Base description which applies to whole site

7.3 Saldibalans per 31 december 2013 van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) en de bij die saldibalans behorende toelichting

Activa:

 

2013

 

2012

 

Passiva:

 

2013

 

2012

Begrotingsuitgaven

9.857.315

10.503.652

 

Begrotingsontvangsten

220.575

97.718

Liquide middelen

0

0

 

Rekening-courant RHB

9.608.504

10.226.897

Intra-comptabele vorderingen

3.397

6.913

 

Intra-comptabele schulden

41.823

38.631

Extra-comptabele vorderingen

11.029

15.249

 

Tegenrek. extra-comptabele vorderingen

11.029

15.249

Leningen u/g

6.645

6.645

 

Tegenrekening leningen u/g

6.645

6.645

Voorschotten

8.436.715

9.131.726

 

Tegenrekening voorschotten

8.436.715

9.131.726

Tegenrek. openstaande verplichtingen

2.784.347

3.011.813

 

Openstaande verplichtingen

2.784.347

3.011.813

Tegenrek. openstaande garantieverplichtingen

109.062

114.101

 

Openstaande garantieverplichtingen

109.062

114.101

Sluitrekening Infrastructuurfonds

12.260

0

 

Sluitrekening Infrastructuurfonds

0

147.319

           

Sluitrekening Deltafonds

2.070

0

                     

Totaal-activa

21.220.770

22.790.099

 

Totaal-passiva

21.220.770

22.790.099

(Bedragen x € 1.000)

7.3.1 Inleiding

Samenstelling

Als een Minister meer dan één begroting beheert, in dit geval Infrastructuur en Milieu (XII), het Infrastructuurfonds en het Deltafonds, wordt per begroting een saldibalans opgesteld. Daarom zijn er drie overzichten opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van de in de begrotingsadministratie van het SAP vastgelegde gegevensstructuur, waarin voor iedere begroting afzonderlijk een hoofdstuknummer is opgenomen.

Voor de begroting van Hoofdstuk XII, het Infrastructuurfonds en het Deltafonds worden geen gescheiden administraties gevoerd waardoor posten die niet zonder meer toewijsbaar zijn aan een bepaalde begroting, zijn opgenomen in de saldibalans van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII).

Daarmee is de saldibalans volgens het gestelde in de RDB samengesteld.

Uitzonderingen daarop zijn de leningen u/g en de openstaande garantieverplichtingen. Hoewel deze een onderdeel vormen van de extracomptabele vorderingen respectievelijk de openstaande verplichtingen zijn deze omwille van de inzichtelijkheid afzonderlijk gepresenteerd.

7.3.2 Activa
7.3.2.1 Begrotingsuitgaven € 9.857.315.194

Grondslag

De begrotingsuitgaven van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) sluiten aan op de Rekening. Ze zijn artikelsgewijs verdeeld in kolom 2 (realisatie) van de Rekening van het ministerie welke Rekening als verantwoordingsstaat bij de financiële verantwoording behoort.

7.3.2.2 Liquide middelen € 380

Grondslag

De rekening liquide middelen is samengesteld uit de kassaldi van de kasbeheerders en de aan de kasvoorschothouders verstrekte gelden.

7.3.2.3 Intracomptabele vorderingen € 3.396.909

De cijfers

Tabel 1 geeft een nadere detaillering in aantallen en openstaande bedragen per 31 december 2013 verdeeld naar ouderdom. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2011 en 2012 te vermelden.

Tabel 1: Intracomptabele vorderingen (bedragen x € 1.000)

Openstaand

2013

2012

2011

 

aantal

bedrag

aantal

bedrag

aantal

bedrag

posten < 1 jaar

115

2.461

155

6.051

255

6.935

posten > 1 jaar

210

936

180

862

120

1.922

Totaal

325

3.397

335

6.913

375

8.857

Toelichting

Alle intracomptabele vorderingen zijn als direct opeisbaar beschouwd.

