Base description which applies to whole site

De belangrijkste financiële ontwikkelingen op hoofdlijnen

Hieronder volgt een overzicht per beleidsartikel. In kort bestek wordt inzicht gegeven in een aantal beleidskeuzes die in de loop van 2010 is gemaakt en de belangrijkste budgettaire consequenties daarvan. Een gedetailleerd overzicht treft u aan in de beleidsartikelen.

Realisatie begroting op hoofdlijnen (bedragen in miljoenen euro)
  

Realisatie 2009

Ontwerpbegroting 2010

Realisatie 2010

1

Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten

115

112

109

2

Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

902

823

855

3

Versterkte Europese samenwerking

6 192

7 218

6 240

4

Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

943

667

1 008

5

Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

1 493

1 587

1 548

6

Beter beschermd en verbeterd milieu

387

335

347

7

Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer

272

276

26

8

Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

76

77

62

9

Geheim

0

0

0

10

Nominaal en onvoorzien

0

33

0

11

Algemeen

756

745

789

     
 

Toaal Begroting BZ

11 136

11 873

10 984

1. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten

Hoewel de realisatie op dit beleidsartikel lager is dan in de ontwerpbegroting aangekondigd is wel een verhoogde bijdrage geleverd aan een goed functionerende internationale rechtsorde. Hiervoor werd een additionele bijdrage aan het in Nederland gevestigde Sierra Leone Tribunaal voor de berechting van oud-president Taylor van Liberia ingezet. De geplande bijdrage voor de berechting van oud-president Habré van Tsjaad vond nog geen doorgang vanwege de vertraging in de opstart van dit proces.

2. Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

Op de belangrijke veiligheid – en stabiliteitsagenda is door administratieve aanpassingen dit jaar een hogere bijdrage overgemaakt aan het VN fonds voor crisisbeheersingsoperaties. Ook is dit jaar een bijdrage gegeven aan het nieuwe Internationale Anti-terrorisme Instituut. Daarnaast hebben ook de aardbeving in Haïti en de overstromingen in Pakistan geleid tot hoger uitgaven op dit artikel. Na de aardbeving in Haïti heeft de minister voor Ontwikkelingssamenwerking de toezegging aan de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) gedaan de opbrengsten van de nationale actie te verdubbelen. Ook heeft het ministerie andere uitgaven gedaan welke gerelateerd zijn aan de inzet in Haïti. De meeste uitgaven komen uit de begroting van artikel 2. Daarnaast zijn ook op consulair gebied uitgaven gedaan. Deze zijn terug te vinden onder het artikel welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland (artikel 7).

3. Versterkte Europese samenwerking

De EU-afdrachten bestaan uit vier componenten: BNI-afdrachten, BTW-afdrachten, invoerrechten en landbouwheffingen. De belangrijkste oorzaak van de lagere afdrachten betreft technische bijstellingen. Zo ontving Nederland nog 255 miljoen van een lager bijgestelde begroting en een surplus over 2009. Ook vond een neerwaartse correctie plaats van het Nederlandse BNI en BTW over eerdere jaren, evenals een neerwaartse bijstelling van de raming van het Nederlandse BNI over 2010. In combinatie met een lagere EU-begroting, omdat de EU hogere opbrengsten had uit boetes leidde dit tot lagere afdrachten.

4. Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

De verhoging op dit artikel wordt grotendeels veroorzaakt door de betaling van de eerste tranche van een (her)financieringslening aan de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO). De aandelen van de NIO zijn in het najaar door de Staat van de Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) overgenomen. De lopende NIO-leningen op de kapitaalmarkt (die samenhangen met in het verleden verstrekte OS-leningen) moeten worden afgelost. Deze leningen worden niet opnieuw van de kapitaalmarkt betrokken, maar vervangen door een niet-kader relevante begrotingslening die ten laste van de begroting van Buitenlandse Zaken wordt verstrekt. Met de overname van de aandelen van de NIO door de Staat is tevens het beheer van de NIO-leningenportefeuille door de FMO overgedragen aan Atradius.

5. Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

Door onvoorziene omstandigheden is minder aan het thema gezondheid en SRGR besteed. In Bangladesh, Mali, Jemen, Zambia en Suriname is om diverse redenen het uitgavenniveau achtergebleven bij de planning.

6. Beter beschermd en verbeterd milieu

De relatief bescheiden mutatie op dit artikel betreft een saldo. De verhoging hangt vooral samen met een verhoogde liquiditeitsbehoefte bij de medefinancieringsorganisaties op het gebied van milieu en de internationale milieubeleidsprogramma’s.

7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer

De lage realisatie op dit artikel wordt veroorzaakt doordat met ingang van het begrotingsjaar 2010 de ODA-uitgaven aan eerstejaarsopvang asiel niet langer verantwoord worden op de begroting van Buitenlandse Zaken. De bijdrageconstructie komt hiermee te vervallen. De uitgaven zijn zichtbaar op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken (specifiek Immigratie & Asiel). In plaats daarvan wordt het ODA deel van de asieluitgaven toegerekend aan het ODA budget en verantwoord in de HGIS-nota en HGIS jaarverslag. Daarnaast zijn ook de uitgaven voor migratie en ontwikkeling lager uitgevallen doordat een aantal programma’s vertraagd zijn.

De uitgaven voor consulaire informatiesystemen zijn in 2010 gestegen. Het onderhoud, beheer en ontwikkeling is uitbesteed aan een externe partner. Initieel leidt dit voor 2010 tot een stijging van de kosten. In latere jaren wordt hierop juist bespaard. Door de ondersteuning bij rampen in Haïti, Chili en Tripoli zijn de kosten voor consulaire bijstand ook toegenomen.

8. Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

Het grootste deel van de verlaging werd veroorzaakt door de afbouw van het NCDO-programma «oude stijl». Daarnaast was er sprake van een onderuitputting bij het POBB. Verder werden er als gevolg van de demissionaire status van het vorige kabinet minder communicatieactiviteiten geïnitieerd.

Licence