Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsprioriteiten

Inleiding

De visie «Landbouw, Natuur en Voedsel: Waardevol en verbonden» (Kamerstuk 35 000-XIV, nr. 5) en het daaropvolgend realisatieplan (Kamerstuk 35 000-XIV, nr. 76) geven weer hoe het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de transitie naar kringlooplandbouw wil realiseren. De essentie van deze transitie is een verschuiving van de focus op voedselproductie tegen lagere kostprijzen naar steeds zuiniger omgaan met grondstoffen, minder verspilling en beter hergebruik van grondstoffen. De manier waarop ons voedsel geproduceerd wordt komt meer in balans met natuurlijke hulpbronnen. Kringlooplandbouw draagt daarmee bij aan de versterking van natuur en biodiversiteit. Het doel is om in 2030 kringlopen van grondstoffen en hulpbronnen op een zo laag mogelijk schaalniveau te sluiten. Nederland wil in 2030 internationaal koploper zijn in kringlooplandbouw.

In 2020 staat de uitvoering van beleidsvoornemens op thema’s als verdienvermogen, bodem, mest, gewasbescherming en pacht centraal. Het Klimaatakkoord en de daarmee samenhangende uitvoering van het Urgenda-vonnis geven een belangrijke impuls aan de transitie naar kringlooplandbouw. Met de extra middelen die beschikbaar komen voor onder meer de verduurzaming van de veehouderij en de aanpak van de Veenweidegebieden kan LNV werk met werk maken.

De veranderingen waar we voor staan vragen veel van boeren, tuinders en vissers en de ketens waarin zij opereren. LNV wil in samenwerking met agrarische ondernemers en ketenpartijen verder werken aan een nieuw perspectief: duurzaam en innovatief met het vooruitzicht een goede boterham te kunnen verdienen. Daarbij wordt ingezet op regionale samenwerking en het bieden van ruimte voor maatwerk.

De transitie naar kringlooplandbouw vraagt betrokkenheid van de gehele samenleving. Dat begint bij bewustwording van onze voedselproductie en -consumptie. Groter bewustzijn van de herkomst van ons voedsel draagt er aan bij dat consumenten minder voedsel verspillen en andere keuzes maken bij het doen van aankopen. Initiatieven van ketenpartijen zijn hier ondersteunend aan.

Kringlooplandbouw biedt nieuw perspectief en raakt tegelijk aan verschillende belangen. We zien dat de productie en consumptie van ons voedsel in de samenleving verschillende reacties oproepen. LNV stimuleert een constructief maatschappelijk dialoog over vraagstukken zoals de effecten van onze voedselproductie op handelsstromen, prijsvorming, dierenwelzijn en gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De uitkomsten daarvan komen terug in het LNV-beleid.

Versterken ondernemerschap in de transitie naar kringlooplandbouw

Om een succesvolle transitie naar kringlooplandbouw mogelijk te maken is het belangrijk dat een agrarisch ondernemer financieel gezond is. Daarmee kunnen op verantwoorde wijze investeringen worden gedaan. De Taskforce Verdienvermogen is gevraagd te adviseren over de randvoorwaarden om een adequaat verdienvermogen voor kringlooplandbouw tot stand te laten komen. Gegeven het belang van verdienvermogen voor de transitie naar kringlooplandbouw gaat LNV in 2020 voortvarend met deze adviezen aan de slag. Dit betekent onder meer dat LNV verder in gesprek gaat met banken en andere financiers (zoals Invest-NL) om afspraken te maken over financiële producten voor ondernemers die de omslag naar een meer circulaire bedrijfsvoering willen maken.

