Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Bij de Najaarsnota 2024 was er een bedrag van € 3,9 mld aan verplichtingen geraamd en een bedrag van € 2,4 mld aan kasuitgaven. Op dit artikel is ten opzichte van de Najaarsnota in 2024 € 314,7 mln minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van € 1,31 mld minder aan verplichtingen aangegaan.

Bij Najaarsnota 2024 was er een bedrag van € 310,5 mln aan ontvangsten geraamd. De gerealiseerde ontvangsten zijn in 2024 € 28,0 mln hoger uitgevallen dan geraamd.

Verplichtingen

Verplichtingenmutaties groter dan € 10 mln:

  • Voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) hebben bedrijven minder aanvragen bij financiers gedaan dan het garantieplafond toelaat. Dit is een herkenbare trend uit de afgelopen jaren. Doordat er minder aanvragen zijn ingediend en minder bedrijven failliet zijn gegaan, zijn er ook minder schadeclaims uitbetaald. Hierdoor zijn er ook minder verplichtingen aangegaan.

  • De Groeifaciliteit is gericht op risicodragend vermogen dat nodig is bij bijvoorbeeld snelle groei, bedrijfsovername of uitbreiding in het buitenland. In 2024 zijn er voor deze regeling minder aanvragen bij financiers ingediend dan verwacht. Hierdoor zijn er ook minder verplichtingen aangegaan.

  • De Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) is een garantieregeling gericht op middelgrote en grote leningen. In 2024 zijn er minder aanvragen binnengekomen dan door de RVO zijn goedgekeurd.

  • In 2024 is geen garantie afgegeven op een verwachte lening aan Qredits, omdat deze vertraagd is. De garantie wordt verstrekt wanneer de lening in 2025 doorgaat.

  • De gerealiseerde verplichtingen Verduurzaming Industrie (VI) zijn ongeveer 23 mln lager dan geraamd. Dit is grotendeels te verklaren door 15 mln aan lagere verplichtingen voor de in 2024 gemaakte maatwerkafspraak voor de industrie. Verder komt dit door minder aanvragen en beschikkingen in 2024 binnen de TSE-Studies Industrie-regeling. Deze regeling loopt door over de jaargrens en sluit pas in maart 2025. Daarnaast zijn leningen in het kader van de verwerkersregeling biobased bouwen niet tijdig in 2024 gerealiseerd en deels pas in januari 2025 tot stand gekomen. Ook was de uitfinanciering van de oude VEKI-regeling iets lager dan oorspronkelijk geraamd.

  • De verplichtingen voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) zijn ongeveer € 12 mln lager dan was geraamd. Er zijn minder bezwaar-en beroepzaken gegrond verklaard waardoor er minder verplichtingbudget nodig was dan geraamd.

  • De verplichtingen en uitgaven voor het door RVO uitgevoerde NGF-project Groenvermogen zijn lager dan eerder geraamd, doordat de IMKE-regeling later is geopend en sluit dan eerder aangenomen. Hierdoor schuiven verplichtingen en uitgaven grotendeels door naar 2025. Een andere voorgenomen regeling voor waterstofhubs wordt nu ook pas in 2025 gepubliceerd. Onderuitputting loopt in principe mee naar het volgende jaar via de specifieke en oneindige eindejaarsmarge van het NGF.

  • Voor het NGF-project QuantumDelta was in 2024 € 60,2 mln aan verplichtingenbudget gereserveerd voor het internationale programma van het project. Na omzetting van fase 3 van dit NGF-project is een deel van deze verplichtingen (€ 22,4 mln) opgenomen in deze fase, die pas in 2025 wordt aangegaan. Een ander deel (€ 12,2 mln) is bestemd voor het QDNL Participations Fund, waarvoor de aanvraag later is ingediend dan geraamd. Deze verplichtingen zullen naar verwachting in 2025 worden aangegaan en via de specifieke en oneindige eindejaarsmarge van het NGF worden toegevoegd aan het budget voor 2025.

  • De verplichtingen op de VEKI-regeling en de TSE Industrie Studies in 2024 zijn lager dan geraamd in de begroting. De openstelling van beide regelingen loopt door over de jaargrens en sluit pas eind januari respectievelijk eind maart 2025. Naar verwachting worden beide regelingen voor de sluitingsdatum alsnog volledig benut, waardoor het budget alsnog nodig is.

