Base description which applies to whole site

3. Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten

De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2019.

3.1. Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten

Tabel 3 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2019 de verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten zien.

Tabel 3 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2019

50.359,8

52.549,8

54.607,4

56.931,6

60.337,8

           

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         

Autonoom

– 306,1

– 967,9

– 1.233,1

– 1.695,4

– 2.129,7

Actualisering zorguitgaven (zie tabel 3A)

– 281,1

– 281,1

– 281,1

– 281,1

– 281,1

Loon- en prijsontwikkeling

– 25,0

– 686,8

– 952,0

– 1.414,4

– 1.848,6

           

Beleidsmatig

– 420,2

– 386,8

– 426,2

– 484,4

– 433,5

Ramingsbijstelling opleidingen

– 225,0

– 176,3

– 86,3

– 150,0

– 110,0

Verlagen groeiruimte geneesmiddelen

– 120,0

– 160,0

– 230,0

– 230,0

– 230,0

Nominaal en onverdeeld Zvw

– 71,9

– 54,9

– 113,3

– 106,5

– 97,9

Overig beleidsmatig

– 3,3

4,4

3,4

2,2

4,4

           

Technisch

– 18,3

– 87,9

– 104,3

– 122,8

– 135,0

Overheveling roerende voorzieningen

– 14,1

– 14,1

– 14,1

– 14,1

– 14,1

Overheveling middelen Voorwaardelijke Toelating

– 2,2

– 19,2

– 38,2

– 57,2

– 70,2

Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg

– 0,7

– 30,7

– 30,8

– 30,7

– 30,3

Overig technisch

– 1,4

– 24,0

– 21,3

– 20,8

– 20,4

           

Totaal bijstellingen

– 744,6

– 1.442,6

– 1.763,6

– 2.302,6

– 2.698,3

           

Bruto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2019

49.615,2

51.107,2

52.843,8

54.629,0

57.639,5

           

Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2019

3.114,9

3.147,9

3.181,3

3.315,2

3.498,0

           

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         

N.v.t.

         

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Zvw-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2019

3.114,9

3.147,9

3.181,3

3.315,2

3.498,0

           

Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2019

47.244,9

49.401,9

51.426,1

53.616,4

56.839,8

Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven

– 744,6

– 1.442,6

– 1.763,6

– 2.302,6

– 2.698,3

Netto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2019

46.500,3

47.959,3

49.662,5

51.313,8

54.141,5

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting Zvw-uitgaven

Autonoom

Actualisering Zvw-uitgaven

Tabel 3A Actualisering Zvw-uitgaven 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Eerstelijnszorg

– 99,2

– 99,2

– 99,2

– 99,2

– 99,2

Tweedelijnszorg

– 12,4

– 12,4

– 12,4

– 12,4

– 12,4

Geneesmiddelen

– 62,7

– 62,7

– 62,7

– 62,7

– 62,7

Hulpmiddelen

– 57,2

– 57,2

– 57,2

– 57,2

– 57,2

Ziekenvervoer

– 2,6

– 2,6

– 2,6

– 2,6

– 2,6

Grensoverschrijdende zorg

– 47,0

– 47,0

– 47,0

– 47,0

– 47,0

Stand 1e suppletoire begroting 2019

– 281,1

– 281,1

– 281,1

– 281,1

– 281,1

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

In tabel 3A is het onderdeel «Actualisering Zvw-uitgaven» uit tabel 3 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens over 2018 van het Zorginstituut en de NZa. De realisatiecijfers over 2018 van de sectoren huisartsen/MDZ, wijkverpleging, ggz en MSZ zijn niet verwerkt in de ramingen voor 2019 en latere jaren vanwege de voor die sectoren gemaakte financiële afspraken in de afgesloten Bestuurlijke akkoorden 2019–2022.

In het verdiepingshoofdstuk wordt de actualisering van de Zvw-uitgaven per sectorverder toegelicht.

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsbijstelling van de brutozorguitgaven is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2019 van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld.

Beleidsmatig

Ramingsbijstelling opleidingen

Op basis van nieuw beschikbaar gekomen gegevens vanuit de NZa en het Capaciteitsorgaan zijn de ramingen voor de medische vervolgopleidingen aangepast. Uit de beschikbare gegevens kan worden opgemaakt dat er steeds meer artsen in opleiding tot specialist (aios) in deeltijd werken. Deze trend zet zich naar verwachting door. Hierdoor kan de raming van de kosten van het opleiden van deze aios naar beneden worden bijgesteld. Dit betekent niet dat er minder aios worden opgeleid. Daarnaast leiden ziekenhuizen minder gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel op dan waarmee rekening gehouden werd in de raming van het Capaciteitsorgaan.

