Base description which applies to whole site

3.3 Realisatie periodieke rapportages en beleidsdoorlichtingen

Realisatie periodieke rapportages en beleidsdoorlichtingen

Elke minister is op basis van de Comptabiliteitswet 2016 verantwoordelijk voor het periodiek onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Hiervoor maken alle departementen gebruik van de Strategische Evaluatieagenda (SEA), die jaarlijks in de begroting verschijnt. De periodieke rapportages van de SEA vervangen de beleidsdoorlichtingen. In 2024 heeft Defensie twee beleidsdoorlichtingen afgerond. Dit zijn beleidsdoorlichtingen van artikel 2 Koninklijke Marine en artikel 3 Koninklijke Landmacht. Defensie heeft nog geen periodieke rapportages afgerond. In de tabel hieronder zijn dan ook enkel de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen (periode 2018-2024) zichtbaar.

Tabel 3 Realisatie beleidsdoorlichtingen

Realisatie periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen

BD/PR

Thema

Artikel-nummer

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Kamerstuk

BD

Inzet

1

        

BD

Koninklijke Marine

2

      

x

Kamerstuk 31516, nr. 43

BD

Koninklijke Landmacht

3

 

x

     

Kamerstuk 31516, nr. 27

BD

Koninklijke Landmacht

3

      

x

Kamerstuk 31516, nr. 44

BD

Koninklijke Luchtmacht

4

 

x

     

Kamerstuk 31516, nr. 30

BD

Koninklijke Marechaussee

5

    

x

  

Kamerstuk 31516, nr. 37

BD

Investeringen1

6

   

x

   

Kamerstuk 31516, nr. 34

BD

Defensie Materieel Organisatie

7

   

x

   

Kamerstuk 31516, nr 34

BD

Defensie Ondersteuningscommando2

8

     

Uitstel

Uitstel

Kamerstuk 31516, nr. 40

BD

Algemeen

9

        

BD

Apparaat Kerndepartement

10

        

BD

Geheim

11

        

BD

Nog onverdeeld

12

        
           

1Door de introductie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn de middelen uit beleidsartikel 6 Investeringen per 2021 overgeheveld naar het DMF.

2Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het beleid voor de militaire gezondheidszorg (MGZ) in de periode 2011 tot 2021 doelmatig en doeltreffend is geweest. In de onderzoeksperiode hebben binnen de MGZ een aantal significante beleidswijzigingen plaatsgevonden en heeft de MGZ een ingrijpende herstructurering doorgemaakt. De onderzoeksfase van de beleidsdoorlichting is reeds afgerond. Voor de Kabinetsreactie heeft de toenmalige Staatssecretaris van Defensie de opdracht gegeven om niet alleen op de resultaten van de doorlichting te reflecteren, maar ook naar de toekomst te kijken. Om dit goed te onderbouwen, bleek aanvullend onderzoek nodig. Hierdoor heeft het proces van de beleidsdoorlichting vertraging opgelopen. De Kamer is op 25 september 2023 over de vertraging geïnformeerd (Kamerstuk 31516, nr. 40). De Kabinetsreactie wordt in het eerste kwartaal van 2025 opgeleverd.

Afgeronde beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting FOST (artikel 2)

In 2024 is een beleidsdoorlichting van artikel 2 Koninklijke Marine afgerond. Tijdens deze doorlichting is de doeltreffendheid en doelmatigheid onderzocht van de Nederlandse deelname aan de Fleet Operational Standards and Training (FOST). Hierbij is naar de periode 2014-2023 gekeken.

