Base description which applies to whole site

4. Verdieping zorguitgaven en -ontvangsten naar sectoren

In deze verdiepingsparagraaf wordt een overzicht en toelichting gegeven van de ontwikkeling van de zorguitgaven naar sectoren voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz. Dit geeft een beeld van de budgettaire ontwikkelingen binnen de afzonderlijke onderdelen van de zorg. De bijstellingen zijn weergegeven ten opzichte van de ontwerpbegroting 2019.

4.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)

In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de Zvw. Tabel 7 is een overzichtstabel met het totaal van de bijstellingen tussen de ontwerpbegroting 2019 en de 1e suppletoire begroting 2019 voor de Zvw. Na tabel 7 wordt per sector deze bijstellingen toegelicht.

Tabel 7 Ontwikkeling van de Zvw-uitgaven per (deel)sector 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

Stand ontwerpbegroting

Bijstelling 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Bijstelling later jaren

 

2019

2019

2019

2020

2021

2022

2023

Eerstelijnszorg

6.055,3

110,5

6.165,8

111,6

115,4

119,3

119,0

Huisartsenzorg

3.047,4

106,7

3.154,1

109,5

112,8

116,0

115,7

Multidisciplinaire zorgverlening

630,1

21,4

651,5

22,0

22,6

23,3

23,3

Tandheelkundige zorg

791,3

6,3

797,6

6,3

6,3

6,3

6,3

Paramedische zorg

828,4

– 16,7

811,7

– 16,8

– 16,8

– 16,8

– 16,8

Verloskundige zorg

257,9

– 3,2

254,7

– 5,4

– 5,4

– 5,4

– 5,4

Kraamzorg

319,2

6,0

325,2

6,0

6,0

6,0

6,0

Zintuiglijk gehandicapten

181,1

– 10,1

170,9

– 10,1

– 10,1

– 10,1

– 10,1

               

Tweedelijnszorg

25.305,2

843,8

26.149,0

831,5

836,7

838,1

833,9

Medisch-specialistische zorg

22.833,1

768,3

23.601,4

773,4

777,2

776,9

772,3

Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijns verblijf

1.109,4

39,9

1.149,2

39,8

40,4

41,2

41,6

Beschikbaarheidbijdrage academische zorg

704,6

24,0

728,6

34,0

35,0

36,0

36,0

Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg

55,6

– 10,1

45,5

– 10,1

– 10,1

– 10,1

– 10,1

Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg

102,4

3,4

105,9

3,4

3,4

3,4

3,4

Overig curatieve zorg

500,2

18,2

518,4

– 9,1

– 9,2

– 9,3

– 9,4

               

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

3.814,4

136,9

3.951,3

139,1

140,4

141,4

141,4

               

Genees- en hulpmiddelen

6.655,3

– 80,8

6.574,5

– 132,5

– 206,2

– 210,3

– 210,6

Geneesmiddelen

5.037,3

– 50,5

4.986,8

– 97,7

– 170,6

– 174,0

– 174,3

Hulpmiddelen

1.618,0

– 30,3

1.587,7

– 34,7

– 35,6

– 36,3

– 36,3

               

Wijkverpleging

3.956,2

142,0

4.098,1

145,7

149,1

152,5

152,4

               

Ziekenvervoer

773,5

25,3

798,8

25,0

24,8

24,9

24,9

Ambulancevervoer

647,8

23,4

671,2

22,9

22,8

22,8

22,8

Overige ziekenvervoer

125,7

1,9

127,6

2,1

2,1

2,1

2,1

               

Opleidingen

1.359,8

– 178,7

1.181,0

– 130,4

– 42,1

– 105,0

– 65,0

Grensoverschrijdende zorg

707,0

– 23,8

683,2

– 23,8

– 23,9

– 23,9

– 23,9

Nominaal en onverdeeld

1.733,1

– 1.719,6

13,5

– 2.408,7

– 2.757,9

– 3.239,7

– 3.670,3

Bruto Zvw-uitgaven

50.359,8

– 744,6

49.615,2

– 1.442,6

– 1.763,6

– 2.302,6

– 2.698,3

Eigen betalingen Zvw

3.114,9

0,0

3.114,9

0,0

0,0

0,0

0,0

Netto Zvw-uitgaven

47.244,9

– 744,6

46.500,3

– 1.442,6

– 1.763,6

– 2.302,6

– 2.698,3

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Eerstelijnszorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

