Base description which applies to whole site

13. Jaarverantwoording agentschap FMHaaglanden (FMH) per 31 december 2024

Inleiding

FMHaaglanden (FMH) zorgt voor een comfortabele en veilige werkomgeving voor rijksambtenaren, met aandacht voor mens en aarde. Bij FMH werken vakmensen met hart voor de klant waardoor de klant focus kan houden op de eigen dagelijkse werkzaamheden.

Samen met onze rijkspartners en leveranciers zorgt FMH in een veranderende wereld, voor de best passende werkomgeving voor onze klant. FMH werkt vanuit de kernwaarden: samen, herkenbaar, eigenaarschap en enthousiasme. Dit vertaalt zich in herkenbare en gastvrije dienstverlening.

FMH levert facilitaire producten en diensten (onder andere beveiliging, kunst, vergaderservice, catering, post en reprografische diensten, vervoer, gebouwbeheer, schoonmaak en werkomgeving) voor vrijwel alle departementen. Uitstekende service staat bij FMH hoog in het vaandel.

Speerpunten 2024

Duurzaamheid

FMH heeft zich ten doel gesteld om voor 2030 een volledig circulaire en CO2-neutrale facilitaire dienstverlener te zijn. Om de voortgang te monitoren, is in 2024 een 1-meting uitgevoerd. Een vergelijking van de CO₂-uitstoot tussen 2019 en 2023 toont een daling van 42% voor de onderdelen werkomgeving, schoonmaak, vervoer en catering. Deze vermindering is het resultaat van verschillende duurzaamheidsinitiatieven, zoals de introductie van het Pauzeplein, de aanbesteding van circulair meubilair en de verduurzaming van het wagenpark. Daarnaast speelt de lagere kantoorbezetting, die voornamelijk het gevolg is van de toename van hybride werken, ook een belangrijke rol in de reductie van de CO₂-uitstoot.

Het contract dat voortkomt uit de Europese Aanbesteding (EA) voor circulaire kantoorinrichting is geïmplementeerd. Het principe van dit contract is gericht op het hergebruik (re-use) van bestaand meubilair. Wanneer een meubelstuk kapot is, wordt eerst gekozen voor reparatie (repair) of duurzame vernieuwing (refurbished). Alleen wanneer deze opties niet mogelijk zijn, wordt er gekozen voor nieuw, maar wel circulair meubilair.

Het wagenpark is uitgebreid met hybride voertuigen en bestaat voor 36% uit elektrische voertuigen, 63% uit hybride voertuigen en 1% uit fossiele brandstof voertuigen.

Hybride werken

FMH heeft drie ontmoetingspleinen gerealiseerd in de algemene ruimten van de Turfmarkt (Noord), het Beatrixpark en de Resident. Hiermee zijn ruim 300 extra multifunctionele, hybride werkplekken gecreëerd. De ervaringen van gebruikers van de pleinen zijn positief en de bezetting van de ruimte over de dag heen is toegenomen. Daarnaast zijn 403 videobelcellen geplaatst in het verzorgingsgebied om het hybride werken in de fysieke kantooromgeving beter te ondersteunen.

Staat van baten en lasten

Tabel 56 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap FMH 2024 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2023 (4)

Baten

    

- Omzet

179.928

185.382

5.454

168.234

waarvan omzet moederdepartement

149.474

153.167

3.693

139.197

waarvan omzet overige departementen

26.566

28.002

1.436

25.174

waarvan omzet derden

3.888

4.213

325

3.863

Rentebaten

484

1.182

698

1.688

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

180.412

186.564

6.152

169.922

     

Lasten

    

