Base description which applies to whole site

4.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Stimuleren van een goede kwaliteit van de gebouwde omgeving op de aspecten duurzaamheid, energiezuinigheid, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid. Daartoe is de controle op de naleving van de bouwregelgeving en het toezicht door gemeenten van belang.

Met deze doelstelling doet het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) recht aan diverse publieke waarden:

  • De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot op de lange termijn en maakt huishoudens weerbaarder tegen schokken in energieprijzen.

  • Gebouwen voldoen aan de eisen van bouwregelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en duurzaamheid.

  • Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw door onder meer zo hoogwaardig mogelijk hergebruik van bouw- en sloopafval en de toepassing van biobased bouwmateriaal, en bijdragen aan de beschikbaarheid van bouwmaterialen op de langere termijn.

Deze publieke waarden worden op onderdelen concreet gemaakt in de volgende op termijn te bereiken resultaten:

  • Vermindering van de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met minstens 55% ten opzichte van 1990.

  • In de bestaande bouw is het streven om uiterlijk in 2030 2,5 miljoen woningen te isoleren, 120.000 gebouwen vergaand te verduurzamen en 500.000 nieuwe aansluitingen op warmtenetten te realiseren.

  • Huurwoningen met een EFG-label worden de komende jaren versneld verduurzaamd zodat vanaf 2029 alleen nog woningen met minimaal label D verhuurd worden.

  • Voor de utiliteitsbouw zal de normering in lijn met het PVGO en als onderdeel van de implementatie van de EPBD IV uitgewerkt worden.

  • In 2050 een volledig circulaire economie met als richtinggevend doel het gebruik van primaire abiotische grondstoffen in 2030 te halveren. Het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023–2030 (NPCE) is een belangrijke stap in de richting om deze doelen te realiseren.

  • Om ervoor te zorgen dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht, wordt in de nationale aanpak klimaatadaptatie gebouwde omgeving (fase I) gewerkt aan een aantal actielijnen, waaronder het minder vrijblijvend maken van klimaatadaptief bouwen en inrichten. Hiertoe is de landelijke maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving gepubliceerd gericht op nieuwbouw. We werken aan juridische borging van de landelijke maatlat en doorontwikkeling van de maatlat naar bestaand bebouwd gebied.

  • We werken toe naar een gezamenlijke nationale aanpak funderingsschade met publieke en private partners.

Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is de inzet van burgers, instellingen, bedrijven en de gehele overheid noodzakelijk. In het kader van het Klimaatakkoord wordt met partijen gesproken over de noodzakelijke acties en te nemen maatregelen. Samen met medeoverheden, corporaties, netbeheerders, energiebedrijven, de financiële sector, de ontwerp-, bouw en technieksector en talloze andere bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties gaan we, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid, mensen helpen met het verduurzamen van hun huis of gebouw. We maken wetgeving, stellen normen aan de huursector, bestaande gebouwen en installaties. De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) heeft hierbij een stimulerende, regisserende en normerende rol.

Stimuleren

Op basis van artikel 120 van de Woningwet, hoofdstuk 4 van de Wet milieubeheer en de Kadasterwet is de minister verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De minister geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van acties, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies) en monitoring. De minister stimuleert energietransitie in de gebouwde omgeving met verschillende (subsidie)instrumenten, afspraken en ondersteuningsmaatregelen.

Regisseren

Op basis van artikel 2 van de Woningwet is de minister van VRO verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en stelselverantwoordelijk voor het borgen van de bouwkwaliteit. Op grond van deze verantwoordelijkheid worden in ieder geval regels gesteld over het bouwen van nieuwe bouwwerken, de staat van bestaande bouwwerken en het gebruiken en slopen van bouwwerken. Deze regels worden gesteld vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu. Door naleving van deze regels is de maatschappelijk aanvaarde kwaliteit van bouwwerken gewaarborgd. Toezicht en handhaving hierop berust bij gemeenten.

Hieronder wordt langs vijf domeinen ingegaan op de beleidsconclusies: (1) gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie; (2) verduurzaming individuele aanpak woningen; (3) verduurzaming utiliteitsbouw; (4) innovatie en uitvoeringscapaciteit in de bouw; en (5) bouwregelgeving en bouwkwaliteit. Per domein worden de beleidsconclusies beschreven.

1. Gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie

De Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) is aangenomen door de Eerste Kamer en in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2024, 406). De Wgiw geeft gemeenten de bevoegdheid om regie te kunnen voeren over de wijkgerichte aanpak om woningen en gebouwen te verduurzamen.

Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) heeft voor het tweede jaar op rij een kwalitatieve analyse gemaakt van de warmtetransitie bij gemeenten, de ‘lokale warmtetransitie in beeld’. Daaruit komt onder andere naar voren dat de helft van de gemeenten bezig is met de voorbereiding van het warmteprogramma. Daarnaast hebben ruim 270 gemeenten zich aangemeld voor het ondersteuningsaanbod voor het maken van een nieuw warmteprogramma van het NPLW.