  • De verplichtingen en uitgaven voor het door RVO uitgevoerde NGF-project Circulaire Plastics zijn lager dan eerder geraamd, doordat de Circular Plastics NL-subsidieregeling in 2024 niet volledig is benut. Moeilijke marktomstandigheden voor recyclaat hebben geleid tot minder aanvragen dan oorspronkelijk verwacht. Onderuitputting loopt in principe mee naar het volgende jaar via de specifieke en oneindige eindejaarsmarge van het NGF.

  • In 2024 is de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK)-subsidie vastgesteld op basis van energieprijzen uit 2023. Ondernemers hadden op basis van de TEK recht op een voorschot van 35% van de maximale subsidie, in afwachting van de vaststelling. De verwachting is dat de komende jaren nog kosten worden gemaakt voor nabetalingen en de uitvoeringskosten van RVO. De verplichtingen voor 2024 zijn lager uitgevallen dan geraamd.

  • De verplichtingen voor het door RVO uitgevoerde NGF-project Biobased Circular zijn lager dan eerder geraamd, doordat er minder onderzoeksprojecten zijn gestart dan voorgenomen en er minder aanvragen zijn ingediend dan verwacht voor de opengestelde innovatieregeling (i.c. de MOOI-regeling). Onderuitputting loopt in principe mee naar het volgende jaar via de specifieke en oneindige eindejaarsmarge van het NGF.

  • Binnen het NGF-programma Material Independence & Circular Batteries is eerder dan geraamd een verplichting afgegeven, waardoor de afgegeven verplichting in 2024 hoger was dan geraamd.

  • Het Ministerie van Economische Zaken verstrekt de rijksbijdrage aan TNO. In verband met de splitsing van de begrotingen van Economische Zaken en Klimaat en Groene Groei zal vanaf 2025 de bijdrage van KGG voor de onderzoeken en programma's van TNO volledig via de begrotingsartikelen van EZ moeten lopen. Omdat de verplichting voor de rijksbijdrage 2025 eind 2024 werd aangegaan en volledig op het begrotingsartikel van EZ moest worden geadministreerd, heeft een overschrijding van het verplichtingenbudget van € 38,2 mln plaatsgevonden.

  • Door het eerder verplichten van de rijksbijdrage aan de Kamer van Koophandel is een overschrijding van het verplichtingenbudget ontstaan.

  • Het instrument Topsectoren Overig bevat een verzameling van verschillende instrumenten. De grootste onderuitputting is opgetreden bij het instrument voor de gereserveerde middelen voor de btw-compensatie aan TO2-instellingen. Om aanspraak te maken op deze middelen moeten TO2-instellingen een overeenkomst met de Belastingdienst sluiten. Tot op heden zijn deze overeenkomsten nog niet gesloten, waardoor de middelen in 2024 zijn vrijgevallen.

  • In 2024 was € 100 mln aan verplichtingenbudget gereserveerd voor de themavoorstellen Duurzaamheid en DigiLab uit de eerste ronde van de Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO). Door de complexiteit van de beschikkingen, met veel (interdepartementale) ontvangers, is het niet gelukt om in 2024 de beschikkingen voor het KNMI-aandeel in het thema Duurzaamheid en het volledige thema DigiLab vast te stellen. Hierdoor is € 63,7 mln minder verplichtingenbudget besteed dan geraamd ten tijde van de tweede suppletoire begroting.

Uitgaven

Uitgavenmutaties groter dan € 10 mln:

  • Voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) zijn in 2024 minder uitgaven gematerialiseerd dan verwacht. Dit is te verklaren doordat de afgelopen jaren niet alle ruimte voor nieuwe garanties is benut. Hierdoor zijn zowel de uitgaven als de inkomsten lager uitgevallen.

  • Voor de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) is in 2024 minder uitgegeven dan begroot. Dit komt doordat er in voorgaande jaren minder bedrijven failliet zijn gegaan dan verwacht, daardoor zijn er minder aanvragen tot uitbetaling.

  • De Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) Corona is sinds 2022 gesloten en er zijn in 2024 geen aanvragen voor uitbetaling ingediend, waardoor er minder is uitgegeven dan verwacht.

  • De ontvangsten voor de Borgstelling MKB-kredieten zijn lager dan verwacht. Dit komt door het verminderde gebruik van de regeling, wat resulteerde in minder premie-inkomsten en terugbetalingen.

