Base description which applies to whole site

4.8 Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) geeft uitvoering aan het Rijksvastgoedbeleid door:

  • Het verzorgen van de Rijkshuisvesting van Hoge Colleges van Staat, het ministerie van Algemene Zaken (AZ) en het Koninklijk Huis, het beheren van monumenten die, naar hun aard, niet geschikt zijn voor Rijkshuisvesting en het uitvoeren van het Rijkshuisvestingsbeleid;

  • Het realiseren van een optimaal financieel resultaat en maatschappelijk rendement bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en vervreemden van materiële activa van/voor het Rijk voor de realisatie van Rijksdoelstellingen, gerelateerd aan de strategische opgaven van het kabinet.

Uitvoeren

De minister van VRO is, als opdrachtgever en uitvoerder, verantwoordelijk voor:

  • De huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van AZ;

  • De huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat;

  • Het beheer en onderhoud van de monumenten die aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) zijn toevertrouwd en die naar hun aard niet geschikt zijn voor de huisvesting van rijksdiensten;

  • De doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting binnen de wettelijke en afgesproken kaders.

Daarnaast is de minister van VRO als uitvoerder op het terrein van Rijksvastgoed verantwoordelijk voor:

  • Het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de wet bij een of meer andere ministers is gelegd;

  • De vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige Rijksdoelstellingen aanwezig zijn. Ook hierbij wordt gestreefd naar een optimale inzet van (overtollige) Rijksactiva en/of financiële bijdragen van het Rijk;

  • Ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) onroerende zaken van andere ministeries. Voor zover er op basis van de huidige begrotingsregels van het kabinet sprake is van een generieke middelenafspraak met een minister, wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door de betreffende minister begroot en verantwoord op de eigen begroting.

 

Programma Groene Innovaties

Het financieel grootste project dat in 2024 is opgeleverd is «Kantoor vol afval» op locatie voormalig Vliegkamp Valkenburg. De kennis die is opgedaan in dit leerproject is in- en extern gedeeld zowel via rondleidingen op locatie alsook digitaal. De principes worden reeds geïmplementeerd bij het RVB en er is volop aandacht voor het project in de markt. Daarnaast zijn er op dezelfde locatie voorbereidingen getroffen voor de testen van biobased mycelliumisolatie (winnaar RVB Innovatieprijs Duurzaamheid 2023). Uitvoering start in 2025.

Voor het thema energietransitie stonden meerdere grote innovatieprojecten op de planning, welke zijn uitgevoerd. Dit is onder andere het meerjarige traject van Thermische Energie uit Oppervlaktewater (TEO), de test van de warmtebatterij, het initiatief natuurlijke koudemiddelen (checklist en pilot) en Self-improving Gebouwbeheersystemen, een tool die gevalideerd en getest wordt bij een rijkskantoor. Daarnaast is het initiatief blauwdruk voor een Smart Grid voorbereid. Dit innovatieproject draagt bij aan het verminderen van netcongestie.

Daarnaast is er voortgang gerealiseerd op zo’n twintig kleinere innovatieprojecten. Dit zijn onder andere de volgende projecten: het landelijk beschikbaar stellen van de norm circulair hergebruik staalconstructies (opschaling), onderzoek naar het onderhoud van biobased materialen, opschaling inzet drones AirVB, uitvoering en kennisdeling biobased brainstormpods Bezuidenhoutseweg 73, vier lopende pilots Presentje Natuur en de uitvoering van brandtesten van zonnepanelen op groen dak: Dubbel Duurzaam (de laatste twee initiatieven zijn winnaar van de RVB Innovatieprijs Duurzaamheid 2021).

Atelier Rijksbouwmeester

Het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa) adviseert gevraagd en ongevraagd aan beleidsdepartementen en uitvoeringsdiensten over actuele maatschappelijke opgaven. Voor de periode 2021 tot en met 2024 werkt het CRa met de agenda, «de 22e eeuw begint nu», waarin het toekomstdenken centraal staat. In 2022 is deze agenda verder uitgewerkt in zeven programmalijnen. De programmalijnen verbinden de beleidsadviezen met ervaring en kennis van de uitvoeringspraktijk. De programmalijnen helpen het werk van het CRa te prioriteren en om meer impact te maken.