         

Huisartsenzorg

106,7

109,5

112,8

116,0

115,7

Multidisciplinaire zorgverlening

21,4

22,0

22,6

23,3

23,3

Tandheelkundige zorg

26,4

26,4

26,4

26,4

26,4

Paramedische zorg

28,2

28,1

28,1

28,1

28,1

Verloskundige zorg

9,1

9,1

9,1

9,1

9,1

Kraamzorg

11,7

11,7

11,7

11,7

11,7

Zintuiglijk gehandicapten

6,2

6,2

6,2

6,2

6,2

           

Actualisering zorguitgaven

         

Tandheelkundige zorg

– 20,1

– 20,1

– 20,1

– 20,1

– 20,1

Paramedische zorg

– 44,9

– 44,9

– 44,9

– 44,9

– 44,9

Verloskundige zorg

– 12,3

– 12,3

– 12,3

– 12,3

– 12,3

Kraamzorg

– 5,6

– 5,6

– 5,6

– 5,6

– 5,6

Zintuiglijk gehandicapten

– 16,3

– 16,3

– 16,3

– 16,3

– 16,3

Zoals gerapporteerd in het VWS-jaarverslag 2018 vielen de uitgaven voor de eerstelijnszorg in 2018 lager uit dan eerder geraamd. Deze lagere uitgaven worden deels structureel verondersteld. Per saldo gaat het daarbij om circa € 99 miljoen. De uitgaven aan tandheelkundige zorg laten een structurele onderschrijding van € 20 miljoen zien. Deze wordt voornamelijk veroorzaakt door minder sterke volumegroei en tariefontwikkeling dan eerder werd verondersteld. Bij de fysiotherapie wordt verwacht dat de overgang van de artrosezorg en de zorg omtrent etalagebenen een langer ingroeipad heeft dan eerder verwacht; een deel (€ 6 miljoen) van de onderschrijding wordt daarom incidenteel geacht. De lagere uitgaven voor kraamzorg en verloskundige zorg hangen samen met een lager aantal geboorten. De lagere uitgaven voor zorg voor zintuiglijk gehandicapten, waar onderzoek naar is gedaan door Significant (zie TK 2016–2017, 24 170, nr. 160), worden merendeels structureel verondersteld.

         
           

Technisch

         

Overig technisch

         

Verloskundige zorg

         

Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg

 

– 2,2

– 2,2

– 2,2

– 2,2

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

110,5

111,6

115,4

119,3

119,0

Tweedelijnszorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

         

Medisch-specialistische zorg

768,3

773,4

777,2

776,9

772,3

Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijns verblijf

37,4

38,1

38,8

39,5

39,5

Beschikbaarheidbijdrage overig medisch-specialistische zorg

3,4

3,4

3,4

3,4

3,4

Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg

1,9

1,9

1,9

1,9

1,9

Beschikbaarheidbijdrage academische zorg

24,0

24,1

24,1

24,1

24,1

Overig curatieve zorg

16,8

16,9

16,8

16,7

16,6

           

Actualisering zorguitgaven

         

Geriatrische revalidatiezorg

– 12,4

– 12,4

– 12,4

– 12,4

– 12,4

De uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. Hoewel de cijfers over 2018 nog voorlopig zijn, worden de lagere uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg in 2018 structureel verondersteld.

