Base description which applies to whole site

2. BELEIDSAGENDA

Investeren in Perspectief

De BHOS-begroting 2020 is een volgende stap in de implementatie van de nota Investeren in Perspectief. De hoofddoelen van de BHOS-nota zijn van onverminderd belang, zowel voor de wereld om ons heen als voor Nederland zelf: vermindering van instabiliteit, armoede en ongelijkheid in ontwikkelingslanden; bevordering van duurzame economische groei en effectieve klimaatactie wereldwijd; en versterking van het internationaal verdienvermogen van Nederland. De SDG-agenda voor 2030 vormt het samenbindende element en tevens de ultieme preventieagenda en het kader voor de bestrijding van de grondoorzaken van armoede, migratie, terreur en klimaatverandering.

De internationale uitdagingen op het BHOS-terrein zijn fors en talrijk. In veel ontwikkelingslanden is een nijpend gebrek aan werk en zinvol onderwijs voor de groeiende groep jeugdigen. De positie van vrouwen verbetert niet of nauwelijks, terwijl de ruimte voor maatschappelijke organisaties in veel landen krimpt. Meer mensen zijn op de vlucht of ontheemd door oorlog en geweld. Effecten van klimaatverandering worden steeds zichtbaarder, vooral in kwetsbare ontwikkelingslanden.

Wereldwijd is sprake van opkomend protectionisme. Het multilaterale handelssysteem staat onder grote druk, in het bijzonder vanwege het handelsconflict tussen China en de Verenigde Staten (VS). Ook de toekomstige relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk brengt veel onzekerheden met zich mee, evenals opkomende economieën die zich ontwikkelen tot geduchte concurrenten en belangrijke technologische spelers.

Tegen deze achtergrond legt het kabinet in de BHOS-beleidsagenda voor 2020 de accenten die hieronder kort zijn benoemd. Vervolgens worden deze uitgewerkt in lijn met de opzet van de BHOS-nota.

Jeugd, werk en onderwijs

Investeren in onderwijs, gelijke kansen en een behoorlijk inkomen is cruciaal om jongeren, vrouwen en meisjes meer grip op hun leven te laten krijgen en een beter toekomstperspectief te bieden. Het kabinet zet daarom in de focusregio’s onder meer in op beroepsonderwijs en neemt deel aan de International Financing Facility for Education (IFFEd), een financieringsmechanisme dat met garantstellingen voor regionale ontwikkelingsbanken inclusief basisonderwijs bevordert in lage middeninkomenslanden. Ook start in 2020 het nieuwe Challenge Fund for Youth Employment.

Vrouwenrechten

Steun voor gendergelijkheid, vrouwenrechten en Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) vormt een rode draad in het BHOS-beleid. In 2020 zijn extra investeringen voorzien in gendergelijkheid en SRGR-diplomatie en start het SDG5-fonds, dat onderdeel vormt van het vernieuwde beleidskader voor versterking van het maatschappelijk middenveld. Ook zet het kabinet zich in voor politieke steun en financiering voor vrouwenrechtenorganisaties.

Humanitaire diplomatie en noodhulp

In 2020 wordt de uitvoering ter hand genomen van het vernieuwde beleidskader voor humanitaire diplomatie en noodhulp «Mensen Eerst». Een kernpunt hierin is dat psychosociale steun en geestelijke gezondheidszorg een vanzelfsprekend onderdeel moet worden van noodhulp. Daartoe voert het kabinet haar humanitair-diplomatieke inspanningen op en investeert in capaciteit en kennis bij uitvoeringsorganisaties.

Klimaatactie

Het kabinet streeft ernaar dat de meest ambitieuze doelstelling van de Overeenkomst van Parijs internationaal wordt gehaald om de opwarming van de aarde te beperken. In 2020 ligt de nadruk dan ook op meer ambitieuze Nationally Determined Contributions en op toename van het aantal landen dat lange termijn klimaatstrategieën indient. Met actieve klimaatdiplomatie spoort Nederland andere landen aan tot meer ambitie en actie. Met financiering draagt Nederland bij aan klimaatmitigatie en -adaptatie.

Handelsagenda

2020 is het tweede volledige implementatiejaar van de handelsagenda van het kabinet, met de vier actielijnen markttoegang en Brexit; een excellente dienstverlening voor het mkb en start-ups; maatwerk in de economische diplomatie; en het herinrichten van het publieke en private handels-, innovatie-, innovatie- en investeringsbevorderende netwerk. De agenda is gericht op de verdienkansen die de SDG’s bieden en het versterken van innovatie gericht op de SDGs – een formule zich ook bewees in 2019 tijdens de samen met de VS georganiseerde Global Entrepreneurship Summit (3–5 juni). In lijn met de handelsagenda blijft speciale aandacht uitgaan naar vrouwelijke ondernemers (onder meer door de oprichting van een Dutch Female Entrepreneurship Academy), startups en het midden-en kleinbedrijf (mkb). Met de oprichting van de internationale tak van Invest-NL zal het, door de daarmee gepaard gaande krachtenbundeling van financiële instrumenten, eenvoudiger worden voor Nederlandse ondernemers om de juiste financiering te vinden voor internationale activiteiten.