2. Verduurzaming individuele aanpak woningen

In 2024 heeft het Nationaal Isolatieprogramma opnieuw ingezet op woningisolatie, met subsidies, stimulering en afspraken met corporaties en gemeenten. Om woningeigenaren en gemengde Verenigingen van Eigenaars te helpen die extra hulp het hardste nodig hebben en de energierekening betaalbaar te houden voor huishoudens, hebben gemeenten in de lokale aanpak extra (financiële) ondersteuning, advies en begeleiding geboden. Het Rijk heeft gemeenten hierbij ondersteund vanuit het NPLW, het samenwerkingsverband Verbouwstromen en de SPUK Aanpak Energiearmoede.

In september gaven 224 gemeenten aan te zijn gestart met de uitvoering van de lokale aanpak van het Nationaal Isolatieprogramma. Al 1,3 miljoen huishoudens zijn geïnformeerd over het aanbod dat er voor hen beschikbaar is in 154 gemeenten. In 131 gemeenten zijn in totaal bijna 8000 woningen geïsoleerd. In de tweede tranche van de lokale aanpak is in 2024 € 674 mln. beschikbaar gekomen. Van de 342 gemeenten hebben 340 gemeenten een aanvraag voor de tweede tranche gedaan in 2024. Daarnaast is een deel van het budget van tranche 1 aan het begin van 2024 nog aan gemeenten uitgekeerd. Samen met de aanvragen van de eerste tranche in 2023 hebben nu alle gemeenten middelen ontvangen voor het extra ondersteunen van woningeigenaren en VvE’s in de lokale aanpak. 335 gemeenten hebben zowel de eerste als de tweede tranche aangevraagd.

Koopwoningen en VvE’s

Dankzij betere voorwaarden werd in 2024 vaker gebruikgemaakt van het Nationaal Warmtefonds, vooral door woningeigenaren met een laag inkomen. Het Warmtefonds levert hiermee een belangrijke bijdrage aan het bereiken van deze doelgroepen in de energietransitie. In 2024 is de Kamer geïnformeerd over de financiële mogelijkheden voor woningeigenaren en VvE’s te verduurzamen (Kamerstuk 2024/2025 32847, nr. 1233).

In 2024 zijn de voorwaarden in de Subsidie Verduurzaming voor Verenigingen van Eigenaren (SVVE) verbeterd voor de adviezen die VvE’s laten opstellen voor verduurzaming (Stb. 2024, 37731). De verbetering leidde tot een eerste stijging in het aantal toegekende subsidies voor adviezen en een verdubbeling van de toegekende subsidie. Ook werd een bonus ingevoerd voor biobased isolatiematerialen en werd het mogelijk om subsidie te krijgen voor de aanleg van elektrisch laden in VvE’s. In 2024 werd bijna 400 keer subsidie verstrekt voor een laadpuntenadvies of het aanleggen van de basisinfrastructuur. Het aantal toekenningen van subsidie voor uitgevoerde verduurzamingsmaatregelen bleef in de SVVE met ruim 540 ongeveer op hetzelfde niveau als in 2023 (ruim 550). Het aantal getroffen maatregelen steeg in 2024 ten opzichte van 2023 en het toegekende subsidiebedrag nam toe. Bij Milieu Centraal is, met geld van het ministerie, in 2024 een start gemaakt aan een kenniscentrum over verduurzaming van VvE’s voor gemeenten en marktpartijen. Daarnaast is de Hogeschool Utrecht in 2024 gestart met het opleiden van procesbegeleiders die VvE's begeleiden tijdens het verduurzamingstraject.

Huurwoningen

SVOH

De Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoning (SVOH) is in juli 2024 in internetconsultatie gegaan. Op basis van reacties uit de markt zijn meerdere wijzigingen doorgevoerd vanaf 1 januari 2025. De wijzigingen zijn in december 2024 in voorhang geweest van de Tweede Kamer en zullen vanaf 1 januari 2025 van kracht zijn (Stb. 2024, 38621). Het aantal aanvragen is in 2024 gestegen ten opzichte van 2023. Desondanks blijft de uitputting van de SVOH achter op de verwachtingen.

SAH

In 2024 zijn via de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) 68 aanvragen ingediend en verleend om 6.170 bestaande woningen van het aardgas af te halen. Het komen tot een nieuw subsidielandschap voor gebruikers samen met stakeholders heeft meer tijd nodig. Daarom is de SAH in 2024 met nog een jaar verlengd naar 1 januari 2026, om zo continuïteit te bieden door warmtenetten te stimuleren en subsidiëren gedurende 2025 (Stb. 2024, 41905). Daarnaast zijn de subsidiemogelijkheden uitgebreid om warmtenetten te stimuleren, met een hogere subsidie voor inpandige kosten en een vergoeding voor afkoop van het vastrecht voor verhuurders. Hierdoor steeg de maximale subsidie van € 5.000 naar € 8.000.

