Base description which applies to whole site

2.1.2 Plafondtoets Sociale Zekerheid

Tabel 2.1.4 Ontwikkeling uitgavenplafond Sociale Zekerheid (in miljoenen euro, - is onderschrijding)
  

2020

1

Uitgavenplafond bij Miljoenennota 2020

84.916

2

Overboekingen met Rijksbegroting en Zorg

‒ 155

3

Aanpassing uitgavenplafond vanwege loon- en prijsontwikkeling

178

4

Aanpassing uitgavenplafond vanwege conjuncturele effect WW en bijstand

620

5

Overige plafondcorrecties

‒ 4

6

Uitgavenplafond bij Financieel Jaarverslag Rijk 2020 (= 1 t/m 6)

85.555

7

Noodmaatregelen corona

16.463

   

8

Uitgaven bij Miljoenennota 2020

85.204

 

Uitgavenmutaties met plafondaanpassing

 

9

Overboekingen met Rijksbegroting en Zorg

‒ 155

10

Aanpassing uitgavenplafond vanwege loon- en prijsontwikkeling

178

11

Aanpassing uitgavenplafond vanwege conjuncturele effect WW en bijstand

620

12

Overige plafondcorrecties

‒ 4

   
 

Uitgavenmutaties met budgettair beslag

 

13

Algemene Ouderdomswet (AOW)

‒ 117

14

Arbeidsongeschiktheid

‒ 87

15

Integratie

‒ 23

16

Herstel-actie Wet op het kindgebonden budget (WKB)

107

17

Kinderopvangtoeslag

152

18

Compensatie Transitievergoeding bij Langdurige Arbeidsongeschiktheid

162

19

Uitvoeringskosten

‒ 21

20

Veranderopgave inburgering (VOI)

‒ 43

21

Wajong

‒ 35

22

Wet op het kindgebonden budget

‒ 193

23

Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl)

‒ 67

24

Ziektewet

268

25

Kasschuiven

‒ 51

26

Overig

‒ 84

27

Uitgaven bij Financieel Jaarverslag Rijk 2020 (= 8 t/m 27)

85.811

28

Noodmaatregelen corona

16.463

   

29

Over-/onderschrijding bij Miljoenennota 2020 (= 8 - 1)

288

30

Over-/onderschrijding bij Financieel jaarverslag Rijk 2020 (= 27 - 6)

256

De toets op het deelplafond Sociale Zekerheid laat een overschrijding van het plafond zien van 256 miljoen euro in 2020. Bij Miljoenennota 2020 was er sprake van een verwachte overschrijding van het uitgavenplafond Sociale Zekerheid van 288 miljoen euro in 2020.

Uitgavenmutaties met plafondaanpassing

Het plafond Sociale Zekerheid wordt, volgens de begrotingsregels, aangepast voor een aantal soorten mutaties. Dit zijn onder andere de overboekingen met de plafonds Rijksbegroting en Zorg, en de geraamde loon- en prijsbijstelling van de uitkeringsregelingen onder het uitgavenplafond Sociale Zekerheid. De uitgavenmutaties waarvoor het plafond wordt aangepast, worden verder uitgesplitst in de tabel onder «uitgavenmutaties met plafondaanpassing» en worden hieronder verder toegelicht.

Ook is in de begrotingsregels opgenomen dat het uitgavenplafond Sociale Zekerheid wordt aangepast voor niet-beleidsmatige mutaties in de WW en bijstand. Hierdoor hebben deze mutaties geen invloed op de ruimte onder het uitgavenplafond Sociale Zekerheid.

9. Overboekingen met Rijksbegroting en Zorg

Overboekingen van de plafonds Rijksbegroting en Zorg leiden tot een neerwaartse bijstelling van de uitgaven onder het plafond Sociale Zekerheid. De bijstelling van het plafond is gelijk aan de grootte van de overboekingen.

10. Aanpassing uitgavenplafond loon- en prijsontwikkeling

De loon- en prijsontwikkeling van de uitkeringsregelingen onder het uitgavenplafond Sociale Zekerheid wordt gedurende het jaar geactualiseerd op basis van de economische ramingen van het CPB. De loon- en prijsontwikkeling voor 2020 is opwaarts bijgesteld ten opzichte van de Miljoenennota 2020. De aanpassing van het uitgavenplafond is gelijk aan de bijstelling van de loon- en prijsontwikkeling.

