Base description which applies to whole site

4.3 Artikel 3. Woningmarkt

Een vrij toegankelijke, vraaggerichte woningmarkt met steun voor degenen die dat nodig hebben.

Het toegankelijk, betaalbaar en toekomstbestendig mogelijk maken van de woningmarkt voor iedereen, lukt alleen door veel samen te werken en telkens goed alle belangen af te wegen. Als rijksoverheid, met provincies, gemeenten, woningcorporaties, zorginstellingen, investeerders, projectontwikkelaars, bouwers, makelaars en velen anderen. Ieder heeft een eigen rol, maar altijd samen met anderen.

De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) jaagt die samenwerking aan, door zoveel mogelijk belemmeringen weg te nemen, perspectief te bieden in wetten en regels en door het bewaken van de kwaliteit en duurzaamheid van bouwen en wonen, zodat prettig en betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk is én blijft.

Beleid en regelgeving

Onder meer via de Wet op de huurtoeslag (WHT), de huur(prijs)regulering en maatregelen ten aanzien van de koopwoningmarkt is de minister van VRO verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving met betrekking tot de betaalbaarheid van het wonen. Tevens is de minister van VRO medeverantwoordelijk voor de regelgeving met betrekking tot de fiscale behandeling van de eigen woning en de hypothecaire leennormen.

De minister van VRO is verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de huurtoeslag. Tevens is de minister van VRO verantwoordelijk voor het budgettair beheer van de huurtoeslag op grond van de WHT.

Regisseren

  • De minister van VRO voert de regie over een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen op het terrein van wonen. Tevens voert de minister van VRO de regie ten aanzien van het bevorderen van een evenwichtige omvang en verdeling van de woningvoorraad.

  • De minister van VRO is verantwoordelijk voor de regelgeving ten aanzien van (het stelsel van) woningcorporaties. Woningcorporaties zijn via de Woningwet (Wonw) gebonden aan een begrensd werkdomein waarbinnen zij werkzaamheden met staatssteun mogen uitvoeren. Deze zijn het bouwen, verhuren en beheren van woningen met een lage huur voor huishoudens met een laag inkomen en andere doelgroepen die op de reguliere woningmarkt moeilijk een woning kunnen vinden. De minister van VRO is verantwoordelijk geweest voor het beleid en de regelgeving inzake de verhuuderheffing. Deze is inmiddels afgeschaft.

  • Tevens draagt de minister van VRO zorg voor het kapitaalmarktbeleid betreffende investeringen in de woningmarkt, bijvoorbeeld via het beleid ten aanzien van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

Uitvoeren

  • De minister van VRO draagt zorg voor een adequate uitvoering van een laagdrempelige beslechting van huurgeschillen. In het Burgerlijk Wetboek (art. 7:249 t/m 7:261) is vastgelegd dat huurders en verhuurders een beroep kunnen doen op de Huurcommissie. De organisatie en werkwijze van de Huurcommissie, evenals de administratieve ondersteuning door de Dienst van de Huurcommissie (DHC), is vastgelegd in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw).

Duurzaam wonen voor iedereen

Volkshuisvesting is terug van weggeweest als kerntaak van de overheid. In de Nationale Woon- en Bouwagenda en de zes afzonderlijke programma’s voor de volkshuisvesting hebben we in 2023 ambitieuze doelstellingen neergezet. We willen ervoor zorgen dat er meer betaalbare woningen komen en dat woonlasten beter te dragen zijn. We willen ook zorgen voor voldoende woningen voor aandachtsgroepen en ouderen.

Een thuis voor iedereen

Het programma een Thuis voor iedereen had als doel dat voldoende betaalbare woningen beschikbaar zijn voor alle aandachtsgroepen, met een evenwichtige verdeling over gemeenten en met de juiste zorg, ondersteuning en begeleiding.