Handel en geopolitiek

Geopolitieke en technologische ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de handel en het internationale verdienvermogen van Nederland. Economie en politiek raken sterk verweven en nieuwe markten ontwikkelen zich in een snel tempo. Het kabinet zet in op een open markt waarbij de voordelen van internationale handel, toegang tot wereldwijde waardeketens en internationale concurrentie behouden blijven. Hierbij is het belangrijk dat de EU haar vooraanstaande positie op de wereldmarkt beter inzet om een gelijk speelveld en bescherming van intellectueel eigendom af te dwingen. Het kabinet zet in op een sterke Europese economie en een gelijk speelveld met wederzijdse markttoegang en bescherming van intellectueel eigendom om risico’s voor de nationale veiligheid te beheersen. Een innovatief Europa is immers ook een minder kwetsbaar Europa. Daarnaast moet het instrumentarium op orde zijn om de nationale veiligheid en openbare orde te borgen (Kamerstuk 30 821, nr. 73).

Digitale Agenda

In 2020 wordt de Digitale Agenda voor BHOS verder geïmplementeerd. De nadruk ligt op het benutten van de kansen die digitalisering biedt voor de SDGs. De agenda richt zich met name op het verzilveren van kansen in de focusregio’s door onderwijs en werk, digitalisering voor een robuuste, duurzame voedselproductie, versterking van het maatschappelijk middenveld en digitalisering voor mensen in nood.

Maatschappelijk verantwoord ondernemerschap

Met de verduurzaming van hun waardeketens kunnen bedrijven een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de SDGs. In 2020 wil het kabinet meer bedrijven hierbij ondersteunen middels met name het nieuwe Fonds Verantwoord Ondernemen (FVO) voor de aanpak van IMVO-risico’s en het Fonds Bestrijding Kinderarbeid (FBK). Daarnaast zullen in 2020, in lijn met het regeerakkoord, stappen worden gezet om te komen tot een mix van maatregelen en instrumenten om IMVO verder te bevorderen. Daartoe zal de evaluatie van het convenantenbeleid, die in 2019 is gestart, worden afgerond.

Integriteit

Van alle organisaties en bedrijven waarmee wordt samengewerkt wordt verwacht dat zij een duidelijk integriteitsbeleid hebben tegen (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik. In 2020 worden de eerder ingezette maatregelen verder uitgewerkt en toegepast, zoals de plicht tot het melden van ernstige gevallen. Samen met andere belangrijke donorlanden wil Nederland ervoor gaan zorgen dat dit ook wordt nageleefd bij financiële contributies aan onder meer multilaterale instellingen.

Investeren in stabiliteit en armoedebestrijding

Onderwijs, werk en jeugd

In 2020 investeert Nederland op meerdere manieren in onderwijs: via het Global Partnership for Education (GPE), via IFFEd en door middel van initiatieven voor beter beroepsonderwijs. Nederland draagt daartoe bij aan Generation Unlimited (GenU), een initiatief gericht op emancipatie van jongeren en betere aansluiting van hun vaardigheden op de arbeidsmarkt. Ook het Orange Knowledge Programme (OKP) richt zich op het verbinden van de vraag van de arbeidsmarkt en het aanbod van onderwijsinstellingen, met name in de focusregio’s.

Nederland ondersteunt mkb-bedrijven met (banen-)groeipotentieel en stimuleert jongeren en vrouwen om een eigen onderneming te starten. Het Challenge Fund for Youth Employment is gericht op de focusregio’s en wordt opengesteld voor maatschappelijke organisaties, bedrijven en kennisinstellingen. Ook zal het Local Employment in Africa for Development programma (LEAD) worden verlengd. LEAD levert een bijdrage aan de verbetering van de sociale en economische perspectieven van jongeren, door jonge ondernemers in Tunesië, Algerije, Libië, Egypte, Mali, Nigeria en Somalië te ondersteunen.

Gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes

Vanuit het besef dat duurzame ontwikkeling, vrede, stabiliteit en mensenrechten gebaat zijn bij gelijke kansen en rechten voor mannen en vrouwen, blijft het kabinet inzetten op het verbeteren van gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes. Nederland doet dat als financier, maar ook als deelnemer aan de CSW (Commission on the Status of Women) en bijeenkomsten in het kader van Beijing+25, zoals het High Level Special Event.1 Daarbij wil Nederland ook bijdragen aan verjonging van het draagvlak voor de SDG5-agenda, onder meer door jongeren te betrekken bij (de totstandkoming van) beleid en events.

Daarnaast zet Nederland zich in voor deelname van vrouwen aan vredesprocessen en wederopbouw. Deze steun, gebaseerd op VN-Veiligheidsraadresolutie 1325, richt zich onder meer op deelname van Jemenitische vrouwen aan het vredesoverleg, ondersteuning van de Women Advisory Board van Syrische vrouwen, het Women Peace Humanitarian Fund (Mali) en het genderprogramma binnen de Sahel.

Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR)

In 2020 is keuzevrijheid van vrouwen en jongeren en universele toegang tot SRGR een richtinggevend element in de beleidsstrategieën in 7 landen en 2 regio’s, waaronder de Sahel. De programma’s in de Sahel zullen naar verwachting in 2020 de eerste resultaten laten zien.

