Base description which applies to whole site

5.1 Artikel 11. Centraal apparaat

A. Apparaatsuitgaven kerndepartement

Tabel 20 Apparaatsuitgaven Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

431.675

476.442

634.269

674.586

643.630

584.253

59.377

        

Uitgaven

433.319

467.234

599.980

648.056

624.469

584.253

40.216

        

Personele uitgaven

       

Eigen personeel

198.271

206.082

253.273

259.735

258.180

302.162

‒ 43.982

Inhuur externen

14.298

18.043

55.509

74.546

39.476

24.464

15.012

Overige personele uitgaven

3.471

3.627

2.852

2.740

2.932

11.520

‒ 8.588

Materiële uitgaven

       

ICT

946

2.122

2.109

9.463

22.630

489

22.141

Bijdrage aan SSO's

199.074

220.333

267.849

288.218

291.984

232.915

59.069

Overige materiële uitgaven

17.259

17.027

18.343

11.162

9.187

12.703

‒ 3.516

Bijdrage aan agentschappen

       

Diverse bijdragen

0

0

45

2.192

80

0

80

        

Ontvangsten

45.253

78.343

98.747

109.153

94.106

89.293

4.813

In deze tabel zijn de apparaatsuitgaven van het kerndepartement opgenomen, inclusief het Huis voor klokkenluiders (Hvk) en Toelatingsorganisatie Kwalitietsborging Bouw (TloKB). De reeks is exclusief de apparaatsuitgaven van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Deze worden vanwege het specifieke karakter begroot en verantwoord op beleidsartikel 2.

Personele uitgaven

Eigen personeel

De uitgaven aan eigen personeel zijn ten opzichte van de oorspronkelijke begroting afgenomen. Dit heeft verband met de overheveling van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) naar het ministerie van EZK. Daar tegenover staat het toevoegen van middelen voor:

- de uitvoering van specifieke opdrachten van Doc-Direkt en werkzaamheden van Personeel & Organisatie (P&O)-adviseurs voor de Shared Service Organisaties (SSO's) waar ontvangsten tegenover staan.

-Naar aanleiding van de kabinetsreactie op de POK. Middelen voor de personeelskosten en capaciteitsuitbreiding van de BZK-directies die belast zijn met de uitvoering van het informatiehuishoudingsbeleid.

-Het toevoegen van middelen voor de woningbouwimpuls.

Bij de tweede suppletoire begroting zijn middelen toegevoegd voor het eigen personeel. De uitgaven aan eigen personeel zijn ten opzichte van de tweede suppletoire begroting lager uitgevallen. De onderschrijding kent diverse oorzaken. Allereerst is er minder uitgegeven op de coalitieakkoordbudgetten, voornamelijk doordat het budget pas in de loop van 2022 ter beschikking is gekomen. Het aantrekken van personeel is dan ook later in het jaar van start gegaan. Daarnaast zijn de uitgaven voor eigen personeel bij het kerndepartement lager uitgevallen onder andere vanwege krapte op de arbeidsmarkt.

Inhuur externen

De uitgaven aan inhuur van externen zijn ten opzichte van de oorspronkelijke begroting toegenomen. Dat is een saldo van:

-de overheveling van de NCG naar het ministerie van EZK.

-middelen zijn overgeboekt vanaf de Aanvullende Post van het ministerie van BZK voor de Regiodeals.

- middelen zijn toegevoegd voor de aanpak van digibetisme naar aanleiding van het Coalitieakkoord.

De uitgaven aan inhuur externen zijn ten opzichte van de tweede suppletoire begroting lager uitgevallen. De onderschrijding kent diverse oorzaken. Zo is er onder andere door het Adviescollege ICT-toetsing minder uitgegeven aan externe inhuur. Daarnaast zijn de externe inhuur uitgaven van Doc-Direkt lager uitgevallen, hier staan lagere ontvangsten tegenover.

Overige personele uitgaven

De overige personele uitgaven zijn ten opzichte van de oorspronkelijke begroting lager uitgevallen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de overheveling van de NCG naar het ministerie van EZK.

Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting zijn de uitgaven aan overige personele uitgaven lager uitgevallen. De onderschrijding wordt vooral veroorzaakt door lagere uitgaven aan postactieven.

Materiële uitgaven

Bijdrage aan SSO's

De gerealiseerde bijdrage aan SSO's is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting toegenomen door:

–de bijdrage aan SSO's van Doc-Direkt die samen hangt met de toegenomen ontvangsten van overige departementen;

–het uitvoeren van de Dienstverleningsafspraken (DVA) tussen de baten-lastenagentschappen van het ministerie van BZK.