In de woondeals is afgesproken dat er tot en met 2030 290.000 sociale huurwoningen worden gebouwd. Deze woningen zijn onder andere bedoeld voor mensen uit de aandachtsgroepen. Met de vierde tranche en tevens laatste tranche van de Regeling Huisvesting Aandachtsgroepen kunnen gemeenten 1.432 permanente woonruimten en 2.933 flexwoningen realiseren voor aandachtsgroepen.

Wonen en zorg voor ouderen

Met het programma «Wonen en zorg voor ouderen» willen we tot en met 2030 minstens 290.000 woningen voor ouderen realiseren (170.000 nultredenwoningen, 80.000 geclusterde woonvormen en 40.000 verpleegzorgplekken). Om dit te bereiken is er meer regie op ouderenhuisvesting gevoerd. Er zijn in elke provincie regionale actietafels ingericht, er is een aanjaagteam ingezet en is er een uitgebreid informatiepakket met verschillende partijen gedeeld. De uitkomsten van dit proces worden meegenomen in de herijking van de woondeals.

Om de bouw van zorggeschikte woningen ook in het sociale segment te stimuleren is de stimuleringsregeling zorggeschikte woningen per 15 september 2023 opengesteld.

Naast een passend aanbod willen we ook de doorstroming naar een passende woning stimuleren. Hiervoor zijn een publiekscampagne voorbereid en middels verschillende handreikingen informatie verstrekt aan gemeenten en corporaties.

Huurtoeslag

Om inzicht te geven in de uitwerking van de huurtoeslag op de huurlasten voor ontvangers van huurtoeslag is in de onderstaande tabel aangegeven welk aandeel van de bruto huur dat per saldo (na aftrek van de huurtoeslag) nog netto door ontvangers van huurtoeslag is verschuldigd.

Uit de tabel blijkt dat het aandeel van de huur dat door de huurtoeslagontvanger zelf netto nog betaald moet worden in 2024 lager is dan 2023. Deze cijfers over 2024 zijn voor de meeste huishoudens ook lager uitgevallen dan de cijfers zoals verwacht in de ontwerpbegroting. Dit komt onder andere omdat is besloten om in 2024 de basishuur (eigen bijdrage) verder te verlagen met €3,05. Hiermee is tegemoetgekomen aan de beoogde verbetering van de koopkracht voor de huurtoeslag ontvangers. Daarnaast is de huurontwikkeling lager uitgevallen dan verwacht in de ontwerpbegroting waardoor ook de basishuur, kwaliteitskortingsgrens en de aftoppingsgrenzen minder gestegen zijn. De ontwikkeling van de huurgrens is gekoppeld aan de inflatie, deze is juist meer gestegen dan verwacht. Huurtoeslagontvangers met een huur rond de huurgrens betalen hierdoor een groter deel van de huur zelf.

Tabel 13 Verhouding Bruto-Netto huur Huurtoeslag 2024
  

Realisatie

Begroting

Afwijking

Verhouding Bruto-Netto huur Huurtoeslag

       

Huishoudtype

Netto Huur

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Eenpersoonshuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

59,80%

59,70%

59,70%

55,40%

46,20%

47,30%

‒ 1,10%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

49,60%

49,50%

49,50%

46,50%

40,10%

40,90%

‒ 0,80%

Netto (huur rond huurgrens)

48,90%

48,80%

49,00%

47,00%

43,20%

42,70%

0,50%

Meerpersoonshuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

59,80%

59,70%

59,70%

55,40%

46,20%

47,30%

‒ 1,10%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

48,60%

48,50%

48,50%

45,80%

39,80%

40,50%

‒ 0,70%

Netto (huur rond huurgrens)

47,30%

47,10%

47,90%

47,30%

46,50%

43,60%

2,90%

Eenpersoonsouderhuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

59,30%

59,20%

59,20%

55,00%

45,80%

46,90%

‒ 1,10%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

49,30%

49,20%

49,20%

46,20%

39,80%

40,60%

‒ 0,80%

Netto (huur rond huurgrens)

48,60%

48,60%

48,80%

46,80%

43,00%

42,50%

0,50%

Meerpersoonsouderhuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

58,80%

58,80%

58,80%

54,50%

45,30%

46,40%

‒ 1,10%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

48,90%

48,90%

48,90%

45,90%

39,50%

40,30%

‒ 0,80%

Netto (huur rond huurgrens)

48,40%

48,30%

48,50%

46,50%

42,80%

42,20%

0,60%

 

Bruto Huur

100%

100%

100%

100%

100%

100%

 

Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).