11. Aanpassing uitgavenplafond niet-beleidsmatige mutaties WW en bijstand 

In de begrotingsregels is afgesproken dat het uitgavenplafond Sociale Zekerheid wordt aangepast voor niet-beleidsmatige mutaties in de WW en bijstand. Hierdoor hebben deze mutaties geen invloed op de ruimte onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Als gevolg van de coronacrisis is het gebruik van WW en bijstand fors toegenomen ten opzichte van wat eerder werd verwacht. De ramingen zijn aangepast op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en gemeenten, en van de werkloosheidsraming van het CPB. Het uitgavenplafond is ook aangepast voor de uitvoeringskosten van het UWV die gerelateerd zijn aan de stijgende WW-instroom door de oplopende werkloosheid.

12. Overige uitgavenmutaties zonder beslag op de budgettaire ruimte

Het uitgavenplafond wordt gecorrigeerd voor mutaties in het aandeel eigenrisicodragers in de Ziektewet (ZW). Het plafond wordt neerwaarts gecorrigeerd, doordat het aandeel eigenrisicodragers minder hard is toegenomen dan verwacht.

Uitgavenmutaties met budgettaire ruimte

13. Algemene Ouderdomswet (AOW)

De uitkeringslasten aan de AOW zijn lager uitgekomen dan geraamd bij Miljoenennota 2020, voornamelijk vanwege hogere sterfte als gevolg van het coronavirus.

14. Arbeidsongeschiktheid

De meevaller op de post arbeidsongeschiktheid wordt voor het grootste deel verklaard, doordat de gemiddelde uitkering lager is dan verwacht, voornamelijk in de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA). Het aantal uitkeringen komt over het totaal van de regelingen iets hoger uit dan verwacht. Het gaat daarbij om een lager aantal uitkeringen in de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) en een hoger aantal uitkeringen in de WGA.

15. Integratie

De uitgaven voor de Remigratiewet en het Leenstelsel DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) worden neerwaarts bijgesteld. Aanleiding hiervoor zijn de uitvoeringsrapportages van DUO en de Sociale Verzekerinsbank (SVB).

16. WKB-herstelactie

De verdeling van de uitgaven voor de Wet Kindgebonden Budget (WKB)-herstelactie verloopt iets anders over de jaren dan oorspronkelijk geraamd. Uitgaven die eerder gepland stonden voor 2019 waren vertraagd en zijn uitgekeerd in 2020. Daarnaast is tijdens de uitvoering een extra groep in beeld gekomen die in aanmerking komt voor herstel. Ook voor deze groep zijn bedragen uitgekeerd in 2020. De herstelactie is overigens nog niet volledig afgerond. Dit komt doordat Belastingdienst/Toeslagen van een kleine groep ouders onvoldoende gegevens heeft om tot uitkering over te gaan. Deze uitkering volgt naar verwachting in 2021 en 2022 en leidt tot minder uitgaven in 2020.

17. Kinderopvangtoeslag (KOT)

De uitgaven kinderopvangtoeslag kwamen hoger uit dan was geraamd. Ondanks de verslechterde conjunctuur in 2020 is het gebruik van kinderopvang sterker gestegen dan verwacht. Daarnaast slaagt de Belastingdienst er steeds beter in om de kinderopvangtoeslag die ouders ontvangen, aan te laten sluiten bij hun rechten. Hoewel dit in 2020 een neerwaarts effect had op de uitgaven, waren er vooral minder terugvorderingen en ontvangsten. Met name de ontvangsten uit de toeslagjaren 2018 en 2019 kwamen lager uit dan was verwacht.

18. Compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid

Sinds 1 juli 2015 moeten werkgevers een transitievergoeding bij ontslag betalen. Deze regeling compenseert werkgevers voor de transitievergoeding die zij betalen bij ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid van een werknemer. De regeling is vanaf april 2020 in werking getreden. Het grootste deel van deze tegenvaller (201 miljoen euro) heeft te maken met bedragen die worden uitgekeerd met terugwerkende kracht (over de periode juli 2015 – april 2020). Inhoudelijk is deze tegenvaller te verklaren, doordat het gemiddelde dienstverband bij ontslag aanzienlijk hoger was dan verwacht. Daarmee was de gemiddelde hoogte van de gecompenseerde transitievergoedingen ook hoger dan geraamd. Het gemiddelde salaris was juist wat lager dan verwacht.