Het kabinet investeert vanuit het SDG-5 fonds in strategische partnerschappen voor het vergroten van respect voor seksuele en reproductieve rechten en voor het stimuleren van gedragsverandering bij jongeren. Op dit onderwerp wordt in 2020 ook de samenwerking met een aantal grote internationale NGOs vernieuwd.

Binnen de Global Financing Facility for Every Woman, Every Child (GFF) stimuleert Nederland investeringen in keuzevrijheid en SRGR voor vrouwen en jongeren. Ook bevordert Nederland participatie van maatschappelijke organisaties in de GFF. Specifieke aandacht gaat uit naar de focusregio’s. Verder blijft Nederland de mondiale gezondheidsarchitectuur steunen via de vaccinatie alliantie Gavi, GFATM (Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria), UNAIDS, WHO en UNFPA. Aandachtspunten hierbij zijn verduurzaming, innovatieve financiering, gender mainstreaming, versterken van gezondheidssystemen en het bereiken van de allerarmsten. Het kabinet verstevigt haar diplomatieke inzet voor seksuele en reproductieve rechten en vrouwenrechten, ook in humanitaire crises situaties.

Betere voeding, waterzekerheid en klimaatslimme landbouw

Nederland blijft in 2020 bijdragen aan het behalen van SDG2 (voedselzekerheid) en SDG6 (water). Aspecten die hierbij worden opgepakt zijn betere en gezondere voeding (met name voor jonge kinderen), verhoging van productiviteit en inkomen in de landbouw en verduurzaming van voedselsystemen (met aandacht voor landrechten, werkgelegenheid, klimaatverandering en behoud van (agro)biodiversiteit), naast verbeterde toegang tot drinkwater- en sanitaire voorzieningen en hygiëne.

In de Sahel en de Hoorn van Afrika gaat speciale aandacht naar toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen voor kinderen in scholen. Daar worden ook programma’s ontwikkeld voor verhoging van de productiviteit en het inkomen van boer(inn)en. In Egypte, Ethiopië en Jordanië wordt ingezet op het verbeteren van de waterproductiviteit (met 25 procent), door gebruik van satellietinformatie en waterbesparende technieken.

Belangrijk doel van de Nederlandse inspanning is het vergroten van weerbaarheid tegen klimaatverandering. Nederland investeert in betere weersinformatie, verzekeringen voor kleine voedselproducenten, klimaatslimme technologieën en opschaling van bewezen conserveringspraktijken zoals agroforestry. Het Water, Peace and Security programma brengt mogelijke spanningen over water in kaart, traint mensen en bemiddelt tussen betrokken partijen in Mali, Irak en andere fragiele landen. In regio’s die extra worden getroffen door klimaatverandering draagt het Valuing Water Initiative bij aan het drastisch herzien van de wijze waarop met water wordt omgegaan. Het nieuwe Netherlands Food Partnership beoogt de in Nederland aanwezige kennis en initiatieven voor voedselzekerheid beter bij elkaar te brengen voor concrete projecten in ontwikkelingslanden.

Rechtvaardige en vreedzame samenlevingen

Met versterking van de rechtsstaat en vredesprocessen draagt Nederland bij aan het bevorderen van rechtvaardigheid en vrede in de focusregio’s. Het gaat om het verbeteren van de veiligheid van burgers, vredesonderhandelingen, transitional justice, preventie van radicalisering, bemiddeling, en versterking van de rechterlijke macht en democratische instellingen. SDG16 (rechtvaardige, vreedzame en inclusieve samenlevingen) vormt hiervoor de leidraad. Nederland streeft naar een geïntegreerde inzet van ontwikkelingssamenwerking, diplomatie en militaire missies. De Minister voor BHOS is covoorzitter van de internationale Task Force on Justice onder SDG16 en zet zich internationaal in voor verbetering van toegang tot recht. Bij nieuwe programma’s op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, landbouw en water in de focusregio’s wordt bezien hoe deze kunnen bijdragen aan preventie van gewelddadig extremisme.

Opvang en bescherming in de regio

In partnerschap met UNHCR, ILO, UNICEF, IFC, Wereldbank en elf NGO’s werkt Nederland aan duurzame verbetering van de rechtspositie van vluchtelingen en ontheemden en aan het vergroten van hun kansen op goed onderwijs en werk, waar relevant ook van gastgemeenschappen. Beoogd wordt vluchtelingen in staat te stellen een nieuw bestaan op te bouwen in het land waar zij (tijdelijk) verblijven en kennis en ervaring op te doen die nuttig is in het opvangland en in het land van herkomst. De focus ligt op Libanon en Jordanië en daarnaast op Irak, Ethiopië, Oeganda, Soedan, Egypte en Kenia.

In 2020 zullen meer resultaten zichtbaar worden van de inzet op werkgelegenheid en private sectorontwikkeling. Deze inzet is complex en vergt een langdurige betrokkenheid, omdat veel vluchtelingen in arme en perifere gebieden verblijven. In 2019 is de samenwerking met de private sector versterkt, hetgeen in 2020 zal leiden tot concrete samenwerking en projecten met (Nederlandse) bedrijven. Doel is de toegang tot werk- en leertrajecten te vergroten in regio’s waar veel vluchtelingen verblijven.