Woningbouw

In 2024 zijn er in de maanden tot en met november 74.304 nieuwe woningen gerealiseerd. Als in december evenveel woningen als in december 2023 zouden worden gerealiseerd, dan zou het jaarcijfer op 81.763 woningen komen. Dit is minder dan de doelstelling van 100.000 woningen per jaar en ook minder dan de productie in 2022 en 2023. We zien hier de gevolgen van de voor de bouw negatieve economische omstandigheden van enige tijd geleden. Deze werken met vertraging door op de productie. Inmiddels zijn de economische omstandigheden voor de woningbouw gunstiger en dat zal naar verwachting gunstig doorwerken op de aantallen nieuwe woningen.

Met de woningbouwimpuls wordt ingezet op enerzijds projecten met tenminste 50% betaalbare woningen, en anderzijds op projecten die binnen 10 jaar worden gerealiseerd. In 2024 is de zesde ronde van de Woningbouwimpuls in twee delen afgerond. In totaal is er in tranche 6 hiermee aan 75 projecten een bijdrage verleend, voor ruim € 300 mln. (inclusief btw). Dit is daarmee de grootste van alle Woningbouwimpulstranches. Het moet bijdragen aan de bouw van circa 48.500 nieuwe woningen. In 2024 zijn ook de resterende middelen voor het Volkshuisvestingsfonds uit het vorige kabinet volledig besteed in twee tranches.

Daarnaast is er extra ingezet op de stimulering van de realisatie van flexwoningen met de stimuleringsregeling Flex- en transformatie woningen (€ 35 mln., ruim 4500 woningen). Een speciale ronde van de regeling huisvesting aandachtsgroepen gericht op studenten levert € 29,7 mln. een bijdrage aan bijna 4000 studentenwoningen.

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3. Woningmarkt (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

Art.

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

 

Verplichtingen

4.625.815

5.343.930

4.985.589

6.095.934

6.533.332

7.351.287

‒ 817.955

         
 

Uitgaven

4.576.687

5.411.477

4.804.734

6.147.722

6.546.023

6.991.365

‒ 445.342

         

03.01

Woningmarkt

4.281.422

4.426.334

4.401.101

4.696.812

5.533.782

5.955.942

‒ 422.160

 

Subsidies (regelingen)

       
 

Betaalbare Koopwoningen Starters

0

0

0

0

70.000

70.000

0

 

Bevordering eigen woningbezit

3.463

3.198

3.149

2.971

5.091

9.000

‒ 3.909

 

Huisvestingsvoorziening statushouders

0

0

28

0

0

0

0

 

Stimuleringsmiddelen wooncoöperaties

0

0

0

176

13

39.824

‒ 39.811

 

Ouderenhuisvesting

0

0

0

10.032

9.308

20.091

‒ 10.783

 

Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit

0

20.000

0

0

0

0

0

 

Woningmarkt

5.689

7.804

13.833

14.257

6.013

4.652

1.361

 

Opdrachten

       
 

WSW risicovoorziening

1.105

1.099

492

61

11.078

0

11.078

 

NHG risicovoorziening

33.860

63.547

61.653

49.904

70.071

0

70.071

 

Woningmarkt

4.361

3.435

4.179

6.219

4.306

2.894

1.412

 

Inkomensoverdrachten

       
 

Huurtoeslag

4.222.655

4.311.856

4.298.568

4.592.512

5.319.287

5.653.105

‒ 333.818

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

Woningmarkt

630

2.791

3.313

3.377

3.360

3.444

‒ 84

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Woningmarkt

620

0

0

0

0

0

0

 

Grote gezinnen

0

0

0

1.283

522

4.000

‒ 3.478

 

Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur

0

0

0

0

0

132.800

‒ 132.800

 

Caribisch Nederland

0

0

0

0

9.142

0

9.142

 

Opvang Evacuees

0

0

0

0

282

0

282

 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Dienst van de Huurcommissie

7.939

11.657

14.622

14.794

24.304

9.788

14.516

 

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

950

947

0

0

0

0

0

 

RVO (Uitvoeringskosten BEW)

0

0

0

0

0

4.486

‒ 4.486

 

Diverse bijdragen

150

0

199

151

0

0

0

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

       
 

Financiën (IXB)

0

0

0

0

0

800

‒ 800

 

Infrastructuur en Waterstaat (XII)

0

0

1.065

1.075

1.005

1.058

‒ 53

03.03

Woningbouw

295.265

985.143

403.633

1.450.910

1.012.241

1.035.423

‒ 23.182

 

Subsidies (regelingen)

       
 

Woningbouw

0

348

532

650

2.839

300

2.539

 

Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit

0

0

22.000

0

70.000

0

70.000

 

Garanties

       
 

Doorbouwgarantie

0

0

0

0

0

175.000

‒ 175.000

 

Opdrachten

       
 

Woningbouwimpuls

118

636

176

231

55

0

55

 

Volkshuisvestingsfonds

0

743

61

403

1.331

1.059

272

 

Woningbouw

0

696

951

2.317

1.755

1.207

548

 

Tijdelijke uitvoeringsorganisatie

0

0

7.832

13.247

7.447

9.035

‒ 1.588

 

Grootschalige woningbouwgebieden

0

0

28

100

1.226

318

908

 

Uitvoeringskracht woningbouw

0

0

0

0

0

10.500

‒ 10.500

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

       
 

Herplaatsingsgarantie

0

0

0

138.100

122.873

8.000

114.873

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

CBS

0

0

0

96

93

0

93

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Flexpools

0

14.183

34.400

8.450

36.374

41.752

‒ 5.378

 

Woningbouwimpuls

295.147

499.473

92.526

105.659

286.963

233.465

53.498

 

Volkshuisvestingsfonds

0

413.165

0

262.892

319.383

293.267

26.116

 

Ouderenhuisvesting

0

0

3.447

0

0

0

0

 

Opvang Evacuees1

0

49.059

48.379

34.925

0

0

0

 

Woondeals

0

0

5.135

8.772

8.772

4.500

4.272

 

Grootschalige woningbouwgebieden

0

0

0

399.998

50.893

62.500

‒ 11.607

 

Wadden

0

0

4.842

0

0

0

0

 

Versnelling huisvesting

0

0

86.180

10.959

7.224

112.128

‒ 104.904

 

Overlooplocaties

0

0

0

40.320

41.400

39.800

1.600

 

Start-bouwimpuls

0

0

0

296.059

77

0

77

 

Studentenwoningenstartbouwimpuls

0

0

0

0

29.287

20.000

9.287

 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

RVO

0

0

217

127

127

6.792

‒ 6.665

 

RVB

0

6.840

96.927

127.605

24.122

15.800

8.322

 

Grootschalige Rijksprojecten

0

0

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

432.243

368.749

404.785

527.254

618.727

460.000

158.727

1

De benaming van deze rubriek was bij het vorige jaarverslag 'Kwetsbare groepen'.

Uitgaven

3.1 Woningmarkt

Subsidie(regelingen)

Betaalbare Koopwoningen Starters

Om starters op de woningmarkt te ondersteunen wordt naar aanleiding van een tweetal amendementen een Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen opgericht (Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VII, nr. 52, Kamerstukken II, 2023-2024, 36410 VII, nr. 15). In 2024 is het fonds opgericht (Kamerstukken II, 2023–2024, 32 847, nr. 1199). In 2025 kan men naar verwachting aanspraak maken op het fonds.