Een voorbeeld van hoe het toekomstdenken concreet wordt gemaakt is in de reeks Wij zijn natuur. Samen met rijksambtenaren verkent het CRa nieuwe manieren van denken over natuur in beleid, om tot innovatieve oplossingsrichtingen te komen voor ruimtelijke vraagstukken. Een tweede voorbeeld van toekomstdenken is de toogdag die het CRa in april samen met het RVB organiseerde in het Nieuwe Instituut te Rotterdam. Met het team van Nota Ruimte verkenden we hoe Rijksvastgoed kan bijdragen aan een betere koppeling tussen beleid en uitvoering. In navolging hierop presenteerde het CRa in september het Advies Rijk als rentmeester #2. Daarin doet het CRa zes aanbevelingen voor de manier waarop het RVB rijksvastgoed kan inzetten als hefboom voor het creëren van maatschappelijke waarde met huisvestingsprojecten.

Het afgelopen jaar heeft het CRa veel gevraagde adviezen opgeleverd. Enkele voorbeelden zijn het advies aan het programma Novex op verzoek van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), dat in mei gepresenteerd werd. Ook werkt het CRa in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) doorlopend aan het dossier Water en bodem als basis. De inzichten uit de eerste vier pilotprojecten zijn afgelopen november gebundeld in het advies Water en bodem als basis: lessen uit de regio. In 2025 start een nieuwe reeks pilotprojecten. Daarnaast is in september het traject Advies Vitale Bodems Rijksgronden opgestart, op verzoek van het ministerie van IenW en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), in samenwerking met het RVB.

Een belangrijk advies dat het CRa op eigen initiatief uitbracht is het in juni verschenen rapport De economie van de toekomst begint bij de delta, daarin pleit het CRa onder andere voor een vorm van triage en het investeren in gebieden in plaats van in bedrijven. In 2025 presenteert het CRa een vervolg op deze studie aan de hand van ontwerpend onderzoek naar drie industrieclusters. In de klankbordgroep zijn meerdere ministeries en uitvoeringsdiensten vertegenwoordigd.

In november nam burgemeester Jan van Zanen van Den Haag de onderzoeksbundel over de 13e-eeuwse geschiedenis van het Binnenhof in ontvangst op het Nationaal Monumentencongres. Tot slot werd Rijksadviseur Jannemarie de Jonge door de Eerste Kamer uitgenodigd om een position paper te schrijven over water. Rijksbouwmeester Francesco Veenstra lichtte een position paper over ruimtelijke ordening toe in de Tweede Kamer. En werden er Kamervragen gesteld en beantwoord naar aanleiding van een interview van Rijksadviseur Wouter Veldhuis over de Lelylijn.

Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

Art.

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

 

Verplichtingen

128.909

176.305

165.192

159.243

199.410

161.920

37.490

         
 

Uitgaven

122.909

182.305

165.192

159.243

199.410

161.920

37.490

         

09.01

Doelmatige Rijkshuisvesting

51.595

80.916

93.194

81.199

102.965

88.284

14.681

 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

12.655

12.979

14.713

14.797

15.696

17.335

‒ 1.639

 

RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

25.293

53.331

51.595

52.061

71.282

53.377

17.905

 

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

2.740

3.651

16.967

2.929

3.612

6.628

‒ 3.016

 

RVB (Bijdrage voor monumenten)

2.870

2.926

3.077

3.966

4.931

3.966

965

 

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

8.037

8.029

6.842

7.446

7.444

6.978

466

09.02

Beheer materiële activa

71.314

101.389

71.998

78.044

96.445

73.636

22.809

 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

RVB

13.304

12.268

13.171

14.329

16.380

15.214

1.166

 

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

10.272

35.709

5.030

4.651

5.096

5.225

‒ 129

 

RVB (Zakelijke lasten)

47.738

53.412

53.797

59.064

66.469

53.197

13.272

 

RVB (Bijdrage compensatiegronden en erfpachtrechten)

0

0

0

0

8.500

0

8.500

         
 

Ontvangsten

169.771

223.964

172.729

243.412

174.860

102.984

71.876

Uitgaven

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

Bijdrage aan agentschappen

RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

Bij het jaarverslag van de Koning (I) is een extracomptabele bijlage opgenomen waarin deze uitgaven ook worden gepresenteerd. Hieronder volgt een nadere toelichting.

De bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan het RVB voor de huisvesting (Paleizen) van het Koninklijk Huis bedroeg in 2024 € 15,7 mln.