SPOR

In 2024 zijn via de Subsidieregeling procesondersteuning opschaling renovatieprojecten (SPOR) 19 aanvragen ingediend met een totale subsidieaanvraag van € 1,7 mln. Het aantal aanvragen is achtergebleven bij de oorspronkelijke verwachting. De belangrijkste reden hiervoor is dat de regeling pas eind 2023 is opengesteld.

3. Verduurzaming utiliteitsbouw

In 2024 is de derde tranche van de Subsidieregeling verduurzaming maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) uitgevoerd, waarmee gebouweigenaren subsidie ontvangen voor verduurzaming van hun gebouw. Via de lopende portefeuilleaanpak zijn grote vastgoedeigenaren gestimuleerd om een bovenwettelijke prestatie te leveren bij het verduurzamen van hun portefeuille. In 2024 zijn ook de specifieke uitkeringen voor het Ontzorgingsprogramma Mkb en het ontzorgingsprogramma MaVa uitgekeerd (Stb. 2024, 1876). Hiermee richtten provincies programma’s in om gebouweigenaren te helpen bij de verduurzaming. De subsidie voor het programma verduurzaming bedrijventerreinen is in 2024 voor 3 jaar verstrekt, eind 2024 is er nog een uitbreiding van het programma geweest.

4. Innovatie en uitvoeringscapaciteit in de bouw

Het ministerie heeft de ontwerp-, bouw- en technieksector in 2024 gestimuleerd om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Dit is cruciaal voor de grote nieuwbouw- en renovatieopgave. Het beleid focuste op innovatie, capaciteitsuitbreiding via industrieel bouwen en digitalisering, met als doel een duurzamer (ver)bouwproces en gebruik van duurzame materialen. Over de voortgang en samenhang van de verschillende beleidslijnen gericht op innovatie en het opschalen van de uitvoeringscapaciteit in de bouw is in het kader van het PVGO gerapporteerd.

In 2024 heeft de uitvoering van de Nationale Groeifondsprogramma’s Toekomstbestendige Leefomgeving en Werklandschappen van de Toekomst verder plaatsgevonden. Ook is bijgedragen aan innovatiesubsidieregelingen van het ministerie van EZK (DEI+ aardgasvrij, MOOI) die R&D en pilot- en demonstratieprojecten ondersteunen. Voor deze regelingen is veel belangstelling gebleken. Onder de DEI+ is aan 6 projecten subsidie toegekend en nagenoeg het gehele beschikbare budget van besteed. Onder de MOOI zijn ten minste 8 projecten toegekend in 2024. Vanuit het programma Verbouwstromen is vraagbundeling en opschaling van het aanbod verder vormgegeven. In dit kader waren de SPOR en de MEER beschikbaar.

MEER

Van de meerjarige experimenten effectieve renovatiestromen (MEER) zijn 2 subsidietranches uitgezet (Stb. 2024, 31199) om met een gestandaardiseerde, industriële en opschaalbare aanpak te verduurzamen. Deze subsidie is bestemd voor renovatieprogramma’s met een industriële aanpak en heeft geleid tot 6 toegekende aanvragen met een totale subsidie van € 50,9 mln. Ook heeft over het ondersteuningsprogramma Verbouwstromen een evaluatie plaatsgevonden in de vorm van een Gateway review.

Digitalisering en KOP

Voor digitalisering is het Programma Digitaal Stelsel Gebouwd Omgeving (DSGO) opgeleverd en het stelsel in gebruik genomen. Om de adoptie hiervan een steun in de rug te geven is een bestuursakkoord Digitale Gebouwde Omgeving afgesloten. Hierin hebben 39 sectorvertegenwoordigende partijen, waaronder brancheverenigingen, ministeries en grote opdrachtgevers, zich gecommitteerd om meer en beter digitaal te gaan samenwerken. Om dit te bereiken zijn 21 beleidsmaatregelen opgesteld, gericht op standaardisatie en het delen van data. Voor digitale samenwerking zijn zowel afspraken als digitale vaardigheden nodig. Het programma digiVaardig, gefaciliteerd door Kennis en opschalingsprogramma (KOP) Schoon en Emissieloos Bouwen, heeft hier ondersteuning in aangeboden. Het KOP heeft ook prefabbouwers ondersteund via een bijdrage aan het TNO programma Emissieloos Bouwen. Dit programma richt zich op het efficiënter, meer circulair en daarmee stikstofarmer maken van het bouwlogistieke proces. In 2024 is de eerste tranche onder KOP uitgezet en dit heeft geleid tot 9 nieuwe innovatieprojecten die aan het programma zijn toegevoegd.