         
           

Beleidsmatig

         

Overig beleidsmatig

– 9,0

– 1,1

– 1,1

– 0,1

– 0,1

           

Technisch

         

Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg

         

Overig curatieve zorg

0,0

– 26,0

– 26,0

– 26,0

– 26,0

Geriatrische revalidatiezorg

– 0,2

– 1,0

– 1,1

– 1,0

– 0,6

Dit betreffen middelen voor kwaliteitsgelden curatieve zorg. De grootste post (€ 26,5 miljoen) betreft kwaliteitsmiddelen die op grond van de Bestuurlijke akkoorden voor de huisartsenzorg, MSZ en ggz beschikbaar zijn gesteld. De middelen die bij begroting 2019 zijn toegevoegd aan de sector Overig curatieve zorg, worden vanaf 2020 via ZonMw gefinancierd en worden daarom vanaf dat jaar overgeheveld naar de begroting. Daarnaast gaat het om kwaliteitsmiddelen Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) (€ 2,2 miljoen vanaf 2020), kwaliteitsmiddelen GRZ, ELV en aanvullende geneeskundige zorg (AGZ) (€ 0,2 miljoen in 2019 en circa € 1 miljoen vanaf 2020), alsmede uitvoeringskosten van ZonMw (€ 0,5 miljoen in 2019 en € 1,0 miljoen vanaf 2020).

         
           

Overige technisch

13,4

14,0

15,0

15,0

15,0

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

843,8

831,5

836,7

838,1

833,9

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

136,9

139,1

140,4

141,4

141,4

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

136,9

139,1

140,4

141,4

141,4

Genees- en hulpmiddelen (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

         

Geneesmiddelen

127,7

124,4

121,5

118,1

117,8

Hulpmiddelen

41,0

42,1

41,2

40,6

40,5

           

Actualisering zorguitgaven

         

Geneesmiddelen

– 62,7

– 62,7

– 62,7

– 62,7

– 62,7

Dit betreft de meerjarige doorwerking van de onderschrijding op de uitgaven aan geneesmiddelen in 2018 (totaal € 92,7 miljoen). De onderschrijding werd voornamelijk veroorzaakt door scherpere inkoop en wordt voor een bedrag van € 62,7 miljoen structureel verondersteld (omdat de onderschrijding deels samenhangt met de maatregel verscherpte inkoop uit het regeerakkoord die al is afgeboekt, wordt niet de gehele onderschrijding uit 2018 structureel geboekt).

         
           

Hulpmiddelen

– 57,2

– 57,2

– 57,2

– 57,2

– 57,2

Dit betreft de meerjarige doorwerking van de onderschrijding op de uitgaven aan hulpmiddelen in 2018. Deze werd waarschijnlijk voornamelijk veroorzaakt doordat zorgverzekeraars de budgettaire groei met name door een beperkte prijsontwikkeling lager weten te houden dan de beschikbare budgettaire ruimte. Verder geven zorgverzekeraars aan vanaf 2018 strenger te controleren op onrechtmatig gedeclareerde zorg via de Zvw voor Wlz gerechtigden.

         
           

Beleidsmatig

         

Geneesmiddelen

         

Verlagen groeiruimte geneesmiddelen

– 120,0

– 160,0

– 230,0

– 230,0

– 230,0

De verwachte uitgaven aan geneesmiddelen zijn op basis van de geneesmiddelenraming van het Zorginstituut lager dan eerder geraamd. Daarom wordt de raming voor geneesmiddelen met € 120 miljoen in 2019, oplopend tot € 230 miljoen in 2021 neerwaarts bijgesteld.

         
           

Overig beleidsmatig

         

Besparingsverlies vitaminenmaatregel

4,5

4,5

4,5

4,5

4,5

           

Technisch

         

Hulpmiddelen

         

Overheveling roerende voorzieningen

– 14,1

– 14,1

– 14,1

– 14,1

– 14,1

Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit de Wlz betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld een hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheveld van de Zvw naar de Wlz.