Verlagen groeiruimte geneesmiddelen

De verwachte uitgaven aan geneesmiddelen zijn op basis van de geneesmiddelenraming van het Zorginstituut lager dan eerder geraamd. Daarom wordt de raming voor geneesmiddelen met € 120 miljoen in 2019, oplopend tot € 230 miljoen in 2021 neerwaarts bijgesteld.

Nominaal en onverdeeld Zvw

Deze mutatie betreft vrijval van niet benodigde groeiruimte en vrijval van middelen die gereserveerd waren voor Voorwaardelijke Toelating.

Technisch

Overheveling roerende voorzieningen

Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit de Wlz betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld een hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheveld van de Zvw naar de Wlz.

Overheveling middelen Voorwaardelijke Toelating

De huidige regeling Voorwaardelijke Toelating wordt vervangen door nieuwe regelingen. Een deel van de gereserveerde middelen binnen het Uitgavenplafond Zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting. Het gaat om de programma- en uitvoeringskosten voor de regelingen Veelbelovende zorg en Zorgevaluatie en gepast gebruik.

Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg

Dit betreffen middelen voor kwaliteitsgelden curatieve zorg. De grootste post (€ 26,5 miljoen) betreft kwaliteitsmiddelen die op grond van de Bestuurlijke akkoorden voor de huisartsenzorg, MSZ en ggz beschikbaar zijn gesteld. De middelen die bij begroting 2019 zijn toegevoegd aan de sector Overig curatieve zorg, worden vanaf 2020 via ZonMw gefinancierd en worden daarom vanaf dat jaar overgeheveld naar de begroting. Daarnaast gaat het om kwaliteitsmiddelen Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) (€ 2,2 miljoen vanaf 2020), kwaliteitsmiddelen GRZ, ELV en aanvullende geneeskundige zorg (AGZ) (€ 0,2 miljoen in 2019 en circa € 1 miljoen vanaf 2020), alsmede uitvoeringskosten van ZonMw (€ 0,5 miljoen in 2019 en € 1,0 miljoen vanaf 2020).

Overig technisch

Deze mutatie betreft onder meer ijklijnmutaties naar de VWS-begroting ten behoeve van de invoering van pneumokokkenvaccinatie en het aanbieden van het quadrivalent vaccin aan zorgverleners en de doelgroepen van het Nationaal Programma Grieppreventie.

3.2. Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten

Tabel 4 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2019 de verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten zien.

Tabel 4 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2019

23.730,1

25.888,0

28.089,4

30.193,0

32.121,6

           

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         

Autonoom

202,5

– 336,8

– 403,6

– 705,5

– 1.120,4

Actualisering zorguitgaven (zie tabel 4A)

– 96,6

– 96,6

– 96,6

– 96,6

– 96,6

Loon- en prijsontwikkeling

– 50,9

– 430,2

– 597,0

– 798,9

– 1.023,8

Jeugdhulp

350,0

190,0

290,0

190,0

0,0

           

Beleidsmatig

50,7

126,8

90,4

55,5

43,2

Ontwikkelopgave zorgkantoren

11,8

10,2

10,4

10,4

10,4

Ramingsbijstelling Wlz

– 37,3

– 8,9

– 53,4

– 101,6

– 110,9

Ambulantisering in het ggz-domein

50,0

65,0

80,0

95,0

95,0

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen

2,2

6,1

7,8

9,5

11,4

Invoeren Wet verplichte ggz

0,0

20,0

20,0

20,0

20,0

Wet Zorg en Dwang

0,5

9,6

9,7

9,9

10,0

Bijdrage Zorgvisie Groningen

6,2

6,2

6,2

6,2

6,2

Overig beleidsmatig

17,3

18,7

9,7

6,2

1,2

           

Technisch

– 617,3

– 481,5

– 566,5

– 468,4

– 280,0

Jeugdhulp (IJklijn)

– 350,0

– 190,0

– 290,0

– 190,0

0,0

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (IJklijn)

– 2,2

– 6,1

– 7,8

– 9,5

– 11,4

Invoeren Wvggz (IJklijn)

0,0

– 20,0

– 20,0

– 20,0

– 20,0

Loon- en prijsbijstelling Wmo Beschermd Wonen

– 57,0

– 57,0

– 56,9

– 56,9

– 57,0

Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015 en Jeugd (IJklijn)

– 187,3

– 187,7

– 190,1

– 190,0

– 189,9

Overheveling roerende voorzieningen

14,1

14,1

14,1

14,1

14,1

Overig technisch

– 34,9

– 34,8

– 15,8

– 16,1

– 15,8

           

Totaal bijstellingen

– 364,1

– 691,4

– 879,8

– 1.118,4

– 1.357,1

           

Bruto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2019

23.366,0

25.196,6

27.209,6

29.074,6

30.764,6

           

Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2019

1.868,3

1.946,9

2.028,5

2.113,6

2.225,6

           

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         

Autonoom

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

Actualisering eigen bijdrage

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

           

Totaal bijstellingen

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

           

Wlz-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2019

1.843,0

1.921,7

2.003,3

2.088,4

2.200,3

           

Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2019

21.861,8

23.941,1

26.060,8

28.079,4

29.896,1

Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven

– 338,8

– 666,1

– 854,5

– 1.093,1

– 1.331,8

Netto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2019

21.523,0

23.275,0

25.206,3

26.986,3

28.564,3

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting Wlz-uitgaven

Autonoom

Actualisering Wlz-uitgaven

Tabel 4A Actualisering Wlz-uitgaven 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

ZIN binnen contracteerruimte

– 69,0

– 69,0

– 69,0

– 69,0

– 69,0

Persoonsgebonden budgetten

– 61,0

– 61,0

– 61,0

– 61,0

– 61,0

Buiten contracteerruimte

33,4

33,4

33,4

33,4

33,4

Stand 1e suppletoire begroting 2019

– 96,6

– 96,6

– 96,6

– 96,6

– 96,6

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

In tabel 4A is het onderdeel «Actualisering Wlz-uitgaven» uit tabel 4 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens over 2018 van het Zorginstituut en de NZa en de meerjarige doorwerking hiervan.

In het verdiepingshoofdstuk wordt de actualisering van de Wlz-uitgaven per sector verder toegelicht.

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsbijstelling van de brutozorguitgaven is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2019 van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld.

Jeugdhulp

Gemeenten zijn nog niet in staat geweest om de transitie- en transformatiedoelen van de decentralisatie van de Jeugdhulp binnen een termijn van vier jaar te realiseren. Er is sprake van een volumestijging en uitgavenstijging. Daarvoor komt het kabinet de gemeenten de komende jaren tegemoet met een extra budget van in totaal € 420 miljoen in 2019, € 300 miljoen in 2020 en € 300 miljoen in 2021. De middelen worden op het Gemeentefonds in het juiste kasritme gezet.

Beleidsmatig

Ontwikkelopgave zorgkantoren

Voor de implementatie van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg spelen de zorgkantoren een belangrijke rol. Om deze rol goed te kunnen invullen hebben de zorgkantoren een ontwikkelopgave. Hiervoor is een additioneel bedrag van € 10,4 miljoen per jaar benodigd. Voor 2019 is een bedrag van € 11,3 miljoen benodigd. Daarnaast is besloten om de cliëntondersteuning in 2019 voort te zetten (€ 0,5 miljoen).

Ramingsbijstelling Wlz

Dit betreft een ramingsbijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk was zonder het Wlz-kader bij te stellen.

Ambulantisering in het ggz-domein

Middels het Hoofdlijnenakkoord ggz en Zorg op de Juiste Plaats wordt binnen het ggz-domein ingezet op ambulantisering van de zorg. Dit leidt tot meer zorg in het gemeentelijk domein, zowel voor beschermd wonen als voor begeleiding. In totaal is er een reeks beschikbaar van € 50 mln. in 2019 oplopend naar structureel € 95 mln. in 2022 beschikbaar. De middelen worden na ondertekening van het Hoofdlijnenakkoord ggz door de VNG gestort in het Gemeentefonds.

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen

In navolging van de in 2018 gemaakte bestuurlijke afspraak om pleegzorg (bij 18 jaar) standaard te verlengen tot 21 jaar, wordt ook de leeftijdsgrens voor gezinshuizen verhoogd tot 21 jaar. Gemeenten krijgen extra middelen voor deze verhoging.

Invoeren Wet verplichte ggz

Per 1 januari 2020 treedt de Wet verplichte ggz in werking. Als gevolg van deze wet krijgen gemeenten extra uitvoerende taken. Hiervoor worden gemeenten financieel gecompenseerd.

Wet Zorg en Dwang

In 2020 treedt de nieuwe wet Zorg en Dwang in werking. Hierin is geregeld dat vg- en pg-patiënten aanspraak kunnen maken op een cliëntvertrouwenspersoon (cvp). De cvp wordt ingezet conform het kwaliteitskader. Daarnaast wordt een landelijke faciliteit opgezet voor het bij elkaar brengen en bundelen van expertise. Voor dit geheel is budget beschikbaar gesteld oplopend tot € 10 miljoen in 2023.

Bijdrage Zorgvisie Groningen

De Stuurgroep Zorg heeft een visie opgesteld voor een duurzaam zorglandschap in de regio Groningen inclusief een advies over de versterking/vernieuwing van het zorgvastgoed. Hiervoor is in totaal € 323 miljoen nodig. De Minister heeft besloten dat VWS maximaal € 93 miljoen bijdraagt over een periode van 15 jaar om deze visie uit te verwezenlijken.