De positie van boeren ten opzichte van hun partners in de voedselketen vraagt versterking. In 2020 wordt de nationale mededingingswetgeving aangepast. Hiermee wordt meer duidelijkheid verschaft over de ruimte in Europese regelingen voor samenwerking tussen agrariërs om hun positie op de markt te versterken. Er komt een wettelijk verbod op een aantal oneerlijke handelspraktijken, waar de Autoriteit Consument en Markt (ACM) toezicht op houdt. Het gaat bijvoorbeeld om het niet tijdig betalen van leveringen, het op het laatste moment afzeggen van een order voor bederfelijke producten en het laten meebetalen van boeren aan de marketing van producten. Het streven is de parlementaire behandeling voor beide wetsvoorstellen in 2020 af te ronden. De nieuw ontwikkelde Agro-nutrimonitor verschaft inzicht in de prijsvorming in de voedselvoorzieningsketen. Mede aan de hand daarvan verkent LNV in 2020 extra mogelijkheden om de positie van de boer in de keten verder te versterken.

In 2020 is het bedrijfsovernamefonds voor jonge boeren (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 70) operationeel. De borgstellingsregeling voor Vermogensversterkende kredieten stelt jonge boeren in staat, aansluitend op een bedrijfsovername, te investeren in duurzame bedrijfsontwikkeling. Een deel van het fonds wordt aangewend voor ondersteuning bij het overnameproces en het versterken van ondernemerschap van jonge boeren.

LNV investeert in 2020 in de kennis- en innovatiekracht van Nederland op het gebied van duurzame landbouw. Met de uitvoering van de maatregelen Innovatie op het boerenerf, weergegeven in de Kamerbrief van 19 juli 2019 (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 98), zorgt LNV voor de praktische toepassing van kennis en innovatie op het boerenerf. Boeren en tuinders worden gestimuleerd om kennis op te doen, innovaties toe te passen en van elkaar te leren. In 2020 wordt het Groen Kennisnet (GKN) omgevormd naar een interactief digitaal platform. Nieuwe inzichten komen sneller beschikbaar voor boeren en zijn meer op de praktijk gericht. Samen met onder meer de topsectoren Agri & Food en Tuinbouw & uitgangsmaterialen stelt LNV kennis- en innovatieagenda’s op. Centraal staat het realiseren van de missies landbouw, water en voedsel, waarbij in het bijzonder aandacht uitgaat naar de toepassing van (digitale) sleuteltechnologieën voor kringlooplandbouw, dierenwelzijn en natuurinclusieve teeltsystemen.

Kringlooplandbouw voor herstel van natuur en biodiversiteit

Natuur is mooi, kwetsbaar en tegelijk de basis voor al het leven op aarde. Natuur levert gezonde bodems, schoon water, schone lucht, bestuivers voor voedselgewassen, natuurlijke weerstand tegen ziekten en veerkracht bij het opvangen van klimaatverandering. Het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES) constateert dat de inspanningen van de afgelopen decennia om de natuur te beschermen onvoldoende effect hebben gehad. Een nieuwe aanpak is nodig, gericht op het integreren van biodiversiteit in economische activiteiten. Samen met andere landen werkt Nederland toe naar nieuwe ambitieuze afspraken in het mondiale biodiversiteitsverdrag (CBD) in november 2020 in China. Het doel is concrete acties af te spreken en bindende afspraken te maken die bijdragen aan het stoppen van de afbraak van natuurlijke systemen en het herstel van de biodiversiteit.

Met de transitie naar kringlooplandbouw kan de Nederlandse landbouw in samenwerking met natuurorganisaties, kennisinstellingen en overheden een belangrijke bijdrage leveren aan herstel van de biodiversiteit. Dat vraagt om een meer duurzaam gebruik van bodem, water, mest en gewasbeschermingsmiddelen.

Duurzaam bodembeheer leidt tot een betere bodemvruchtbaarheid en duurzamer geteelde gewassen. Het is de basis voor een goede waterkwaliteit, biodiversiteit en het draagt met de vastlegging van koolstof bij aan de klimaatopgave. In het Nationaal Programma Landbouwbodems werkt LNV, samen met publieke en private partijen, aan een duurzaam beheer van alle landbouwbodems in Nederland in 2030 (Kamerstuk 30 015, nr. 58). In 2020 worden meetmethoden voor bodemkwaliteit vastgesteld. Dit geeft inzicht in de ontwikkeling van de bodemkwaliteit zodat instrumentarium gerichter ingezet kan worden.