         
           

Overig technisch

         

IJklijnmutatie middelen Voorwaardelijke Toelating kader geneesmiddelen

0,0

– 4,0

– 4,0

– 4,0

– 4,0

IJklijnmutatie middelen Voorwaardelijke Toelating kader hulpmiddelen

0,0

– 5,5

– 5,5

– 5,5

– 5,5

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

– 80,8

– 132,5

– 206,2

– 210,3

– 210,6

Wijkverpleging (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

142,0

145,7

149,1

152,5

152,4

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

142,0

145,7

149,1

152,5

152,4

Ziekenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

         

Ambulancevervoer

23,4

22,9

22,8

22,8

22,8

Overige ziekenvervoer

4,5

4,7

4,7

4,7

4,7

           

Actualisering zorguitgaven

         

Overig ziekenvervoer

– 2,6

– 2,6

– 2,6

– 2,6

– 2,6

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

25,3

25,0

24,8

24,9

24,9

Opleidingen (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

46,3

45,9

44,2

45,0

45,0

           

Beleidsmatig

         

Ramingsbijstelling opleidingen

– 225,0

– 176,3

– 86,3

– 150,0

– 110,0

Op basis van nieuw beschikbaar gekomen gegevens vanuit de NZa en het Capaciteitsorgaan zijn de ramingen voor de medische vervolgopleidingen aangepast. Uit de beschikbare gegevens kan worden opgemaakt dat er steeds meer artsen in opleiding tot specialist (aios) in deeltijd werken. Deze trend zet zich naar verwachting door. Hierdoor kan de raming van de kosten van het opleiden van deze aios naar beneden worden bijgesteld. Dit betekent niet dat er minder aios worden opgeleid. Daarnaast leiden ziekenhuizen minder gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel op dan waarmee rekening gehouden werd in de raming van het Capaciteitsorgaan. Het betreft een aflopende reeks van € 225 miljoen in 2019, € 190 miljoen in 2020, € 150 miljoen in 2021 en 2022 en structureel € 110 miljoen vanaf 2023. Een deel van de ruimte die in 2020 (€ 13,7 miljoen) en 2021 (€ 63,7 miljoen) ontstaat, wordt ingezet voor extra middelen in het kader van Sectorplanplus. Dit zal in de begroting 2020 nader worden verwerkt.

         
           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

– 178,7

– 130,4

– 42,1

– 105,0

– 65,0

Grensoverschrijdende zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

23,2

23,2

23,1

23,1

23,1

           

Actualisering zorguitgaven

– 47,0

– 47,0

– 47,0

– 47,0

– 47,0

Op basis van actuele cijfers van het CAK en het Zorginstituut is de meerjarige trend van de uitgaven aan grensoverschrijdende zorg vastgesteld. Naar aanleiding hiervan zijn de uitgaven aan grensoverschrijdende zorg met € 47 miljoen neerwaarts bijgesteld.

         
           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

– 23,8

– 23,8

– 23,9

– 23,9

– 23,9

Nominaal en onverdeeld Zvw (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

– 1.606,5

– 1.618,9

– 1.626,2

– 1.631,6

– 1.626,1

Dit betreft de uitdeling aan de verschillende Zvw-sectoren van de tranche 2019 van de vergoeding voor loon- en prijsontwikkeling.

         
           

Nominale ontwikkeling

– 25,0

– 686,8

– 952,0

– 1.414,4

– 1.848,6

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de macro-economische inzichten in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau (CPB).

         
           

Beleidsmatig

         

Nominaal en onverdeeld

– 71,9

– 54,9

– 113,3

– 106,5

– 97,9

Deze mutatie betreft vrijval van niet benodigde groeiruimte en vrijval van middelen die gereserveerd waren voor Voorwaardelijke Toelating.

         
           

Technisch

         

Overheveling middelen Voorwaardelijke Toelating

– 2,2

– 19,2

– 38,2

– 57,2

– 70,2

De huidige regeling Voorwaardelijke Toelating wordt vervangen door nieuwe regelingen. Een deel van de gereserveerde middelen binnen het Uitgavenplafond Zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting. Het gaat om de programma- en uitvoeringskosten voor de regelingen Veelbelovende zorg en Zorgevaluatie en gepast gebruik.

         
           

Overige technisch

– 14,0

– 29,0

– 28,3

– 30,0

– 27,4

Deze mutatie betreft onder meer ijklijnmutaties naar de VWS-begroting ten behoeve van de invoering van pneumokokkenvaccinatie en het aanbieden van het quadrivalent vaccin aan zorgverleners en de doelgroepen van het Nationaal Programma Grieppreventie.

