Base description which applies to whole site

4.7 Beleidsartikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie

Algemene doelstelling

De DMO zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie en kleding en uitrusting voor de defensieonderdelen.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.

Beleidsconclusies

In 2018 heeft de Defensie Materieel Organisatie (DMO) een bijdrage geleverd aan de hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan de inzetbaarheidsdoelstellingen van Defensie. De meest voorkomende IT-middelen, brandstof, munitie, kleding en uitrusting zijn aan de defensieonderdelen ter beschikking gesteld. Enkele specifieke zaken zoals softshell jassen en gevechtslaarzen waren niet altijd direct leverbaar. Daarin zijn echter verbeteringen doorgevoerd om in de toekomst de beschikbaarheid te optimaliseren.

De Defensie Telematica Organisatie (DTO) en het Joint Informatievoorzieningscommando (JIVC) zijn samengevoegd tot het nieuwe IT-bedrijf. Per 1 januari 2019 is volledig overgegaan op het kasverplichtingen-stelsel. Het opheffen van het agentschap OPS brengt met zich mee dat de bezittingen en schulden van OPS moeten worden verrekend met de rechthebbenden. Vooruitlopend hierop heeft Defensie de vaste activa van OPS overgenomen. Met het besluit tot hantering van het kasverplichtingen-stelsel door het nieuwe IT-bedrijf wordt tevens concrete invulling gegeven aan twee beleidsprioriteiten van de regieagenda: Financiële duurzaamheid en Eenvoud in besturing en bedrijfsvoering.

Tabel budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Verplichtingen

606.479

830.487

759.247

959.296

1.170.733

860.247

310.486

               

Uitgaven

788.427

758.507

806.441

816.269

919.071

860.247

58.824

               

Programmauitgaven

293.389

304.662

335.058

318.730

334.300

379.730

– 45.430

Opdracht Logistieke ondersteuning

293.389

304.662

335.058

318.730

334.300

379.730

– 45.430

– waarvan gereedstelling1 , 2

214.792

222.537

225.397

221.912

221.543

280.417

– 58.874

– waarvan instandhouding

78.597

82.125

109.661

96.818

112.757

99.313

13.444

               

Apparaatsuitgaven

495.038

453.845

471.383

497.539

584.771

480.517

104.254

Personele uitgaven

192.287

189.754

182.900

191.248

213.900

191.669

22.231

– waarvan eigen personeel

172.714

167.815

169.395

177.778

192.812

178.669

14.143

– waarvan externe inhuur

19.573

21.939

13.505

13.470

21.088

13.000

8.088

Materiële uitgaven

302.751

264.091

288.483

306.291

370.871

288.848

82.023

– waarvan IT

 

25.706

31.688

52.971

107.198

49.107

58.091

– waarvan IT door SSO DMO OPS

228.784

172.048

193.481

198.180

205.645

185.155

20.490

– waarvan exploitatie door SSO Paresto

363

414

405

437

268

950

– 682

– waarvan overige exploitatie2

73.604

65.923

62.909

54.703

57.760

53.636

4.124

               

Apparaatsontvangsten

25.189

44.077

29.867

30.204

46.359

43.409

2.950

1

Binnen deze opdracht zijn een aantal activiteiten uitgevoerd door SSO DMO/OPS (€ 1,825 miljoen), die niet waren voorzien in de begroting.

2

Binnen de opdrachten en bijdrage zijn een aantal activiteiten uitgevoerd door het agentschap RVB (€ 11 duizend) en door de Rijkswaterstaat Corporate Dienst € 7 duizend, die niet waren voorzien in de begroting.

Toelichting op de financiële instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5,0 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

In 2018 is voor een bedrag van € 310,5 miljoen meer aan verplichtingen aangegaan dan begroot. Uitgangspunt is dat de verplichtingenbegroting gelijk is aan de uitgavenbegroting. De realisatie laat echter zien dat bij informatievoorziening voor € 176,5 miljoen en bij formatie € 42,2 miljoen meer is verplicht. Door het opheffen van het agentschap OPS per 1 januari 2019 drukken de contractverlengingen, ook voor inhuur, reeds op dit beleidsartikel. Daarnaast laat de realisatie zien dat voor een bedrag van € 43,9 miljoen meer verplichtingen zijn aangegaan voor instandhouding en zijn meer verplichtingen gerealiseerd (€ 21,1 miljoen) voor het gereed stellen, onder meer voor munitie door het aangaan van meerdere verplichtingen in 2018 voor leveringen die plaatsvinden in 2019.

Uitgaven

Programma uitgaven

De realisatie van de gereedstelling is € 58,9 miljoen lager dan begroot. Dit bedrag wordt bijna volledig veroorzaakt doordat € 40,5 miljoen minder is uitgegeven dan begroot bij brandstof. De oorzaak hiervan is met name de stabiliserende olieprijs en de goedkopere dollar en afgeleide effecten zoals een lagere btw-afdracht. Ook is er bij munitie voor € 18,5 miljoen minder gerealiseerd door late en doorgeschoven leveringen inclusief het financieel effect daarvan.

De realisatie van de instandhouding is € 13,4 miljoen hoger dan begroot. Dit komt met name door hogere uitgaven op instandhouding van maritieme systemen (€ 7,4 miljoen) en hoger uitgevallen betalingen voor de doorontwikkeling van de F-35 (€ 3,6 miljoen).

Apparaatsuitgaven

Personele uitgaven

De realisatie van personele uitgaven is € 22,2 miljoen hoger dan begroot. Dit komt met name door hogere uitgaven op formatie (€ 14,1 miljoen). De belangrijkste oorzaak is de doorwerking van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2017 (€ 9,1 miljoen). Verder is de vulling van de nieuwe functies als gevolg van de uitbreiding met de middelen uit hoofde van het regeerakkoord sneller verlopen dan verwacht. Ook zorgt de eenmalige uitkering in december 2018 van € 2,0 miljoen voor hogere uitgaven op formatie. Daarnaast is € 8,1 miljoen extra uitgegeven aan inhuur ten behoeve van het vullen van de organisatie.

Materiële uitgaven

De realisatie van de materiële uitgaven is € 82,0 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door een overrealisatie bij IT. Dit komt vooral door de vervanging van end use devices in verband met de vervanging van verouderde hardware en het ophogen van het voorraadniveau, extra geïdentificeerde behoeftes van defensieonderdelen en extra inhuur ten behoeve van informatiebeveiliging. Ook is er meer uitgegeven door gestegen dataverbruik, waar inmiddels een goedkoper contract voor is afgesloten.

Ontvangsten

Geen bijzonderheden.

Licence