Genoemd bedrag voor de paleizen bestaat uit een aantal componenten. In 2024 heeft het RVB circa € 7,4 mln. in rekening gebracht voor rente en afschrijvingen en huur. De rente en afschrijvingen zijn voor investeringen die vanaf 2010 via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB. Voor de vergoeding voor regulier dagelijks en planmatig onderhoud is circa € 7,2 mln. afgerekend en voor vergoeding voor kleinere investeringen, functionele verbeteringen en projecten op basis van wet- en regelgeving circa € 1,1 mln.

Huis ten Bosch

In 2024 zijn er geen renovaties of verbouwingen uitgevoerd.

Paleis Noordeinde

In 2024 zijn er geen renovaties of verbouwingen uitgevoerd.

Koninklijk Paleis Amsterdam

In 2024 zijn er geen renovaties of verbouwingen uitgevoerd. Wel vindt het groot onderhoud aan het dak, het timpaan en de toren plaats. Deze is gestart in 2023 en loopt tot en met 2026.

RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

Het betreft hier de kosten voor huisvesting van de Hoge Colleges van Staat, waaronder de renovatie van het Binnenhof. Op verzoek van de opdrachtgever is in de afgelopen jaren capaciteit door het RVB ingezet voor activiteiten die gegeven hun aard bij het RVB apart worden gefinancierd, aangezien zij geen onderdeel vormen van het reguliere investeringsbudget bij huisvestingsprojecten.

Verder zijn in 2024 beveiligings- en leegstandskosten gemaakt van circa € 8,0 mln. door de onverwachte tussenliggende periode waarin de gebruikers niet aanwezig zijn op het Binnenhofcomplex en de aannemers het complex nog niet in beheer konden nemen. Deze kosten zijn gegeven hun aard niet activeerbaar bij het RVB en vormen geen onderdeel van het reguliere investeringsbudget bij huisvestingsprojecten. De kosten worden conform de reguliere systematiek direct afgerekend met de opdrachtgever.

Er zijn aanvullende kosten gemaakt op het gebied van veiligheid, functionaliteit en instandhouding van Bezuidenhoutseweg 67, omdat dit gebouw langer wordt gebruikt dan eerder was voorzien. Tot slot zijn hogere kosten van € 3,0 mln. gerealiseerd voor de tijdelijke huisvesting van Algemene Zaken. Deze kosten zijn gerelateerd aan de renovatie van het Binnenhof en worden verantwoord op dit budget.

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van Algemene Zaken)

Het betreft hier een bijdrage voor de huisvesting van het Ministerie van Algemene Zaken. De onderschrijding wordt veroorzaakt doordat enerzijds de kosten van de huisvesting van AZ lager zijn dan geraamd, anderzijds worden activiteiten later uitgevoerd dan verwacht. Bij de najaarsnota is € 3,0 mln. gerealloceerd naar het budget voor huisvesting Hoge Colleges van Staat voor de tijdelijke huisvesting van Algemene Zaken gerelateerd aan de renovatie van het Binnenhof.

RVB (Bijdrage monumenten)

De bijdrage is voor de kosten die het RVB maakt voor het onderhoud van monumenten met een erfgoedfunctie, maar zonder huisvestingsfunctie. De bijdrage wordt als voorschot verstrekt en wordt in het jaar t+1 afgerekend.

RVB (Bijdrage voor Rijkshuisvesting)

De bijdrage aan het RVB betreft met name de bekostiging van het Atelier Rijksbouwmeester, het programma Groene Technologieën en de coördinatie van het rijksopdrachtgeverschap in de bouw. De bijdrage wordt als voorschot verstrekt en wordt in het jaar t+1 afgerekend.

9.2 Beheer materiële activa

Bijdrage aan agentschappen

RVB

Het betreft de bijdrage aan het RVB voor de uitvoering van het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die de Staat toebehoren. Het gaat hierbij met name om de verwerking van (erf)pachtcontracten, de verwerking van de zakelijke lasten en het beheren van onroerende zaken. De bijdrage wordt als voorschot verstrekt en in het jaar t+1 afgerekend.

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

Dit is de bijdrage voor onderhoud- en beheerkosten van onroerende zaken in het bezit van het RVB voor zover het niet de rijkshuisvesting betreft. Het gaat bijvoorbeeld om energiekosten, bewakingskosten, transitiekosten en het (groen) onderhoud van het Staatsdomein bij het Loo en Sorghvliet. De bijdrage wordt als voorschot verstrekt en in het jaar t+1 afgerekend. Verder heeft een overdracht aan de begroting van Economische Zaken en Klimaat (XIII) van circa € 1,7 mln. plaatsgevonden ten behoeve van het windmolenpark Zeewolde. Om dit mogelijk te maken zijn meeropbrengsten ter hoogte van circa € 1,7 mln. voor ingebruikgeving gedesaldeerd.