Overig beleidsmatig

Deze post is het saldo van verschillende kleine beleidsmatige mutaties.

Technisch

Jeugdhulp (IJklijn)

Deze mutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de jeugdzorg naar de algemene uitkering van het gemeentefonds. De middelen worden op het Gemeentefonds in het juiste kasritme gezet.

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (IJklijn)

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Invoeren Wet verplichte ggz (IJklijn)

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen in verband met de invoering van de Wet verplichte ggz naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Loon- en prijsbijstelling Wmo Beschermd Wonen

Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015 en Jeugd (IJklijn)

Deze mutaties betreffen de overheveling van de loon- en prijsbijstelling 2019 van het Wmo en jeugd-budget naar de integratie-uitkering Beschermd Wonen en de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Overheveling roerende voorzieningen

Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit hun instellingsbudget betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld het hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheld van de Zvw naar de Wlz.

Overig technisch

Deze post is het saldo van verschillende technische mutaties.

Toelichting Wlz-ontvangsten

Autonoom

Actualisering eigen bijdrage

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de ontvangsten 2018 die ook is verwerkt in het jaarverslag 2018 van VWS.

3.3. Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven

Bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven gaat het met name om middelen die op grond van de Wmo Beschermd Wonen in het Uitgavenplafond Zorg beschikbaar zijn. Naast de Wmo Beschermd Wonen vallen enkele andere begrotingsgefinancierde posten onder de zorguitgaven. Tot deze categorie horen bepaalde uitgaven voor zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederlanden, de subsidie(regelingen) NIPT, abortusklinieken, subsidie overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg (MSZ) en uitgaven die de kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid borgen. Deze uitgaven worden op de VWS-begroting verantwoord en toegelicht bij de artikelen 1, 2 en 4. Ten slotte zijn er bedragen gereserveerd op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën die onder het Uitgavenplafond Zorg vallen. Dit betreft onder meer de loon- en prijsbijstelling voor de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.

In tabel 5 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven. De uitgaven die onder de Wmo Beschermd Wonen vallen, worden in tabel 6 gespecificeerd.

Tabel 5 Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven en aanvullende post Financien 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2019

2.331,1

2.285,8

2.278,7

2.221,0

2.217,1

           

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         

Wmo Beschermd Wonen (gemeentefonds). Zie tabel 6

97,7

109,9

122,1

134,3

134,3

           

Autonoom

– 3,8

– 5,4

– 7,6

– 6,2

– 9,7

Loon- en prijsontwikkeling

– 3,8

– 5,4

– 7,6

– 6,2

– 9,7

           

Beleidsmatig

– 76,4

7,2

– 6,6

50,9

– 3,6

Subsidie NIPT (Artikel 1)

– 6,9

– 6,6

– 6,5

– 7,2

– 6,4

Subsidieregeling abortusklinieken (Artikel 1)

1,0

1,0

1,0

1,0

1,0

Subsidie kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid (Artikel 2)

5,1

0,0

0,0

0,0

0,0

Subsidie overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg (MSZ) (Artikel 2)

– 16,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Zorgopleidingen (Artikel 4)

– 61,7

10,5

– 2,5

55,6

0,3

Zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland (Artikel 4)

4,0

4,0

3,0

3,0

3,0

Loon- en prijsbijstelling begrotingsgefinancierde zorg

– 1,9

– 1,7

– 1,7

– 1,5

– 1,5

           

Technisch

– 0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Overig technisch

– 0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal bijstellingen

17,1

111,7

107,8

179,0

121,0

           

Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven 1e suppletoire begroting 2019

2.348,2

2.397,5

2.386,5

2.400,0

2.338,1

Tabel 6 Verticale ontwikkeling Wmo Beschermd Wonen 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2019

2020

2021

2022

2023

Netto Wmo Beschermd Wonen ontwerpbegroting 2019

1.714,4

1.713,6

1.713,6

1.713,5

1.713,6

           

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         
           

Technisch

57,0

57,0

56,9

56,9

57,0

Loon- en prijsbijstelling 2019

57,0

57,0

56,9

56,9

57,0

           

Totaal bijstellingen

57,0

57,0

56,9

56,9

57,0

           

Netto Wmo Beschermd Wonen 1e suppletoire begroting 2019

1.771,4

1.770,5

1.770,5

1.770,5

1.770,5

1

Alleen de middelen die behoren tot het Uitgavenplafond Zorg worden hier verantwoord.

Toelichting

Uitgaven

Technisch

Loon- en prijsbijstelling 2019

Dit betreft de tranche 2019 loon- en prijsontwikkeling voor beschermd wonen.

Licence