De Nederlandse activiteiten op het gebied van migratie en ontwikkeling blijven gericht op bestrijding van mensensmokkel en -handel, voorlichting over risico’s van irreguliere migratie, bescherming van mensenrechten van migranten en bevordering van terugkeer en herintegratie.

Noodhulp en humanitaire diplomatie

Het Nederlandse humanitaire beleid is gericht op het redden van levens, verlichten van lijden en beschermen en herstellen van waardigheid van door crisis getroffen mensen. Het kabinet geeft prioriteit aan geestelijke gezondheid en psychosociale steun in het kader van noodhulp en het beschermen van kwetsbare groepen als vrouwen en meisjes in crisissituaties. Er wordt ingezet op het verbreden van politieke steun voor de integratie van geestelijke gezondheid en psychosociale steun in humanitaire coördinatie en responsmechanismen, op capaciteitsopbouw en op het zoeken naar structurele financiering voor dit onderwerpen op het zoeken naar structurele financiering voor dit onderwerp. In 2020 zal het kabinet een tweetal projecten ondersteunen die organisaties en lokale instanties helpen bij het bouwen van capaciteit en in het leveren van adequate humanitaire hulp.

Het kabinet zet in op versterking van humanitaire diplomatie: het waarborgen van mensenrechten van slachtoffers, internationaal oorlogsrecht en naleving van humanitaire principes, met bijzondere aandacht voor de gevolgen van conflict op voedselzekerheid.

Ook werkt Nederland aan de hervorming en verbetering van het humanitaire systeem, onder meer door het versterken van de positie van lokale hulpverleners, van leiderschap en coördinatie en van innovatie en nieuwe financieringsvormen. Belangrijke afspraken over het verbeteren van het systeem zijn vastgelegd in de zogenaamde Grand Bargain. De Minister voor BHOS heeft als eminent person van dit initiatief de leiding genomen om de uitvoering ervan te bevorderen.

Versterking maatschappelijk middenveld

Een sterk maatschappelijk middenveld vormt, samen met een legitieme en effectieve overheid en een verantwoordelijk bedrijfsleven, de basis voor goed functionerende inclusieve samenlevingen. Wereldwijd staat echter de ruimte voor het maatschappelijk middenveld steeds meer onder druk. Zoals aangegeven in het nieuwe beleidskader (Kamerbrief 20 juni 2019), blijft het kabinet dan ook inzetten op steun voor het maatschappelijk middenveld in de rol van pleiter en beïnvloeder. In 2020 zullen de partnerschappen geselecteerd worden die vanaf 2021 uitvoering geven aan deze inzet.

In 2020 zal het Accountability-fonds worden voortgezet waarmee lokale partners door ambassades worden gesteund. Ook het Voice-fonds wordt voortgezet. Dit steunt gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen zodat zij hun stem kunnen laten horen en hun positie verbeteren.

Ontwikkelingssamenwerking in EU-kader

Met het oog op het aflopen van het Verdrag van Cotonou in 2020, zijn onderhandelingen opgestart over het vervolgpartnerschap van de EU met landen in Afrika, het Caraïbisch Gebied en de Stille Oceaan (ACS). De Europese Unie zet in op een overkoepelend verdrag met daaronder drie regionale partnerschappen, die zijn toegespitst op de behoeften van die specifieke regio’s. Op het Afrikaanse continent liggen 33 van de in totaal 47 minst ontwikkelde landen. De Europese Commissie heeft al een belangrijke nieuwe impuls gegeven aan de samenwerking met Afrikaanse landen door de lancering van een Strategische Alliantie gericht op het creëren van duurzame investeringen en banen, met name voor jongeren (Kamerstuk 22 112, nr. 2712).

In 2020 zal een akkoord bereikt moeten worden over het nieuwe Meerjarige Financiële Kader (2021–2027) van de EU. Nederland zet in de onderhandeling over het instrument voor het Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) in op een ambitieus beleid op het gebied van gender en klimaat. Nederland steunt de geografische focus binnen het NDICI op sub-Sahara Afrika en het Nabuurschap.

Het kabinet blijft zich inzetten om Nederlandse organisaties beter te positioneren voor het uitvoeren van programma’s voor de Europese Commissie, onder andere via gedelegeerde samenwerking (Delegated Cooperation). Begin 2019 is hiervoor een Steunfaciliteit (EU-SF) opgericht binnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken, die mogelijkheden voor EU-financiering helpt identificeren en adviseert over de regelgeving en procedures.

Verschuiving naar de focusregio’s

Zoals aangekondigd in de BHOS-nota verschuift het geografische zwaartepunt van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid naar de fragiele focusregio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het totale thematische programmabudget in deze regio’s neemt in deze kabinetsperiode toe met tenminste een derde ten opzichte van 2017. Deze intensivering in de focusregio’s krijgt in 2020 verder vorm, waarbij de bilaterale hulpinspanning over de volle breedte van het beleid meer op de focusregio’s wordt gericht. Op alle beleidsthema’s worden middelen verschoven, landenlijsten aangepast, nieuwe programma’s in de focusregio’s geïnitieerd en bestaande programma’s uitgebreid. Bijlage 5 van de HGIS-nota biedt op de beleidsthema’s het overzicht van de naar de posten gedelegeerde middelen en per regio van de centrale financiële inzet in beheer bij de beleidsdirecties op het departement in Den Haag.