Circulair bouwen

In 2024 is het gebruik van biogrondstoffen in de bouw vergroot met de uitvoering van de Nationale Aanpak Biobased Bouwen, tot 22 ketens van boeren, verwerkers en partijen uit de bouwsector. In juni 2024 is het ontwerpbesluit milieuprestatie gebouwen voorgehangen bij het parlement, met daarin de voorstellen om de milieuprestatie-eis voor woningen per 1 januari 2025 te halveren, voor kantoren 15% scherper te stellen en voor andere gebouwen (bijvoorbeeld onderwijs, zorg en winkels) in te voeren (Kamerstuk 2024 28325, nr. 274). In december 2024 heeft de minister van VRO voorgesteld om de scherpere eis voor woningen een plek te geven in het programma Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving (STOER) (Kamerbrief Woontop). De Tweede Kamer is in december geïnformeerd over de volgende stap in het wetgevingsproces van de andere onderdelen van het ontwerpbesluit (Kamerstuk 2024 32847, nr. 1237).

5. Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

In 2024 is een verzamelaanwijzing van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) gepubliceerd en zijn enkele wijzigingen in procedure gebracht in het kader van het actueel houden van de regelgeving, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en implementatie van Europese regelgeving. In het verzamelbesluit van 29 november 2024 (Stb. 2024, 368) staan onder meer enkele verduidelijkingen met betrekking tot vergunningvrij bouwen en een uitbreiding van de verplichting CO2-meters te plaatsen in scholen. Tevens zijn nieuwe regels opgenomen in het kader van brandveiligheid en toegankelijkheid van gebouwen. In het kader van het wegnemen van belemmeringen zijn verder regels in procedure gebracht die het verplaatsen van (tijdelijke) woningen vereenvoudigen en de mogelijkheid voor het vergunningsvrijplaatsen van buitenunits van warmtepompen verruimen. Daarnaast zijn aanvullende eisen voor het aanbrengen van PUR-schuim in procedure gebracht.

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is op 1 januari 2024 ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking getreden voor nieuwbouw onder gevolgklasse 1. Tegelijk met de inwerkingtreding is ook een start gemaakt met de monitoring van de Wkb. Uit de invoeringstoets, een onderzoek naar het aantal kwaliteitsborgers, periodiek overleg met betrokken partijen en een evaluatie van verbouwprojecten onder de stimuleringsregeling proefprojecten zijn geen onoverkomelijke knelpunten naar voren gekomen (Kamerstukken I, 2023/24, 34.453 AW). Gezien de kosten bij met name kleine bouwactiviteiten is begin december besloten dat verbouw vooralsnog niet zal worden toegevoegd aan gevolgklasse 1 aangezien kwaliteitsborging in zijn huidige vorm onvoldoende aansluit bij verbouwprojecten (Kamerstukken I, 2023/24, 34.453 AX).

In 2024 is tevens een wijziging van de Wkb in internetconsultatie gegaan. De wijziging van het Bbl strekt ertoe te regelen dat het bevoegd gezag, in het geval dat herstel van gebreken van een gebouw niet proportioneel is in relatie tot de doelen van de regels waaraan niet wordt voldaan, een besluit tot ingebruikname kan nemen als de verklaring van de kwaliteitsborger ontbreekt.

Toekomstbestendige gebouwde omgeving

De voorbereidende werkzaamheden zijn gestart voor de nieuwe Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS) en de Actieagenda hitte, zoals benoemd in het regeerprogramma. Het vervolg van de Nationale aanpak Klimaatadaptie gebouwde omgeving wordt hierin meegenomen. Er is verder uitvoering gegeven aan de nationale aanpak. Ter ondersteuning van gemeenten is het instrument Menukaart Hitte doorontwikkeld, waarmee gemeenten aan de slag kunnen met integraal hittebeleid. Er zijn praktijkervaringen opgehaald over klimaatadaptief bouwen, ten behoeve van aanbevelingen om de toepasbaarheid van het instrument ‘Landelijke Maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving’ te vergroten. Tevens is er onderzoek gedaan naar de financiële consequenties en mogelijkheden voor eventuele borging van de landelijke maatlat.

Aanpak funderingsschade

In 2024 heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) op verzoek van het vorige kabinet het advies ‘Goed gefundeerd’ aangeboden voor de Nationale aanpak funderingsproblematiek. Om eerste stappen te kunnen zetten in deze aanpak heeft het kabinet financiële middelen (€ 56 mln.) vrijgemaakt voor de periode 2025-2028. Daarnaast is gestart met de landelijke uitwerking van het Fonds Duurzaam Funderingsherstel (FDF).

Stelsel certificeringwerkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties

Op 19 november 2024 is de evaluatie van het wettelijk stelsel certificeringwerkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties (CO-stelsel) aan de Tweede Kamer toegestuurd (Kamerstuk 32757, nr. 190).

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

Art.

