Base description which applies to whole site

1. LEESWIJZER

Op 20 april 2011 is de aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten» in de Tweede Kamer behandeld (Kamerstukken II, 31 865, nr. 26 (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31865-26.html)). De nieuwe presentatie geeft meer inzicht in de financiële informatie, de rol en verantwoordelijkheid van de Minister en laat een duidelijke splitsing tussen apparaat en programma zien. In deze begroting zijn alle begrotingsartikelen ingevuld volgens de nieuwe voorschriften, inclusief de aanpassing van de tabel Budgettaire gevolgen van beleid.

Groeiparagraaf

De begroting 2015 bevat ten opzichte van de begroting 2014 de volgende wijzigingen:

  • Vanaf 2015 is het Budget Internationale Veiligheid (BIV) overgeheveld van de begroting voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking (BH&OS) naar de begroting van Defensie. Vanuit dit budget worden middelen op het terrein van hervorming van de veiligheidssector, bescherming burgers in fragiele staten, rechtstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw jaarlijks overgeheveld naar BH&OS en BZ. Besluitvorming wordt interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd. Hiermee blijft het geïntegreerde karakter van de inzet van diplomatieke, civiele en/of militaire activiteiten uit het BIV gewaarborgd. Vanwege deze wijziging zijn de toelichtingen per missie verplaatst van het verdiepingshoofdstuk naar beleidsartikel 1 Inzet en is bijlage 3 «Overzicht Budget Internationale Veiligheid» toegevoegd aan de begroting 2015;

  • De beleidsartikelen 2, 3, 4, 5, 7 en 8 kregen bij de invoering van «Verantwoord Begroten» de status van «Grote Uitvoerende Dienst». Voor deze status en uitzondering heeft het Ministerie van Financiën toestemming verleend. De reden hiervoor is de wens om de diverse defensieonderdelen herkenbaar te laten terugkomen in de begroting. Tevens is het financiële belang als criterium gehanteerd. Het gevolg hiervan is dat in deze artikelen zowel programma- als apparaatsuitgaven zijn opgenomen. De onderverdeling van de apparaatsuitgaven is in overeenstemming gebracht met de definities uit de Rijksbegrotingsvoorschriften;

  • Naar aanleiding van de motie Günal-Gezer/Eijsink (Kamerstuk 33 750-X, nr. 24) is additionele informatie over de CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) opgenomen in artikel 6 Investeringen krijgsmacht;

  • De bijlage «Volumes per rang en schaal defensiebreed» is vervallen en deze informatie is verwerkt in een overzicht van de gemiddelde jaarsterkte van militairen en burgers in artikel 10 Centraal apparaat, zoals toegezegd in het wetgevingsoverleg over het jaarverslag van Defensie op 24 juni 2014;

  • In Bijlage 4.2 is een Financieel overzicht Wapensystemen toegevoegd. De financiële onderbouwing van de nota «In het belang van Nederland» (Kamerstuk 33 763, nr. 1) berustte mede op de wapensysteemsjablonen met de investeringen, de relevante exploitatie en de ontvangsten van de wapensystemen. Met de brief Inzicht in kosten en uitgaven van wapensystemen en het plan van aanpak daarvoor (Kamerstuk 33 763, nr. 27) is gemeld hoe Defensie haar financiële duurzaamheid op langere termijn structureel zal verankeren in de bedrijfsvoering. Daarbij is toegezegd dat de Ontwerpbegroting 2015 het geactualiseerde inzicht naar wapensystemen zal bieden met daarbij ook een aansluiting op de bestaande begrotingsindeling. Dat gebeurt met deze bijlage.

Beleidsartikelen

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht verantwoord. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan common funded Navo en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht voor de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is verantwoord, bijvoorbeeld door de Koninklijke Marechaussee, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie en de Kustwachten. Tevens worden vanaf 2015 de middelen van BH&OS en BZ in het kader van BIV op dit artikel geraamd.

In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering geraamd voor zeestrijdkrachten (CZSK), landstrijdkrachten (CLAS), luchtstrijdkrachten (CLSK), de marechaussee (KMar) en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1. In beleidsartikel 6 zijn de investeringen opgenomen voor de krijgsmacht, te weten investeringen voor materieel, infrastructuur, ICT, wetenschappelijk onderzoek en bijdragen aan de Navo-investeringen. Daarnaast zijn de verkoopopbrengsten voor afstoting van materieel en infrastructuur in dit beleidsartikel opgenomen.

In de beleidsartikelen 7 Ondersteuning door Defensie Materieel Organisatie (DMO) en 8 Ondersteuning door Commando DienstenCentra (CDC) zijn de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten geraamd voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieorganisaties.

Niet-beleidsartikelen

In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen worden de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. In het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie begroot, waaronder voor de Bestuursstaf en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), alsmede de niet aan een specifiek artikel toe te wijzen apparaatsuitgaven voor pensioenen en wachtgelden. Ten slotte worden in de niet-beleidsartikelen 11 en 12 de Geheime uitgaven respectievelijk de ramingen voor Nominaal en onvoorzien opgenomen.

Overig

In de begroting worden ook de ramingen voor de baten-lastenagentschappen Defensie Telematica Organisatie, de Dienst Vastgoed Defensie en Paresto weergegeven. Daarnaast is in de bijlagen informatie opgenomen over de mutaties, de wapensystemen, het budget internationale veiligheid, de uitgaven voor veteranen en de uitgaven voor zorg en nazorg, cyber, subsidies, evaluaties, de toezichtrelaties en ZBO/RWT’s alsmede moties en toezeggingen.

De begroting van het Ministerie van Defensie is ook digitaal beschikbaar op de website www.rijksbegroting.nl. Om de toegankelijkheid verder te vergroten zijn in de digitale versie, waar mogelijk, hyperlinks aangebracht naar de achterliggende documenten.

Defensie Materieelprojectenoverzicht

Zoals gebruikelijk ontvangt de Kamer op Prinsjesdag het Materieelprojectenoverzicht (MPO). Hierin wordt per project meer gedetailleerde informatie gegeven dan in de begroting. Zo wordt de samenhang met het defensiebeleid en met andere projecten duidelijk gemaakt. In het MPO zijn de lopende en de geplande strategische materieelprojecten opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen, evenals de politiek gevoelige projecten. Daarnaast wordt ingegaan op af te stoten materieel. In deze begroting worden daarom alleen de grotere projectwijzigingen verder toegelicht. Defensie werkt momenteel aan een herziening van het Defensie Materieel Proces (DMP).

Licence