7.3.2.4 Extracomptabele vorderingen € 11.028.629

De cijfers

Tabel 2 geeft een nadere detaillering in aantallen en openstaande bedragen per 31 december 2013 verdeeld naar ouderdom. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2011 en 2012 te vermelden.

Tabel 2: Extracomptabele vorderingen (bedragen x € 1.000)

Openstaand

2013

2012

2011

 

aantal

bedrag

aantal

bedrag

aantal

bedrag

posten < 1 jaar

75

3.230

50

1.243

155

8.183

posten > 1 jaar

100

7.799

115

14.006

565

25.958

Totaal

175

11.029

165

15.249

720

34.141

Toelichting

De extracomptabele vorderingen zijn grotendeels direct opeisbaar. Daar waar sprake is van dubieuze vorderingen of op termijn opeisbare vorderingen, is dat expliciet vermeld.

7.3.2.5 Leningen u/g € 6.645.157

Grondslag

De door IenM verstrekte geldleningen (niet zijnde voorschotten) zijn afzonderlijk weergegeven. Deze leningen zijn, gezien het specifieke karakter, zowel op korte termijn opeisbare vorderingen, als op lange termijn opeisbare vorderingen beschouwd.

De cijfers

Tabel 3 geeft de openstaande bedragen van de verstrekte geldleningen per geldnemer weer.

Tabel 3: Leningen u/g (x € 1.000)

Naam

Bedrag

Luchtverkeersleiding Nederland

6.645

Totaal

6.645

Toelichting

Bij de verzelfstandiging per 1 januari 1993 van de directie Luchtverkeersbeveiliging, vanaf 2000 LVNL geheten, is onder meer afgesproken, dat het saldo van de over te dragen activa en passiva wordt gefinancierd door een door de Staat der Nederlanden aan de LVNL te verstrekken lening. Deze lening was opgebouwd uit drie onderdelen. Echter met het oog op een maximale kostenbesparing voor de LVNL is in 1998 overgegaan tot een vervroegde aflossing van twee van de drie onderdelen.

Nu resteert nog slechts het derde onderdeel met een bedrag van circa € 7 miljoen. Dit onderdeel is niet rentedragend, niet aflosbaar en direct opeisbaar bij een voorgenomen opheffing, overname of fusie van de LVNL.

7.3.2.6 Voorschotten € 8.436.714.689

Grondslag

De voorschotten betreffen betalingen waarvan nog niet is vastgesteld dat aan alle relevante voorwaarden is voldaan en gaat met name om subsidies en bijdragen.

De cijfers

Tabel 4 geeft een nadere detaillering in aantallen en openstaande bedragen per 31 december 2013 verdeeld naar ouderdom. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2011 en 2012 te vermelden.

Tabel 4: Voorschotten (bedragen x € 1.000)

Openstaand

2013

2012

2011

 

aantal

bedrag

aantal

bedrag

aantal

bedrag

posten < 1 jaar

305

4.772.263

530

3.699.145

515

4.573.721

posten > 1 jaar

355

3.664.452

305

5.432.581

655

2.459.020

Totaal

660

8.436.715

835

9.131.726

1.170

7.032.741

Tabel 5 verstrekt informatie over de in 2013 afgerekende voorschotten.

Tabel 5: Afgerekende voorschotten (x € 1.000)

Stand per 1 januari 2013

9.131.726

Conversie van Infrastructuurfonds

38.077

 

9.169.803

In 2013 vastgelegde voorschotten

4.531.468

 

13.701.271

In 2013 afgerekende voorschotten

– 5.264.556

Openstaand per 31 december 2013

8.436.715

Toelichting

Artikel 11 Waterkwantiteit

In het kader van integraal waterbeleid zijn aan diverse organisaties voorschotten verstrekt voor ruim € 17 miljoen om de doeltreffendheid en doelmatigheid van de bestuurlijke organisatie en het instrumentarium van het waterbeleid te verbeteren. Zo zijn voorschotten verstrekt aan het agentschap EVD voor het programma Partners voor Water circa € 12 miljoen en is in 2011 aan het Waterschap Brabantse Delta een voorschot van ruim € 5 miljoen verstrekt. De afrekeningen worden in 2014/2015 verwacht.