Na afronding van de consultatie start in 2020 de parlementaire behandeling van de herziening van de pachtwetgeving (Kamerstuk 27 924, nr. 73). Deze herziening resulteert in meer langlopende pachtcontracten waarbij pachters en verpachters vrijer zijn om onderling de prijzen overeen te komen waardoor beiden gestimuleerd worden duurzaam met de bodem om te gaan. Daarnaast blijft hiermee de pacht voor (jonge) boeren beschikbaar om een duurzaam bedrijf te starten.

Zowel voor de natuur als de landbouw is voldoende en kwalitatief goed oppervlakte- en grondwater nodig. In 2020 geeft LNV, samen met agrariërs, overheden en waterbeheerders, uitvoering aan de afspraken die zijn gemaakt in het Deltaprogramma Zoetwater en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Het gaat in het bijzonder om het slim vasthouden, bergen en efficiënt (her)gebruiken van water.

In het najaar van 2019 presenteert LNV de contouren van het nieuwe mestbeleid, waarvan de uitvoering in 2020 start. Het doel is de nutriënten uit mest beter te benutten en het gebruik van kunstmest te verminderen. Dit draagt bij aan verbetering van de bodem- en waterkwaliteit. Kringlooplandbouw is hier ondersteunend aan; het doel is de voer-mestkringloop in 2030 zoveel mogelijk te sluiten door hergebruik en efficiënter om te gaan met voedsel en meststoffen. Met het sluiten van kringlopen wordt de mestregelgeving voor boeren ook minder beknellend.

Het uitvoeringsprogramma dat volgt op de Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 (Kamerstuk 27 858, nr. 449) moet resulteren in een substantiële verlaging van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. LNV zet in op een trendbreuk naar meer weerbare planten en teeltsystemen, zoals combinaties van teelten, boslandbouw en strokenteelt. Mens, milieu en natuur worden hierdoor minder belast met schadelijke stoffen. Daar waar gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, is dit in lijn met de principes van geïntegreerde gewasbescherming, nagenoeg zonder emissies naar het milieu en residuen op producten.

Om de ontwikkeling van nieuwe gewassen te versnellen zet LNV, samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), in Europees verband in op een doorbraak voor verruiming van de toepassing van nieuwe veredelingstechnieken, zoals CRISPR-Cas, mits daarbij geen soortengrenzen worden overschreden. Hierdoor kan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen afnemen en kan de landbouw zich beter aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. Ondersteunend hieraan is de implementatie van de nieuwe Europese Plantgezondheidsverordening, gericht op het voorkomen van de insleep en verspreiding van plantenziekten.

Verdere versterking natuur en biodiversiteit

LNV ziet er op toe dat de meerjarige afspraken met provincies voor de realisatie van het Natuur Netwerk Nederland worden behaald. Van onderop ontstaan aanvullende initiatieven voor versterking van de natuur. LNV wil deze, waar mogelijk, ondersteunen. Met de initiatiefnemers van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel worden in 2020 afspraken gemaakt over meerjarige Rijksinzet.

De uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof heeft grote gevolgen voor tal van ruimtelijk-economische ontwikkelingen in Nederland, waaronder de landbouw, verduurzaming en natuur. Dit is aanleiding om, mede aan de hand van de adviezen van het Adviescollege Stikstofproblematiek (Kamerstuk 32 670, nr. 164), tot een nieuwe aanpak te komen die recht doet aan (bescherming van) de natuurkwaliteit in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden in combinatie met perspectief voor economische ontwikkeling en proportionele administratieve lasten. Daarvoor werkt LNV interbestuurlijk nauw samen met de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Defensie, de provincies, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Met het Klimaatakkoord komen in 2020 middelen beschikbaar om veehouderijbedrijven in de omgeving van Natura 2000-gebieden te stimuleren emissies te reduceren en daarmee natuurwaarden te versterken.

Het bosbeheer roept in toenemende mate discussie op in de maatschappij. Doelen op het gebied van klimaat, natuur, recreatie en duurzaam gebruik van grondstoffen kunnen met elkaar schuren. Met een bossenstrategie wil LNV een zorgvuldige afweging tussen de verschillende doelen kunnen maken. De uitvoering van de bossenstrategie in 2020 gebeurt in verbinding met de maatregelen in het Klimaatakkoord, gericht op uitbreiding van het bosareaal en het tegengaan van ontbossing.