Apparaatskosten

73.326

73.958

632

165.773

- Personele kosten

62.356

60.423

‒ 1.933

53.378

waarvan eigen personeel

53.917

57.524

3.607

50.108

waarvan inhuur externen

8.439

2.899

‒ 5.540

3.270

waarvan overige personele kosten

0

0

0

0

- Materiële kosten

10.970

13.535

2.565

112.395

waarvan apparaat ICT

156

232

76

91

waarvan bijdrage aan SSO's

8.033

10.386

2.353

80.549

waarvan overige materiële kosten

2.781

2.917

136

31.755

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

101.684

110.853

9.169

0

Rentelasten

353

294

‒ 59

154

Afschrijvingskosten

5.049

4.516

‒ 533

4.522

- Materieel

5.049

4.516

‒ 533

4.522

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

5.049

4.516

‒ 533

4.522

- Immaterieel

0

0

0

0

Overige lasten

0

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

180.412

189.621

9.209

170.449

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

‒ 3.057

‒ 3.057

‒ 527

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

‒ 3.057

‒ 3.057

‒ 527

Toelichting

Baten

Omzet

De hogere omzet van het moederdepartement heeft betrekking op zowel de generieke als specifieke dienstverlening. De hogere omzet bij de overige departementen en derden heeft betrekking op de specifieke dienstverlening.

De omzet derden betreft de facilitaire dienstverlening die geleverd is aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en Autoriteit Persoonsgegevens.

De baten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Tabel 57 Omzet naar productgroep (bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Productgroepen

   

Generiek

157.771

159.335

1.564

Specifiek

22.157

26.000

3.843

Overige opbrengsten

47

47

Totaal

179.928

185.382

5.454

    

Vrijval voorzieningen

    

Rentebaten

484

1.182

698

    

Bijzondere baten

    

Totaal baten

180.412

186.564

6.152

Generiek

De Productgroep Generiek is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan gedurende het jaar vast. Bij substantiële wijzigingen in de dienstverlening zijn aanpassingen gedurende het jaar mogelijk.

De standaard dienstverlening in de DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate)-panden die wordt geleverd door de consortia is ook verantwoord onder generieke dienstverlening.

De hogere omzet voor de generieke dienstverlening is voornamelijk het gevolg van de uitbreiding van het verzorgingsgebied met de locatie Prinses Beatrixlaan 116. Daarnaast is sprake van een toename in de vervoersbehoefte.

Specifiek

De productgroep Specifiek heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid, een prijs per product/dienst betaalt (o.a. catering) en/of producten en diensten waarover tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt (o.a. uitvoering van huisvestingsprojecten).

De hogere omzet van de specifieke dienstverlening is voornamelijk te verklaren door de toegenomen vraag naar catering en de continuering van de dienstverlening voor evenementen.

De hogere omzet voor catering is het gevolg van een hogere bezetting op de panden, wat resulteert in een groter gebruik van deze dienstverlening. Wat betreft evenementen, is in de begroting aangenomen dat deze dienstverlening niet meer door FMH geleverd zou worden, maar deze is toch gecontinueerd.

Tegelijkertijd is de omzet voor de uitvoering van huisvestingsprojecten lager dan begroot. Dit komt door vertragingen in het masterplan, waardoor het aantal projecten dat hieruit voortvloeit lager is dan oorspronkelijk begroot.

Overige opbrengsten

De overige opbrengsten hebben betrekking op verkoop van roerende zaken.

Rentebaten

De rentebaten hebben betrekking op de rente die wij ontvangen over het rekening courant saldo bij het ministerie van Financiën.

Lasten

Personele kosten

De lagere personele kosten zijn het gevolg van een lagere bezetting over 2024.

Eigen personeel

De toename van de kosten voor eigen personeel wordt grotendeels veroorzaakt door de nieuwe CAO Rijk 2024-2025. Deze zorgt voor een verhoging van de gemiddelde loonkosten per ambtenaar. Bovendien hebben de extra voorzieningen, zoals regelingen rondom verlof en individueel keuzebudget (IKB) uren een extra verhogend effect op de loonkosten. Daarnaast is de gemiddelde bezetting van eigen personeel hoger. Dit betreft een verschuiving van externe inhuur naar eigen personeel.

Externe inhuur

De lagere kosten voor externe inhuur zijn het resultaat van een lagere bezetting, doordat meer gebruik is gemaakt van eigen personeel.

Materiële kosten

De hogere materiële kosten worden veroorzaakt door hogere kosten voor de bedrijfsvoering (PIOFACH). Deze toename doet zich met name voor bij de uitbesteding van ICT, de financiële administratie en documentbeheer. Deze kosten zijn onderdeel van de post bijdrage aan SSO’s.