Artikel 12 Waterkwaliteit

Voor de Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten kaderrichtlijn water is aan het Agentschap NL een voorschot verstrekt van circa € 7 miljoen welke naar verwachting in 2014 wordt afgewikkeld.

Artikel 13 Ruimtelijke ontwikkeling

Voorschotten met een totaalbedrag van circa € 229 miljoen zijn verstrekt met betrekking tot projecten voor gebiedsontwikkeling. Zo heeft de vraag in de jaren 2004/2008 naar groen en recreatieruimte en het handhaven van de open ruimten tussen de steden geresulteerd in het inzetten van het instrument Bufferzones. Hiermee zijn gronden aangekocht waarbij de provincies verantwoordelijk zijn voor het opstellen van ontwikkelingsplannen voor regionale parken. Een bedrag van circa € 134 miljoen aan voorschotten staat open. In het kader van de Nota Ruimte zijn aan diverse gemeenten voorschotten verstrekt van ruim € 90 miljoen. Afwikkeling van de voorschotten zal na afronding en verantwoording plaatsvinden in de komen de jaren.

In het kader van het meerjarenplan Wet Bodembescherming zijn voorschotten verstrekt van ruim € 132 miljoen. Zo is voor de uitvoering van de bodemsanering aan provincies en gemeenten ruim € 90 miljoen verstrekt. Om andere overheden in staat te stellen op gebiedsniveau te komen tot de gewenste kwaliteit van de leefomgeving zijn in de jaren 2008–2010 bijdragen aan het Ministerie van EZ verstrekt voor het Investeringsbudget Landelijk Gebied van circa € 30 miljoen voor het uitvoeren van projecten.

Voor de aanleg van een rioolwaterzuiveringsinstallatie en rioolaansluitingen op Bonaire heeft het ministerie ruim € 12 miljoen aan de Uitvoeringsorganisatie Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (USONA) beschikbaar gesteld.

Voor het realiseren van een duurzaam gebruik van bodem, ondergrond en grondwater zijn op grond van de Wet Bodemsanering voorschotten verstrekt van circa € 87 miljoen. Op basis van het convenant Bodemsanering NS percelen is aan de stichting Bodemsanering Nederlandse Spoorwegen (SBNS) ruim € 27 miljoen verstrekt. Voorschotten zijn verstrekt aan de Stichting Bosatex, gespecialiseerd in saneringen op verontreinigingen in de textielverzorgingsbranche circa € 20 miljoen, aan de Stichting Bodemcentrum circa € 20 miljoen, aan de Commissie voor de Milieueffectrapportage, die het bevoegd gezag adviseert over de inhoud en kwaliteit van milieueffectrapporten circa € 8 miljoen en aan de Stichting Kennisontwikkeling Kennisoverdracht Bodem (SKB) is voor het uitvoeringprogramma Bodemconvenant voorschotten van circa € 8 miljoen verstrekt. Verwacht wordt dat de afwikkeling in de jaren 2014/2017 zal plaatsvinden.

Voorschotten met een gezamelijk bedrag van ruim € 58 miljoen zijn verstrekt voor de onderzoeksprogramma’s Kennis voor Klimaat ruim € 44 miljoen en Klimaatbufferprojecten ruim € 14 miljoen. In de jaren 2014/2015 worden deze vermoedelijk afgewikkeld.

Aan het landelijk samenwerkingsverband Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) en aan de Stichting SVB-BGT zijn voorschotten verstrekt van circa € 12 miljoen ten behoeve van de vorming van een nieuwe basisregistratie voor grootschalige topografie.

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

In het kader van de reductie van verkeersslachtoffers is ter verbetering van de verkeersveiligheid een gezamenlijk bedrag van ruim € 11 miljoen verstrekt aan onder andere het CBR, de SWOV, VVN en Team Alert.