LNV werkt samen met het Ministerie van IenW aan de Programmatische Aanpak Grote Wateren om natuur, energie en voedsel in deze wateren meer in evenwicht te brengen (Kamerstuk 27 625, nr. 422). In de periode tot 2050 komen diverse systeemingrepen in uitvoering. Waar nodig worden aanpassingen gedaan in het beheer en het gebruik van wateren. In 2020 stellen LNV, IenW en de betrokken regio’s extra middelen beschikbaar voor uitvoering (Kamerstuk 35 000-J, nr.7).

Samen met IenW en de Waddenprovincies versterkt LNV het beheer en herstel van UNESCO Werelderfgoed de Waddenzee. In 2020 is een Beheerautoriteit ingericht voor één samenhangende en planmatige aanpak van natuur-, water- en visbeheer (Kamerstuk 29 684, nr. 185). Met het Programma «Naar een Rijke Waddenzee 2019–2022» draagt LNV in 2020 bij aan natuurherstel en verduurzaming van de mossel- en garnalenvisserij (Kamerstuk 29 684, nr. 163).

Verduurzaming landbouw en landgebruik

Het pakket aan maatregelen in het Klimaatakkoord voor Landbouw en Landgebruik moet resulteren in een broeikasgasreductie van 6,0 Megaton. Hiermee worden de doelstellingen voor 2030 (3,5 Megaton) gehaald en wordt een voorschot genomen op verdere CO2-reductie op weg naar 2050.

In de verduurzaming van de landbouw speelt de veehouderij een belangrijke rol. Veel opgaven zoals het sluiten van de voer-mest kringloop, het herstel van biodiversiteit, het reduceren van emissies via diervoer (ook voor de gezondheid van omwonenden) en de naleving van eisen op het gebied van dierenwelzijn en diergezondheid komen samen op het erf van de veehouder. In 2020 werkt LNV aan de transitie naar een verdere verduurzaming van de veehouderij door het stimuleren van innovaties, regionale initiatieven en de markt voor duurzame dierlijke producten. Daarnaast ondersteunt LNV de uitvoering van de plannen van dierlijke sectoren om hun bedrijfsvoering verder te verduurzamen.

In 2020 worden subsidies toegekend op basis van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Kamerstuk 28 973, nr. 213). Varkenshouders in Zuid- en Oost-Nederland die geuroverlast veroorzaken kunnen een financiële vergoeding krijgen als zij hun bedrijf beëindigen. Daarnaast stelt LNV vanaf eind 2019 een subsidieregeling open ter bevordering van brongerichte emissiebeperkende innovaties in stallen. In Europees verband zet LNV zich in voor aanpassing van de Nitraatrichtlijn om de mogelijkheden voor het gebruik van dierlijke mest te verruimen en daarmee tot vermindering van het gebruik van kunstmest te komen.

Naast een algemeen duurzaam beheer van landbouwbodems, werkt LNV in 2020 specifiek aan de aanpak van de problematiek in veenweidegebieden, waar het veen oxideert en de bodem daalt als gevolg van een laag waterpeil en intensief agrarisch gebruik. LNV stimuleert boeren om nieuwe, minder intensieve vormen van landgebruik en andere teelten toe te passen om bodemdaling tegen te gaan en de natuur te versterken.

Met de afspraken in het Tuinbouwakkoord (Kamerstuk 32 627, nr. 30) werkt LNV, samen met de glastuinbouwsector, aan de realisatie van de ambitieuze doelstelling van een volledig klimaatneutrale glastuinbouwsector in 2040. In 2020 zijn er extra middelen beschikbaar voor de uitvoering van het programma Kas als Energiebron.