RVB (Zakelijke lasten)

Het gaat hier om de betaling van, door gemeenten en waterschappen opgelegde, belastingen en heffingen op onroerende zaken in eigendom bij de Staat, zoals met name onroerendzaakbelasting (circa 80%) en waterschaps- en rioolheffingen (circa 20%), voor zover deze kosten niet zijn toegerekend aan de rijkshuisvesting (zie baten-lastenparagraaf RVB). De kosten zijn dit jaar hoger dan verwacht, doordat er aanslagen uit voorgaande jaren zijn ontvangen en gemeentelijke tarieven zijn verhoogd in verband met stijgende WOZ-waardes. De bijdrage wordt als voorschot verstrekt en in het jaar t+1 afgerekend.

RVB (bijdrage voor compensatiegronden en erfpachtrechten)

Sinds 2023 kunnen de agrarische compensatiegronden van het Rijk niet alleen voor Rijksinfrastructuur en andere taken van rijkspartijen worden ingezet, maar ook voor andere beleidsdoelen die door medeoverheden worden gerealiseerd. Hierdoor is er meer vraag naar het gebruik van compensatiegronden en neemt de beschikbare voorraad af. Daarom is het gewenst ook aankopen te kunnen doen. Ook is het gewenst om aangeboden erfpachtrechten terug te kopen. De uitgaven kunnen slechts geschieden op moment dat ontvangsten gerealiseerd zijn of op korte termijn worden verwacht.

Ten behoeve van deze doelen wordt jaarlijks € 5,0 mln. toegevoegd aan zowel de uitgaven als de ontvangsten. Ten tijde van de tweede suppletoire begroting bleek dat de inkomsten uit de kortlopende pachtcontracten € 3,5 mln. hoger waren dan initieel geraamd (€ 5,0 mln.). Deze aanvullende inkomsten zijn bovenop de € 5,0 mln. ingezet voor de aankoop compensatiegronden en afkoop erfpachtrechten.

Ontvangsten

Voor alle ontvangsten geldt dat deze via bevoorschotting en afrekening met het ministerie van BZK worden verwerkt. Een verschil tussen begroting en realisatie wordt in jaar t+1 afgerekend.

Zakelijke lasten

Het betreft hier de terugbetalingen door de huurders van door het RVB betaalde gebruikerslasten en de terugontvangsten van betaalde zakelijke lasten op basis van bij gemeenten ingediende bezwaarschriften (totaal € 3,3 mln.).

Ingebruikgevingen

Het gaat hierbij om de ingebruikgeving van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit ingebruikgeving geen middelenafspraak bestaat.

Ten opzichte van de begroting waren er in 2024 meerontvangsten op ingebruikgevingen doordat de pachtinkomsten uit kortlopende pachtcontracten hoger zijn dan eerder is voorzien. Dit leidde tot een bijstelling van de geraamde inkomsten naar € 54,7 mln. Verder is ten behoeve van het Windmolenpark Zeewolde circa € 1,7 mln. aan meeropbrengsten uit de ingebruikgeving gedesaldeerd en overgeheveld naar de begroting van Economische Zaken en Klimaat (XIII).

Vervreemding

Het betreft de vervreemding van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit vervreemding geen middelenafspraak bestaat. Dit leidde in 2024 tot € 8,5 mln. inkomsten uit vervreemding van met name agrarische onroerende zaken en van overige onroerende zaken. Deze ontvangsten zijn ingezet als dekking ter grootte van hetzelfde bedrag voor aankoop compensatiegronden en afkoop erfpachtrechten.

Generale ontvangsten

Verkoop bodemmaterialen

Hieronder vallen de ontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen (circa € 33,0 mln.) zoals zand. De bodemmaterialen hebben circa € 10,0 mln. meer opgebracht dan begroot.

Veiling huurrechten benzinestations

Het betreft de ontvangsten uit de veiling van huurrechten van benzinestations langs rijkswegen (€ 55,7 mln.). De benzineveilingen in september hebben € 30,0 mln. meer opgebracht dan begroot.

Afrekeningen voorschotten 2022

Dit zijn de ontvangsten naar aanleiding van het afrekenen van uitbetaalde voorschotten in 2023 (€ 25,6 mln.). Het betreft voornamelijk generale ontvangsten uit bodemmaterialen en ontvangsten uit ingebruikgevingen.

Licence