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

Deze kosten hebben betrekking op de dienstverlening die wij hebben uitbesteed aan onze rijkspartners en leveranciers. De stijging van deze kosten betreft zowel de generieke als de specifieke dienstverlening. Bij de generieke dienstverlening zijn de hogere kosten vooral te zien bij beveiliging, schoonmaak, warme drankenvoorzieningen en reststoffen. Deze toename wordt voornamelijk veroorzaakt door tariefaanpassingen van meer dan 10%, wat ruim boven de gemiddelde begrote indexatie uitkomt. Bij de warme drankenvoorziening is, naast de prijsstijging, ook een toename in het aantal consumpties te constateren.

Bij de specifieke dienstverlening zijn de hogere kosten met name het gevolg van en toenemende vraag naar catering en evenementen

Rentelasten

De lagere rentelasten lening ten opzichte van de begroting zijn het gevolg van lagere rentepercentages en een lagere investering in het vorige boekjaar dan begroot waardoor er een lagere afroep op de leenfaciliteit van dat jaar is gedaan.

Afschrijvingslasten

De lagere afschrijvingskosten zijn een gevolg van latere investeringen dan vooraf begroot.

Saldo van baten en lasten

Het negatieve resultaat over het 2024 wordt voornamelijk veroorzaakt door kostenstijgingen bij onze rijkspartners en leveranciers, die aanzienlijk boven de toegekende loon- en prijsontwikkeling (LPO) liggen. Daarnaast heeft de financiële impact van de CAO bijgedragen aan de kostenstijgingen. Echter, door de lagere gemiddelde bezetting in 2024 is dit effect niet direct zichtbaar in de personele kosten zoals gerealiseerd.

Balans

Tabel 58 Balans per 31 december 2024 (bedragen x € 1.000)
 

2024

2023

Activa

  

Vaste activa

24.659

20.124

Immateriële vaste activa

0

0

Materiële vaste activa

24.659

20.124

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan machines en installaties

23.922

19.667

waarvan andere vaste bedrijfsmiddelen

369

311

waarvan vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa

368

146

waarvan niet aan de bedrijfsuitvoering dienstbaar

0

0

Vlottende activa

46.136

51.842

Voorraden

0

0

waarvan grond- en hulpstoffen

0

0

waarvan onderhanden werk

0

0

waarvan gereed product en handelsgoederen

0

0

waarvan vooruitbetaald op voorraaden

0

0

Vorderingen

20.881

19.400

waarvan debiteuren

1.726

2.425

waarvan overige vorderingen

617

826

waarvan overlopende activa

18.538

16.149

Liquide middelen

25.255

32.442

Totaal activa:

70.795

71.966

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

3.363

6.420

Bestemmingsfonds(en)

0

0

Pok / Wau reserve

0

0

Exploitatiereserve

6.420

6.947

Onverdeeld resultaat

‒ 3.057

‒ 527

Voorzieningen

0

0

Langlopende schulden

20.041

16.501

Leningen bij het Ministerie van Financiën

20.041

16.501

Kortlopende schulden

47.391

49.045

Crediteuren

2.470

1.239

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

4.680

4.469

Overige schulden

7.111

5.702

Overlopende passiva

33.130

37.635

Totaal passiva

70.795

71.966

Toelichting

Activa

Vaste activa

Materiële vaste activa

De stijging van de materiële vaste activa heeft met name betrekking op de aanschaf van meubilair om het hybride werken te ondersteunen in het verzorgingsgebied en de inrichting van de nieuwe locatie Prinses Beatrixlaan 116.

Vlottende activa

Debiteuren

De post debiteuren bestaat uit: moederdepartement € 1,3 mln., overige departementen € 0,3 mln. en derden € 0,1 mln.

De daling ten opzichte van 2023 heeft betrekking op het moederdepartement.

Overige vorderingen

De post overige vorderingen bestaat uit vooruitbetaalde facturen € 0,1 mln. en nog te verrekenen kosten € 0,5 mln.

Het aandeel van het moederdepartement in de overige vorderingen is € 0,3 mln. en van derden € 0,3 mln.

De daling ten opzichte van 2023 wordt veroorzaakt door een lagere verrekening met onze leveranciers.