Bevordering eigen woningbezit

De Wet bevordering eigenwoningbezit (BEW) is gericht op de bevordering van het eigenwoningbezit onder lagere inkomensgroepen. Er is voor nieuwe toekenningen op grond van deze wet geen budget meer beschikbaar en de meerjarig beschikbare middelen dienen uitsluitend voor de betaling van in het verleden aangegane verplichtingen. De uitgaven aan de Wet bevordering eigenwoningbezit zijn in 2024 lager uitgevallen door hoge uitval bij de inkomenstoetsen en door verhuizingen.

Woningmarkt

Platform31 is een kennis- en netwerkorganisatie en heeft een instellingssubsidie ontvangen en projectsubsidies voor het ontwikkelen en verspreiden van kennis bij verschillende partijen over trends in stad en regio, betaalbaar wonen en sturen op betaalbare woningbouw, flexwonen, woningdelen en splitsen en kennis over verduurzaming van VvE’s en duurzame ontwikkeling en circulair bouwen. Daarnaast werkt Platform aan twee innovatieprogramma’s voor een Thuis voor iedereen en wonen en zorg voor ouderen.

De Woonbond heeft in 2024 subsidie gekregen voor de landelijke belangenbehartiging en daarnaast twee projectsubsidies ontvangen: een voor het project Regionale belangenbehartiging 2022-2025, in het kader van de Nationale prestatieafspraken 2022-2025 waarin de provincie en regio’s in de volkshuisvesting een veel sterkere positie en rol krijgen dan voorheen, en een voor het project Kennisprogramma 2024 gericht op overdracht van kennis en vaardigheden aan huurders(organisaties).

Ouderenhuisvesting

De stimuleringsregeling voor ontmoetingsruimten bij ouderenhuisvesting wordt verantwoord op artikel 3.1. Woningmarkt (was 3.3. Woningbouw). Voor 2024 was er € 20 mln aan kasbudget beschikbaar en is slechts de helft uitgegeven. Dit komt er onder meer doordat een groot deel van de aanvragers niet op tijd een omgevingsvergunning heeft aangevraagd of ontvangen. Met de regeling zijn ontmoetingsruimten in geclusterde woonvormen voor ouderen gesubsidieerd. Deze subsidieregeling maakt gebruik van bevoorschotting en keert 90% van het toegekende budget uit, nadat de benodigde bewijsstukken (zoals een kopie van de omgevingsvergunning bij nieuwbouw) door de aanvrager zijn aangeleverd. Op 14 oktober 2024 is de derde tranche van de regeling opengesteld. Voor de derde tranche zijn er in 2024 ongeveer voor 10 mln. euro aan aanvragen gedaan.

Opdrachten

NHG Risicovoorziening

Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) draagt de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) een vergoeding af aan het Rijk. In 2023 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. In 2024 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2023, ter grootte van afgerond € 70,1 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort.

Woningmarkt

In 2024 zijn verschillende onderzoeken naar woningbehoefte, woonwensen, woningmarktontwikkelingen en plancapaciteit uitgevoerd. Daarnaast hebben er diverse onderzoeken voor monitoring van beleid, demografische ontwikkelingen, betaalbare huur, de koopsector, huisvesting diverse aandachtsgroepen en het volkshuisvestingsbeleid op Caribisch Nederland plaatsgevonden. Tevens hebben er diverse evaluaties plaatsgevonden. Ook zijn bijdragen verstrekt voor communicatie en de website alsmede de Woontop 2024.

In 2024 zijn extra uitgaven gedaan voor de tijdelijke opvang van evacuees uit Soedan en Libanon met een Nederlands paspoort. Inmiddels is voor het grootste deel van de evacuees permanente woonruimte gevonden in 2024. Voor de overige evacuees worden in 2025 nog uitgaven gedaan voor de tijdelijke opvang.

Inkomensoverdrachten

Huurtoeslag

De huurtoeslag is een bijdrage in de huurlasten en kan worden aangevraagd als de huur in verhouding tot het inkomen te hoog is. In 2024 ontvingen circa 1,55 miljoen huishoudens huurtoeslag.