Om in te kunnen spelen op de veranderingen in het klimaat voor de landbouw start LNV met de uitvoering van het meerjarige Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw. Het doel hiervan is dat alle ondernemers in de land- en tuinbouw in 2030 voorbereid zijn op de veranderingen in het klimaat (neerslagextremen, droogte, hitte en verzilting). In 2020 staat de verbetering van het water- en bodemsysteem en de ontwikkeling van robuuste rassen en teeltsystemen centraal. Daarnaast wordt de Brede Weersverzekering in 2020 toegankelijker en gunstiger voor boeren. In samenwerking met het Ministerie van Financiën wordt er geen assurantiebelasting meer op deze verzekeringen geheven en wordt de schadedrempel verlaagd naar 20%. Hierdoor worden de risico’s die boeren lopen bij de productie van gewassen in het open veld beter beheersbaar.

Dierenwelzijn en diergezondheid

Dierenwelzijn is onderdeel van de verduurzaming van de veehouderij. In 2020 is een subsidieregeling operationeel die, naast emissiearme stalsystemen, bijdraagt aan de verbetering van het dierenwelzijn. Ook werkt LNV in 2020 verder aan de terugdringing van het aantal stalbranden met dierlijke slachtoffers door onder andere periodieke elektrakeuring en beveiliging van elektromotoren en detectiesystemen alsmede het bevorderen van geïntegreerde plaagdierbeheersing. Om de sterfte onder kalveren, geitenlammeren en biggen structureel te verminderen worden kwaliteits- en benchmarksystemen ingericht. Internationaal zet LNV zich in voor het verbeteren en beperken van diertransport door aanscherping van de Europese Transportverordening en voor verdergaande afspraken over proefdiervrije innovatie.

Op 1 januari 2020 start het nieuwe convenant voor het Diergezondheidsfonds, waaruit de kosten voor preventie en bestrijding van besmettelijke dierziekten worden betaald. LNV verkent de toekomstbestendige opbouw van de plafondbedragen van het fonds. Daarnaast bereidt LNV de inwerkingtreding van een nieuwe Europese diergezondheidsverordening voor. De Europese verordening diergeneesmiddelen wordt geïmplementeerd en LNV draagt financieel bij aan de uitvoering van het sectorspecifieke beleid voor reductie van het antibioticagebruik (Kamerstuk 29 683, nr. 220). Tenslotte voert LNV in 2020 de roadmaps voor vogelgriep en Afrikaanse varkenspest uit om de risico’s op en de gevolgen van uitbraken van deze besmettelijke dierenziekten te beperken.

Waardering voor voedsel en voedselveiligheid

De omslag naar kringlooplandbouw vraagt om meer waardering van consumenten voor de inspanningen van boeren, tuinders en vissers. Bewustzijn van de herkomst van ons voedsel draagt er aan bij dat consumenten minder voedsel verspillen en andere keuzes maken in hun aankoopgedrag. Zoals weergegeven in de Kamerbrief van 2 augustus naar aanleiding van de initiatiefnota van het lid Dik-Faber «Verbinding boer(in)-burger. Voedsel dichtbij» (Kamerstuk 35 068, nr. 4), zet LNV zich in voor het bevorderen van de waardering voor en afzet van Nederlandse streek- en regioproducten. Tevens ondersteunt LNV de Taskforce Korte Keten om de belangstelling van consumenten voor voedsel, gemaakt in de directe omgeving, te vergroten.

In 2020 bouwt LNV verder aan een circulair voedselsysteem waarbij onnodig verlies van voedsel zoveel mogelijk wordt voorkomen. De afspraken die samen met bedrijven en organisaties in het nationaal platform «Samen tegen voedselverspilling» zijn gemaakt worden voortgezet. Het doel is om in 2030 1 miljoen ton grondstoffen binnen de voedselketen te houden danwel een hoogwaardigere bestemming te geven. In 2020 wordt ook uitvoering gegeven aan de aanpak van voedselverspilling in de horeca en de publiekscampagne «Hoe verspillingsvrij ben jij?»

Het eiwitrapport van de Europese Commissie laat zien dat het benutten van eiwitten uit reststromen veel kansen biedt voor het realiseren van een circulair voedselsysteem. LNV wil het aandeel reststromen als grondstof van diervoeders en als meststof voor plantaardige productie vergroten, mits veilig en gezond toepasbaar en ook economisch haalbaar. Met de inzet van een «team reststromen» ondersteunt LNV ondernemers die knelpunten ervaren bij de inzet van reststromen. In navolging van het rapport van de Europese Commissie presenteert LNV in 2020 een nationale eiwitstrategie.