  • Omdat de GO Corona al enige tijd gesloten is, worden de verwachte ontvangsten afgeboekt.

  • Voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) is bijna €15 miljoen minder uitbetaald dan geraamd. De verlaging van het TVL-budget betreft een bijstelling op basis van de actuele ramingen van RVO.

  • De verplichtingen en uitgaven voor het door RVO uitgevoerde NGF-project Groenvermogen zijn lager uitgevallen dan eerder geraamd. Dit komt doordat de IMKE-regeling later is geopend en gesloten dan aanvankelijk gepland, waardoor verplichtingen en uitgaven grotendeels doorschuiven naar 2025. Daarnaast wordt een andere in 2024 voorgenomen regeling voor waterstofhubs pas in 2025 gepubliceerd. De onderuitputting wordt in principe meegenomen naar het volgende jaar via de specifieke en oneindige eindejaarsmarge van het NGF.

  • De kasuitgaven voor de VEKI-regeling en de TSE Industrie Studies in 2024 zijn lager dan geraamd. De openstelling van beide regelingen loopt door in 2025 en sluit pas eind januari respectievelijk eind maart. Naar verwachting worden beide regelingen voor de sluitingsdatum in 2025 alsnog volledig benut en is het budget alsnog benodigd.

  • De verplichtingen en uitgaven voor het door RVO uitgevoerde NGF-project Circulaire Plastics zijn lager dan eerder geraamd. De Circular Plastics NL-subsidieregeling is in 2024 niet volledig uitgeput, mede door moeilijke marktomstandigheden voor recyclaat, wat resulteerde in minder aanvragen dan verwacht. De onderuitputting wordt meegenomen naar 2025 via de specifieke en oneindige eindejaarsmarge van het NGF.

  • Door vertraging in de uitvoering van sommige projecten, met een gemiddelde realisatie van ongeveer 63% in 2023, heeft Stichting NXTGEN High Tech niet alle geplande bijdragen voor de partnerprojecten uitgekeerd. In overleg met de stichting is in de zomer van 2024 de bevoorschotting aangepast om beter aan te sluiten bij de werkelijke voortgang van de projecten. Deze aanpassing kwam echter te laat om nog in MJN24 te worden verwerkt. Bij VJN is een kasschuif voorzien.

  • In 2024 is de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) vastgesteld op basis van energieprijzen uit 2023. Ondernemers hadden op basis van de TEK recht op een voorschot van 35% van de maximale subsidie, in afwachting van de definitieve vaststelling. De verwachting is dat de komende jaren nog kosten gemaakt worden voor nabetalingen en uitvoeringskosten van RVO. De kosten voor 2024 zijn lager uitgevallen dan geraamd.

  • De kasuitgaven voor het door RVO uitgevoerde NGF-project Biobased Circular zijn lager dan eerder geraamd. Dit komt doordat er minder onderzoeksprojecten zijn gestart dan voorgenomen en er minder aanvragen zijn ingediend dan verwacht voor de opengestelde innovatieregeling (de MOOI-regeling). De onderuitputting wordt meegenomen naar 2025 via de specifieke en oneindige eindejaarsmarge van het NGF.

Ontvangsten

Ontvangstenmutaties groter dan € 10 mln:

  • Voor de MFO van de JSF is eind 2023 besloten de afdracht voor 2023-2025 te pauzeren. De reden hiervoor is dat in de contracten van deze jaren geen rekening is gehouden met de hoge inflatie in Nederland. Er is afgesproken dat deze vrijstelling mogelijk is omdat de leveranciers voor het afgesproken jaar 2062 alsnog de totale afdracht kunnen doen.

  • Doordat de energieprijzen lager uitvielen dan verwacht, blijkt dat bij veel bedrijven een (deel van het) voorschot op de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) subsidie terugbetaald moet worden. De RVO hanteert ruime terugbetalingsmogelijkheden van twee tot drie jaar, en maatwerkafspraken zijn mogelijk. Minder bedrijven dan verwacht hebben gebruikgemaakt van deze ruime terugbetalingsmogelijkheden en hebben hun terug te betalen deel van het voorschot grotendeels in 2024 terugbetaald.

  • Voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) waren de terugontvangsten in 2024 geraamd op € 100 mln. De terugontvangsten uit de coronasteunmaatregel TVL zijn door RVO gerealiseerd. In 2024 is er € 24 mln minder ontvangen dan vooraf geraamd.

Licence