Aan de huurtoeslag is per saldo in 2024 minder uitgegeven dan begroot. De uitgaven zijn € 333,8 mln. lager dan begroot ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. De lagere uitgaven worden hoofdzakelijk veroorzaakt doordat de inkomens van huurtoeslagontvangers in 2024 hoger waren dan verwacht. Daarnaast lagen de huren binnen de huurtoeslagpopulatie lager dan verwacht, en was de doorstroming van statushouders naar reguliere huisvesting lager dan verwacht. Bij de ontvangsten is € 55,6 mln. meer binnengekomen als gevolg van hogere ontvangsten dan ver wacht na het weer opstarten van de tijdens corona gepauzeerde terugvorderingen van te veel uitgekeerde huurtoeslag.

De lagere uitgaven en hogere ontvangsten leiden ertoe dat de huurtoeslag in 2024 een netto positief saldo heeft van € 389,5 mln. ten opzichte van de ontwerpbegroting 2024. Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting is sprake van € 369,5 mln. lagere uitgaven en € 55,7 mln. hogere ontvangsten in 2024.

Bijdragen aan medeoverheden

Grote Gezinnen

De gemiddelde corporatiewoning is vaak niet ruim genoeg voor grote gezinnen onder de statushouders voor wie gemeenten een woning zoeken. De Regeling huisvesting Grote Gezinnen Vergunninghouders helpt gemeenten om sneller woningen geschikt te maken door bijvoorbeeld een object aan te passen of om te bouwen. Naar aanleiding van onderuitputting in 2023 is de regeling geëvalueerd en aangepast. De aangepaste regeling is opengegaan op 3 juni 2024; er is een subsidie van maximaal € 35.000 per woning beschikbaar voor woningen voor 6 tot 9 personen en maximaal € 50.000 per woning voor gezinnen vanaf 10 personen. In 2024 is ervoor circa € 725.000 aan subsidie aangevraagd van de in totaal € 2,7 mln. beschikbaar.

Caribisch Nederland

Saba, Bonaire en Sint Eustatius hebben middelen ontvangen om de woonlasten van huurders in de sociale sector in 2024 te verminderen. Tevens hebben de eilanden middelen ten behoeve van (het instellen van) een huurcommissie ontvangen. Bonaire heeft middelen ontvangen voor de pilot om huurders in de particuliere sector te ondersteunen en voor de in 2023 afgesloten Woondeal. Sint Eustatius heeft middelen ontvangen voor de renovatie van sociale huurwoningen. Woningstichting FCB heeft een subsidie ontvangen voor het huisvesten van kwetsbare huishoudens.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

Als huurders en verhuurder een geschil hebben, kunnen zij de Huurcommissie vragen daar een uitspraak over te doen. Daarnaast kan de Huurcommissie verklaringen afgeven aan gemeenten, rechtbanken en de Belastingdienst/Toeslagen. De klanten van de Huurcommissie zijn gebaat bij een snelle behandeling en een kwalitatief hoogwaardige uitspraak of verklaring. De afgelopen jaren heeft de Huurcommissie de kwaliteit en tijdigheid van uitspraken, alsook de dienstverlening aan haar klanten, flink verbeterd. Het afgelopen jaar was hierop geen uitzondering. De Huurcommissie is dit jaar bovendien druk geweest met de voorbereiding, implementatie en uitvoering van de Wet betaalbare huur, die voor de Huurcommissie heeft geresulteerd in een aanzienlijke uitbreiding van taken. Het later in werking treden van een deel van de Wet betaalbare huur, heeft gemaakt dat zaken die in 2024 werden verwacht, uiteindelijk niet dit jaar zijn binnengekomen. Deze zaken zullen naar verwachting in 2025 alsnog binnenkomen, als gevolg waarvan de kosten voor de ontwikkeling van deze zaken eveneens doorschuiven.