–bijdragen van verschillende departementen waar het aantal te verzorgen personen meer dan 5% afwijkt van het aantal personen waarvoor budget is afgedragen aan P-Direkt;

–bijdragen van andere departementen voor de centrale bekostiging dienstverlening van FMH;

De uitgaven aan bijdrage aan SSO's zijn ten opzichte van de tweede suppletoire begroting lager uitgevallen. De onderschrijding wordt onder andere veroorzaakt door een lagere opdrachtgeversbijdrage aan P-Direkt.

ICT

De uitgaven aan ICT zijn hoger dan begroot, met name vanwege ICT kosten van Doc-Direkt die samen hangen met de toegenomen ontvangsten van overige departementen.

Overige materiële uitgaven

De overige materiële uitgaven zijn lager uitgevallen dan begroot. De onderschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere materiële uitgaven bij Doc-Direkt.

Bijdragen aan agentschappen

Diverse bijdragen

De diverse bijdragen zijn hoger dan oorspronkelijk begroot. Bij de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting en de tweede suppletoire begroting zijn middelen toegevoegd ten behoeve van de apparaatsuitgaven van de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TIoKB).

De realisatie is lager uitgevallen dan de stand tweede suppletoire begroting vanwege de uitstel van de Omgevingswet.

Ontvangsten

De gerealiseerde ontvangsten vallen hoger uit dan oorspronkelijk begroot vanwege:

–de herverkaveling van de ontvangsten van de NAM voor de uitvoeringskosten van de NCG;

–inkomsten die Doc-Direkt gedurende het jaar heeft gehad van overige departementen en derden (notariaat). Deze inkomsten waren ter dekking van de personele en materiële uitgaven. De ontvangsten worden jaarlijks bij eerste suppletoire begroting toegevoegd;

–ontvangsten op basis van de Dienstverleningsovereenkomsten (DVA) voor de standaard dienstverlening aan de baten-lastenagentschappen. Deze ontvangsten worden jaarlijks bij eerste suppletoire begroting toegevoegd.

De ontvangsten zijn ten opzichte van de tweede suppletoire begroting lager uitgevallen. Dit wordt veroorzaakt door overlopende facturen bij Doc Direkt waarvan de ontvangsten in 2023 worden gerealiseerd.

B. Totaal overzicht apparaatsuitgaven en -kosten inclusief agentschappen en ZBO/RWT's

De apparaatskosten van het ministerie van BZK bestaan uit de apparaatsuitgaven voor het kerndepartement, de AIVD en de apparaatskosten voor acht baten-lastenagentschappen. In de onderstaande tabel staan de structurele apparaatsuitgaven van het kerndepartement en de AIVD weergegeven. Daarnaast geeft de tabel ook een overzicht van de apparaatskosten van de baten-lastenagentschappen, de Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO's) en de Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT's).

Tabel 21 Totaal overzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en ZBO's/RWT's (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie

683.060

746.860

906.829

989.098

968.909

912.474

56.435

Kerndepartement

433.319

467.234

599.980

648.056

624.469

584.253

40.216

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD)

249.741

279.626

306.849

341.042

344.440

328.221

16.219

Totaal apparaatskosten agentschappen

1.211.958

1.314.739

1.392.566

1.502.867

1.621.912

1.535.007

86.905

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

115.032

106.660

104.702

128.811

142.730

125.185

17.545

Logius

177.205

207.100

228.336

241.491

243.636

249.392

‒ 5.756

P-Direkt

78.522

89.583

97.837

101.085

104.183

106.454

‒ 2.271

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

232.415

271.502

299.353

330.799

354.949

316.494

38.455

FMHaaglanden

118.422

128.643

122.122

127.254

143.064

141.590

1.474

SSC-ICT

224.428

216.197

233.145

248.162

273.377

260.857

12.520

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

257.047

285.477

295.666

311.127

339.027

320.641

18.386

Dienst van de Huurcommissie (DHC)

8.887

9.577

11.405

17.713

20.946

14.394

6.552

Totaal apparaatskosten zbo's en rwt's1

183.345

192.293

202.406

201.334

219.686

231.401

‒ 11.715

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)

1.345

1.193

1.406

1.334

1.386

1.401

‒ 15

Kadaster

182.000

191.100

201.000

200.000

218.300

230.000

‒ 11.700

1

ZK verstrekt bijdragen aan vijf begrotingsgefinancierde ZBO’s en RWT’s: Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP), Huis voor Klokkenluiders (HVK) de Huurcommissie, het Kadaster en de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB). De apparaatskosten van het HvK, de TloKB en de Huurcommissie zijn hier niet vermeld, omdat ze respectievelijk worden bekostigd vanuit de apparaatskosten van het kerndepartement (artikel 11) en de apparaatskosten van het agentschap Dienst van de Huurcommissie (DHC). Bij de SAIP worden de apparaatskosten niet alleen door BZK gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries en derden.

Licence