Om de CO2 uitstoot te beperken en de bewustwording op het gebied van milieu en duurzaamheid te bevorderen zijn voor diverse programma’s, zoals Het Nieuwe Rijden en De Stille Klimaat Coalitie voorschotten verstrekt van ruim € 6 miljoen aan onder andere de Stichting Verenigde Eigen Rijders Nederland (VERN) en Carbon-Light Mobility (CLIM).

Artikel 16 Spoor

In het kader van de verbetering en bereikbaarheid van de personenvervoermarkt zijn met de inwerkingtreding van de vervoerconcessies, subsidiebeschikkingen verleend aan de Nederlandse Spoorwegen. Er is voor een totaalbedrag van circa € 160 miljoen aan voorschotten verstrekt waarvan de afwikkeling in 2014 wordt verwacht.

Artikel 17 Luchtvaart

Vanaf 2002 is een gezamenlijk bedrag van circa € 38 miljoen verstrekt aan de luchthaven Maastricht Aachen Airport voor het afkopen van de jaarlijkse bijdrage in de tekorten in de exploitatiebegroting en in drie tranches een investeringssubsidie welke in 2015 worden afgerekend. Daarnaast zijn voorschotten verstrekt aan Groningen Airport Eelde (circa € 29 miljoen) en Enschede Airport Twente (€ 2 miljoen). Indien de voorschotten niet binnen vijf jaar worden aangewend voor de realisatie van een baanrenovatie en een afwateringssysteem, moet tot terugbetaling worden overgegaan. De afwikkeling vindt vermoedelijk in 2015 plaats. Daarnaast zijn vanaf 2004 voorschotten verstrekt aan de NLR met een gezamenlijk bedrag van circa € 9 miljoen omdat is bijgedragen aan de financiering van een sociaalplan. Afrekening vindt plaats nadat het sociaalplan is voltooid.

Om duurzame luchtvaart te bewerkstelligen en in stand te houden zijn voorschotten verstrekt van circa € 10 miljoen aan onder andere de Stichting Bevordering Kwaliteit Leefomgeving Schipholregio (€ 10 miljoen) door het ondertekenen van het convenant Omgevingskwaliteit. Doel van het convenant is om de leefkwaliteit van gebieden waar de hinder van luchtvaartactiviteiten aanwezig is in stand te houden dan wel te verbeteren.

Aan de Stichting Mainport en Groen zijn voorschotten verstrekt voor een gezamenlijk bedrag van circa € 5 miljoen vanwege de groenvoorziening van Schiphol. Afwikkeling vindt in 2014 plaats.

Artikel 19 Klimaat

Door de ontwikkeling naar kerndepartementen is de beleidsuitvoering uitbesteed aan de externe uitvoeringsorganisatie RIVM waarop voorschotten open staan van ruim € 88 miljoen. Afwikkeling vermoedelijk in 2014/2015.

Voor de uitvoering van het Clean Development Mechanism (CDM) zijn aan de (inter-)nationale organisatie in 2013 voor ruim € 17 miljoen aan voorschotten verstrekt. De afwikkeling vindt vermoedelijk plaats in 2014.

Artikel 20 Lucht en geluid

Aan provincies en gemeenten zijn in het kader van het Nationaal Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit (NSL) in de jaren 2006/2013 voorschotten betaald van circa € 312 miljoen ter verbetering van de lokale luchtkwaliteit.

In het kader van de sanering van geluidslawaai zijn aan het Bureau Sanering Verkeerslawaai voorschotten verstrekt van circa € 92 miljoen om de geluidsbelasting veroorzaakt door verkeer (waaronder ook luchtvaart) en bedrijvigheid te verminderen.

Het AgenschapNL heeft circa € 17 miljoen aan voorschotten ontvangen ten behoeve van de uitvoering van de subsidieregelingen emissiearme taxi’s en bestelauto’s en emissieverminderende voorzieningen voor vrachtauto’s en bussen. Afwikkeling conform raamovereenkomst tussen AgNL en IenM.

Door de ontwikkeling naar kerndepartementen is de beleidsuitvoering betreffende uitvoeringsmanagement Sanering Verkeerslawaai uitbesteed aan de externe uitvoeringsorganisatie Meurs Bureau Sanering Verkeerslawaai. Voorschotten staan open van circa € 15 miljoen welke in 2014 worden afgewikkeld.

