Base description which applies to whole site

3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

76.368

101.535

177.903

     
 

Uitgaven

96.275

88.912

185.187

     

16.1

OV en Spoor

77.513

88.912

166.425

 

Opdrachten

3.543

2.718

6.261

 

OV & Stations

491

1.079

1.570

 

ACM

826

305

1.131

 

Overige opdrachten

2.226

1.334

3.560

 

Subsidies (regelingen)

69.805

64.612

134.417

 

NS Sociale Veiligheid

2.300

0

2.300

 

NS-concessie

0

16.966

16.966

 

Overige subsidies

67.505

47.646

115.151

 

Bijdrage aan agentschappen

1.059

112

1.171

 

Bijdrage aan agentschap RWS

768

112

880

 

Bijdrage aan agentschap KNMI

16

0

16

 

Bijdrage aan agentschap RVO

275

0

275

 

Bijdrage aan medeoverheden

3.004

21.470

24.474

 

CLU Betuweroute en HSL

2.439

570

3.009

 

Overige bijdragen

565

20.900

21.465

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

102

0

102

 

Overige bijdragen

102

0

102

16.2

Maatregelenpakket OVS

18.762

0

18.762

 

Subsidies (regelingen)

18.762

0

18.762

 

Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector

3.204

0

3.204

 

Transitievangnet OV

15.558

0

15.558

     
 

Ontvangsten

65.370

50.112

115.482

     

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 16 is in 2025 met € 101,5 miljoen verhoogd. Dit wordt onder andere verklaard door een verplichtingenschuif met betrekking tot de maatregelen uit het regeerakkoord (€ 12 miljoen) en een verplichtingenschuif om de opdracht van nut en noodzaak Gnoe vast te leggen (€ 0,6 miljoen). Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Artikel 16.01 OV en Spoor

Opdrachten

De verhoging van het opdrachtenbudget met € 2,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Algemene opdrachten mutaties:

  • Het opdrachtenbudget is met € 1,6 miljoen verhoogd door de toedeling van de Loon- en Prijsbijstelling.

  • Het opdrachtenbudget is met € 0,9 miljoen verhoogd door de correctie die is opgevoerd op de IenW-brede dekkingsopgave van het Voorjaar 2025. Middels deze mutatie wordt dit uit de prijsbijstelling gedekt.

OV & Stations: Het opdrachtenbudget is met € 1,1 miljoen verhoogd en wordt met name verklaard door:

  • De prijsbijstelling gelden ter hoogte van € 0,6 miljoen worden overgeboekt naar het opdrachtenbudget waarvandaan het bij Najaarsnota naar artikel 24 wordt overgeboekt. De middelen zijn bestemd voor de taken die de ILT uitvoert in het kader van OV en Spoor.

  • Een overboeking van € 0,3 miljoen naar HXII artikel 24 voor taken die de ILT uitvoert in het kader van ERTMS. De uitrol van ERTMS en de digitalisering van het spoor is een complexe veranderopgave die een impact heeft voor de volledige spoorbranche in Nederland. De ILT zal met die veranderingen moeten meebewegen en continue een passende organisatie in stand houden om haar rol als toezichthouder adequaat te blijven vervullen. Daarvoor is aanvullende capaciteit nodig en moeten ICT-kosten worden gemaakt.

  • Diverse mutaties (€ 0,1 miljoen): Tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil verklaren.

Subsidies (regelingen)

De verhoging van het subsidiebudget met € 64,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Overige subsidies: Het subsidiebudget is met € 64,6 miljoen verhoogd en wordt met name verklaard door:

  • De verrekening NS met IenW van € 50 miljoen. Het hogere uitgavenbudget hangt samen met de afwikkeling van enkele openstaande financiële verplichtingen tussen IenW en NS uit de vorige concessieperiode. IenW en NS stellen de vergoeding voor de door IenW gestelde spoorstaafschade op de HSL-infrastructuur tot en met 2024 vast op een bedrag van € 50 miljoen. IenW en NS stellen de door NS aangevraagde vergoeding voor het op orde houden van de dienstregeling tijdens de coronapandemie vast op hetzelfde bedrag. Deze verrekening zal zonder betaling plaatsvinden vanwege de gelijke omvang van de verplichtingen. De vastlegging in de begroting vindt plaats via een desaldering.

  • De correctie vergoeding OV-betalen NS van € 14,7 miljoen. NS heeft in de jaren 2015-2024 kosten gemaakt voor de invoering van OV-betalen, met als doel om betalen en reizen in het openbaar vervoer gemakkelijker te maken. NS ontvangt hiervoor in 2025 een eenmalige compensatie. De middelen ter dekking van die compensatie worden overgeboekt naar HXII artikel 16, omdat de compensatie vanuit daar als een subsidie aan NS kan worden verstrekt.

  • Diverse mutaties (- € 0,1 miljoen): Tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil verklaren.

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht geldt dat in het algemeen subsidie wordt verleend op grond van een wettelijk voorschrift. Uit de Algemene wet bestuursrecht volgt dat één van de uitzonderingen hierop subsidies vormen waarvan zowel de subsidieontvanger als het maximale bedrag in de begroting worden vermeld.

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 50 miljoen aan subsidieverplichtingen aan NS voor het jaar 2025 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor de afwikkeling van enkele openstaande financiële rekeningen tussen IenW en NS uit de vorige concessieperiode. IenW en NS stellen de vergoeding voor de door IenW gestelde spoorstaafschade op de HSL-infrastructuur tot en met 2024 vast op een bedrag van € 50 miljoen. IenW en NS stellen de door NS aangevraagde vergoeding voor het op orde houden van de dienstregeling tijdens de coronapandemie vast op hetzelfde bedrag. Deze verrekening zal zonder betaling plaatsvinden vanwege de gelijke omvang van de verplichtingen op grond van een vaststellingsovereenkomst tussen IenW en NS.

Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Bijdrage aan medeoverheden

De verhoging van de bijdragen aan medeoverheden met € 21,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Overige bijdragen: De overige bijdrage aan medeoverheden is met € 20,9 miljoen verhoogd en komt met name door een overboeking van het MF naar HXII Decentraal Spoor van € 20,9 miljoen voor de exploitatie bijdragen decentraal spoor in 2025. Dit bedrag zal in 2025 aan provincies worden beschikt via een SPUK. Het gaat om de provincies Overijssel (€ 11,9 miljoen), Drenthe (€ 2,4 miljoen), Limburg (€ 0,3 miljoen) en Utrecht (€ 6,3 miljoen).

Ontvangsten

De verhoging van de ontvangsten met € 50,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  • Verrekening NS met IenW (€ 50 miljoen): Het hogere uitgavenbudget hangt samen met de afwikkeling van enkele openstaande financiële verplichtingen tussen IenW en NS uit de vorige concessieperiode. IenW en NS stellen de vergoeding voor de door IenW gestelde spoorstaafschade op de HSL-infrastructuur tot en met 2024 vast op een bedrag van € 50 miljoen. IenW en NS stellen de door NS aangevraagde vergoeding voor het op orde houden van de dienstregeling tijdens de coronapandemie vast op hetzelfde bedrag. Deze verrekening zal zonder betaling plaatsvinden vanwege de gelijke omvang van de verplichtingen. De vastlegging in de begroting vindt plaats via een desaldering.

Licence