betrekking op de personele kosten en de materiële kosten. De toename is het saldo van lagere personele kosten als gevolg van een lagere gemiddelde bezetting en hogere materiële kosten door hogere kosten voor de bedrijfsvoering (PIOFACH).
Fte-totaal (excl. Externe inhuur)
De gemiddelde ambtelijke bezetting over geheel 2024 bedraagt 638 fte, wat hoger is dan de begroting. Deze hogere bezetting is te wijten aan een grotere inzet van eigen personeel in plaats van externe inhuur.
Specifiek deel
Regiotarief (facilitair)
Het regiotarief (facilitair) over 2024 is gestegen naar € 242 per m2 bruto vloeroppervlak (bvo), wat hoger is dan de oorspronkelijke begroting.
Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door kostenstijgingen bij onze rijkspartners en leveranciers, die hun tarieven hebben verhoogd. Daarnaast heeft de financiële impact van de CAO, met bijbehorende loonkostenstijgingen, ook bijgedragen aan de verhoging van het regiotarief.
Klanttevredenheid
Het Werkomgeving Belevingsonderzoek (WoBo) heeft in 2024 plaatsgevonden. De dienstverlening van FMH wordt gewaardeerd met een score van 61% (2023: 60%). De respondenten zijn over het algemeen tevreden over de facilitaire dienstverlening en geven aan dat de medewerkers vriendelijk, behulpzaam, professioneel en servicegericht zijn.
Tevredenheid specifieke dienstverlening
De klant waardeert de uitvoering van maatwerkprojecten gemiddeld met een 6,9. Deze score is net onder de streefwaarde. Onze klanten geven aan dat de hoge mate van het wisselen van projectleiders en de lange doorlooptijden van de projecten als minder positief worden ervaren.