De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) benut de extra middelen uit het Regeerakkoord om het toezicht en de handhaving op voedselveiligheid en dierenwelzijn te versterken. Daarnaast bouwt de NVWA in 2020 voort op de ingezette koers van meer risicogericht, kennisgedreven en uniform toezicht, waarvoor nieuwe werkwijzen worden ontwikkeld en toegepast. In 2020 maakt de NVWA ook inzichtelijk hoe met de voorstellen volgend uit de herbezinning een effectieve uitvoering van toezicht en handhaving gewaarborgd blijft.

Versterken samenwerking met regio’s

De regio is een belangrijke plek voor het sluiten van kringlopen van grondstoffen, hulpbronnen en natuurinclusieve landbouw. In de regio worden reststromen benut en ontstaan korte ketens van streekgebonden voedselproductie. LNV biedt gelijkwaardig partnerschap aan publieke en private partijen in regio’s, met het doel samen maatwerk te vinden voor een effectieve aanpak van meervoudige regionale opgaven. Gegeven de verschillen in opgaven tussen regio’s zet LNV gebiedsgerichte infrastructuren in: de Regio Deals, het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland, de pilots voor het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) en de experimenteergebieden voor kringlooplandbouw.

De Regio Deals hebben als doel de Brede Welvaart te versterken. Na openstelling van de derde tranche Regio Deals voor voorstellen van regionale partijen neemt het kabinet in het voorjaar van 2020 een besluit over de selectie van voorstellen en voorlopige toedeling van middelen. In 2020 komen de Regio Deals uit de eerste en tweede tranche verder tot uitvoering. Voor de transitie naar kringlooplandbouw en het versterken van de biodiversiteit zijn de Regio Deals Foodvalley, Achterhoek, Bodemdaling Groene Hart en Natuurinclusieve landbouw belangrijk. De uitvoering van de Regio Deal Noordelijk Flevoland draagt bij aan de verduurzaming van de IJsselmeervisserij. Het interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland heeft als doel om samen met Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen een toekomstbestendig landelijk gebied te realiseren. Dit gebeurt door middel van een samenhangende aanpak van maatschappelijke opgaven zoals voedselproductie, waterveiligheid en energietransitie. In 2020 komen 15 voorstellen van regio’s in uitvoering.

Perspectief op de Noordzee en voor de visserij

In aansluiting op de LNV-visie en het Klimaatakkoord werkt LNV in 2020 aan de verdere ontwikkeling en een betere benutting van onze blauwe ruimte; de Noordzee. Het doel is te komen tot een duurzame balans tussen voedsel, natuur en energie. De toekomst voor de visserijsector en het beschermen van ecologische kwaliteiten hebben daarbij de bijzondere aandacht van LNV. In 2020 verkent LNV de nieuwe kansen die met een meervoudig gebruik van de Noordzee ontstaan, zoals de combinatie van locaties voor wind op zee met de teelt van zeewier en oesters en het herstel van de mariene biodiversiteit.

De Nederlandse visserijsector staat onder druk. Dat geldt in het bijzonder voor de kottervisserij. Conflicterende belangen in het ruimtegebruik op zee, het Europees verbod op pulsvisserij en de gevolgen van een naderende Brexit zorgen ervoor dat vissers en hun families in onzekerheid verkeren over de toekomst. LNV werkt samen met de kotterorganisaties aan een visie die moet leiden tot een toekomstperspectief voor de sector, gericht op de transitie naar betere verdienmodellen en een duurzame visserijvloot. Een toekomstbestendige visserij is innovatief en heeft minder uitstoot, minder bodemberoering en minder ongewenste bijvangsten. Naar verwachting is in de loop van het najaar 2019 de visie gereed. Dit geldt ook voor het Noordzeeakkoord dat duidelijkheid geeft over de balans in het ruimtegebruik op de Noordzee. Daaropvolgend draagt LNV in 2020 bij aan het ontwerp-Programma Noordzee 2022–2027.