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

 

Verplichtingen

390.509

463.639

1.011.291

1.094.665

1.727.694

1.465.241

262.453

         
 

Uitgaven

508.200

505.776

747.910

1.017.585

1.448.138

1.532.059

‒ 83.921

         

04.01

Energietransitie en duurzaamheid

493.364

498.141

734.457

1.003.762

1.427.197

1.518.504

‒ 91.307

 

Subsidies (regelingen)

       
 

Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen

0

0

109

2.257

5.450

26.770

‒ 21.320

 

Nationaal Isolatie Programma

0

0

0

0

0

25.980

‒ 25.980

 

Energiebesparing Koopsector

51.490

90.134

6.951

11.815

19.392

47.270

‒ 27.878

 

Energiebesparing Huursector

101.656

18.225

10.636

1.006

0

0

0

 

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof)

0

2.640

6.724

6.590

1.899

3.700

‒ 1.801

 

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

0

37.167

131.801

317.710

384.800

‒ 67.090

 

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

0

0

0

0

0

6.000

‒ 6.000

 

Energietransitie en duurzaamheid

13.046

13.377

24.801

30.041

23.259

12.732

10.527

 

Renovatieversneller

0

0

1.000

2.839

19.226

24.198

‒ 4.972

 

SAH

28.796

13.986

3.773

9.322

14.297

20.500

‒ 6.203

 

Warmtefonds

67.000

27.400

85.600

155.390

93.000

93.000

0

 

Nationaal Groeifonds

0

0

0

4.351

26.198

24.022

2.176

 

Biobased Bouwen

0

0

0

1.800

0

10.450

‒ 10.450

 

Nationaal Energiebespaarfonds (NEF)

0

0

0

0

0

0

0

 

Ontzorgen Vereniging van Eigenaren

0

0

0

0

1.373

0

1.373

 

Opdrachten

       
 

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

0

0

0

589

1.804

750

1.054

 

Energietransitie en duurzaamheid

2.655

4.880

5.681

2.361

3.461

3.800

‒ 339

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

Energietransitie en duurzaamheid

4.567

4.277

74

1.967

736

0

736

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Programma reductie energieverbruik

102.962

95.736

0

0

0

0

0

 

Aardgasvrije wijken

77.631

54.677

62.627

0

153

0

153

 

Ontzorging maatschappelijk vastgoed

8.000

15.317

0

0

0

0

0

 

Ventilatie in scholen

0

125.619

73.454

210

1.028

0

1.028

 

Nationaal Isolatie Programma (Lokale aanpak woningisolatie)

0

0

0

361.286

709.882

632.893

76.989

 

Ondersteuning aanpak energiearmoede

0

0

358.689

181.109

0

0

0

 

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

0

16.488

0

68.785

65.000

3.785

 

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

0

0

0

12.071

10.891

9.000

1.891

 

Nationaal Isolatie Programma (Soortenmanagement)

0

0

0

47.061

50.730

3.940

46.790

 

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe

0

0

 

0

4.368

50.000

‒ 45.632

 

Nationaal Groeifonds

0

0

0

6.287

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

ILT (Handhaving Energielabel)

0

11

23

8

0

0

0

 

RVO (Uitvoering Energieakkoord)

0

25

0

106

209

12.294

‒ 12.085

 

Dienst Publiek en Communicatie

630

903

1.052

112

2.025

1.000

1.025

 

Diverse Agentschappen

1.500

0

369

0

0

0

0

 

RVO (Energietransitie en duurzaamheid)

33.431

30.934

33.664

27.769

39.214

11.565

27.649

 

RVB

0

0

970

3.929

9.156

22.240

‒ 13.084

 

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

0

4.605

1.644

2.951

16.625

‒ 13.674

 

Nationaal Groeifonds

0

0

0

41

0

0

0

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

       
 

Gemeentefonds (B)

   

0

0

0

0

 

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof)

0

0

0

0

0

4.500

‒ 4.500

 

EGO (innovatie)

0

0

0

0

0

5.475

‒ 5.475

 

Handhaving energielabel C

0

0

0

0

0

0

0

04.02

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

14.836

7.635

13.453

13.823

20.941

13.555

7.386

 

Subsidies (regelingen)

       
 

Biobased bouwen

0

0

0

0

8.706

0

8.706

 

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

13.690

5.745

11.750

11.105

7.253

8.460

‒ 1.207

 

Opdrachten

       
 

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

1.090

1.699

1.703

1.188

4.978

3.075

1.903

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

Overige bijdragen

6

191

0

30

4

0

4

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Diverse bijdragen bouwregelgeving

50

0

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

RVB

0

0

0

1.500

0

2.015

‒ 2.015

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

       
 

Diverse bijdragen

0

0

0

0

0

5

‒ 5

         
 

Ontvangsten

163

1.371

11.182

23.742

27.574

91

27.483

Uitgaven

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Subsidie(regelingen)

Verduurzaming en onderhoud huurwoningen

Het aantal aanvragen van de subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen (SVOH) is lager uitgevallen dan geraamd. Het verduurza­ mingstempo in deze sector en bij deze doelgroep van kleine particuliere verhuurders in bestaande woningen was niet hoog, waardoor er ook minder subsidieaanvragen zijn ingediend dan de raming. De aanvragen trekken aan vergeleken met vorig jaar, desondanks is de raming niet gehaald. Daarnaast duurt het vaststellen van (eerdere) aanvragen langer. De aangegane verplichtingen zijn hierdoor voor een deel niet meer in 2024 tot betaling gekomen en schuiven door naar 2025.