Duurzame en inclusieve groei wereldwijd

Internationale klimaatactie

Het kabinet zet de internationale campagne voort om landen te bewegen tot verhoging van hun klimaatambities. In dat kader is het NDC Partnership onder co-voorzitterschap van de Minister voor BHOS instrumenteel: in 2020 dienen landen herziene, ambitieuzere klimaatplannen (NDC’s) in onder de Overeenkomst van Parijs. Via het NDC Partnership helpt Nederland ontwikkelingslanden om ambitieuzer te zijn en ambities om te zetten in concrete acties. Naast deze voorwaardenscheppende activiteiten, financiert Nederland een groeiende portefeuille van klimaatactiviteiten in ontwikkelingslanden. De daarvoor beschikbare begrotingsmiddelen nemen toe, evenals de daarmee gemobiliseerde private middelen. Naast specifieke klimaatprogramma’s, met name gericht op hernieuwbare energie en tegen gaan van ontbossing, wordt integratie van klimaatoverwegingen nagestreefd in programma’s voor water, voedselzekerheid en het duurzaam gebruik van grondstoffen. Nederland blijft bijdragen aan kennis- en capaciteitsopbouw over de relatie tussen klimaat en ontwikkeling. Een deel van de inzet loopt via multilaterale instellingen en fondsen, in het bijzonder het Groene Klimaatfonds (GCF). Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van de innovatieve kennis en kunde van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen op gebieden als watermanagement, klimaatslimme landbouw en duurzame steden. Dit biedt kansen voor het verdienvermogen van Nederland. Het kabinet vraagt van multilaterale banken een leidende rol in de financiering van de mondiale energietransitie en van koolstofarme ontwikkelingspaden. Nederland zet bij deze banken in op ambitieuze doelen voor klimaatfinanciering en op uitfasering van financiering van fossiele brandstoffenprojecten.

Het totaaloverzicht van de verwachte internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden van Nederland in 2020, vindt u in bijlage 7 bij de HGIS-nota.

Innovatie en mobiliseren van de private sector voor de SDG’s

Zonder de private sector lukt het niet de middelen bijeen te brengen die nodig zijn om de SDG’s te realiseren. Het kabinet wil dan ook, conform de motie Stoffer (Kamerstuk 35 000, nr. 50), het gebruik van ODA als hefboom voor private investeringen in ontwikkelingslanden in 2020 verder stimuleren. Economische groei die banen creëert is belangrijk voor lage- en middeninkomenslanden en cruciaal voor het toekomstperspectief van miljoenen werkloze jongeren in ontwikkelingslanden.

Om tot innovatieve oplossingen te komen voor de SDG’s is het financieringsinstrumentarium uitgebreid met het Innovatiefonds. Dit fonds ondersteunt met EUR 5 miljoen per jaar zowel Nederlands als lokaal bedrijfsleven bij het ontwikkelen van innovaties gericht op ontwikkelingsuitdagingen. Ook intensiveert het kabinet in 2020 de inzet op innovatieve financiering en steunt het nieuwe vormen van samenwerking tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en overheden. De SDG Partnerschappenfaciliteit (SDGP). ondersteunt met blended finance bedrijven, kennisinstellingen, NGO’s en overheden die samen werken aan de SDG’s in ontwikkelingslanden. De SDGP-regeling beoogt minimaal EUR 70 miljoen aan private investeringen te genereren.

Toegang tot financiering voor Nederlandse ondernemers

Het financieel instrumentarium voor handel en investeringen biedt ondernemers ondersteuning in verschillende fasen van internationalisering voor het Nederlandse mkb en start-ups. Het financieel instrumentarium voor ontwikkelingssamenwerking biedt daarnaast ondersteuning aan onder andere Nederlandse bedrijven om met kennis, expertise en ondernemerschap bij te dragen aan de SDGs. De ambitie van het kabinet is om het voor Nederlandse ondernemers zo eenvoudig mogelijk te maken de juiste financiering te vinden. In Internationaal financieren in perspectief: kansen pakken, resultaten boeken (Kamerstuk 34 952, nr. 44) is aangegeven hoe de slagkracht en toegankelijkheid van het financieringsinstrumentarium worden vergroot. Ook komt er zoals aangekondigd naast Invest-NL een separate instelling voor internationale financieringsactiviteiten. Met de komst van deze instelling komt er EUR 800 miljoen extra kapitaal beschikbaar voor internationale activiteiten. Deze instelling betreft een samenwerkingsverband met FMO. In 2020 wordt verder gewerkt aan de oprichting en invulling van deze nieuwe instelling.

Digitaliseringsagenda BHOS

Toegang tot digitale technologie creëert ongekende nieuwe mogelijkheden en kan een impuls geven aan meer duurzame en inclusieve groei, juist in ontwikkelingslanden. Nederland investeert daarom in digitaal perspectief voor mensen, met name in de focusregio’s. Zo worden met de Wereldbank en de Solutions for Youth Employment Coalition (S4YE) de mogelijkheden verkend voor het versterken van digitale vaardigheden van met name vrouwen en meisjes. Voor een geïntegreerde aanpak van de problematiek rond voedsel, water en klimaat, bevordert Nederland vernieuwende toepassingen van satellietdata, onder meer in samenwerking met het World Resources Institute. Ook gaat Nederland via steun aan het UN OCHA Centre for Humanitarian Data meer aandacht besteden aan voorspellende analyses op het gebied van humanitaire crises.