Om de nieuwe taken die als gevolg van de Wet betaalbare huur op de Huurcommissie zijn afgekomen goed het hoofd te kunnen bieden, heeft de Huurcommissie in 2024 ook een organisatieontwikkeling doorgemaakt. Deze ontwikkeling stelt de Huurcommissie naar de toekomst toe in staat de tijdigheid en klantvriendelijkheid van haar procedures op peil te houden en verder te blijven verbeteren.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Infrastructuur en Waterstaat (XII)

De Inspectie voor de Leefomgeving en Transport is een dienst van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). De uitgaven voor het toezicht op de Wet normering topinkomens (WNT) bij woningcorporaties en voor SBR-wonen worden derhalve onder het instrument bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken verantwoord. Dit gaat in 2024 om gerealiseerde uitgaven van € 1,1 mln.

3.3 Woningbouw

Subsidies (regelingen)

Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit

In de tweede suppletoire begroting 2024 is € 70 mln. beschikbaar gesteld aan stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) voor de uitvoering van de Transformatiefaciliteit. De Transformatiefaciliteit financiert de voorfase van transformatieprojecten door het verstrekken van geldleningen aan ontwikkelaars. Het is bedoeld om op korte termijn woningbouw te realiseren op transformatielocaties die niet vanzelf op gang komen.

Garanties

Doorbouwgarantie

In de eerste suppletoire begroting 2024 is € 175 mln. voor de doorbouwgarantie kasgeschoven naar 2025. In de Begroting 2025 en eerste suppletoire begroting 2025 worden alle middelen voor de doorbouwgarantie herverdeeld over andere instrumenten.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Herplaatsingsgarantie

Bij de eerste suppletoire begroting is circa € 114,9 mln. naar 2024 kasgeschoven voor de Regeling Tegemoetkoming Herplaatsing Flexwoningen (voorheen financiële herplaatsingsgarantie). Daarna is het totale beschikbare budget à € 122,9 mln. in de voor de garantie bestemde risicovoorziening gestort.

Bijdrage aan medeoverheden

Woningbouwimpuls

In 2024 is de zesde tranche van de Woningbouwimpuls toegekend. Er is in totaal € 301,4 mln. toegekend (incl. btw). In de BZK-begroting 2024 was circa € 273,5 mln. beschikbaar voor de woningbouwimpuls. Gedurende het jaar zijn er diverse mutaties gedaan. Hieronder worden de belangrijkste toegelicht.

Naar aanleiding van aangenomen amendementen bij de behandeling van de begroting 2024 is in totaal € 60 mln. afgeboekt (Kamerstukken II 2023/24, 36410 VII, nrs. 25, 26 en 29). Het totale saldo aan mutaties bij de eerste suppletoire begroting 2024 is € 89,5 mln. De grootste mutaties zijn bij de eerste suppletoire begroting 2024 toegelicht.

Bij de tweede suppletoire begroting 2024 is een afdracht à € 15,4 mln. gedaan aan het btw-compensatiefonds ten behoeve van de zesde tranche van de WBI. Daarnaast is er € 6 mln. ingezet als dekking van de verhoging van het Volkshuisvestingsfonds.

Volkshuisvestingsfonds

Voor het Volkshuisvestingsfonds is in 2024 ca. € 325 mln. uitgekeerd in de vorm van bijdragen aan gemeenten. Mede doordat vanuit de eigen begroting bij de tweede suppletoire begroting 2024 nog circa € 35,9 mln. aan het budget voor de vierde tranche kon worden toegevoegd uit niet uitgeputte woningbouwmiddelen op diverse budgetten.

Grootschalige woningbouwgebieden

In 2024 hebben diverse mutaties plaatsgevonden. In de eerste suppletoire begroting 2024 vond een reallocatie plaats van € 85,7 mln. vanaf de regeling Woningbouwimpuls (ook onder bijdrage aan medeoverheden) voor bijdragen ten behoeve van de voorfinanciering van het publieke tekort in de grondexploitaties van woningbouwontwikkelingen. In de suppletoire begroting september 2024 is € 86,8 mln. kasgeschoven naar 2025. De besluitvorming over deze middelen volgt komend jaar.