Daarom is in het voorjaar en in de suppletoire begroting september het kasritme aangepast en is er in totaal circa € 16,0 mln. doorgeschoven naar latere jaren. In de eerste suppletoire begroting is tevens de € 7 mln. teruggeboekt die was ingezet voor het DUMAVA wegens een hoge respons op deze regeling. Daarnaast is ook het restantbudget over 2023 toegevoegd en zijn de uitvoeringskosten voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) afgedragen. Tevens is in het voorjaar 2024 voor de aanpak van de gemengde VvE’s in de lokale aanpak € 10 mln. budget overgeheveld vanuit SVOH. Daarnaast duurt het vaststellen van (eerdere) aanvragen langer. In totaal is circa € 2,2 mln. aan aanvragen niet vastgesteld en niet meer tot betaling gekomen in 2024. Uiteindelijk is er circa € 5,4 mln. gerealiseerd voor de SVOH.

Energiebesparing Koopsector

Verenigingen van Eigenaars (VvE) kunnen voor de verduurzaming van hun woning subsidieaanvragen bij de regeling Subsidie Energiebesparing Eigen Huis doen.

Bij de eerste suppletoire begroting is € 27 mln. doorgeschoven naar latere jaren om de financiering van aanvragen in die jaren mogelijk te maken en is het restant budget uit 2023 van € 3,8 mln. toegevoegd. Tegelijkertijd zijn de uitvoeringskosten, € 1,6 mln. voor RVO afgedragen en is budget opgehoogd met loon- en prijsbijstelling. Het budget is met € 5,3 mln. opwaarts bijgesteld bij de tweede suppletoire begroting om de toename in aanvragen te honoreren. 

In totaal is er in 2024 circa € 19,3 mln. uitgegeven en circa € 3,4 mln. aan aanvragen niet vastgesteld en niet meer tot betaling gekomen in 2024.

Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof

Met het kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een afsprakenstelsel voor digitalisering van het bouwproces en de bouwlogistieke stromen gericht op stikstofreductie. In totaal is er in 2024 circa € 1,9 mln. uitgegeven en circa € 1,4 mln. is niet meer tot betaling gekomen in 2024.

Verduurzaming maatschappelijk vastgoed

De Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) komt eigenaren van bestaand maatschappelijk vastgoed tegemoet in de kosten om te verduurzamen. In de eerste suppletoire begroting is het restantbudget uit 2023 toegevoegd (circa € 2,2 mln.) en is tevens budget teruggeboekt aan de subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen (SVOH) voor € 7 mln.

De belangstelling voor de regeling DUMAVA blijft groot. Daarom wordt het subsidieplafond in de eerste instantie verhoogd in 2024 voor de derde tranche DUMAVA met een kasschuif van € 38,7 mln. en is de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 verwerkt voor € 7,0 mln.

Bij de suppletoire begroting september zijn de middelen voor DUMAVA-scholen € 47,0 mln. naar achteren geschoven en is ook het kasritme van de middelen DUMAVA aangepast voor € 58,6 mln.

Voor € 10,0 mln. wordt een bijdrage aan het ministerie van VWS gegeven voor het verduurzamen van gebouwen van amateurverenigingen.

Via een desaldering worden de terugvorderingen voor € 10,4 mln aan het budget van DUMAVA togevoegd zodat de middelen weer konden worden ingezet voor deze regeling.

In totaal is er in 2024 circa € 318 mln. uitgegeven en uiteindelijk circa € 1,4 mln. aan aanvragen niet meer tot betaling gekomen in 2024.

Energietransitie en duurzaamheid

Op deze regeling worden diverse subsidies verantwoord.

In de eerste suppletoire begroting zijn de middelen voor de campagne energiebesparing die in 2023 niet zijn uitgegeven (€ 3,3 mln.) toegevoegd. Daarnaast is de loon- en prijsbijstellingtranche 2024 van € 4,0 mln. verwerkt. In het kader van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit het Klimaatakkoord is in 2024 aan een aantal partijen subsidies verstrekt voor in totaal circa € 11,7 mln., waaronder de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal (€ 1,3 mln), Platform 31 en DigiGO (€ 2,6 mln).

Bij de eerste en tweede suppletoire begroting is budget gerealloceerd naar onder andere het programma Energietransitie Gebouwde omgeving, het budget Regionale Energie Strategieën voor diverse Energie Samen subsidies (€ 1,6 mln.), de participatiecoalitie (€ 8,1 mln.) en Coalitie energiebesparing (€ 1,3 mln.). Per saldo is € 1,9 mln. niet meer tot betaling gekomen in 2024 op het programma Energietransitie Gebouwde omgeving.

Renovatieversneller

Voor de Renovatieversneller zijn in het Klimaatakkoord subsidiemiddelen beschikbaar gesteld om opschaling bij verduurzaming van woningen te bevorderen met het oog op kostenreductie. In totaal is aan ondersteuningsprogramma’s, SPOR en MEER subsidies circa € 19,3 uitgegeven en is € 4,9 mln. niet meer tot betaling gekomen in 2024.

Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH)

De Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) verleent vanaf 2020 subsidies aan zowel sociale als particuliere verhuurders voor het aardgasvrij maken van woningen. Ook gemengde VvE’s kunnen hierbij terecht voor subsidiëring van warmtenetaansluitingen.

Door vertraging in de afronding en vaststellingen van projecten, mede veroorzaakt door problematiek met warmtenetten, wordt budget naar achteren geschoven (€ 10 mln.). Het budget is met € 2,8 mln. bij de tweede suppletoire begroting bijgesteld met desaldering vanuit de ontvangsten om alle aanvragen te honoreren.

Uiteindelijk is in totaal is er in 2024 circa € 14,3 mln. uitgegeven en circa € 1,3 mln. aan aanvragen niet meer tot betaling gekomen in 2024.

Warmtefonds

Het Warmtefonds verstrekt financiering aan woningeigenaren en VvE’s die hun woning verduurzamen. In 2024 is € 93 mln. uitgegeven.

Nationaal Groeifonds

De tweede tranche van de regeling Toekomstbestendige leefomgeving wordt opengesteld. Via een kasschuif van 2025 naar 2024 is € 4,6 mln. toegevoegd en in 2024 beschikbaar gesteld voor de reguliere subsidiebeschikking. Daarnaast zijn subsidies voor onder andere werklandschappen van de toekomst en aan stichting TKI Bouwen Techniek toegekend. In totaal is circa 26,2 mln. uitgegeven aan subsidies voor Toekomstbestendige leefomgeving (TBL) en werklandschappen in de toekomst. Circa € 1,4 mln. is voor TBL niet meer uitgegeven in 2024. Werklandschappen in de toekomst is nagenoeg uitgeput.

Opdrachten

Energietransitie en duurzaamheid

Ter uitvoering van de afspraken voor de energietransitie in de gebouwde omgeving verstrekte het ministerie van BZK in 2024 diverse onderzoeksopdrachten, waaronder voor het energielabel, klimaatadaptatie en Energieprestatie gebouwen.

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

Energietransitie en duurzaamheid

Het Kadaster ontving een bijdrage voor datalevering en advisering energielabels en programma Bouwwijzer. Ook is er een bijdrage verleend aan het Centraal Planbureau voor de Statistiek voor onder andere monitoring van cijfers van de regelingen ISDE, NWF en SVVE. In totaal is er in 2024 circa € 0,8 mln. uitgegeven.

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Isolatie Programma (Lokale aanpak isolatie)

De middelen voor lokale aanpak woningisolatie worden ingezet ter onder­ steuning van wooneigenaren om op korte termijn isolatie- en ventilatie­ maatregelen te treffen en energiearmoede tegen te gaan. Bij de eerste suppletoire begroting is € 49,9 mln. toegevoegd vanuit het Klimaatfonds aan de lokale aanpak. Verder is de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van € 9,6 mln. verwerkt. Er vindt een reallocatie plaats (- € 5,0 mln.) voor de bijdrage aan participatiesubsidie en vanuit de regeling SVOH is voor de aanpak van de gemengde VvE’s € 10 mln. toegevoegd. Bij de suppletoire begroting september worden de doe-het-zelversmiddelen toegevoegd (€ 25,5 mln.). Tevens worden vanuit het Klimaatfonds voor de aanpak kwetsbare wijken en dorpen extra middelen van € 160 mln. (inclusief € 3 mln. LPO) beschikbaar gesteld aan de gemeenten. Aan het btw-compensatiefonds wordt € 10,0 mln. afgedragen. In totaal is er in 2024 circa € 710 mln. uitgegeven en circa € 3,3 mln. aan aanvragen niet meer tot betaling gekomen in 2024.

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

Het Nationale Programma Lokale Warmtetransitie is een interbestuurlijk programma van het Rijk, VNG en IPO en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Tijdens de eerste suppletoire is het restantbudget uit 2023 van € 2,8 mln. toegevoegd. In het najaar is in totaal € 10,8 mln. aan gemeenten beschikbaar gesteld en is circa € 0,8 overgeboekt aan het btw-compensatiefonds.

Nationale Isolatieprogramma (Soortenmanagement)

Bij de eerste suppletoire begroting wordt uit het Klimaatfonds, onderdeel Nationaal Isolatieprogramma, € 43,4 mln. toegevoegd. Daarnaast is loon- en prijsbijstelling van 2024 van in totaal € 11,8 mln. toegevoegd en is budget gealloceerd van € 3 mln. BZK heeft in een tweede tranche van de regeling natuurvriendelijk isoleren € 58,0 mln. ter beschikking gesteld. Hiervan is € 40 mln. bestemd voor het opstellen, uitvoeren en monitoren van soortenma­nagementplannen (SMP’s). Daarnaast is € 9,2 mln. bestemd voor provincies voor het adviseren van gemeenten over SMP’s, het beoordelen van aanvragen, vrijstellingen en vergunningen en het handhaven van voorschriften ter bescherming van beschermde diersoorten om isolatie mogelijk te maken. De overige € 8,8 mln. wordt ingezet voor het realiseren of financieren van alternatieve verblijfplaatsen door gemeenten. Aan de provincie Utrecht is voor de Landelijke aanpak € 0,03 mln. beschikbaar gesteld. Daarnaast is € 7,3 mln. afgedragen aan het btw-compensatiefonds.