Digitalisering maakt nieuwe verdienmodellen mogelijk en leidt tot een nieuwe fase van globalisering, gekenmerkt door snelgroeiende digitale handel. Dit vereist dat internationale handelsregels aangepast worden aan deze ontwikkeling. Tegelijkertijd ligt er een opdracht om de digitale kloof die zichtbaar is langs de lijnen van inkomen, gender en geografie te adresseren en te voorkomen dat bestaande ongelijkheid toeneemt. Ook is een veilige en verantwoorde digitale omgeving voorwaarde om de kansen van digitalisering te kunnen verzilveren. Daarom wordt er ingezet op nieuwe interventies om digitalisering te benutten en te faciliteren; nieuwe coalities om op de juiste schaal digitalisering te bevorderen en het aantrekken van nieuwe kennis om de impact van voortgaande digitalisering te vertalen naar handelingsperspectieven voor Nederland.

Integrale aanpak van ketenverduurzaming en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap

De productie van goederen en diensten moet op een duurzame manier gebeuren, met respect voor mensen en milieu. In 2020 intensiveert het kabinet de inzet op verduurzaming met nieuwe initiatieven en programma’s op leefbaar loon en inkomen, bestrijding van kinderarbeid en ontbossing en werkt aan opschaling in Nederland, Europa en wereldwijd. Het kabinet heeft daarbij extra aandacht voor verduurzaming van de sectoren textiel, palmolie en cacao. Zo zal het bilaterale palmolieprogramma NI-SCOPS verder worden uitgerold.

Er is steeds meer ondersteuning beschikbaar om bedrijven te helpen maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Het doel is om in 2020 meer bedrijven te ondersteunen met het nieuwe Fonds Verantwoord Ondernemen (FVO) voor de aanpak van IMVO-risico’s. Ook kunnen bedrijven samen met NGO’s via het Fonds Bestrijding Kinderarbeid (FBK) ondersteuning krijgen voor het aanpakken van de grondoorzaken van kinderarbeid. Daarnaast zullen in 2020, in lijn met het regeerakkoord, stappen worden gezet om te komen tot een mix van maatregelen en instrumenten om IMVO verder te bevorderen. Daartoe zal de evaluatie van het convenantenbeleid, die in 2019 is gestart, worden afgerond. Ook zal voorbereiding plaats vinden voor de implementatie van de Wet Zorgplicht Kinderarbeid, die bedrijven vraagt te verklaren dat zij gepaste zorgvuldigheid toepassen met betrekking tot kinderarbeid. Bij de uitwerking van de wet zal worden bekeken hoe bestaand beleid en de wet elkaar kunnen versterken. De kennisdeling en samenwerking in EU-verband en bilateraal met andere landen zal worden voortgezet. Er zal een Nederlandse toezichthouder worden aangesteld voor de EU-conflictmineralen verordening. Tot slot zal Nederland het OESO examen doen over zijn anti-corruptiebeleid.

Het kabinet zet ambitieus in op het mobiliseren van groene investeringen en het uitfaseren van publieke financiële steun aan steenkolenprojecten en aan de exploratie en ontwikkeling van nieuwe voorraden olie en gas in het buitenland. In het bijzonder gaat het om uitfasering per 2020 via verschillende bilaterale financieringsregelingen zoals DTIF, DGGF en DRIVE.

Investeren in een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem

Het multilaterale handelsstelsel komt zwaar onder druk te staan als handelsconflicten tussen de VS en China en tussen de VS en de EU verder escaleren. De EU-inzet blijft gericht op behoud van een effectief WTO-geschillenbeslechtingsmechanisme, het versterken van de monitoringsfunctie van de WTO en ontwikkelen van aanvullende WTO-regels om draagvlak voor het systeem te behouden. Daarnaast blijft de bilaterale handelspolitieke agenda van belang. Nederland zal op basis van de nieuwe modeltekst de heronderhandelingen van bilaterale investeringsakkoorden met derde landen voortzetten. Het opzeggen van intra-EU investeringsakkoorden zal in 2020 worden afgerond. Nederland zal zich ook inzetten voor een assistentiemechanisme voor ontwikkelingslanden op het gebied van internationaal investeringsrecht. Ten slotte benut Nederland, naast de EU, internationale organisaties en fora zoals de OESO en de G20 om zijn handelspolitieke standpunten uit te dragen en gelijkgezinden te vinden.

Een proactieve handels- en investeringsagenda

Markttoegang

Het kabinet maakt zich binnen de EU hard voor bilaterale handelsakkoorden en een snelle ondertekening hiervan. De onderhandelingen van de EU met Indonesië, Australië en Nieuw Zeeland over bilaterale handelskakkoorden worden voortgezet. Hierbij komt Nederland op voor zijn offensieve en defensieve belangen en vraagt aandacht voor duurzaamheid en voor een gelijk speelveld. Relatief nieuwe of recent heronderhandelde handelskakkoorden, zoals met Canada, Japan, Vietnam, Singapore en Mexico, moeten vruchten afwerpen voor ons bedrijfsleven. Daarom wordt ingezet op effectieve implementatie van deze akkoorden, onder meer door informatievoorziening aan het bedrijfsleven.