Artikel 21 Duurzaamheid

Ten laste van dit artikel staan verstrekte voorschotten open uit de jaren 2007 tot en met 2012 aan de Stichting Afvalfonds voor de aanpak van verpakkings- en zwerfafval van ruim € 499 miljoen. Afwikkeling wordt in 2014 verwacht.

Artikel 22 Externe veiligheid en risico’s

In het kader van externe veiligheid, inrichtingen en transport zijn voorschotten verstrekt van circa € 220 miljoen. Zo is voor de uitvoering van de saneringsregeling astbestwegen aan de Dienst Landelijk Gebied en aan de provincie Overijssel voorschotten verstrekt van respectievelijk ruim € 84 miljoen en ruim € 29 miljoen. Aan DSM Agro is als voortvloeisel van het gesloten Amoniakconvenant voor de beëindiging van de amoniaktransporten een schadevergoeding verstrekt van circa € 48 miljoen. Voor het onderzoeksprogramma Elektromagnetische velden wat wordt uitgevoerd door ZonMw zijn voorschotten verstrekt van ruim € 15 miljoen waarvan de afwikkeling in latere jaren zal plaatsvinden. Aan de regionale brandweer Zuid-Holland zuid is ruim € 15 miljoen verstrekt voor de spoorzone Drechtsteden. Hiermee worden maatregelen op het gebied van veiligheid, zoals calamiteitenbestrijdings-, waarschuwings- en communicatiesystemen, gerealiseerd. Tenslotte zijn op het beleidsterrein Verantwoorde toepassing van genetisch gemodificeerde organismen voorschotten verstrekt van ruim € 9 miljoen aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) voor het Ecologisch Onderzoeksprogramma Biotechnologie. Afwikkeling van deze voorschotten wordt in de periode 2014/2019 verwacht.

Artikel 25 Brede Doeluitkering

Op grond van de Wet Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer, die als doel heeft om op decentraal niveau maatwerk oplossingen mogelijk te maken voor verkeer- en vervoervraagstukken, zijn tot en met 2013 voorschotten verstrekt. De openstaande voorschotten van circa € 6.254 miljoen hebben betrekking op onder andere de provincies (€ 2.524 miljoen), Stadsregio Amsterdam voorheen Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA) (€ 1.358 miljoen), de Stadsregio Rotterdam (€ 842 miljoen), het Stadsgewest Haaglanden (€ 560 miljoen), het Bestuur Regio Utrecht (€ 297 miljoen), het samenwerkingsverband KAN (€ 301 miljoen), de regio Eindhoven (€ 202 miljoen) en de regio Twente (€ 166 miljoen). Afwikkeling van deze voorschotten vindt in de jaren 2014/2017 plaats nadat de goedkeurende accountantsverklaringen zijn ontvangen.

Artikel 97 Algemeen departement

Aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) zijn voor het onderzoeksprogramma Duurzame bereikbaarheid Randstad voorschotten verstrekt van ruim € 8 miljoen waarvan de afwikkeling in 2015 wordt verwacht. Voorschotten van ruim € 5 miljoen zijn verstrekt aan de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) die adviezen verstrekt aan rechtbanken en bestuursrechters in geschillen op het gebied van onder meer milieu, ruimtelijke ordening, water en natuur. Afwikkeling in 2014 na ontvangst accountantsverklaring.

Artikel 98 Apparaatuitgaven kerndepartement

Voor diverse wachtgelduitkeringen zijn aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) in 2008 tot en met 2012 voor ruim € 53 miljoen aan voorschotten verstrekt. Deze worden, eerst nadat de goedkeurende accountantsverklaringen zijn ontvangen afgewikkeld.

7.3.2.7 Tegenrekeningen € 2.893.408.850

Grondslag

Voor de extracomptabele rekeningen aan de passiva-zijde worden uit het oogpunt van het evenwichtsverband verscheidene tegenrekeningen gebruikt.

Deze tegenrekeningen hoeven geen nadere toelichting.