Voor de realisatie van 5.500 woningen op de woningbouwlocatie Gnephoek is in 2024 € 50 mln. uitgekeerd aan de gemeente Alphen aan de Rijn. In de tweede suppletoire begroting 2024 is € 10,5 mln. afgedragen het btw-compensatiefonds ten behoeve van dit project.

Versnelling huisvesting

Voor de Meerjarige Stimuleringsregeling Flex-en Transformatiewoningen hebben in 2024 meerdere mutaties plaatsgevonden. Het budget was in totaal € 132 mln. in 2024, na een ophoging van het budget van € 20 mln. bij de eerste suppletoire begroting 2024 vanuit de regeling Woningbouwimpuls.

De aanvragen zijn achtergebleven ten opzichte van het geraamde budget. Er is in totaal in 2024 ca. € 36 mln. toegekend aan flex- en transformatieprojecten. De overige ca. € 95 mln. is bij de tweede suppletoire begroting 2024 ingezet als dekking voor de ophoging van de Transformatiefaciliteit, de Regeling Huisvesting Aandachtsgroepen voor Studentenhuisvesting en voor het Volkshuisvestingsfonds.

Studentenwoningenstartbouwimpuls

In 2024 is er via een speciale tranche van de Regeling Huisvesting Aandachtsgroepen een loket geopend om studentenwoningen financieel te ondersteunen. Hiervoor was bij amendement (Kamerstukken II, 2023/24, 36410-VII, nr. 26) € 20 mln. beschikbaar gesteld. Deze financiële regeling was dermate succesvol, dat de regeling was overtekend. Om toch alle aanvragen die aan de voorwaarde voldeden te kunnen toekennen, is er bij de tweede suppletoire begroting € 11,5 mln. toegevoegd aan het budget. Deze € 11,5 mln. was afkomstig vanuit de post Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen. In totaal is er voor € 31,5 mln. toegekend.

Bijdrage aan agentschappen

RVB

Dit betreft de kosten voor de ontwikkelfunctie van het RVB (€ 6,2 mln.), de kosten voor de door het RVB ingekochte flexwoningen (€ 6 mln. in de begroting 2024) en een aantal kleinere opdrachten aan het RVB voor het woningbouwdomein (circa € 3,6 mln.).

Bij de eerste suppletoire begroting 2024 zijn hier de vertraagde kosten voor de flexwoningen aan toegevoegd, waardoor het totale budget op circa € 68,4 mln. komt. In totaal is er op dit budget in 2024 circa € 24,1 mln. gerealiseerd. Vanwege vertraagde plaatsing van de flexwoningen schuift een deel van de uitgaven door naar 2025. Bij de tweede suppletoire begroting 2024 is hiervoor al € 12,5 mln. afgeboekt. Bij Slotwet 2024 vindt er een mutatie plaats van € 17,3 mln. voor de ingekochte flexwoningen.

Grootschalige Rijksprojecten

In de eerste suppletoire begroting 2024 zijn de middelen voor fase 1 voor de ontwikkeling van woningbouwlocatie Zuiderhage (voorheen ZuiderC) in Lelystad aan de VRO-begroting toegevoegd. In de Slotwet 2024 wordt toegelicht dat de circa € 11,1 mln. in 2024 wordt afgeboekt wegens vertraging van de kasuitgaven.

Ontvangsten

De ontvangsten huurtoeslag zijn toegelicht bij de uitgaven huurtoeslag. In de eerste suppletoire begroting 2024 zijn de vertraagde ontvangsten voor de door het RVB ingekochte flexwoningen toegevoegd (in totaal € 69,3 mln.). Bij de suppletoire begroting september zijn ontvangsten voor de Nationale Hypotheekgarantie toegevoegd (circa € 70 mln.). Daarnaast zijn er desalderingen geweest bij de suppletoire begroting september (€ 3 mln.) en de tweede suppletoire begroting (€ 2,8 mln.). Bij Slotwet 2024 vindt een mutatie van € 54,3 mln. plaats vanwege vertraagde ontvangsten voor de door het RVB ingekochte flexwoningen.

Licence