         
           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

– 1.719,6

– 2.408,7

– 2.757,9

– 3.239,7

– 3.670,3

Ontvangsten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         

N.v.t.

         

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

0

0

0

0

0

4.2. Wet langdurige zorg (Wlz)

In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de Wlz. In tabel 8 wordt het totaal van de bijstellingen tussen de ontwerpbegroting 2019 en de 1e suppletoire begroting 2019 voor de Wlz per sector/deelsector weergegeven. Na tabel 8 wordt per sector deze bijstellingen toegelicht.

Tabel 8 Ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten per (deel)sector 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

Stand ontwerpbegroting

Bijstelling 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Bijstelling latere jaren

 

2019

2019

2019

2020

2021

2022

2023

ZIN binnen contracteerruimte

19.919,0

557,2

20.476,3

603,6

591,9

557,0

545,3

Ouderenzorg

10.983,6

278,8

11.262,4

354,7

363,3

344,5

349,9

Gehandicaptenzorg

6.952,8

213,6

7.166,4

184,1

167,6

151,3

134,5

Langdurige ggz

578,2

21,1

599,3

21,1

17,2

17,2

17,2

Volledig pakket thuis

496,3

15,5

511,8

15,3

15,4

15,4

15,4

Extramurale zorg

626,8

19,5

646,3

19,4

19,3

19,1

18,9

Overige binnen contracteerruimte

281,4

8,8

290,1

9,0

9,1

9,5

9,5

               

Persoonsgebonden budgetten

2.070,2

14,6

2.084,8

14,6

14,7

14,7

14,7

               

Buiten contracteerruimte

1.740,8

– 935,9

804,9

– 1.309,6

– 1.486,3

– 1.690,1

– 1.917,1

Beheerskosten

197,5

20,1

217,6

33,4

29,2

23,2

23,3

Overig buiten contracteerruimte1

484,5

48,9

533,4

49,4

48,9

49,3

48,9

Nominaal en onverdeeld

1.058,8

– 1.004,9

53,9

– 1.392,4

– 1.564,4

– 1.762,6

– 1.989,3

brutoWlz-uitgaven

23.730,1

– 364,1

23.366,0

– 691,4

– 879,8

– 1.118,4

– 1.357,1

Eigen bijdrage Wlz

1.868,3

– 25,3

1.843,0

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

Netto-Wlz-uitgaven

21.861,8

– 338,8

21.523,0

– 666,1

– 854,5

– 1.093,1

– 1.331,8

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

1

Bij de Wlz zijn onder de post «overige buiten contracteerruimte» opgenomen de deelsectoren: bovenbudgettaire vergoedingen, tandheelkunde Wlz, instellingen voor medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling, zorginfrastructuur, innovatie en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.

Zorg in natura binnen contracteerruimte (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

         

Ouderenzorg

365,8

386,5

404,9

415,5

412,7

Gehandicaptenzorg

230,6

232,5

232,5

232,9

233,2

Langdurige ggz

19,1

19,1

19,1

19,1

19,1

Volledig pakket thuis

17,2

17,0

17,0

17,0

17,0

Extramurale zorg

21,7

21,5

21,3

21,1

20,9

Overige binnen contracteerruimte

9,7

9,9

10,1

10,4

10,4

           

Actualisering zorguitgaven

         

Ouderenzorg

– 38,0

– 38,9

– 39,6

– 40,0

– 39,9

Gehandicaptenzorg

– 24,1

– 23,5

– 22,9

– 22,6

– 22,7

Langdurige ggz

– 2,0

– 1,9

– 1,9

– 1,9

– 1,9

Volledig pakket thuis

– 1,7

– 1,6

– 1,6

– 1,6

– 1,6

Extramurale zorg

– 2,2

– 2,1

– 2,0

– 2,0

– 2,0

Overig binnen contracteerruimte

– 1,0

– 1,0

– 1,0

– 1,0

– 1,0

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de uitgaven 2018. Zoals gemeld in het jaarverslag 2018 is deze gebaseerd op de voorlopige cijfers van de NZa en het Zorginstituut.