Brexit

In het kader van Brexit streeft het kabinet naar een ambitieuze, brede en diepe toekomstige relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. De politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen bij het terugtrekkingsakkoord biedt hiervoor een solide basis. De onderhandelingen over de toekomstige relatie kunnen echter pas starten als Brexit een feit is.

Excellente dienstverlening voor het mkb en startups

Het kabinet besteedt voortdurend aandacht aan de verbetering van de toegankelijkheid van en bekendheid met de dienstverlening van de overheid. In lijn met de ambitie van het kabinet om het voor Nederlandse ondernemers zo eenvoudig mogelijk te maken de juiste financiering te vinden zal in 2020 krachtenbundeling plaatsvinden van financiële instrumenten voor internationale activiteiten door oprichting van de internationale tak van Invest-NL. Kleinere bedrijven worden extra ondersteund door organisatie van kleinschalige handelsmissies naar nabije markten of beurzen waarbij ook speciale aandacht is voor vrouwelijke ondernemers. Start-, scale-ups en techtalent kunnen rekenen op extra hulp vanuit startup- hubs die zijn ingesteld op posten in voor deze doelgroep belangrijke markten zoals de VS. De hubs helpen bij de toegang tot kennis, kapitaal en relevante internationale en lokale netwerken. Er worden speciale missies naar strategische start-upbeurzen in het buitenland georganiseerd. Daarnaast is ook specifieke aandacht voor start- en scale-ups in reguliere handels- en innovatiemissies en in de branding van Nederland.

Maatwerk in de economische diplomatie

Voor de voor Nederland belangrijkste markten, zowel landen, regio’s als thema’s, vinden extra diplomatieke inspanningen plaats. Daarbij wordt ingezet op een vernieuwde en gevarieerde opzet van in- en uitgaande handelsmissies. Zo zal er eens per jaar een brede flagship handelsmissie worden georganiseerd naar één van de top-9 strategische markten waaraan minstens één bewindspersoon en bedrijven uit meerdere sectoren deelnemen. Ook worden voor de top-25 markten boegbeelden en handelsgezanten ingezet die gezicht geven aan Nederland als gastvrije en betrouwbare SDG-handelspartner. Verdere focus vindt in overleg met het bedrijfsleven plaats op sectorspecifieke, thematische en vraag gestuurde missies. Daarbij is aandacht voor het identificeren en verzilveren van internationale verdienkansen van innovaties die bijdragen aan de transitie naar een duurzame en digitale economie en de SDG’s. Hierbij wordt aangesloten op het missiegedreven innovatiebeleid van het kabinet, wat zich richt op energietransitie en duurzaamheid; landbouw, water en voedsel; gezondheid en zorg; veiligheid en sleuteltechnologieën. In opkomende markten biedt het instrumentarium mogelijkheden om te investeren in mondiale klimaatinvesteringen en de energietransitie.

Herinrichten van het publieke en private handels- en investeringsbevorderende netwerk

Binnen het publieke en private handels- en investeringsbevorderende netwerk zijn NL In Business (NLIB, private krachtenbundeling), Trade & Innovate NL (TINL, publieke krachtenbundeling) en de «Werkplaats» actief. Het Internationaal Strategisch Overleg (ISO NL) speelt daarin een centrale rol. Een verbeterde en versterkte samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen moet leiden tot een aantoonbaar vergroot Nederlands aandeel op buitenlandse markten. In 2020 vindt verdere operationalisering van de herinrichting van dit netwerk plaats. Zo zullen de eerste resultaten van de verkenning door NLIB voor zes pilot steden naar intensievere marktbewerking beschikbaar komen, is het streven om het TINL netwerk landelijk dekkend te laten zijn en is de ambitie dat de Werkplaats in 2020 20 projecten in de portefeuille heeft. Ook zullen eind 2020 een tiental door de publiek-private partners gezamenlijk opgestelde marktbewerkingsstrategieën voor de voor Nederland belangrijke markten en thema’s gereed zijn te weten Duitsland, China, VS, Frankrijk, Brazilië, VK, Asean, India en de energietransitie.

Tabel: Indicatoren en streefwaarden1

Thema

Resultaatgebied

Indicator

Referentiewaarde realisatie 2018

Streefwaarde 2020

SDG

Private sector ontwikkeling (PSD)

Artikel 1

Bedrijfsontwikkeling

Aantal banen ondersteund door PSD-programma’s (direct jobs supported naar internationaal geharmoniseerde definitie)

255.000

180.000

SDG 8 Inclusieve en duurzame groei

Aantal bedrijven (Nederlandse en lokale ondernemingen) met een ondersteund plan voor investering, handel of dienstverlening