Overlopende activa

De post overlopende activa bestaat uit nog te factureren bedragen € 11,9 mln. en onderhanden werk € 6,6 mln.

Het aandeel van het moederdepartement in de overlopende activa is € 14,5 mln. En overige departementen € 4,0 mln.

De stijging ten opzichte van 2023 wordt veroorzaakt door toename van de nog te factureren bedragen voor de generieke dienstverlening en afname in de onderhanden werkpositie voor de uitvoering van huisvestingsprojecten.

Passiva

Eigen vermogen

Na verwerking van het negatieve resultaat over 2024 resteert een positief eigen vermogen van € 3,4 mln. Het eigen vermogen bedraagt 2,0% van de driejaarsgemiddelde omzet en blijft daarbij onder de norm van het in de regeling agentschappen voorgeschreven maximum eigen vermogen van 5%.

Kortlopende schulden

Crediteuren

De post crediteuren bestaat uit: moederdepartement € 1,2 mln., overige departementen € 0,4 mln. en derden € 0,9 mln.

De stijging ten opzichte van 2023 wordt met name veroorzaakt door enkele facturen van het Rijksvastgoedbedrijf voor de generieke dienstverlening met een totale waarde van € 1,2 mln. In 2023 had FMH deze schuld niet.

Overige schulden

Het aandeel van het moederdepartement in de overige schulden is € 7,1 mln. De stijging ten opzichte van 2023 wordt met name veroorzaakt door een toename in de reservering voor vakantiedagen.

Overlopende passiva

Het aandeel van het moederdepartement in de overlopende passiva is € 26,0 mln., overige departementen € 2,2 mln. en derden € 4,9 mln.

De daling ten opzichte van 2023 wordt veroorzaakt door de financiële afwikkeling van de inhuizing van de locatie Prinses Beatrixlaan 116 en afwikkeling van oudere facturen die nog open stonden voor de bedrijfsvoering (PIOFACH). 

Kasstroomoverzicht

Tabel 59 Kasstroomoverzicht over 2024 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

14.655

32.440

17.785

 

totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

180.412

190.187

9.775

 

totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 175.363

‒ 192.075

‒ 16.712

2.

Totaal operationele kasstroom

5.049

‒ 1.888

‒ 6.937

 

totaal investeringen (-/-)

‒ 3.110

‒ 9.051

‒ 5.941

 

totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 3.110

‒ 9.051

‒ 5.941

 

eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

 

aflossingen op leningen (-/-)

‒ 5.185

‒ 4.469

716

 

beroep op leenfaciliteit (+)

3.110

8.221

5.111

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 2.075

3.752

5.827

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

14.519

25.253

10.734

Toelichting

Operationele Kasstroom

Het negatieve saldo wordt onder andere veroorzaakt door lagere kortlopende schulden en hogere nog te factureren bedragen.

Investeringskasstroom

De investeringen hebben met name betrekking op de aanschaf van meubilair om het hybride werken te ondersteunen in het verzorgingsgebied en de inrichting van de nieuwe locatie Prinses Beatrixlaan 116. Hier was bij de begroting geen rekening mee gehouden.

Financieringskasstroom

Afroep van de lening is hoger dan begroot. Zie de toelichting bij de investeringskasstroom.

Doelmatigheidsindicatoren

Tabel 60 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2024
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2021

2022

2023

2024

2024

Omschrijving Generiek Deel

     

Omzet per productgroep (PxQ)

136.246

151.800

168.234

185.382

180.412

Generiek

123.560

131.858

144.422

159.335

157.771

Specifiek

12.646

19.932

23.657

26.000

22.157

Overig

40

10

155

47

484

Fte-totaal (excl. externe inhuur)

519

580

598

638

612

Saldo van baten en lasten (%)

2,5%

2,9%

‒ 0,3%

‒ 1,6%

0,0%

      

Omschrijving Specifiek Deel

     

Verhouding generiek vs specifieke dienstverlening

91:09

87:13

87:13

86:14

90:10

Personele kosten als % van totale kosten

33,6%

32,7%

31,3%

31,9%

34,6%

Materiële kosten als % van totale kosten

66,4%

67,3%

68,7%

68,1%

65,4%

Apparaatskosten (in €)

55.019

58.196

65.233

73.958

73.621

      

Tarieven

     

Regiotarief (facilitair)

190

195

218

242

228

      

Tevredenheid

     

Klanttevredenheid

n.v.t.

n.v.t.