         
           

Beleidsmatig

         

Ramingsbijstelling Wlz

– 56,0

– 32,0

– 58,0

– 104,0

– 113,0

Dit betreft een ramingsbijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk was zonder het Wlz-kader bij te stellen.

         
           

Overig beleidsmatig

         

Uitvoeringskosten CIZ

4,0

4,0

     

Technisch

         

Overheveling roerende voorzieningen

         

Ouderenzorg

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

Gehandicaptenzorg

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit hun instellingsbudget betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld het hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheveld van de Zvw naar de Wlz.

         

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

557,2

603,6

591,9

557,0

545,3

Persoonsgebonden budgetten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

75,6

75,6

75,7

75,7

75,7

           

Actualisering zorguitgaven

– 61,0

– 61,0

– 61,0

– 61,0

– 61,0

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de uitgaven 2018. Zoals gemeld in het jaarverslag 2018 is deze gebaseerd op voorlopige cijfers van de NZa en het Zorginstituut.

         
           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

14,6

14,6

14,7

14,7

14,7

Beheerskosten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

6,7

6,7

6,6

6,5

6,5

           

Beleidsmatig

         

Ontwikkelopgave zorgkantoren

11,8

10,2

10,4

10,4

10,4

Voor de implementatie van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg spelen de zorgkantoren een belangrijke rol. Om deze rol goed te kunnen invullen hebben de zorgkantoren een ontwikkelopgave. Hiervoor is een additioneel bedrag van

€ 10,4 miljoen per jaar benodigd. Voor 2019 is een bedrag van € 11,3 miljoen benodigd. Daarnaast is besloten om de cliëntondersteuning in 2019 voort te zetten (€ 0,5 miljoen).

         
           

Wet Zorg en Dwang

0,5

9,6

9,7

9,9

10,0

In 2020 treedt de nieuwe wet Zorg en Dwang in werking. Hierin is geregeld dat vg- en pg-patiënten aanspraak kunnen maken op een cliëntvertrouwenspersoon (cvp). De cvp wordt ingezet conform het kwaliteitskader. Daarnaast wordt een landelijke faciliteit opgezet voor het bij elkaar brengen en bundelen van expertise. Voor dit geheel is budget beschikbaar gesteld, oplopend tot € 10 miljoen in 2023.

         
           

Overig beleidsmatig

         

Kasschuif beheerskosten

3,3

4,7

– 0,3

– 3,8

– 3,8

           

Technisch

         

Overig technisch

– 2,2

2,3

2,8

0,3

0,3

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

20,1

33,4

29,2

23,2

23,3

Overige buiten contracteerruimte (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

         

Bovenbudgettaire vergoedingen

4,9

4,9

4,9

4,9

4,9

Overige Wlz-zorg

10,7

10,7

10,7

11,6

11,6

Opleidingen

1,1

1,1

1,1

1,1

1,1

           

Actualisering zorguitgaven

         

Bovenbudgettaire vergoedingen

14,0

14,0

14,0

14,0

14,0

Overige Wlz-zorg

19,1

19,1

19,1

19,1

19,1

Opleidingen

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de uitgaven 2018. Zoals gemeld in het jaarverslag 2018 is deze gebaseerd op voorlopige cijfers van de NZa en het Zorginstituut.

         
           

Beleidsmatig

         

Bijdrage Zorgvisie Groningen

6,2

6,2

6,2

6,2

6,2

De Stuurgroep Zorg heeft een visie opgesteld voor een duurzaam zorglandschap in de regio Groningen inclusief een advies over de versterking/vernieuwing van het zorgvastgoed. Hiervoor is in totaal € 323 miljoen nodig. De Minister heeft besloten dat VWS maximaal € 93 miljoen bijdraagt over een periode van 15 jaar om deze visie uit te verwezenlijken.