7.3.2.8 Sluitrekening Infrastructuurfonds € 12.259.998

Grondslag

Deze rekening dient als sluitrekening met de saldibalans, behorend tot de begroting van het Infrastructuurfonds, omdat voor dit fonds géén gescheiden administratie wordt gevoerd.

7.3.3 Passiva
7.3.3.1 Begrotingsontvangsten € 220.574.582

Grondslag

De begrotingsontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) sluiten aan op de Rekening. Deze zijn artikelsgewijs verdeeld in kolom 2 (realisatie) van de Rekening van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII), welke Rekening als verantwoordingsstaat bij de financiële verantwoording behoort.

7.3.3.2 Rekening-courantverhouding RHB € 9.608.503.949

[[Grondslag]]

Deze rekening geeft de vordering-/schuldverhouding weer tussen de Ministeries van Financiën en IenM. Het saldo is gelijk aan het Saldobiljet per 31 december 2013, welke door het Ministerie van Financiën met aanmaakdatum 4 februari 2014 aan het ministerie kenbaar is gemaakt.

7.3.3.3 Intracomptabele schulden € 41.824.199

De cijfers

Tabel 6 geeft een nadere detaillering in aantallen en openstaande bedragen per 31 december 2013 verdeeld naar ouderdom. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2011 en 2012 te vermelden.

Tabel 6: Intracomptabele schulden (bedragen x € 1.000)

Openstaand

2013

2012

2011

 

aantal

bedrag

aantal

bedrag

aantal

bedrag

posten < 1 jaar

35

41.311

90

38.633

175

48.026

posten > 1 jaar

5

513

0

0

5

291

Totaal

40

41.824

90

38.633

180

48.317

Toelichting

Indien niet expliciet vermeldt, zijn de intracomptabele schulden als op korte termijn opeisbare schulden beschouwd.

Noemenswaardige bedragen zijn de ingehouden loonheffing op de salarissen en het werknemersdeel pensioenpremie over de maand december 2013. Deze bedragen, respectievelijk circa € 22 miljoen en circa € 15 miljoen, zijn in januari 2014 aan de Belastingdienst en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds afgedragen.

7.3.3.4 Openstaande verplichtingen € 2.784.346.806

Grondslag

Het saldo openstaande verplichtingen per 31 december 2013 is opgebouwd uit de in het dienstjaar 2013 aangegane verplichtingen en de in voorgaande jaren aangegane en nu nog lopende verplichtingen, welke niet tot een kaseffect in het dienstjaar 2013 hebben geleid.

De cijfers

Tabel 7 geeft de samenstelling van de openstaande betalingsverplichtingen weer.

Tabel 7: Openstaande verplichtingen (x € 1.000)

Stand per 1 januari 2013

3.011.813

Conversie van Infrastructuurfonds

57.822

Conversie naar Deltafonds

– 175

 

3.069.460

Aangegaan in 2013

9.623.916

 

12.693.376

Negatieve bijstellingen

– 51.714

 

12.641.662

Tot betaling gekomen in 2013

– 9.857.315

Openstaand per 31 december 2013

2.784.347

Het bedrag van de «Negatieve bijstellingen» wordt verklaard doordat de in voorgaande jaren aangegane en nog niet tot betaling gekomen betalingsverplichtingen voor de synergieprojecten Kaderrichtlijn Water in het verslag jaar zijn afgeboekt daar deze zijn overgedragen aan het Provinciefonds.