Tevreden

Tevreden

Tevreden

Tevredenheid specifieke dienstverlening

8

7,6

7,5

6,9

7

Medewerkerstevredenheid

n.v.t.

n.v.t.

Tevreden

n.v.t.

n.v.t.

Doorlichting gepland c.q.

     

Toelichting

Generiek deel

Omschrijving per productgroep

De hogere omzet voor de generieke dienstverlening is voornamelijk het gevolg van de uitbreiding van het verzorgingsgebied met de locatie Prinses Beatrixlaan 116. Daarnaast is sprake van een toename in de vervoersbehoefte.

De hogere omzet van de specifieke dienstverlening is voornamelijk te verklaren door de toegenomen vraag naar catering en de continuering van de dienstverlening voor evenementen.

De categorie overig heeft betrekking op de verkoop van roerende zaken.

Verhouding generieke vs specifieke dienstverlening

Dit is het aandeel van de omzet van de generieke dienstverlening op de totale omzet versus het aandeel van de omzet van de specifieke dienstverlening in de totale omzet. Het aandeel van de omzet uit generieke dienstverlening in de totale omzet is gedaald ten opzichte van dat van de specifieke dienstverlening. Deze verschuiving is het gevolg van een sterkere toename in de omzet van de specifieke dienstverlening, voornamelijk door de groeiende vraag naar catering en de voortzetting van de evenementenservice. Dit heeft ertoe geleid dat het aandeel van de generieke dienstverlening relatief is afgenomen.

Personele- en materiële kosten als % van de totale kosten

Dit betreft de procentuele verhouding van respectievelijk de personele en materiële kosten (incl. kosten uitbesteed werk, rentelasten en afschrijvingslasten) in de totale lasten. Het aandeel van de personele kosten in de totale kosten laat een daling zien. Dit komt door minder inzet van extern personeel. De hogere materiële kosten worden enerzijds veroorzaakt door tariefstijgingen bij onze rijkspartners en leveranciers en anderzijds door het leveren van meer specifieke dienstverlening.

Apparaatskosten

De apparaatskosten hebben betrekking op de personele kosten en de materiële kosten. De toename is het saldo van lagere personele kosten als gevolg van een lagere gemiddelde bezetting en hogere materiële kosten door hogere kosten voor de bedrijfsvoering (PIOFACH).

Fte-totaal (excl. Externe inhuur)

De gemiddelde ambtelijke bezetting over geheel 2024 bedraagt 638 fte, wat hoger is dan de begroting. Deze hogere bezetting is te wijten aan een grotere inzet van eigen personeel in plaats van externe inhuur.

Specifiek deel

Regiotarief (facilitair)

Het regiotarief (facilitair) over 2024 is gestegen naar € 242 per m2 bruto vloeroppervlak (bvo), wat hoger is dan de oorspronkelijke begroting.

Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door kostenstijgingen bij onze rijkspartners en leveranciers, die hun tarieven hebben verhoogd. Daarnaast heeft de financiële impact van de CAO, met bijbehorende loonkostenstijgingen, ook bijgedragen aan de verhoging van het regiotarief.

Klanttevredenheid

Het Werkomgeving Belevingsonderzoek (WoBo) heeft in 2024 plaatsgevonden. De dienstverlening van FMH wordt gewaardeerd met een score van 61% (2023: 60%). De respondenten zijn over het algemeen tevreden over de facilitaire dienstverlening en geven aan dat de medewerkers vriendelijk, behulpzaam, professioneel en servicegericht zijn.

Tevredenheid specifieke dienstverlening

De klant waardeert de uitvoering van maatwerkprojecten gemiddeld met een 6,9. Deze score is net onder de streefwaarde. Onze klanten geven aan dat de hoge mate van het wisselen van projectleiders en de lange doorlooptijden van de projecten als minder positief worden ervaren.

Licence