De beleidsdoorlichting richt zich op de gereedstelling van zogenaamde «grootbovenwatereenheden» van het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK). Gereedstellen is de kerntaak van de operationale commando's (OPCO's) binnen de Nederlandse Krijgsmacht. Het CZSK heeft een eigen opwerkmethodiek voor het gereedstellen van de grootbovenwatereenheden, maar maakt voor het laatste deel van deze gereedstelling gebruik van de Britse trainingsorganisatie FOST. FOST brengt schaarse trainingsmiddelen samen, waardoor de trainingen een hoog realiteitsgehalte krijgen. Het CZSK heeft niet de omvang om die training, onder vergelijkbare omstandigheden, structureel in eigen beheer uit te voeren.

Uit de beleidsdoorlichting blijkt dat de Nederlandse deelname aan FOST in hoge mate bijdraagt aan de (beleids)doelstellingen, te weten het gereedstellen van grootbovenwatereenheden. Uit het onderzoek blijkt verder dat de Nederlandse deelname aan FOST zowel op een doeltreffende alsook doelmatige wijze wordt uitgevoerd.

Zie het eindrapport, voor een volledige toelichting op de beleidsdoorlichting, conclusies en aanbevelingen.

Zie de kabinetsreactie (Kamerstuk 31516, nr. 43), met daarin aandacht voor de opvolging van bevindingen.

Beleidsdoorlichting Project Taurus (artikel 3)

In 2024 is een beleidsdoorlichting van artikel 3 Koninklijke Landmacht afgerond. Tijdens deze doorlichting is de doeltreffendheid en doelmatigheid onderzocht van het in 2013-2022 gevoerde beleid rond het Nederlands-Duitse samenwerkingsverband Project Taurus.

Project Taurus is de intensieve samenwerking van de Nederlandse 43e Gemechaniseerde Brigade met de 1e Duitse Pantserdivisie en is voor het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) de meest vergevorderde vorm van integratie en samenwerking tussen Nederland en Duitsland. Door deze unieke vorm van samenwerking met Duitsland is Nederland de afgelopen jaren in de gelegenheid geweest om een fundament van kennis in het vechten met en tegen tanks te behouden. Met het oog op de grote dreiging en de aanstaande introductie van een volwaardig tankbataljon, zoals aangekondigd in de Defensienota 2024 (Kamerstuk 36592, nr. 1), heeft Nederland deze kennis hard nodig.

Uit de beleidsdoorlichting blijkt dat Project Taurus zowel doeltreffend alsook doelmatig is. Project Taurus is doeltreffendheid; de hoofddoelstelling 'het behouden van een fundament van kennis', is behaald. De onderzoekers plaatsen hier een aantal kanttekeningen bij. Zo is het niet mogelijk geweest om kennis bij alle relevante delen van het CLAS in gelijke mate te behouden. Project Taurus is doelmatig, omdat Defensie door gebruik van Duitse gevechtstanks, met relatief weinig kosten het primaire doel van kennisbehoud heeft bereikt. Ook hier plaatsen de onderzoekers een kanttekening bij. Zo is het gevecht van verbonden wapens minder mogelijk, waardoor een negatieve synergie is ontstaan door indertijd te bezuinigen op de gevechtstanks.

Zie het eindrapport, voor een volledige toelichting op de beleidsdoorlichting, conclusies en aanbevelingen.

Zie de kabinetsreactie (Kamerstuk 31516, nr. 44), met daarin aandacht voor de opvolging van bevindingen.

Periodieke rapportages

Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) is de SEA ingedeeld op basis van (beleids)thema's en kent de SEA een looptijd van vier jaar. Bij Defensie is de indeling van de SEA gelijk aan de indeling van de Defensienota en de Beleidsagenda uit de begroting. Dit betekent dat de SEA bestaat uit de thema's:

  • 1. Koers voor versterking

  • 2. Gevechtskracht

  • 3. Mensen

  • 4. Materieel

  • 5. Randvoorwaarden

Voor deze thema's is nog geen periodieke rapportage afgerond.

Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinancien.nl.

Voor de realisatie van deze en andere grote (evaluatie)onderzoeken, zie de bijlage «Afgerond evaluatie- en overig onderzoek».

Licence