Nationaal Groeifonds

In het subsidieverleningsproces is bij nader inzien gebleken dat het passender is de onderdelen die binnen het groeifondsprogramma Toekomstbestendige Leefomgeving onder publieke opdrachtgevers vallen via een specifieke uitkering vorm te geven. Dit bedrag is nog niet uitgegeven.

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe

Bij de eerste suppletoire begroting zijn de middelen voor verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe (€ 49,2 mln.) van 2024 naar 2025 doorgeschoven. Vervolgens is bij de suppletoire begroting september € 4,5 mln. geschoven van 2026 naar 2024 voor de uitvoeringskosten voor het verstrekken van subsidies rondom verduurzaming in de regio. Om het uitwerken van maatregel 29 van Nij Begun en het ontwikkelen van de aanpak verder te organiseren in de regio, wordt aanvullend op de bijdrage van 2023 een bijdrage aan de provincie Groningen gedaan voor extra regionale inzet.

In totaal is € 4,4 mln. uitgegeven.

Bijdrage aan agentschappen

RVO (uitvoering Energieakkoord)

Bij de eerste suppletoire begroting zijn er gelden gerealloceerd voor de uitvoeringskosten RVO voor diverse jaaropdrachtregelingen en programma’s zoals Lokale Aanpak Isolatie, SEEH, Renovatieversneller en monitoringsopdrachten. Bij de tweede suppletoire begroting is er meer budget gerealloceerd voor de jaaropdracht 2025 vanuit de diverse subsidieregelingen.

RVO (energietransitie en duurzaamheid)

Deze middelen zijn bestemd voor het jaarprogramma 2025 dat RVO.nl in opdracht van het ministerie van BZK uitvoert voornamelijk op het gebied van energietransitie in de gebouwde omgeving. Dit wordt hier verantwoord vanwege gecentraliseerd opdrachtgeverschap. Het budget is gedurende het jaar opgehoogd om de middelen voor de opdrachten aan RVO op het juiste budget te verantwoorden.

RVB

In het kader van het stikstofbeleid is budget gereserveerd om het RVB in staat te stellen structureel uitstootvermin­derende criteria te stellen bij aanbestedingen. Bij de eerste suppletoire begroting is € 13 mln. geschoven naar latere jaren. Het volledige beschikbare bedrag is uitgeput.

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

Ten behoeve van de programma's Zon-Op-Rijksdaken en de verduurzaming van rijksgebouwen is in totaal € 2,9 mln. overgeheveld naar het Rijksvastgoedbedrijf. Het volledige beschikbare bedrag voor 2024 is uitgeput.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

EGO

Bij de eerste suppletoire begroting is € 4,9 mln. overgeboekt van het Klimaatfonds voor de bijdrage aan innovatiebudget meerjarige missiegedreven innovatieprogramma's inclusief uitvoeringskosten. Tevens is voor de uitfasering van slechte energielabels € 2,0 mln. toegevoegd vanuit het Klimaatfonds. Van deze middelen wordt een meerjarige overboeking naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gedaan voor Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) Gebouwde omgeving en voor de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) aardgasloos.

Kennis en innovatie emissiearme bouwproducten

In de eerste suppletoire begroting is aan het TNO-programma emissieloos bouwen in totaal € 4,5 mln. bijgedragen.

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Subsidie(regelingen)

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

In 2024 verstrekte BZK diverse subsidies in het kader van onderzoek naar mogelijke aanpassingen in de bouwregelgeving en overige onderwerpen die betrekking hebben op de veiligheid, toegankelijkheid, duurzaamheid en gezondheid van gebouwen en het versterken van de positie van de bouwconsument.

Biobased Bouwen

Subsidie is verstrekt aan de uitvoeringsorganisatie Buildingbalance voor de uitvoering van maatregelen biobased bouwen. De middelen zijn afkomstig uit het Klimaatfonds voor de maatregel normering en stimulering biobased bouwen en zijn uitgegeven. 

Opdrachten

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

BZK verstrekte ten behoeve van een goed functionerend stelsel van bouwregelgeving ook in 2024 opdrachten voor werkzaamheden van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), de Helpdesk bouwregel­geving en de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften.

Ontvangsten

Dit betreffen ontvangsten uit afrekeningen van eerder verstrekte subsidies door RVO. Bij de tweede suppletoire begroting zijn ontvangsten toegevoegd aan de budgetten van DUMAVA, SAH, SVVE en zakelijke lasten op het artikel 9, zodat de middelen weer konden worden ingezet voor deze regelingen.

Licence