8.800

2.500

Voedselzekerheid

Artikel 2

Uitbannen van de huidige honger en ondervoeding

Aantal mensen met verbeterde inname van voedsel

11.400.000

20.000.000

SDG 2

Einde maken aan honger

Stimuleren van duurzame en inclusieve groei van de landbouwsector

Aantal boer(inn)en met toegenomen productiviteit en inkomen

1.200.000

5.500.000

Creëren van ecologisch duurzame voedselsystemen

Aantal hectare landbouwgrond dat eco-efficiënter wordt gebruikt

635.000

5.000.000

Water

Artikel 2

Drinkwater, sanitaire voorzieningen en hygiëne

Het aantal mensen met toegang tot een verbeterde waterbron

2.200.000

8.000.000 cumulatief

(30.000.000, cumulatief in 2030)

SDG 6 Toegang tot een duurzaam beheer van water

Het aantal mensen met toegang tot verbeterde sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiënische leefomstandigheden

3.600.000

12.000.000, cumulatief

(50.000.000, cumulatief in 2030)

Verbeterd stroomgebied beheer en veilige delta’s

Het aantal mensen dat voordeel ondervindt van verbeterd stroomgebied beheer en veiligere delta’s

2.400.000

20.000.000, cumulatief

Klimaat

Artikel 2

Hernieuwbare energie

Aantal mensen met toegang tot hernieuwbare energie

2.600.000

11.500.000, cumulatief

(50.000.000, cumulatief in 2030)

SDG 7 Toegang tot duurzame en moderne energie

Vrouwen-rechten en gendergelijkheid

Artikel 3

Verbeterde randvoorwaarden voor vrouwenrechten en gender gelijkheid

Aantal aantoonbare bijdragen door publieke instanties en bedrijven aan betere randvoorwaarden voor vrouwenrechten en gendergelijkheid (outcome)

150

500, cumulatief

SDG 5 Gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes

Versterkte capaciteit van maatschappelijke organisaties

Aantal maatschappelijke organisaties met versterkte capaciteit voor de bevordering van vrouwenrechten en gendergelijkheid (output)

820

350, cumulatief

Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids

Artikel 3

Toegang tot family planning

Aantal vrouwen en meisjes dat toegang heeft tot moderne anticonceptie in 69 FamilyPlanning2020 focuslanden

2.499.288, extra vrouwen en meisjes, cumulatief (ten opzichte van het basisjaar 2012)

6.000.000 extra vrouwen en meisjes, cumulatief

(ten opzichte van het basisjaar 2012)

SDG 3 Goede gezondheid en welzijn

SDG 5 Gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes

Rechten

Tevredenheid van de SRGR partners over de mate waarin barrières in SRGR voor gediscrimineerde en kwetsbare groepen zijn afgenomen in hun focuslanden

53%

Tevredenheid (minimale score 4 op 1–5 schaal) in 80% van de focus landen

Veiligheid & Rechtsorde

Artikel 4

Rechtstaat ontwikkeling

Aantal mensen (man/vrouw) dat toegang heeft tot rechtspraak via een juridische instelling (formeel of informeel), om zo hun grondrechten te beschermen, strafbare feiten te laten berechten en geschillen te beslechten

136.912,, waarvan 42.939 vrouwen (32%)

In minstens 6 fragiele of post-conflict landen 200.000, waarvan minstens de helft vrouwen, cumulatief

SDG 16 Vreedzame en inclusieve samenleving

Opvang en bescherming in de regio2

Aantal mensen die formeel/ informeel onderwijs en trainingen volgen

Niet van toepassing

80.000

SDG 4 Kwaliteitsonderwijs

Aantal mensen ondersteund in het ontwikkelen van inkomsten genererende activiteiten

Niet van toepassing

5.000

SDG 8 Inclusieve en duurzame groei

 

Menselijke Veiligheid

Aantal m2 land dat is ontmijnd

18 miljoen

24 miljoen

 
1

Streefwaarden zijn vermeld in aantallen in dat jaar bereikt, tenzij vermeld staat dat het cijfer cumulatief is.

2

De Kamer wordt nader geïnformeerd over deze nieuwe indicatoren en de nader te bepalen streefwaarden in de brief die de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de Kamer heeft toegezegd.

Indicatoren Buitenlandse Handel

Thema

Resultaatgebied

Indicator

Referentiewaarde 2018

Streefwaarde

SDG

Buitenlandse handel

Artikel 1

Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Bevorderen van MVO onder het Nederlands bedrijfsleven

Het aandeel grote bedrijven in Nederland dat de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen expliciet onderschrijft als referentiekader voor hun internationale activiteiten

30%

Streefwaarde 90% in 2023

SDG 8 Inclusieve en

duurzame groei, SDG 12 Duurzame consumptie en productie

Bevorderen van internationaal ondernemerschap

Het aantal door RVO voor internationalisering ondersteunde ondernemingen, dat in de 3 jaar na de beleidsinterventie meer heeft geëxporteerd naar de doelmarkt

216 van 871

n.v.t.

SDG 8 Inclusieve en

duurzame groei, SDG 9 Innovatie en duurzame infrastructuur

 

De cumulatieve exporttoename van de betreffende bedrijven

EUR 247,1 miljoen

n.v.t.

1

In 2020 is het 25 jaar geleden dat 189 VN-lidstaten de Beijing Declaration and Program of Action overeen kwamen. Dit is een omvattend beleidsraamwerk en actieplan om gendergelijkheid en mensenrechten voor vrouwen en meisjes te realiseren.

Licence