In aansluiting op de totstandkoming van de kottervisie start LNV in 2020 met een innovatieprogramma. Hiervoor worden extra middelen uit het Regeerakkoord ingezet. Innovatie voor verduurzaming is ook de inzet van LNV bij de totstandkoming van een nieuwe verordening van het Europees Maritiem, Visserij- en Aquacultuur Fonds (EMVAF) 2021–2027. Over dit fonds wordt naar verwachting in 2020 een besluit genomen. Ten slotte geeft LNV uitvoering aan het Actieplan voor een toekomstbestendig IJsselmeerbeheer (Kamerstuk 31 710, nr. 71). In 2020 wordt onder meer de structurele visvangstcapaciteit voor het IJsselmeergebied bepaald.

Internationaal werken aan kringlooplandbouw en verduurzaming

Landbouwmarkten en daarmee ook de kringloopsystemen zijn internationaal. Onze internationale omgeving is sterk in beweging. Nieuwe verhoudingen tussen landen en werelddelen krijgen vorm. Het risico van handelsbelemmeringen neemt toe. Dit is kwetsbaar voor een open economie als die van Nederland en in het bijzonder voor de internationaal opererende agrofoodsector. LNV participeert in gremia zoals de OESO, WTO, FAO en G20 en zet zich, ook via het netwerk van landbouwraden, onverminderd in voor vrije markttoegang. Aansluitend op de LNV-visie ligt het accent daarbij op gezond, duurzaam en circulair geproduceerd voedsel. LNV zet zich in voor handelsakkoorden die bijdragen aan zowel handelsbelangen als duurzaamheidsdoelstellingen; het realiseren van een «gelijk speelveld» is daarbij cruciaal.

In Europees verband staat in 2020 de herziening van het GLB centraal. De Nederlandse inzet hiervoor krijgt vorm in een Nationaal Strategisch Plan dat LNV samen met andere betrokken ministeries, de provincies, waterschappen en overige stakeholders opstelt. De samenwerkende partijen zetten zich in voor een nieuw GLB dat zoveel mogelijk ondersteunend is aan de transitie naar een circulaire en duurzame landbouw met aandacht voor biodiversiteit en landschapselementen. De Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) treft in 2020 de voorbereidingen voor de uitvoering van het nieuwe GLB. Aanvullend zet LNV in Europees verband in op een Agenda kringlooplandbouw en de realisatie van het kennis- en innovatieprogramma Horizon Europe. Samen met partners heeft LNV voorbereidingen getroffen voor de gevolgen van een mogelijke Brexit. De onzekerheid daarover duurt voort en daarom blijft alertheid geboden.

Zoals weergegeven in de Kamerbrief «Op weg naar een wereld zonder honger in 2030: de Nederlandse inzet» (Kamerstuk 2019Z11, nr. 528) heeft Nederland met zijn kennis op het gebied van landbouw, water en voedselketens en het innovatieve bedrijfsleven een goede positie om een bijdrage te leveren aan de mondiale voedselzekerheid. Met de export van deze kennis kan Nederland andere landen ondersteunen om voedsel op een meer duurzame wijze te produceren. Dat draagt in het bijzonder bij aan het tweede Sustainable Development Goal (SDG) van de Verenigde Naties: «geen honger». In 2020 wordt de aanpak voor internationale voedselzekerheid uitgewerkt binnen onder meer het Netherlands Food Partnership. Doelstelling is het realiseren van een circulair systeem van voedselvoorziening, waarbij mensen weten wat gezond eten is, of het veilig is, waar het vandaan komt en hoe en door wie het geproduceerd is. Ten slotte zet LNV zich, door middel van de convenanten voor internationaal verantwoord ondernemen, in om risico’s in de keten ten aanzien van mensenrechten, arbeid en milieu aan te pakken.