19. Uitvoeringskosten

De uitgaven voor de uitvoeringskosten UWV zijn in 2020 lager uitgevallen, omdat een aantal reserveringen niet of gedeeltelijk is besteed. Zo is onder andere een deel van de implementatie van de subsidieregeling Stimulering Arbeidsmarkt Positie (STAP-budget) van 2020 naar 2021 geschoven. De uiteindelijke kosten van de implementatiekosten van de Regeling Vervroegde Uittreding (RVU-heffing) in 2020 vielen mee. Verder is de implementatie van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (MEBV) meer gefaseerd over de jaren. Hierdoor is de reservering hiervoor in 2020 niet volledig tot besteding gekomen.

20. Veranderopgave Inburgering (VOI)

Bij de Voorjaarsnota 2020 heeft SZW middelen vrijgemaakt voor de implementatie van het nieuwe inburgeringsstelsel. Hiertoe zijn middelen geschoven van het plafond Sociale Zekerheid naar het plafond Rijksbegroting.

21. Wajong

Bij uitwerking van het wetsvoorstel Vereenvoudiging Wajong is gebleken dat de uitsluitingsgrond studerende in de Wajong pas per 1 januari 2021 kan worden geschrapt. De uitkeringslasten 2020 zijn daarom naar beneden bijgesteld met het budget dat stond gereserveerd voor een invoering vanaf 1 januari 2020. Daarnaast is de raming van de Wajong-uitkeringslasten naar beneden bijgesteld op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV. Dit kwam deels door lager dan verwachte sociale lasten en deels door een hoger dan verwachte uitstroom.

22. Wet op het kindgebonden budget

De uitkeringslasten voor de Wet op het kindgebonden budget (WKB) zijn lager uitgekomen dan verwacht bij de begroting 2020. De inkomenspositie van huishoudens met kinderen is, ondanks de coronacrisis, positiever dan destijds verwacht. Daarnaast sluiten de voorschotten van de WKB beter aan bij de beschikkingen (het recht) dan eerder geraamd. Dit heeft geleid tot minder terugontvangsten.

23. Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl)

Binnen de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) laten de realisatiecijfers een meevaller zien op de loonkostenvoordelen (LKV), een tegenvaller op het lage-inkomensvoordeel (LIV) en een meevaller op het jeugd-LIV.

24. Ziektewet

De verwachte uitgaven aan de Ziektewet (ZW) zijn opwaarts bijgesteld. Een belangrijke verklaring voor de hogere ZW-uitgaven zijn de gevolgen van het coronavirus. Dit uit zich onder andere door een sterk toegenomen aantal WW-gerechtigden die een beroep doen op de ZW. Daarnaast is vanwege het urgente belang voor de volksgezondheid met het UWV een afspraak gemaakt over zogeheten vangnetters. Als zij vanwege quarantaine niet kunnen werken, kunnen zij aanspraak maken op een ZW-uitkering. Het gaat om werknemers die geen werkgever (meer) hebben, zoals uitzendkrachten en eindedienstverbanders. Tot slot valt het aantal ZW-uitkeringen bij zwangerschappen hoger uit dan verwacht.

25. Kasschuiven

Er zijn verschillende kasschuiven onder het uitgavenplafond Sociale Zekerheid, waaronder kasschuiven voor Breed Offensief, Veranderopgave Inburgering (VOI) en uitvoeringskosten van het EU-ouderschapsverlof.

26. Overig

Onder de post Overig vallen onder andere herschikkingen binnen de begroting om verschillende moties te dekken en de boeteontvangsten van de Inspectie SZW. Ook zit in deze post de verwerking van het Beeld van de Uitvoering (BvdU) van gemeenten in de raming van de bijstand voor zelfstandigen (BBZ). Daarnaast vallen hieronder de eindafrekening over 2019, de voorlopige rekening, en de slotwetmutaties.

28. Noodmaatregelen corona

Het kabinet heeft sinds de uitbraak van het coronavirus verschillende noodmaatregelen genomen. Het kabinet acht het niet wenselijk om voor deze noodmaatregelen andere uitgaven te verminderen. Daarom wordt het uitgavenplafond aangepast voor deze mutaties. In de technische verwerking wordt hiervoor een plafondcorrectie gedaan.

Licence