In de Rijksbegrotingsvoorschriften wordt ingegaan op de zogenoemde «Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen» (NUBBBV), bijvoorbeeld in geval van door het Rijk gesloten bestuursovereenkomsten of – convenanten met decentrale overheden. Dergelijke bestuurlijke verplichtingen kunnen niet altijd als juridische verplichtingen worden aangemerkt en maken daardoor geen deel uit van de openstaande verplichtingen, zoals opgenomen in de saldibalans. Dit is ook bij IenM het geval. Met name in het kader van infrastructurele werken op het terrein van regionale en lokale infrastructuur, maar ook op het terrein van het waterbeheer, het hoofdwegen- en spoorwegennet worden bestuurlijke afspraken gemaakt. Deze afspraken staan in het MIRT Projectenboek, welke jaarlijks als bijlage bij de begroting Infrastructuurfonds wordt uitgebracht. Deze bestuurlijke afspraken bij IenM zijn zeer divers in aard en omvang. Soms zijn bestuurlijke afspraken enkel samenwerkingsafspraken, soms in meer of mindere mate concrete afspraken over te realiseren projecten of beleidsdoelstellingen, waarvoor het financieel belang nog niet is gekwantificeerd, ofwel sprake is van een raming, dan wel een maximum of van een zeker bedrag. Gezien de bestuurlijke toezeggingen in financiële termen in hardheid verschillen zijn deze niet optelbaar. Hierdoor is geen totaalbedrag aan bestuurlijke toezeggingen te geven. Indien sprake is van een zekere hardheid – en bovendien juridisch gebonden – worden deze toezeggingen als aangegane verplichting in de financiële administratie opgenomen.

7.3.3.5 Openstaande garantieverplichtingen € 109.062.044

Grondslag

In situaties waarbij geen bijdrage wordt verleend voor ondersteuning van op zichzelf wel wenselijk geachte activiteiten, verleent het ministerie garanties aan instellingen of particulieren. Met deze staatsgarantie achter zich, zijn deze in staat leningen af te sluiten en kunnen bepaalde zaken worden gefinancierd.

Toelichting

Ten opzichte van de saldibalans 2012 hebben drie wijzigingen plaatsgevonden. Ten eerste is het rekening-courantkrediet van € 30 miljoen, welke in 2009 aan de LVNL is verstrekt, verlaagd naar € 20 miljoen. Ten tweede heeft het Ministerie van Financiën in 2013 aan de LVNL een lening onder garantstelling verstrekt van € 5 miljoen. Ten derde is het garantiebedrag, zijnde 90% van de verstrekt leningen conform het Besluit Borgstelling Midden en Klein Bedrijfskredieten (MKB), gewijzigd.

De cijfers

Tabel 8 geeft de samenstelling van het uiteindelijke risico weer, op grond van de uitstaande garantieverplichtingen per 31 december 2013.

Tabel 8: Garantieverplichtingen (x € 1.000)

Jaar

Looptijd

Organisatie

Aard garantstelling

Bedrag

2005

n.n.b.

LVNL

RC krediet

10.000

2005

n.n.b.

CBR

RC krediet

5.000

2009

n.n.b.

MKB

Lening

515

2009

n.n.b.

Kadaster

RC krediet

25.000

2009

n.n.b.

LVNL

RC krediet

20.000

2010

n.n.b.

Dienst Zuid-As

Lening

2.547

2010

2028

LVNL

Lening

29.000

2011

2018

RDW

RC krediet

5.000

2011

2014

CBR

RC krediet

7.000

2013

2021

LVNL

Lening

5.000

   

Openstaand per 31 december 2013

109.062

Tabel 9 geeft de mutaties in het verantwoordingsjaar weer.

Tabel 9: Mutaties Garantieverplichtingen (x € 1.000)

Stand per 1 januari 2013

114.101

Nieuw verstrekt in 2013

5.000

 

119.101

Afname van het risico in 2013

– 10.039

Openstaand per 31 december 2013

109.062

7.3.3.6 Tegenrekeningen € 8.454.388.475

Grondslag

Voor extracomptabele rekeningen aan de activa-zijde worden uit het oogpunt van het evenwichtsverband verscheidene tegenrekeningen gebruikt, zoals de tegenrekeningen extracomptabele vorderingen, deelnemingen, leningen u/g en voorschotten. Deze tegenrekeningen hoeven geen nadere toelichting.

7.3.3.7 Sluitrekening Deltafonds € 2.069.751

Grondslag

Deze rekening dient als sluitrekening met de saldibalans, behorend tot de begroting van het Deltafonds, omdat voor dit fonds géén gescheiden administratie wordt gevoerd.

Licence