         
           

Overig beleidsmatig

         

Innovatie beleidsregel

5,0

5,0

5,0

5,0

5,0

Ramingsbijstelling Wlz

1,6

2,1

1,6

1,1

0,7

           

Technisch

         

Overig technisch

– 14,0

– 14,0

– 14,0

– 14,0

– 14,0

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

48,9

49,4

48,9

49,3

48,9

Nominaal en onverdeeld (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

– 763,1

– 785,5

– 803,7

– 815,7

– 813,0

Dit betreft de uitdeling aan de verschillende sectoren van de tranche 2019 van de vergoeding voor loon- en prijsontwikkeling.

         
           

Nominale ontwikkeling

– 50,9

– 430,2

– 597,0

– 798,9

– 1.023,8

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de macro-economische inzichten in het Centraal Economisch Plan (CEP 2019) van het Centraal Planbureau (CPB).

         
           

Jeugdhulp

350,0

190,0

290,0

190,0

 

Gemeenten zijn nog niet in staat geweest om de transitie- en transformatiedoelen van de decentralisatie van de Jeugdhulp binnen een termijn van vier jaar te realiseren. Er is sprake van een volumestijging en uitgavenstijging. Daarvoor komt het kabinet de gemeenten de komende jaren tegemoet met een extra budget van in totaal 420 mln. in 2019, 300 mln. in 2020 en 300 mln. in 2021. De middelen worden op het Gemeentefonds in het juiste kasritme gezet.

         
           

Beleidsmatig

         

Ambulantisering in het ggz-domein

50,0

65,0

80,0

95,0

95,0

Middels het Hoofdlijnenakkoord ggz en Zorg op de Juiste Plaats wordt binnen het ggz-domein ingezet op ambulantisering van de zorg. Dit leidt tot meer zorg in het gemeentelijk domein, zowel voor beschermd wonen als voor begeleiding. In totaal is er een reeks beschikbaar van € 50 mln. in 2019 oplopend naar structureel € 95 mln. in 2022 beschikbaar. De middelen worden na ondertekening van het Hoofdlijnenakkoord ggz door de VNG gestort in het Gemeentefonds.

         
           

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen

2,2

6,1

7,8

9,5

11,4

In navolging van de in 2018 gemaakte bestuurlijke afspraak om pleegzorg (bij 18 jaar) standaard te verlengen tot 21 jaar, wordt ook de leeftijdsgrens voor gezinshuizen verhoogd tot 21 jaar. Gemeenten krijgen extra middelen voor deze verhoging.

         
           

Invoeren Wvggz

 

20,0

20,0

20,0

20,0

Per 1 januari 2020 treedt de Wet verplichte ggz in werking. Als gevolg van deze wet krijgen gemeenten extra uitvoerende taken. Hiervoor worden gemeenten financieel gecompenseerd.

         
           

Overig beleidsmatig

5,0

5,0

5,0

5,0

 
           

Technisch

         

Jeugdhulp (IJklijn)

– 350,0

– 190,0

– 290,0

– 190,0

 

Deze mutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de jeugdzorg naar de algemene uitkering van het gemeentefonds. De middelen worden op het Gemeentefonds in het juiste kasritme gezet.

         
           

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (IJklijn)

– 2,2

– 6,1

– 7,8

– 9,5

– 11,4

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

         
           

Invoeren Wvggz (IJklijn)

 

– 20,0

– 20,0

– 20,0

– 20,0

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen in verband met de invoering van de Wvggz naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

         
           

Loon- en prijsbijstelling Wmo Beschermd Wonen

– 57,0

– 57,0

– 56,9

– 56,9

– 57,0

Loon- en prijsbijstelling Wmo en Jeugd (IJklijn)

– 187,3

– 187,7

– 190,1

– 190,0

– 189,9

Deze mutaties betreffen de overheveling van de loon- en prijsbijstelling 2019 van het Wmo- en jeugd-budget naar de integratie-uitkering Beschermd wonen en de algemene uitkering van het gemeentefonds.

         
           

Overig technisch

– 1,6

– 2,1

– 1,6

– 1,1

– 0,7

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

– 1.004,9

– 1.392,4

– 1.564,4

– 1.762,6

– 1.989,3

Ontvangsten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Actualisering eigen bijdrage

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de ontvangsten 2018 die ook is verwerkt in het jaarverslag 2018 van VWS.

         
           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

Licence