Bestemming envelopmiddelen LNV Regeerakkoord en Klimaatakkoord

Onderstaande tabellen geven een overzicht van alle intensiveringen op de begroting van LNV in het kader van het Regeerakkoord en het Klimaatakkoord. Daarbij is inzichtelijk gemaakt waar de betreffende middelen zijn geland in de begroting. Toelichting op de besteding en voortgang van deze intensiveringen is terug te vinden in de betreffende beleidsartikelen van de begroting en meer in detail in de Kamerbrieven over de specifieke onderwerpen.

Overzicht regeerakkoordmiddelen LNV (bedragen x € 1 mln.)

Envelop

Artikel/onderdeel

2019

2020

2021

2022

2023

2024

F29 Cofinanciering warme sanering varkenshouderij

Art. 11 / Subsidies, Opdrachten en Bijdragen aan agentschappen

1

101

49

18

8

6

F29 Warme sanering (restant envelop)

Nog niet op LNV-begroting

 

4

4

4

3

1

F31 Cofinanciering Innovatieve Visserij

Art. 11 / Subsidies

5

5

5

     

F30 Fonds bedrijfsopvolging agrarische sector

Art. 11 / Garanties

50

25

       

F28 Capaciteit NVWA + 25 mln. Rutte II (LNV-deel)

Art. 11 / Bijdragen aan agentschappen

6

15

16

13

13

13

E25 Natuur en Waterkwaliteit (6e Actieprogramma Nitraatrichtlijn)

Art. 11 / Opdrachten

14

18

17

E25 Natuur en Waterkwaliteit (Interbestuurlijk Programma, Naar een vitaal platteland)

Nog niet op LNV-begroting

40

G37 Toepast onderzoek innovatie (deel Wageningen Research)

Art. 11 / Subsidies en Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

18

25

25

25

25

25

E23 Klimaatenvelop tranche 2018

Art. 11 / Subsidies en Opdrachten

3

1

2

2

2

E23 Klimaatenvelop tranche 2019

Art. 11 / Subsidies en Opdrachten.

Art. 12 / Opdrachten

29

3

       

Totaal

 

126

237

118

62

51

45

Overzicht intensiveringen LNV voorstel Klimaatakkoord en Urgenda (bedragen x € 1 mln.)
 

Artikel/onderdeel

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Voorstel Klimaatakkoord:

             

Brongerichte maatregelen

Art. 11 / Subsidies

 

11

11

10

10

10

Geïntegreerde aanpak uitstoot methaan en ammoniak

Art. 11 / Opdrachten

 

6

6

5

5

5

Kas als Energiebron (EG)

Art. 11 / Subsidies

 

13,5

15,5

15,5

16,5

15,5

Kas als Energiebron (Innovatie)

Art. 11 / Opdrachten

 

12,5

10,5

7,5

8,5

8,5

Bodemkoolstof (kennisverspreiding en innovatie)

Art. 11 / Opdrachten

 

7

7

Bomen, bos en natuur

Art. 12 / Opdrachten

 

6

6

6

6

6

Advisering agrarische ondernemers op het gebied van kringlooplandbouw

Art. 11 / Opdrachten

 

1

1

0,5

0,5

1

Voedselverspilling

Art. 11 / Opdrachten

 

1

1

0,5

0,5

Urgenda:

             

Subsidieregeling sanering varkenshouderijen

Art. 11 / Subsidies

10

60

       

Energie-efficiëntie glastuinbouw (EG)

Art. 11 / Subsidies

4

12

       

Innovatieagenda energie

Art. 11 / Opdrachten

 

2,5

       

Totaal

 

14

132,5

58

45

47

46

Voor LNV gereserveerde middelen met betrekking tot maatregelen voorstel Klimaatakkoord1 (bedragen x € 1 mln.)
 

2020

2021

2022

2023

2024

Veenweiden

79

79

16

16

16

Veehouderij rondom Natura 2000-gebieden

20

40

40

   

Kunstmestvervanging

4

4

2

2

3

Bodemkoolstof

3

3

1

1

1

Brongerichte maatregelen (pilots, demo's)

4

4

4

4

4

Randvoorwaarden voor verdienmodel / klimaatvriendelijke producten

2

2

2

   

Totaal

112

132

65

23

24

1

Deze middelen worden op een later moment toegevoegd aan de begroting van LNV

Licence